Een baby kopen
Ik was op weg naar het Rajavithi Hospital op de Phaya Thai Road. Het grootste vrouwen- annex kinderziekenhuis van Bangkok, van Thailand, van Zuidoost-Azië, op 16 april 1951 opgericht. Een ziekenhuis voor moeders en borelingen, ook baby’s met aids.
Ik ging er protesteren.
Tinah zat naast me op een van de gele zitjes in de Skytrain en ik hield bemoedigend haar hand vast. Haar vingers ijskoud, haar kaken gespannen, haar kleine flinke kin. Zo was Tinah in haar naturel zonder pruik, haar huid glad en glimmend, gitzwart als de pitten van een watermeloen, nu keek ik op korte roodgeverfde krulletjes van de diepe equator neer. Tanzania, wieg van de mensheid.
Tinah had me iets opgebiecht – dat ze onlangs bevallen was. Het was een baby met een debet. Haar pasgeboren kindje, een jongen, werd in het Rajavithi als een soort borg gehouden, tot ze het geld voor de bevalling had gevonden.
Dat lukte haar niet.
Buiten het raam keken we op vele lege straten neer, ze flitsten voorbij, blinkend nat, gevuld met doods maanlicht, een woordeloos blauw, diep als ongerijmde gedachten. Net waren de nachtelijke regenbuien uitgedruppeld.
Het ziekenhuis ligt op loopafstand van Anu Savari, het Victory Monument. Het is een groot rond plein vol rook en bussen, door de loop van de Skytrain omgord. Daar stapten we af. Ik was strijdvaardig, vast van plan de baby van Tinah te bevrijden, op te pikken, mee te nemen. Met of zonder tegenstand. Hij werd ongeoorloofd vastgehouden, vond ik.
In het Rajavithi vind je baby’s, veel baby’s. Evident… voor jonge moeders en hun pasgeboren kindjes. Vaak heel jonge meisjes! Moeders die nog geen moeder wilden zijn. Met baby’s die ongewenst zijn. Tegenwoordig liggen er niet zoveel Thaise vrouwen, maar eerder jonge meisjes uit Oost-Europa, uit Indonesië of de Filipijnen, uit Uganda, Ghana, Kenia, Ethiopië en Tanzania, in Bangkok door mensensmokkelaars aangevoerd.
Die ronselaars zijn geen boze mannen of lepe pooiers, maar vrouwen van pakweg vijfenveertig die van in hun eigen land alles regelen. Ze sturen de meisjes uit naar alle grote steden ter wereld. Dat is de val, de meisjes zijn te goeder trouw door perspectief van poetshulp bij rijke expatgezinnen. Vervolgens is er een schuld. Vaak raken ze ongewild zwanger en zijn ze reddeloos. Baby’s van over de hele wereld, van allerlei kleuren maar schuldeloos bevolken het Rajavithi.
Op zestien januari – hij was toen een maand en vier dagen oud – kregen we Tinahs baby ’s avonds laat in handen, of beter, ze legden hem na betaling van de materniteit in mijn armen. The Boy. Er hing een prijskaartje aan hem vast, niet eens zo duur, minder dan een halve maandwedde van een westerling.
‘Ja,’ had ik domweg gezegd, ‘my baby!’ toen de hoofdgynaecologe me de rekening onder ogen schoof. Welwillend had ze eerst naar mijn westers geformuleerde mensenrechtensermoen geluisterd. Het maakte geen indruk.
Het was verrassend simpel verlopen.
‘You can pay the bill?’ wendde de dokter zich tot Tinah. ‘No, doctor,’ zei ze deemoedig.
‘And you, sir, you want to pay for the baby? You want the boy?’ richtte ze zich tot mij. ‘Ja,’ had ik onbesuisd beaamd, ‘my baby!’
Ze schoof me prompt de factuur over het bureau.
In een lange dooltocht trok het hoofd van de boekhouding in het verlaten kinderziekenhuis door het labyrint van duistere gangen naar de ATM. Het was een sfeer die tot nu in mijn hoofd staat geprent. Euforie! Later legde een nurse hem enthousiast in mijn armen. ‘This is your baby,’ zei ze, ‘My blessing.’
