Westerse schrijvers in Bangkok: Joseph Conrad
De Poolse zeeman Teodor Korzeniowski bezocht Bangkok voor het eerst in januari 1888 toen hij officier was bij de Britse koopvaardij. Hij was vanuit de Seaman’s Lodge in Singapore naar de Siamese hoofdstad gestuurd om het bevel over te nemen op de Otago, een roestige bark waarvan de kapitein schielijk was komen te overlijden en het grootste deel van de bemanning met malaria gehospitaliseerd was.
Na een reis van vier dagen passeerde hij de Bar, de grote zandbank in de monding van de Chao Phraya: ‘One morning early, we crossed the bar and while the sun was rising splendidly over the flat spaces of land, we steamed up the innumerable bends, passed under the shadow of the great gilt pagoda, and reached the outskirts of the town.’ Hij melde zich, zoals dat in die dagen hoorde, plichtmatig bij de Britse consul-generaal aan met dit vrijgeleide dat hem in zijn haven van vertrek was overhandigd:
‘The person I have engaged is Mr. Conrad Korzeniovski. He bears a good character from the several vessels he had sailed out of this port. I have agreed with him that his wages at 14 Pounds per month to count from date of arrival in Bangkok, ship to provide him with food and all necessary articles…’
Tot hij een fitte bemanning en een loods had gevonden doodde hij de tijd overwegend in de Billiard Room van het Oriëntal Hotel, het énige echt comfortabele hotel dat in die dagen in de Siamese hoofdstad te vinden was en dat in 1876 voor het eerst haar deuren had geopend. Er verblijven of dineren deed hij echter niet want daarvoor was zijn gage nét iets te bescheiden. En maar goed ook want zijn verblijf zou niet -zoals hij aanvankelijk had gedacht- dagen, maar weken gaan duren.
Geplaagd door artritis moest Korzeniowski een paar jaar later noodgedwongen het leven op de woelige baren vaarwel zeggen en begon hij onder zijn nom de plume Joseph Conrad te schrijven. Het duurde niet lang of hij maakte naam als de auteur van bestsellers als Lord Jim en Heart of Darnkness. Zijn ervaringen in Afrika en Azië bleken een onuitputtelijke bron van inspiratie waarbij het reizen an sich vaak een metafoor was voor een reis naar het innerlijke van de menselijke geest. Zijn meesterlijk verhalende stijl en sterk tot de verbeelding sprekende anti-helden beïnvloeden diepgaand een hele generatie Engelstalige auteurs.
Conrad was driemaal naar Zuidoost-Azië gereisd en deze ervaring had een diepe indruk bij hem nagelaten. Niet geheel ten onrechte werd hij door sommige academici omschreven als ‘the writer who made Southeast Asia known to the World’. Falk, The secret sharer en The shadow line zijn drie van Conrads werken die geïnspireerd werden door Bangkok. Hij beschreef in The shadow line hoe hij van op de Chao Phraya het wijde zeegat koos. Onvergetelijk was zijn beschrijving van de stad, bakkend onder de Koperen Ploert, een fraai staaltje van het meesterlijk gestileerde proza dat zijn kenmerk was:
‘There it was, spread largely on both banks, the Oriental capital which has yet suffered no white conqueror. Here and there in the distance, above the crowded mob of low, brown roof ridges, towered great piles of masonry, king’s palaces, temples, gorgeous and dilapidated crumbling under the vertical sunlight’…
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
- Achtergrond22 oktober 2024Si Satchanalai & Chaliang Historical park: de omweg meer dan waard
Leuke historische anekdote mbt Conrad. Heel mooi geschreven, Lung Jan,
je hebt een boeiende schrijfstijl..
Joseph Conrad, één van mijn geliefde auteurs, die me op twintigjarige leeftijd al pakte.
Hij legde toen in mij de kiem om ooit het exotische Bangkok aan te doen. Is intussen al verscheidene keren gebeurd.
Veel van zijn werk is in het Nederlands vertaald, recent of zie boekantiquariaat…
Telkens ga ik wel in de middag of avond met een Mai Tai op het prachtige maar prijzige terras van ‘het Oriental’ zitten. Nog in koloniaal uniform geklede lakeien openen je taxi of je limousine, op zich al een belevenis van lang geleden…
Rust en prachtig zicht op de Chao Phraya. ’s Avonds de verlichte boten.
De lounge is ook de moeite. Verder is er nog een theesalon met fotogalerie, hangt vol met foto’s van beroemde en minder bekende schrijvers,
Naast Conrad eveneens Somerset Maugham, John Lecarre, James Michener, Ian Fleming, Graham Greene, Norman Mailer, Paul Theroux. En laatste maar niet de minste Barbara Cartland.
O, ja, je kunt er ook blijven slapen. Voor een habbekrats van 800 eu voor een simpele kamer tot de royale som van 9 000 eu voor één nachtje. Al of niet inclusief voortreffelijk ontbijt à 50 eu.
Maar waar heb je dan ook gelegen en wat heb je er niet allemaal voor gekregen!
Heel goed stuk, en helemaal mee eens! Ik las “Heart of Darkness” ook al op jonge leeftijd en vond het meteen geweldig, het is ook de inspiratie geweest voor Coppola’s hallucinerende anti-oorlogsfilm Apocalypse Now..
In Phuket kocht ik bij Asia Books een pocket-editie (Signet Classics) met twee novellen van Conrad: “The Secret Sharer” (speelt op zee nabij Bangkok, kende ik nog niet) en “Heart of Darkness” (volgens de flaptekst “a devastating commentary on the corruptibility of humanity”, en dat is het ook). Dat laatste meesterwerk lees ik nu voor de tweede keer, tijdloze aanrader!
Volmondig akkoord met Alphonse en Oscar, reeds lang een van m’n favoriete autheurs. Het schrijven van Joseph Conrad is soms duister en toch poëtisch, maar het is zo fijn om gevoel voor humor te zien, ook al is het verhaal duister.
Een van de verhalen in Zuid-Oost Azië is “Freya of the seven isles”.
Je zou het als een Jules et Jim (film François Truffaut) verhaal kunnen catalogeren; begint op een humoristische toon, wat het tragische einde des te aangrijpender maakt. Het verhaal maakt deel uit van de novella verzameling Twixt Land and Sea.