Zelfs na het krijgen van identiteitspapieren moeten inheemse mensen zich vernederingen laten welgevallen, zelfs van leraren. Zie de episode waarin de leraar haar een achternaam geeft die met *** wordt aangeduid, ook in de Thaise versie.

‘Onze vaders leerden ons dat we de Thaise taal duidelijk moesten uitspreken en dat de Karen pepers onze tongen wat zachter zouden  maken voor de juiste uitspraak. Hahaha!’

Mueda praat met een lach over haar verleden. Desondanks onthult het gebeurde de benarde toestand van schuldloos stateloze en etnische jongeren. De uitsluiting gaf haar het gevoel uitgesloten te zijn van anderen in de Thaise gemeenschap en heeft haar gemaakt tot een lid van de ‘andere gemeenschap’. 

Haar naam, Mueda, betekent in het Pakayo (een Karentaal) ‘jongste dochter’. Zij was de jongste in een groot gezin in een Karendorp nabij de Yuam rivier in het dorp Tha Rua, Sop Moei district, Mae Hong Son. Als kleuter vond ze haar wereld veilig maar eenmaal op school veranderde dat omdat ze moest knokken voor haar rechten. Daar moest ze haar stem laten horen om als mens gezien te worden in het onderwijssysteem, in de gemeenschap en in het land.

De episodes zijn opgetekend toen ze 35 was en haar fulltime job in Bangkok had opgezegd om het onderzoek te steunen naar het ‘Yuam Dam Water Diversion Project’ (*).

Van een stateloos etnisch meisje zonder achternaam een activist worden tegen stateloosheid en tegen conflicten rond gebruik van land is geen gemakkelijke weg geweest. Juist daarom is Mueda geworden tot een van de sterkste ‘overlevers’ van de stateloze gemeenschap in Thailand waarbij ze zich van onderdrukking, misstanden en stigma’s moest los vechten.

De jonge Mueda zonder achternaam

Ze groeide op in een klein Karen dorp zonder elektriciteit, school of dokterspost. Haar ouders waren boeren; haar speeltuin was het bos en de rivier. ‘Samen met vader leegden we de visfuiken. De rivier maakte deel uit van ons leven en we hebben nooit echt zwemmen geleerd, we deden het gewoon….’

Het leven was eenvoudig in de gemeenschap van 20 hutten tot ze de schoolleeftijd bereikte. Van huis naar school was 45 tot 60 minuten  varen en daarna twee uur lopen. Dan kwam ze in de ‘Thaise’ gemeenschap die ze niet kende en die haar behandelde als ‘van ander volk’. Ze vertelt er over.

‘Het was een systeem van naam en bijnaam, van ‘name and shame’, en ik werd buitenlander genoemd in de Ban Mae Ngao school. Wist ik wat dat woord inhield? En zo hinderlijk vond ik het niet want de meeste leerlingen op die school hadden geen ID-kaart. Maar ik kreeg er toch de zenuwen van want het woord werd steeds vaker en met nadruk gebruikt.

Los van dit pestgedrag op school: de politie kwam eens naar ons dorp en arresteerde iemand. Ik raakte in de war. Kon niet begrijpen dat iemand in de problemen kon komen als hij geen ID-kaart had. Later, als de politie in ons dorp kwam, deed iedereen de deuren dicht en bleef binnen, ook al klopte de politie op de deur.’

Toen Mueda in de zesde klas van het basisonderwijs (prathom) kwam wisselde ze weer van school. Het werd het ‘Development Center for Children and Community Network (DCCN)’. Haar vriendjes, net als zij kansarme kinderen, zochten daar kansen op onderwijs. Daar was ze niet meer zo alleen .

Uit die tijd herinnert Mueda zich negatieve ervaringen van de onderwijsmethode. ‘Op de eerste dag al vroeg de leraar mij of ik een buitenlander was. Ik dacht: wat is dat, een buitenlander? En wat is er mis mee als je een buitenlander bent? Dus ik antwoordde: Nee, ik ben geen buitenlander. Maar de leraar bleef mij ondervragen. Ben je dan een Burmees uit Myanmar? Nee, zei ik vastberaden. Ik ben niet van Myanmar, ik ben geboren en opgegroeid hier in Thailand.’ ‘Ben je een buitenlander?’ ‘Ben je een Burmees?’ Deze vooringenomen vragen zijn haar herhaaldelijk gesteld.

Een studiebeurs! Of toch niet?

Mueda gaat verder over de discriminatie. ‘Het ergste overkwam mij aan het eind van de zesde klas. Ik had zulke goede rapportcijfers dat ik een beurs kon krijgen. Moest papieren inleveren: huisboek, geboortebewijs, pasfoto’s. Ik was opgetogen. Van die andere papieren wist ik niks af en ging met de foto’s naar de DCCN. Toen zei de leraar ‘Jij krijgt die beurs niet. Jij komt niet in aanmerking want je bent geen Thai!’ En daarmee was het klaar…’ 

Zo leerde Mueda op de harde manier van de uitdaging als je stateloos bent in Thailand. Ze zag toen in hoe ontmoedigend het is etnisch en stateloos  te zijn. 