Die kleine diepzwarte lach, ontwapenend, weerloos.
Mijn hemel, plots hing er een molensteen om mijn nek. Vanuit niets werd ik responsabel voor de kleine zwarte krullenbol.
De baby had al die weken op een wolk van Thaise verpleegsters geslapen. Stuk voor stuk hadden ze hem in hun hart gesloten, dag en nacht, te pas en te onpas zijn zachte zwarte huid komen strelen. Ze waren verrukt van hem.
Maar een naam was hem nog niet gegeven. Boy was een naamloos vogeltje.
In elk geval had hij alle tien vingers aan zijn handjes en alle tien tenen aan zijn voetjes, had ik nauwgezet gecontroleerd. Gaaf. Een reflex, toen ik hem in handen kreeg, zoals ik het met mijn zonen in de verloskamer had nageteld, toen ze ter wereld kwamen. Hij had krulletjes net als zijn moeder.
Onze boy. Piepjonge boy. Een schitterende, diepzwarte Afrikaanse baby. Kleine krullen als spiraaltjes om zijn hoofd. Zijn handen en voetjes als rozenwater, zijn vingers wit, alleen origineel bruin in de kootjes. Zijn knorgeluidjes vol tevredenheid, een schokje. Zo makkelijk, zo in zijn schik.
Het was treurig.
Ik had een baby gekocht, een zoon van een ander continent in nog een ander continent dan mijn continent. Waar moest hij naartoe?
Toen bedacht ik iets troostvols. We kunnen van mensen houden, maar we moeten eerst van onszelf houden – of het is verloren. Als we dat doen, kunnen we alles aan.
De wereld is een bewustzijn.
Het had iets weg van Berkely. De wereld bestaat niet, als wij niet bestaan. We zijn beperkt tot ons eigen ik en dat is zelfs grotendeels nog schijn. Hoeveel realiteit zat er uiteindelijk in een mens?
Ik weet nu dat een groot deel van de mensen niet uit liefde handelt – maar uit haat, uit angsten, uit onbegrip en vooroordeel. Kan daar iets goeds van komen?
Hoeveel realiteit zat er in mij?
Hoever kon ik mijn realiteit overstijgen?
De verlaten gangen van de materniteit lagen in het nachtlicht te sluimeren. Als een ritueel, als een plechtigheid, als in een ceremonie droeg ik onze boy in een geruit dekentje naar buiten. Hij hield met zijn ene knuistje zijn rechtervinger omklemd. Zijn kleine handpalmen als weerloze vlekken in het neonlicht, roze als een vaderplant.
Buiten, in het licht van het plein en het geroezemoes van de nachtelijke markt opende hij halvelings zijn oogjes, schijfjes witte oogbal die trilden.
Daar zat ik dan, met Tinah en de zwarte baby, hoog op de trappen van het ziekenhuis. Te bekomen van de werkelijkheid die ik op mij geladen had. Op dat moment wist ik niet wat ik moest doen. Ik zat ontredderd in een hoek van mijn geweten. Tinah moest naar Tanzania terug. Haar baby moest naar Tanzania, was niet eens geregistreerd. Hij had geen naam, geen geboortebewijs, geen nationaliteit. Tinah was illegaal, haar visum al lang verstreken.
Ik was mij ervan bewust dat het hier in Bangkok heel wat voeten in de aarde zou hebben, voor een meisje met een baby daadwerkelijk naar huis gestuurd kon worden.
Altijd reikt de kosmos verder dan jezelf. Het werkt als het in je aanwezig is. Weg met je ego.
Gewoon van vooraf aan! Het is zoals met alles: alles begint met een naam. Eerst moet er een naam zijn vastgesteld om haar baby iemand te laten zijn. Al is het maar voor even. Ook al is een naam enkel een vluchtige en schijnbare aanduiding die niets verklaart… Daarna kan er een aangezicht op worden gekleefd, een vorm, ogen, een neus, huid, een kleur van haar, een geslacht, een leeftijd, een dag van begin.
