Paul’s dagboek (deel 4)
“Eten de Thais voortdurend soep?”, riep een Indonesische vriend ooit na het bezoek aan enkele restaurants hier in de stad. Inderdaad zonder andere gerechten tekort te doen, barst het van de verrukkelijke penangs en de tom yams in dit land. Die gedachten aan soep, hoe beperkt ook, heeft daarnaast te maken met het gebruik van lepels en vorken en nauwelijks van messen aan tafel.
In de tijd van Rama VI (Vajiravudh) waren de overheden extra bang voor aanslagen en kwam er een wet dat er per dertig woningen maar drie messen mochten zijn. Het gevolg was onmiddellijk dat voedsel dat niet gescheurd of gekookt kon worden met die paar messen klein gesneden moest worden. Zo klein dat het eetbaar werd met lepels en vork. En dat went blijkbaar snel want koning Rama VI leefde nog maar zo’n honderd jaar geleden.
Dai sai sin
In de ondergrondse metro vanaf het hoofdstation Hua Lomphong (betekent: bovenkant luidspreker) zat ie schuin tegenover me, zo onbeweeglijk als maar zijn kon, een jochie van amper 16 jaar, onder zijn pony door om zich heen kijkend. Door de zon boven zijn geboortegrond een donker gekleurd gezicht. Keurige kleren, klein rugzakje op schoot. De trein vulde zich bij iedere halte meer en meer. Het joch keek onbewogen naar de drukte om hem heen.
Mij overviel de eenzaamheid die hij uitstraalde. De grote stad die op hem scheen te vallen als een Gulliver in Lilliput. Bij de ingang schreeuwde een Amerikaan tegen een landgenoot naast hem. Geen teken van aandacht. De volgende halte was mijn bestemming. Ik stapte uit en zag nog dat hij het witte touwtje om zijn pols langzaam ronddraaide. Zijn dai sai sin, het heilige katoenen draadje dat ie gekregen had van iemand die om hem geeft, ter herinnering, voordat ie naar de grote stad vertrok.
Het beste uit Readers Digest
Een Thaise vriend van mij leerde als tiener Engels onder meer door een abonnement op de Engelstalige versie van Readers Digest magazine, dat ook in Nederland zeer populair was. Toen hij het Engels voldoende onder de knie had, besloot hij zijn jaargangen af te staan aan zijn voormalige middelbare school zodat de leerlingen daar ook hun Engelse taalvaardigheden konden bekwamen.
Een jaar later, weer eens op die school teruggekeerd, vroeg hij hoe het met de voortgang van die taal ging. Wat bleek? De leerlingen hadden de blaadjes uit de boekjes gescheurd waarna ze werden gebruikt als maandverband. De schooldirecteur was zichtbaar beschaamd toen hij het hem vertelde. M’n Thaise vriend vond het jammer voor de meisjes dat ze steeds maar een beperkt deel van de boekjes konden lezen op het toilet.
Clipopnames
Gisteren heb ik mijn Chinese smaakpapillen weer eens gestreeld. Ik had met mijn disgenoot afgesproken voor Sjanghai Mansion in de Yaowarat road. Het hotel is het bekijken zeer waard, maar nu vonden pal voor de deur muziekclip opnames plaats. Het licht werd ingesteld. Figuranten liepen om de stand-in heen in korte lijnen. Op de stoep zat een meisje frisdrankjes uit een koelbox uit te delen aan de crew.
Een farang liep dwars door het beeld voor zijn blijkbaar zo broodnodige seconde van faam in zijn leven. Een jongen met een ghettoblaster draaide onder het oefenlopen een deuntje, waardoor de figuranten ritme konden houden. Daar kwam de artiest himself bij het plakbandkruisje op straat staan. Hij werd uitgebreid bepoederd en de zweetdruppeltjes werden weggeveegd. De cameraman schreeuwde zijn startkreet en de artiest playbackte zijn song. Ha! Daar was mijn tafelgenoot. Je zou er honger van krijgen.
Verveling de baas
Ik ken het woord verveling niet of het moet de gelukstoestand zijn waarin ik vaak verkeer: ‘tegen de verveling aan’. Niets moet meer en alles kan dus. Ik heb die toestand gelukkig vaak. Met name ook wanneer een Rotterdamse vriend overkomt voor een paar weken vakantie. Met hem doe ik vaker het ultieme ‘ik verveel me nooit spel’, dat zich uit door een willekeurige bus te pakken. Nergens heen, gewoon spontaan. Waar we ook zijn in de stad, plots overvalt ons dat ‘spel’ weer en we nemen de eerste bus die eraan komt. Welk nummer? We zien het wel, want gebruiken het slechts bij terugkeer.
Laatst hadden we op Silom de 77 gepakt. Heerlijk voor die – voor ons – schamele acht bahtjes word je rondgeleid door stukken stad die net te ver zijn om te lopen en wel zo geriefelijk om meestal zittend te bekijken. We reden de Narathiwat op, links liggen enorme restaurants, van toch intieme plekken met Belgische bieren tot grote eettuinen met levendige muziek, een kaal ogende maar uitstekende Chinese keten en intens smaakvolle luxe restaurants, alles komt langs.