Eindelijk een achternaam

En toen werd ze Mueda Navanaad…

Aan het eind van het zesde jaar mocht ze op basis van de ‘person Name Act 2005’ een achternaam nemen. Zij werd Mueda Navanaad. ‘Ik had nog nooit een familienaam en ik wilde graag zoals de anderen zijn. Een achternaam kan helpen de vooroordelen weg te nemen.’

Eenmaal terug op school genoot ze van de klank van haar nieuwe naam. Ze was vooral blij met het gevoel nu geaccepteerd te zijn. Maar de leraar maakte er grapjes over. ‘Mueda, hoe kom jij nou aan een achternaam? Je bent maar een buitenlander. Je hebt daar geen recht toe. Maar ik kan je er wel een geven hoor. Wat vind je van Mueda ***?’

Mueda vervolgt. ‘Mijn klasgenoten lagen in een deuk. Ik voelde me ellendig door de vernedering en de schaamte. Ik had de klas uit willen lopen maar bleef. Ik was diep vernederd. Mijn nieuwe naam werd het mikpunt voor mijn klasgenoten. Ze gingen mij Mueda *** noemen.’

Gedurende enige tijd ontstond er beroering rond haar ervaring met die leraar toen het de pers haalde tijdens Mueda’s eerste jaar op de universiteit. De leraar belde haar zelfs op. ‘Waarom gaf je dat  interview? Je moet dat laten corrigeren. Weet je dat je mijn goede reputatie hebt bezoedeld? Ze kunnen me om jou van school wegsturen.’ De leraar probeerde haar een schuldgevoel aan te praten.

Maar Mueda gaf hem van repliek. ‘Leraar, wees nu eens eerlijk. Weet je nog hoe je me die dag noemde? Jij misschien niet maar ik zal het me herinneren tot ik dood ga. Weet je nog dat iedereen mij uitlachte? Gelukkig was ik sterk genoeg om me te verzetten; maar andere etnische studenten keren de school de rug toe.’

Mueda gaf aan de ontwikkelingen op de scholen te volgen en merkte dat de leraren vooruit zijn gegaan in de behandeling van minderheden.

Beroepskeuze

Ze wilde arts worden maar had nog geen Thai ID kaart en dat was een voorwaarde. Dus koos ze rechten als hoofdvak op de Payap Universiteit in Chiang Mai. Daar heeft ze met anderen campagne gevoerd over jeugdkampen voor stateloze kinderen, registratie van stateloze mensen, organisatie van de jaarlijkse Stateless Children’s Day in Mae Hong Son en gaf ze hulp voor het krijgen van papieren door stateloze mensen.

En toen kwam de wetswijziging van de 2008 Nationality Act door het nieuwe artikel 23 waarbij stateloze mensen Thai national kunnen worden.

(Overgeslagen: de wijziging van die wet en haar reis naar de USA waar ze ontmoetingen had met ‘Native Americans’, die in het Thais อินเดียนแดง, Red Indians, worden genoemd.)

‘Jij hoort hier niet thuis’

Mueda gaf in het interview ook aan dat schending van rechten plaatsvindt door de zeer geringe aanvaarding van het diepe verlangen er in Thailand bij te horen. ‘Etnische mensen zijn kwetsbaar en hebben ernstige schending van hun rechten meegemaakt als ze ook nog stateloos zijn. Als die mensen de Thaise nationaliteit krijgen zijn ze dan wel officieel Thai maar worden nog steeds gezien als ‘anders’.’

‘Stateloze mensen worden direct buitengesloten door anderen en krijgen kwetsbare dingen te horen als ‘jij hoort hier niet thuis’, ‘je bent niet vaderlandslievend’ en ‘jij bent geen Thai’ en meer van dat.’

Bron: https://you-me-we-us.com/story/mueda-navanaad

Bewerking door Erik Kuijpers. Het is vanwege de lengte fors ingekort. 

Auteurs: Indigenous Media Network en Orrasa Seedawruang. Dit is een onafhankelijk rapport tot stand gekomen met geld van de E.U.

(*) Over het Yuam River Dam project: https://www.thaipbsworld.com/construction-of-controversial-yuam-river-diversion-project-approved/

Over deze blogger

Erik Kuijpers
Erik Kuijpers
Bouwjaar 1946. Kreeg de bijnaam 'Lopende belastingalmanak' en heeft 36 jaar in dat vak gewerkt. Op zijn 55e naar Thailand verhuisd. Invaliditeit dwong hem van zijn gezin in Nongkhai naar huisje met thuiszorg en scootmobiel in Súdwest-Fryslân.