Dat is de zichtbare wereld. Dat is materie. Dan pas kan iets geplaatst worden in onze wereld. Dan pas kan er een verhaal komen. Dat is niet zeker, want vaak is iets maar zijn schijn.
Ikzelf met mijn zwartfluwelen baby dacht toen aan niets. Tinah had een kleine flinke kin, haar baby ook, een kin, klein en spits die haar wijze onderzoekende ogen handhaafden. Het was een sterk meisje.
‘Ik wil hem Alphonce noemen,’ zei Tinah op die hoge warme trappen, waar de zon de hele dag op had gebrand, ‘een beetje Beyonce, een beetje jou.’ Daar kon ik vrede mee hebben.
Je kunt je niet voorstellen hoe verlaten de straten in de buitenwijken van Bangkok na middernacht kunnen zijn. Hoe blinkend nat ze zijn. Hoe de lichten gedoofd zijn. Hoe het metalen geratel van rolluiken uitdooft. Hoe stootkarren met dampende noedelsoep een na een om de hoek verdwijnen. Zelfs taxi’s rijden niet meer.
Tinah had een dekentje om haar zwarte zoon heengeslagen. Ik zag hem als mezelf. Haar oranje krullen rustten tegen mijn schouder. Ik streelde haar rug en die beweging gaf me rust. Ze gaf hem de borst.
Alphonce lachtte met een geluidje dat niet is na te bootsen. We bleven de hemel afspeuren. In heel kleine drift bewogen de woekerzwammen van roetwolken naar de holten van het heelal. Met mondjesmaat daagden de sterren op.
We bleven de hemel afspeuren. Gaandeweg dansten al maar meer sterren voor onze ogen. Daar verscheen de melkweg met volle kruiken. Alphonce sliep in onschuld en deelde zijn warmte aan me mee.
Met slaperige ogen, dicht tegen elkaar aangekropen, vonden we heel laat in de nanacht dat kleine vlammende witte puntje, trots en fonkelend aan zijn plaats in het heelal gekluisterd. Dat verbonden we aan het gesternte van Alphonce.
Alphonce, we gaan uitvinden, hoe we je onder de sterrenhemel van Dar-Es-Salaam kunnen brengen. Dan is het over. Dan kan je leven beginnen.
Intussen zal ik jullie allebei met onvoorwaardelijke toegenegenheid in mijn armen sluiten. Jij, Tinah, meisje met je kleine flinke kin en jij, Alphonce, kleine zwarte man met je onderzoekende ogen die vòòr een maand nog helemaal niet aan mijn bestaan gekoppeld waren.
Het is een soort van liefde die het doet.
Bangkok, augustus 2018 – Hasselt, juni 2021
In memory of Alphonce, ° December 2, 2017 – † January 16, 2021
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Reizen2 november 2024Feestje in Brunei
- Cultuur8 september 2023Het meisje van Chonburi
- Expats en pensionado5 september 2023Verkiezingen België 2024: ter aanvulling en verduidelijking
- Cultuur31 juli 2023Pa Chaab lacht
Zo mooi verwoord, respect voor wat je gedaan hebt. Jammer genoeg heeft de kleine man nooit de kans gekregen om dit verhaal te horen te krijgen.
Wat een prachtig verhaal.
Wat een triest einde.
Dag Alphonce, dag sterretje.
Ontroerend!
Ontroerend mooi geschreven.
Doet mij stilstaan hoe goed wij het toch hebben en welke kansen wij hebben gekregen en nog steeds krijgen. Wij kunnen vertrekken, kunnen kiezen of een ander land bezoeken waar we ons meer welkom voelen, zonder altijd maar te klagen over de rechten voor de farangs of hoe het beter kan.
Wij weten het immers toch zo goed voor een ander.
Dat kleine kereltje heeft nooit die kans gekregen en zijn moeder……we zullen het waarschijnlijk nooit weten.
