Vier verhalen die laten zien hoe de Boeddha het in aan aantal opzichten moet afleggen tegen de Rijstgodin. Ik hoor het volgende: ‘Mooi, hoor, al die praatjes, meneer de Boeddha. Maar we hebben allereerst rijst nodig’. Het pleit misschien voor het gezonde, aardse gedachtegoed bij velen. Het laat ook zien hoe het gedachtegoed van de bevolking hemelsbreed kan verschillen van de ‘officiële’ versie.

Het is ook wel grappig op te merken dat de Boeddha in veel verhalen geconfronteerd wordt met sterke vrouwen, hier en bij Mae Thorani, de Aardgodin.

Ik ben benieuwd hoe anderen deze volksverhalen interpreteren.

Het is niet duidelijk uit welke tijd deze verhalen oorspronkelijk stammen (misschien een duizend jaar geleden toen het boeddhisme in de Thaise landen voor het eerst werd verkondigd?) maar ze gaan blijkbaar nog steeds rond.

Verhaal 1

Toen de Boeddha op een dag te midden van alle monniken zat rees er een rijstkorrel op uit de aarde die zich omvormde tot een mooie vrouw en die voor de Boeddha ging staan. De monniken en de goden vroegen wie ze was. Ze antwoordde: ‘Ik ben groter en belangrijker dan alle andere schepselen, zelfs groter dan de Boeddha. Omdat niemand mij herkent zal ik er nu vandoor gaan’.

Ze verdween en er was hongersnood in de gehele wereld. Uiteindelijk moest de Boeddha haar gaan zoeken en haar vragen terug te komen.

Verkorte versie van een verhaal op een palmblad, Wat Puak Taem, Chiang Mai, Thailand

Verhaal 2

Toen de Boeddha predikte in Muang Rajakrue rees er een rijstkorrel op uit de grond en vormde zich om tot Yâa Khwǎn Khâaw, Grootmoeder Rijst. Zij was de enige die de Boeddha niet begroette met een wai. De Boeddha vroeg haar waarom zij hem geen respect toonde. Grootmoeder Rijst voelde zich gekleineerd en was boos dat de Boeddha niet erkende hoe zij hem en de hele wereld te eten had gegeven. Ze vloog weg en de mensen hadden niets meer om zich te voeden.

De Boeddha ging haar opzoeken en smeekte haar terug te komen. De Rijstgodin keerde terug en veranderde in een rijstkorrel. Sindsdien is rijst het hoofdvoedsel van de mensheid.

Verteld door Khanan Jom Saeng, Chiang Rung, Yunnan, China, 1994

Verhaal 3

Yâa Khwǎn Khâaw, Grootmoeder Rijst, bracht een bezoek aan de Boeddha maar zij waide hem niet. Ze zei dat ze heel veel voor de mensheid had gedaan en de Boeddha te eten had gegeven en dat ze daarom superieur was aan de Boeddha. Ze voelde zich gekleineerd omdat mensen van haar verwachtten dat zij de Boeddha zou begroeten. Ze vloog weg om twaalf jaar lang in een donkere stad door te brengen.

In die twaalf jaar regende het niet en de mensen hadden geen rijst om te eten. De Boeddha ging op zoek naar Grootmoeder Rijst en vroeg haar terug te komen. Dat deed ze en er was regen en iedereen was weer gelukkig. Mensen organiseerden een ritueel om Grootmoeder Rijst te prijzen en sindsdien was er ieder jaar een Khwǎn Khâaw ritueel om te smeken om een goede oogst.

Verteld door Nan Sam Kae, Chiang Tung, Shan Staat, Myanmar, 1994)

Verhaal 4

Tijdens een preek van de Boeddha kwam Pòe Khwǎn Khâaw, Grootvader Rijst, om hem aan te horen. De Boeddha wist niet wie hij was en waarom Grootvader Rijst hem niet groette. Grootvader Rijst was zo kwaad dat de Boeddha hem niet herkende dat hij verdween om in een donkere stad te gaan wonen.

De Boeddha vroeg aan de monniken wie hij was en de monniken vertelden alles over hem waarop de Boeddha haastig naar hem op zoek ging.