Terwijl we langs die moderne maar ook in de file staande gele bussen van de BMTA rijden, draaiden we op het eind van de enorme straat alweer de Rama 3 op. In soepele bochten, totdat we uitkwamen voor de trappen van Central Rama 3. Daar won onze behoefte aan een koel ijsje het van het ritje met uitzicht. Na het gepeuzel bracht een 77 ons weer naar de startpositie. Hoezo vervelen? Waar dan? Wie dan?
Verdacht volk
Ik bezoek regelmatig een Engelstalig gespreksgroepje met Nederlandse, Australische, Engelse, Amerikaanse en Oostenrijkse deelnemers. Onderweg erheen pikken we een Amerikaanse vriendin op die het prettig vindt samen te reizen.
Enige maanden geleden waren we te vroeg bij de ondergrondse gearriveerd om al door te reizen naar de bovengrondse, drie haltes verder. Gezien het benauwde weer verkozen mijn keurige reisgenoot en ik het om even ondergronds te wachten. Immers daar was het lekker koel en op het perron van de skytrain is het dat niet .
De eerste metro kwam. Wij bleven wat tussen de pilaren hangen en maakten geen aanstalten om in te stappen. De tweede trein kwam en vertrok weer zonder ons. Tussen twee treinen door liepen we wel eens naar de tv schermen om het gebodene te bekijken, maar kwam er weer een trein dan trokken we ons bescheiden drie passen achteruit stappend weer terug. (Knipje maken, enfin u kent dat wel…) Toen we echter nog twee treinen hadden laten passeren, kwam er een gewaarschuwde medewerker van de MRT vriendelijk vragen waarom we niet instapten. Gelukkig werd onze uitleg begrepen en konden we niet lang daarna verdwijnen van de bewakingscamera’s.
Zo begint het
Ik heb dat ongetwijfeld niet als enige op de wereld dat ik bepakt en bezakt het huis verlaat en aan het einde van de straat bemerk dat ik nog iets vergeten ben en terug moet. Het zij zo. En wanneer ik mijn mobieltje vergeet, voel ik me zelfs naakt met mijn kleren aan. Zo kun je vergeten je haar te kammen of je vergeet extra geld of je OV kaartjes bij je te steken. Ooit een keer met slechts 1 (één) broek op vakantie gegaan. Al die lijstjes ook waar ik weiger op te kijken.
Het zal ongetwijfeld wel zo’n hectische ochtend geweest zijn. Uiteraard dacht ik aan alles (!). Via een motorcycletje kom ik bij het gekoeld winkelcentrum. Van daaruit loop ik de roltrap naar de ondergrondse af. Ineens werd ik gewaar dat de vriendelijke oudere dame van de schoonmaakploeg van dat station, die de naastgelegen roltrap opkwam, me met een gebaar duidelijk maakte dat mijn gulp openstond. Tsja, kan gebeuren. Sindsdien groet ze me altijd uit zichzelf vriendelijk en ik haar natuurlijk eveneens.
Paul’s Dagboek deel 1, 2 en 3 verscheen op respectievelijk 14, 29 oktober en 3 januari.
Over deze blogger
-
Bekend als Khun Peter (62), woont afwisselend in Apeldoorn en Pattaya. Al 14 jaar een relatie met Kanchana. Nog niet gepensioneerd, heb een eigen bedrijf, iets met verzekeringen. Gek op dieren, vooral honden en muziek.
Genoeg hobby's, maar helaas weinig tijd: schrijven voor Thailandblog, fitness, gezondheid en voeding, schietsport, ouwehoeren met vrienden en nog wat eigenaardigheden.
Lees hier de laatste artikelen
- Nieuws uit Thailand23 december 2024De redactie wenst alle lezers fijne feestdagen!
- Nieuws uit Thailand23 december 2024Illegale handel in medicijnen bedreigt volksgezondheid
- Nieuws uit Thailand23 december 2024Thaise regering komt met steun en voordelen voor een zorgeloze nieuwjaarsvakantie in 2025
- Achtergrond23 december 2024De kerstboom: van heidense symbolen tot feestelijke traditie
Doe dat ook regelmatig in Bangkok een willekeurige bus instappen en zie wel waar terecht te komen. Zelfs daar nog zijn wijken waar een farang een zeldzaamheid is en weet nadien niet eens waar ik geweest ben laat staan het op een plattegrond het kan aanwijzen.
Grappige taferelen zoals wat vroeger zo gewoon was in Nederland om op de stoep voor het huis een auto te repareren of uit elkaar te halen daar nog veelvuldig tegen te komen is, niemand die zich er aan stoort.
Mocht je het busnummer toch vergeten zijn voor de terugweg dan is er altijd wel een taxi aan te houden die je naar een BTS-station brengt.
Bedankt voor het idee, was (nog) nooit bij me opgekomen om zomaar een willekeurige bus in te stappen. Dat ga ik de eerst volgende keer in Bangkok zeer zeker doen. Ik had zoiets al wel met de BTS gedaan, maar met de bus kom je natuurlijk in veel meer gebieden in Bangkok, waar de BTS niet komt.