Dank, Khun Tak, ooit schrijf ik nog een vervolg…
Tranen van verdriet
Respekt en bewondering
Hier zit ik dan met een brok in mijn keel en tranen in mijn ogen.
Meer krijg ik er niet uit.
Rest in Peace
Alphonce
Wat een mooi, ontroerend, verdrietig verhaal…
Een ontroerend verhaal, Alphonse!
Er boven staat ‘Geplaatst in realistische fictie’.
Dat betekent: ‘Realistische fictie verhaalt gefantaseerde gebeurtenissen die zich in de werkelijkheid zouden kunnen voordoen. Daarnaast kunnen plaatsen, gebeurtenissen en personen aan de werkelijkheid ontleend zijn’.(Wikipedia)
Ik kan me niet voostellen dat het Rajavithi Ziekenhuis (dat betekent ‘Koninklijke Weg Ziekenhuis’) een baby als borg voor betaling vasthoudt. Dat is tegen elke letter van de medische ethiek.
Ik wil er nog aan toevoegen dat na enige duizenden bevallingen te hebben gedaan in Tanzania een baby van zwarte ouders meestal lichtgekleurd wordt geboren en pas geleidelijk donkerder wordt, tot na de puberteit. Ik heb nooit een diepzwarte baby gezien.
Dank voor je mooie compliment. Alles klopt, Tino… ik bedoel je waarnemingen in ficta. Maar de foto is authentiek en daar is het jongetje idd vrij licht van kleur…
En geef toe, ‘lichtbruine’ ipv ‘diepzwarte’ dat is toch van een minder verbeeldingsniveau…
Er bestaat ook nog zoiets als dichterlijke fantasie, dus de fictie, maar ik denk wel dat ik mogelijk de diepzwarte kleur van de moeder in gedachten had… Hoewel, ik heb nog vele foto’s ter herinnering en die wil ik je nog wel eens bij een kop koffie zonder melk voorleggen.
Verder kun je je niet ‘voorstellen’ dat Rajavithi enz… Dat was nochtans de realiteit die ik voor me had. De hoofdgynaecologe heeft me dat letterlijk gezegd van die borg toen ik haar belde, dat heeft nooit op papier gestaan… Maar misschien hielden ze de baby gewoon, omdat ze wisten dat de moeder totààl geen uitzicht had om zelf voor haar baby te zorgen…
Laten we positief denken. Ik was de deus ex machina.
Beste Tino, na filosofen als J-F Lyotard, La condition postmoderne, begin 80, en gelijke denkers als Derrida, Kristeva, Deleuze, Lacan, Foucault, Baudrillard, Lévi-Strauss, die de serieuze achterdocht voor de ‘werkelijkheid van de realiteit’ aanwakkerden – en daarmee de crisis van de huidige fake news-crisis op gang zetten – kunnen we niet meer vooropstellen dat onze persoonlijke waarnemingen = de werkelijkheid zijn. Ja, zelfs moeten erkennen, dat de wetenschap ook subjectief is, cf. de tegenstrijdige of onzekere virale studies, voortschrijdende processen die telkens nieuwe en andere inzichten tonen in een veranderende realiteit.
En zelfs ons coronavirus houdt de gek met onze opvattingen over ‘realiteit’…
Jouw percepties in Tanzania zijn ook maar percepties, net zoals die van mij gewoon maar percepties zijn. Die schrijf ik neer. Waarom zou jouw perceptie meer waarheid bevatten dan de mijne? Dat is de vraag van de 21ste eeuw.
Dat is nog iets anders dan ‘realiteit’. Maar wat is realiteit? Dat is toch net de filosofische vraag die ik midden in mijn verhaal opwerp. Heb je mijn zijdelingse hint naar George Berkely niet gezien of begrepen? Berkely die al in 1710 zijn ‘Treatise Concerning the Principles of Human Knowledge’ uitgaf! Waarin hij stelde dat “het object altijd uitsluitend in relatie tot een subject bestaat en dus ook afhankelijk van het subject is, waardoor het wordt bepaald door het subject en als loutere verschijning op zichzelf niet onvoorwaardelijk bestaat.” Intussen zijn we 300 jaar later en denkt iedereen nog in denkpatronen waarvan de vervaltijd al eeuwen verstreken is, mede door de godsdiensten natuurlijk.
