De ochtendzon scheen fel over de marktkraam van Khun Mali, alsof de hemel haar gebrek aan compassie wilde benadrukken. Met haar kromme rug en verweerde handen stond ze al vanaf zonsopgang klaar met stapels mango’s, papaja’s en ananassen die ze met zorg had gepresenteerd. Ze was 76, een leeftijd waarop anderen misschien hun rust hadden gevonden, maar voor haar was er geen keuze. De tijd had geen genade gehad en nu kon ze niet stoppen, stoppen betekende honger, eenzaamheid, een uitzichtloze toekomst zonder geld of zekerheid.

Haar handen bewogen behendig, ondanks de pijn die als een stille vijand door haar gewrichten trok. Elke vrucht die ze sneed, elke klant die ze bediende, voelde als een moment gewonnen in een strijd zonder einde. De klanten keken nauwelijks naar haar, hun ogen gericht op de rijpe mango’s of het gewicht van de plastic zak die ze in haar hand duwde. Voor hen was ze gewoon “de fruitverkoopster”, een onmiskenbaar onderdeel van de markt, zoals het stof dat zich op haar voeten nestelde of het geroezemoes van stemmen die zich met de geur van vers fruit mengden.

Haar dochter had haar vaak gesmeekt om het rustiger aan te doen. “Ma, je bent niet meer jong,” zei ze altijd, haar stem vol zorg maar ook ongeduld, alsof Khun Mali niet kon begrijpen dat een beetje rust haar gezonder zou maken. Maar wat wist haar dochter van de eenzaamheid die op haar wachtte als ze zou stoppen? De markt was haar leven, haar routine, haar gemeenschap en vooral haar enige bron van inkomsten. Zonder de dagelijkse verkoop zou haar kleine wereld instorten, zou ze in de vergetelheid verdwijnen.

“Als ik stop, besta ik niet meer,” mompelde ze soms tegen zichzelf, haar woorden verloren in het lawaai van de markt. En ergens wist ze dat het waar was. Het geld dat ze verdiende was schaars, nauwelijks genoeg voor rijst en de huur van haar kleine kamer, maar het gaf haar iets om voor te vechten, een reden om elke ochtend weer uit bed te komen.

Die middag, terwijl de zon hoog aan de hemel stond en haar schaduw zich verkortte tot bijna niets, voelde ze een steek in haar rug, een scherpe pijn die haar even deed wankelen. Ze leunde tegen haar kraam, haar adem zwaar en gejaagd. Mensen liepen voorbij, haastig, ongeïnteresseerd, alsof ze niet zagen dat ze een vrouw waren gepasseerd die op het punt stond te breken. Voor hen was ze gewoon een naamloze figuur, net zo vergankelijk als de seizoenen die haar fruit aanvoerden en weer wegnamen.

Toen de avond viel en de markt langzaam leegstroomde, bleef Khun Mali nog even staan. Ze keek om zich heen, naar de lege kramen, naar de resten van de dag die zich op de grond verspreid hadden, een paar gevallen ananasschillen, een verdwaalde mango die iemand had laten vallen. Het was haar wereld, een wereld die haar had uitgeput, maar ook had vormgegeven. Ze wist dat ze morgen weer zou komen, met dezelfde vermoeide glimlach, dezelfde hoop dat ze genoeg zou verkopen om door te kunnen gaan.

En misschien, dacht ze bitter, was dat haar lot, om te werken tot er niets meer van haar over was dan een herinnering aan een oude vrouw die mango’s en papaja’s verkocht aan een publiek dat nooit wist wie ze werkelijk was…

Over deze blogger

Farang Kee Nok
Farang Kee Nok
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand – probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.

De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.

Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.

Eten, vooral veel – dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!

Foto’s, daar doe ik niet aan. Ik sta er altijd lelijk op, terwijl ik toch weet dat Brad Pitt erbij verbleekt. Het zal wel aan de fotograaf liggen, denk ik dan maar.

Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website