6 reacties op “You-Me-We-Us: Ik besta, maar ben geen deel van de Thaise gemeenschap”

  1. Rob V. zegt op

    Het blijft op allerlei punten triest, dat er überhaupt stateloze zijn, dat de overheid hier niet echt doortastend te werk gaat om voor eens en altijd op te lossen, of het neerkijken en pesten van statelozen en minderheden. Dat een kind op de basisschool dat doet, ja, daar pikt men genadeloos iedereen er uit die anders is op welke manier dan ook: uiterlijk, naam, sociale status enzovoort. Maar dat ook leraren en vele andere minderheden niet voor vol aan zien en daar een schepje bovenop doen door leerlingen te pesten? Brrr. Het uitsluiten van een studiebeurs is ook schandalig.

    Dat opgeklopte nationalisme van de “trotste Thai”, als een ras dat elk stuk land met bloed zal verdedigen. Daarmee alle etnische verschillen wegpoetsend. Nee, allemaal strak in de lijn van hoe de “goede mensen” in Bangkok het zien. Ik kan daar van walgen. Pleurt op met je vlag, militarisme, nationalisme enzovoort. Prima om te stellen dat “we best een leuk landje hebben” maar de Thaise autoriteiten zijn daar al sinds meer dan een eeuw aardig in doorgeslagen. En hoe dat moet rijmen met boeddhistische waarden of culture waarden (waar wij witneuzen elke keer aan herinnerd worden)… dat gezichtverlies enzo. Jaja.

    Respect en begrip is geen eenrichtingsweg, maar daar lijkt het in Thailand nog weleens op: de mensen van goede, hoge komaf in Bangkok zijn het voorbeeld en dat in twijfel trekken of je anders gedragen dan “hoe het heurt” is fout fout fout. Maar het plebs, minderheden, vreemden en wie er nog meer niet in het perfect plaatje past, die doet er niet toe blijkbaar. Al heb ik de indruk dat dit onder de jongere generaties gelukkig lijkt te veranderen.

    • Johnny BG zegt op

      Beste Rob,
      Als je gaat spreken over pleurt op dit, dit en dat dan vraag ik mij af of je 95% van het hoe en wat in de Thaise samenleving wel snapt. Het leven in TH is een sport en als je wint kom je vooruit net zoals bij een plaatselijke voetbalclub in de wereld waarin een droom waar gemaakt kan worden.
      In NL is de verdeling van rijkdom gefiscaliseerd en in TH zal iedereen die een stap vooruit komt gaan delen. Dat delen wordt misschien weer gezien als patrialisme en dan is daar weer over te zeuren.
      Voor mij als opportunist is het best lastig om negativiteit te lezen van iemand die niet eens in TH woont. Zoals jij TH niet begrijpt snap ik de constante negativiteit niet 😉

  2. Freek Vermolen zegt op

    Zo zie je maar, de Thai zijn niet altijd vriendelijk. Ik maak het mee met mijn Cambodjaanse vriendin, die al 25 jaar in Thailand woont, perfect Thai spreekt, gelukkig veel Thaise vrienden heeft, maar door sommigen nog altijd met de rug aangekeken wordt

  3. Tino Kuis zegt op

    Een belangrijk en juist verhaal. Ik wijdde er al eens een stelling aan:

    https://www.thailandblog.nl/stelling-van-de-week/stelling-is-grof-schandaal-er-zo-stateloze-mensen-thailand/

    Ik noemde het een ‘grof schandaal’. Getuigenissen van stateloze mensen als Mueda maakt dat nog duidelijker.

    Ik heb naar haar nieuwe achternaam gekeken, dat vind ik altijd interessant. “Navanaad’, in het Thaise schrift denk ik นาวานาถ ‘naad’ betekent ‘beschermer’ en ‘nawa’ waarschijnlijk ‘boot, schip’. ‘Nawa’ komt ook in het Thais voor als ‘nawi’ en dat is de voorganger van het Engelse ‘navy’.

    • Erik Kuijpers zegt op

      Tino, bijna goed! In de Thaise tekst staat de achternaam als volgt: นาวนาถ

      Maar นาว komt in mijn woordenboek niet voor (wel met de may thoo) doch mogelijk heeft de spelling te maken met de standaard ‘a’ die in de gesproken taal wel wordt tussengevoegd in lange woorden/namen. Op dit punt laat mijn kennis me in de steek.

      Ik denk, Tino en Rob V en Freek, dat de gewenning heel langzaam gaat. Hoe zou men weten dat iemand andere roots heeft? Aan het accent? Aan de achternaam?

      Met het grote aantal farang in Thailand zal op den duur de ‘vreemde’ achternaam ook zijn intrede doen. Of is er niet al een geweest? Heeft/had de CEO van Thai Airways niet de poldernaam Bijleveld?

      • Tino Kuis zegt op

        Inderdaad, Erik, wat นาถ betreft ben ik wel zeker maar นาว of นาวา is minder duidelijk.

        Mijn zoon kreeg als Thaise achternaam กุอิส uit te spreken als koe-is. Ik had ook kunnen kiezen voor een vertaling บริสุทธิ์ borisoet (tonen: midden hoog laag) wat ‘kuis, onschuldig, maagdelijk’ betekent in het Thais 🙂


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website