Jouw opmerkingen bezie ik in dat licht.
Iedereen maakt zijn eigen realiteit. Zo moet je mijn verhaal ook zien.
En daarin ga je mee, of niet!
Gezien de ontzettend fijne reacties van vele lezers, waarvoor ik heel dankbaar ben – hulde aan mijn lezers! – willen de meesten me volgen in mijn realiteit.
Dat is de jouwe niet, begrijp ik. Verder tot je dienst.
Zo waren wij 3 maanden in India. Daar is ons 3x een baby aangeboden. 2x voor geld 1x voor niets. Het was haar 5e kind en ze kon het niet meer opbrengen. Please take this baby, it will have a better live with you. Hoe graag we het ook zouden willen. Het kan niet. We zijn op “Wereldreis” en kunnen het echt niet, alleen al qua officielle papieren enz. enz. In Bangkok in het Lumphinie Park is ons een jongetje aangeboden, echt bijna in onze armen gedrukt. Hoe pijnlijk ook. Nee. Het kan echt niet en dan te bedenken hoe graag wij kinderen hadden willen hebben, maar helaas ben ik een “DES-dochter” ( Foute medicijnen in de jaren 1947-1976 lees op Google) gegeven aan o.a. mijn moeder toen ze zwanger van mij was. Ik ben van 1950.
Dank voor je diepmenselijke reactie, Ellis.
Wel wil ik erop wijzen dat mij de baby niet ofte nooit is aangeboden.
De moeder wou wel degelijk haar baby meenemen naar haar geboorteland.
En dat is ook gebeurd.
Zij is ook begeleid in haar thuisland via de organisatie NIght Life.
Beste Tino Kuis,
het klopt niet helemaal wat jij nu schrijft.
Er zijn heel veel ziekenhuizen, koninklijk of niet, in en buiten Thailand, dat babies net na de bevalling al worden weggenomen bij de moeder.
Ter adoptie aangeboden of verhandeld voor orgaan donatie, klinkt hard, maar realiteit.
Dat zelfs jij twijfelt dat de baby voor borg word vast gehouden!
Jij zou kunnen weten dat voor geld heel veel is te regelen.
En de verdere achtergrond van dit verhaal, ook als dit, volgens jou, dan misschien fictie is, deze gebeurtenissen passeren aan de lopende band, wereldwijd.
En is het niet de baby als borg, dan word het paspoort ingehouden of familie bedreigd.
En het duurt ook niet tot de puberteit, maar het al na 4 weken de juiste kleur krijgen.
Khun Tak,
Ik weet niet wat realiteit en wat fictie is in dit verhaal. Ik vraag het me af, vooral waar het de borg van een baby betreft voor het afdwingen van een betaling. Dat is mensonterend en een schending van de medische ethiek. Ik kan me dat bijna niet voorstellen in dit ziekenhuis in 2017. Is dit echt gebeurt dan ga ik er proberen iets aan te doen.
Je hebt gelijk dat baby’s van zwarte ouders al in de eerste 4 weken donkerder worden maar diep zwart heb ik nooit gezien maar zou best waar kunnen zijn.
Ik wordt stilaan gewend aan uw schrijfstijl Fons en dat bevalt me. Ik merk ook dat andere ontboezingen ontsproten uit de fantasierijke grijze massa van sommige collegae van u, nagenoeg dezelfde beschrijvende schrijfstijl handteren. Alsof jullie samen op cursus zijn geweest waar de basis is gelegd van jullie proza.
Dit stuk is net iets minder beschrijvend en meer aandacht gaat naar de gebeurtenis zelf. Intrieste gebeurtenis overigens, al dan niet realistisch.
Wij, ik, staan niet lang stil bij zulk onwaarschijnlijk verhaal, ver van mijn bed. Maar ik kan me inbeelden dat dit ook echt gebeurt. In dat opzicht verwondert niets mij nog.
