Aan een plastic tafeltje bij de lokale noedelsoepkraam zaten Kees en Willem, twee door de zon gegroefde mannen met handen die nog de stevige grip van hun arbeidersverleden verrieden. Hun Thaise vrouwen zaten een paar tafels verderop, luid pratend in een taal die de mannen nooit echt hadden leren spreken. Het was een ritueel geworden, deze middagen vol soep, bier en gezucht over het leven dat ze hier hadden opgebouwd. Of misschien eerder hadden laten bouwen door de grillen van het lot.

“Ze wil een nieuwe motorbike,” begon Kees terwijl hij zijn noedels met een slome draai door de soep schepte. Zijn buik hing losjes over de rand van zijn short, en zijn gezicht stond permanent in een plooi van onuitgesproken frustraties. “De oude doet het nog prima, maar nee, mevrouw moet de nieuwste Honda. Voor naar de markt, zegt ze. Maar wie betaalt? Juist.”

Willem haalde een hand door zijn dunner wordende haar en grinnikte zachtjes. “Dat ken ik. Som wil een airco in haar moeders huis. Haar moeder, Kees. Die vrouw woont in een houten hut waar de wind doorheen blaast alsof het een ventilator is. Maar een airco moet er komen, anders ‘kan mama niet slapen’. En jij weet wat dat betekent.”

“Ja,” bromde Kees. “Als mama niet slaapt, slaapt niemand. En jij betaalt.”

Ze vielen even stil, hun gedachten afgeleid door het geluid van de motorbikes die voorbij raasden en de geur van geroosterd vlees die vanuit een andere kraam kwam aandrijven.

“Maar het is niet alleen het geld,” zei Willem uiteindelijk. Hij keek naar Kees, wallen onder ogen en rimpels die zijn leeftijd verraden. “Het is… alles. Soms heb ik het gevoel dat we op totaal andere planeten leven. Gisteren werd Som kwaad omdat ik zei dat ik even alleen wilde wandelen. Alleen! Ze dacht meteen dat ik naar een andere vrouw ging.”

Kees knikte langzaam. “Dat jaloezie ding, hè? Soms denk ik dat ze gewoon niet begrijpen wat rust betekent. Alles hier draait om familie, om samenzijn, om controle. En als je daar niet in mee wil, ben je de vijand.”

Willem lachte bitter. “Samenzijn… Dat betekent in mijn geval dat ik moet aanschuiven bij elke feestje, begrafenis en monnikswijding in een straal van vijftig kilometer. Zelfs van mensen die ik nog nooit heb ontmoet. En dan krijg je dat gezichtsverlies-gedoe als je een keer nee zegt.”

“Precies,” zei Kees. “Ik ben er een keer niet heen gegaan omdat ik me niet lekker voelde. Dat was een drama. Kreeg ik een preek dat ik ‘haar familie geen respect toonde’. En dat terwijl ik een maand daarvoor nog het schoolgeld voor haar neefje had betaald.”

Willem leunde achterover en keek naar de vrouwen, die inmiddels lachend hun telefoons aan elkaar lieten zien. “Weet je, Kees,” zei hij zacht. “Soms denk ik: wat doen we hier eigenlijk? We hebben ons hele leven gewerkt, pensioen opgebouwd, en nu zitten we hier… vast in iets wat we nauwelijks begrijpen.”

Kees nam een grote slok van zijn bier en zette het glas met een klap neer. “Omdat het alternatief een leeg huis in Almere is. Een magnetronmaaltijd voor één en een pot koffie die nooit leeg gaat. Hier is het tenminste aangenaam warm. En af en toe, als ze lacht en me aankijkt zoals vroeger, voelt het alsof ik nog iets beteken.”

Willem knikte langzaam. “Dat is het, hè? Die momenten. Dat je even vergeet hoe moeilijk het soms is. Maar de rest… Het voelt alsof we constant tegen een muur aanpraten. En zij horen ons net zo slecht als wij hen.”

De vrouwen stonden op, hun stemmen overlopend van vrolijkheid. Som zwaaide naar Willem en riep iets wat hij niet verstond, maar begreep. Het was tijd om te gaan. Kees keek naar Willem en haalde zijn schouders op. “We blijven proberen, toch?”

“Wat anders?” zei Willem. “Het is altijd nog beter dan thuis.”

Ze stonden op, rekten hun oude lichamen uit en liepen achter hun vrouwen aan. In de verte zag je de bergen, groen en massief en boven hen een lucht die tegelijk belofte en bedreiging leek te zijn…

Over deze blogger

Farang Kee Nok
Farang Kee Nok
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand – probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.

De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.

Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.

Eten, vooral veel – dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!

Foto’s, daar doe ik niet aan. Ik sta er altijd lelijk op, terwijl ik toch weet dat Brad Pitt erbij verbleekt. Het zal wel aan de fotograaf liggen, denk ik dan maar.

Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website