De Boeddha vroeg Grootvader Rijst terug te komen. Grootvader Rijst vertelde de Boeddha dat hij al vele jaren de Boeddha en alle andere mensen te eten had gegeven en dat daarom de Boeddha hém moest respecteren en waien.

Beiden streden over wie er nu de grootste was. Uiteindelijk erkende de Boeddha dat Grootvader Rijst veel had bijgedragen aan de wereld en dat hij nooit meer zou vergeten hoe belangrijk hij was terwijl Grootvader Rijst accepteerde dat de Boeddha even belangrijk was. Grootvader Rijst kwam terug om de Boeddha en alle andere mensen te voeden.

Verteld door Phaka Maan Saen, Muang Khon, Yunnan, China, 1994

khwǎn betekent ‘levenskracht, ziel’ van alles wat leeft, een woord gebruikt in alle animistische rituelen in Thailand.

khâaw is natuurlijk rijst

In de Shan Staten, Myanmar, en in zuidelijk Yunnan, Sipsongpanna (letterlijk ‘De Twaalfduizend Rijstvelden’), China, leven ook Thais sprekende volkeren. 

Bron: Thai Folklore, Insights into Thai Culture, Editor Siraporn Nathalang, Chulalongkorn University Press, 2004

Over deze blogger

Tino Kuis
Tino Kuis
Geboren in 1944 in Delfzijl als zoon van een eenvoudige winkelier. Gestudeerd in Groningen en Curaçao. Drie jaar als arts gewerkt in Tanzania, daarna als huisarts in Vlaardingen. Een paar jaar vóór mijn pensioen getrouwd met een Thaise dame, we kregen een zoon die drie talen goed spreekt.
Bijna 20 jaar in Thailand gewoond, eerst in Chiang Kham (provincie Phayao) daarna in Chiang Mai waar ik graag allerhande Thai lastigviel met allerlei vragen. Volgde het Thaise buitenschoolse onderwijs waarna een diploma lagere school en drie jaar middelbare school. Deed veel vrijwilligerswerk. Geïnteresseerd in de Thaise taal, geschiedenis en cultuur. Woon nu alweer 5 jaar in Nederland samen met mijn zoon en vaak met zijn Thaise vriendin.

4 reacties op “De strijd tussen de Boeddha en de Rijstgodin”

  1. Paul Franssen zegt op

    Prachtige verhalen, zo leer ik -traag maar zeker- wat over Thaise cultuur.

  2. Leo zegt op

    Hoi Tino,

    Dank voor al je bijdragen hier op thailandblog. Ik geniet van je verhalen.
    Deze verhalen lijken erg op de verhalen over Buddha en Mara. Yang kan niet zonder Ying en vice versa.
    Dat is mijn inziens de boodschap hier.
    Met vriendelijke groet,
    Leo.

    • Tino Kuis zegt op

      Inderdaad. Net als voor Spinoza was de wereld voor de Boeddha een eenheid. Ying en Yang, man en vrouw, goed en slecht, wij en zij etc horen bij elkaar en kunnen niet zonder elkaar. De wereld is niet gespleten maar een.

  3. Tino Kuis zegt op

    Even over de twee afbeeldingen op deze pagina.

    De eerste laat een meisje zien die de Boeddha een kommetje rijst aan biedt. De Boeddha had van zijn leermeesters begrepen dat extreme versterving tot inzicht, de waarheid en Verlichting zou lijden. Toen hij dat enige jaren had volgehouden merkte hij dat hij niets opschoot, Hij was zo vermagerd dat, zoals hij zelf later vertelde ‘zijn buikwand aan zijn ruggemerg kleefde”. Hij accepteerde toen dat kommetje rijst. Dat is het begin dan een belangrijk boeddhistisch principe: de Middenweg. (Extreme) rijkdom en (extreme) armoede zijn beiden barrieres om verlicht en gelukkig te worden. We moeten beiden vermijden en bestrijden. Daar ligt ook een taak van de gemeenschap als geheel.

    De tweede afbeelding is een beeld van de Rijstgodin uit Bali.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website