Wat een onverwacht spijtige en droeve meedeling na het verhaal. De kleine man heeft blijkbaar niet veel kansen gehad.
Dag Tino, ik presenteer het verhaal als ‘fictie’, dat is wel duidelijk.
Door het adjectief ‘realistische’ (een adj is ondergeschikt aan een subjectief) laat ik het aan de lezer zelf over te achterhalen hoeveel realistisch gehalte erin aanwezig is.
Maar alles wat geschreven wordt, is fictie. Het gaat om een subject dat jou een object leert kennen door zijn subjectiviteit. Ook een studie over covidvariaties!
Het is allemaal perceptie wat we in het leven tegenkomen! Dat van jou, dat van mij. Dat is stellig niet de realiteit! Iedereen heeft zijn eigen realiteit. Dat is de crisis van de 21ste eeuw. Zie fake news.
Helaas hebben enkelen de hint naar George Berkely niet opgemerkt, midden in mijn verhaal. Dat is een sleutel. Man die al in 1710 in zijn tractaat over ‘Human Knowledge’ aantoonde dat “Het object bestaat altijd uitsluitend in relatie tot een subject en is dus ook afhankelijk van het subject, waardoor het wordt bepaald door het subject en als loutere verschijning op zichzelf, niet onvoorwaardelijk bestaat.”
Later in jaren 80 door Lyotard, Derrida, Kristeva, Deleuze, Lacan, Foucault als postmodernisme verder uitgewerkt. Probleem is helaas dat de denkpatronen van de meeste consumptiemensen anno 21ste eeuw nog van 300 jaar geleden zijn.
“De centrale inzet van het werk van Lyotard was hoe men op rechtvaardige manier getuigenis kan afleggen van het onpresenteerbare en de geschillen tussen diverse vormen van spreken.” Maw: hoe kan men zijn eigen perceptie zo echt mogelijk voorstellen?
Gezien de mooie reacties geloof ik dat ik daarin geslaagd ben.
Hoeveel is echt, hoeveel is fake?
Ah, bisschop George Berkeley! Hij geloofde in God (als subject of object?), en kocht in Amerika een plantage met natuurlijk een paar Afrikaanse slaven. Ik ken zijn theorieën maar heb er niets mee.
‘Het object bestaat altijd uitsluitend in relatie tot een subject en is dus ook afhankelijk van het subject, waardoor het wordt bepaald door het subject en als loutere verschijning op zichzelf, niet onvoorwaardelijk bestaat.’
Wanneer jij als subject naar me kijkt besta ik als object, toch? Gelukkig! En als een hondje naar me kijkt?
Op mijn nachtkastje ligt de ‘Ethica’ van Baruch Spinoza.
Het Rajavithi Ziekenhuis was vroeger alleen voor vouwen, ik las niets over kinderen, maar nu is het een algemeen ziekenhuis. Wij mogen er ook naar toe!
Dat kind als borg voor betaling is dus juist. Ik ga daar werk van maken. Ik ken een aantal artsen in Thailand en zal hen vragen actie te ondernemen.
Mooi, die Spinoza, maar ook nog in gedachtepatronen van de 17de eeuw verwijlend… Geheel verouderd bijgevolg, dat is geen 21ste-eeuws denken. Jij wilt toch ook niet dat een dokter van 1683 aan je lijf gaat werken, maar verkiest hedendaagse topdokters en topwetenschap…
(Terzijde: Berkeley is idd voor Black Lives Matter zo’n beetje de predator inzake ‘negerslaven’ geworden. Dat is hem teveel eer aandoen. Hij verbleef slechts 4 jaar op Rhode Island in een plantage die al failliet was voor ze in actie kwam. Investeringen uit UK bleven achter. Dus keerde hij terug naar Ierland.)
Berkeley bracht ‘de perceptie’ binnen als element van het denken en het brein in 1710. Dat is zijn belang. De Franse postmodernisten onder leiding van Lyotard zijn daarop in de jaren 60 doorgegaan. Helaas denkt iedereen nog altijd met begrippen van 300 jaar geleden.
Iedereen spreekt van DE waarheid, DE werkelijkheid, het COMPLETE verhaal, zeker godsdiensten en politieke systemen en vooral perfide individuen. En ook jij, Tino, doet dat graag.
Die grote ideeën bestaan niet, hebben nooit bestaan en heden is de hele wereldbevolking er wel achtergekomen, dat het grote leugens zijn = fake news door autoriteiten aan ons opgedrongen (Zie ironisch genoeg de antivaxers).
Perceptie = iedereen ziet en beleeft zijn werkelijkheid vanuit zijn eigen perspectief op deze planeet en dat is zijn waarheid en in die werkelijkheid leeft hij, totaal subjectief als subject. Verder is er geen algemeen beginsel – er is slechts het relatieve beginsel dat ik zelf ben!
Zo heeft jouw perceptie, Tino, nog nooit waargenomen dat ziekenhuizen de rekeningen graag betaald zien, voor ze een patiënt laten gaan. In onze westerse luxemaatschappijen met onuitputtelijke sociale voorzieningen sturen ze pas na twee maanden de rekening omdat ze weten dat de sociale zekerheid garant staat voor de diensten van dokters en verpleegkundigen.
Dat is de verwarring van de 21ste eeuw, de grote principes en waarheden à la Spinoza bestaan niet’ meer – en zo’n onzichtbaar virus als corona heeft dat nu even op scherp gesteld.
En Trump heeft laten zien hoe je percepties kunt bijstellen en manipuleren. Daarom was hij nodig in de geschiedenis.
Een voorbeeld? AW ziet TK. Zijn perceptie zegt hem: een man die veel weet, en dat geweten wil hebben, een dokter die gemakkelijk zwart-wit stelt. Maar in die perceptie is er geen plaats voor andere werkelijkheden, die man is mogelijk een vader, een goede vader, is veelbereisd, heeft veel mensen geholpen…
Dus jij, TK, bestaat voor mij als realiteit, als object door wat mijn perceptie is.
Moeilijk te aanvaarden maar zo zijn er op het ogenblik ruim 7 miljard mensen, die allemaal hun – en telkens een andere – perceptie in en over de wereld en de werkelijkheid van mensen en dingen hebben.
Het www heeft daaraan bijgedragen. Het zijn allemaal vogels die over onze gedachten heen vliegen. En de gordijnen wegrukt. Er is geen weg terug. En er is geen groots principe dat ons allemaal nog hetzelfde kan doen denken! Of ons redden. Dat geeft idd verwarring en chaos… en velen kunnen dat niet aan!
En je hondje is ook maar een object van mijn perceptie, zoals een steen, een herinnering enz. en heeft de waarde die ik eraan geef. Niet een trouwe kameraad maar een onding dat het huis volschijt.
Zo zijn er dus heden ruim 7 miljard waarden.
Of Mandela is in het ene geval een rebel, een onruststoker, een meedogenloze verzetsstrijder, of in het andere geval een vrijheidsstrijder en bouwer van een vrij Zuid-Afrika, een president. Het is maar hoe je het ziet als perceptie.
Verder telt nog altijd de macht van de sterkste en het geld… Om Alphonce vrij te kopen.
Beste Alphonse,
Citaat:
‘Zo heeft jouw perceptie, Tino, nog nooit waargenomen dat ziekenhuizen de rekeningen graag betaald zien, voor ze een patiënt laten gaan.’
Hoe weet jij dat ik dat nog nooit heb waargenomen, Alphonse? Ik heb veel vrijwilligerswerk gedaan in Chiang Mai, vaak arme buitenlanders die hun ziekenhuisrekeningen niet konden betalen. Zij werden gewoon ontslagen ook als de rekening nog niet betaald was. De sociale dienst in het ziekenhuis regelde een afbetaling in termijnen. Ik was vaak degene die dan de termijnen naar het (staats)ziekenhuis bracht. Een privé ziekenhuis heeft zelfs eens een schuld kwijtgescholden.
Dat is mijn perceptie. Ik hoop dat je er iets aan hebt.