Pua, Pua, Pua
Sagen en legendes komen in alle landen voor en Thailand is daar op geen uitzondering. Ik vond een aardig verhaal over de withandgibbon, een mensaapje, dat in de regenwouden van Thailand voorkomt.
In de traditionele Thaise folklore geldt de gibbon als de reïncarnatie van een teleurgestelde minnaar. De gibbons zijn vaak “zingend” te horen vanuit de boomtoppen en het wat droevig aandoend gejammer klinkt als Pua, Pua, Pua. Hier hoort men dan de geest van een rouwende prinses, die haar verloren man aanroept in een hopeloze maar nooit eindigende zoektocht naar hem.
Pua is het Thaise woord (zij het ietwat vulgair) voor de echtgenoot. De legende verhaalt het hoe en waarom van deze typische geluiden van de gibbon.
Heel, heel lang geleden, toen de sterren nog jong waren en de goden hun magische krachten deelden met sterfelijke mensen, was er een jonge prins, genaamd Chantakorop, die naar een kluizenaar in de jungle werd gestuurd voor een studie over magie, want alleen kluizenaars kenden de magie van de goden. De prins vond die studie maar vermoeiend en saai, maar tot zijn geluk had de kluizenaar een dochter, Mora, die hem vermaakte met haar gracieuze dans en hem bananen, stukjes durian en ander fruit bracht.
Als Chantakorop zijn studie heeft voltooid, gaat hij terug naar het paleis om daar de troon op te eisen. Voordat hij op reis gaat, geeft de kluizenaar hem een kleine urn. “In deze urn is een cadeau, waarvan ik hoop dat u het altijd zult koesteren. Het bevat het grootste verlangen van uw hart,” zei de kluizenaar, “U mag de urn echter niet openen voordat u bij het paleis van uw vader aankomt. Als u het toch opent voordat u de veiligheid van uw eigen koninkrijk hebt bereikt, zal groot ongeluk uw deel zijn.” De prins beloofde de kluizenaar aan deze woorden te gehoorzamen en nam het geschenk dankbaar aan. De kluizenaar boog voor zijn hoge gast en nam afscheid: “Sawasdee (tot ziens), Vergeet niet wat ik u heb verteld. U bent gewaarschuwd! ”
Chantakorop begon aan zijn lange terugreis door de jungle. Telkens als een nieuwe dag aanbrak, merkte hij, dat de urn op onverklaarbare wijze zwaarder werd. De nieuwsgierigheid van de prins werd ook steeds groter en uiteindelijk kan hij niet langer wachten. Ongeduldig verwijderde hij het deksel van de urn en tot zijn grote verrassing verscheen toen op magische wijze Mora, de lieftallige dochter van de kluizenaar. Chantakorop en Mora werden haastig getrouwd in het dichtstbijzijnde dorp. Zij vervolgden hun reis naar het Koninklijk paleis, de prins popelde van verlangen om zijn bruid aan zijn vader te presenteren.
Toen ze in de buurt van de grens van het koninkrijk kwamen, werd Chantakorop op brute wijze herinnerd aan de waarschuwing van de kluizenaar en hij besefte, dat hij zijn woord aan de man had gebroken. Want op dat moment verscheen er een bandiet uit het woud, die de prins tot een gevecht uitdaagde met Mora als prijs. Ze vochten dapper, maar de prins raakte door de lange reis al snel vermoeid. De bandiet raakte de prins met een krachtige slag, waardoor hij op de grond viel en zijn zwaard viel zijn bereik. “Mora!” riep hij, “Snel, als mijn leven je lief is, breng mij mijn zwaard!”
Mora was eerder bij het zwaard dan de bandiet, maar werd even afgeleid door de aanblik van die bandiet en liet het zwaard, waar het lag. De bandiet legde daarop beslag op het wapen voor zichzelf en doodde de prins in een oogwenk. Geschokt door het gevolg van haar niet-handelen, zat Mora gebogen over het lichaam van haar geliefde prins en riep: “Pua, pua, pua (man, man, man).”
De bandiet nam de vrouw, wier hart gebroken was, mee. Mora verzette zich niet en het enige wat ze de hele tijd deed was roepen: ‘Pua, pua, pua.” Aan het einde van de dag bij zonsondergang keken de goden misprijzend vanuit de hemel op hen neer en plotseling stond de kluizenaar voor zijn dochter en de bandiet. Beschaamd om het verraad van zijn waarschuwing, veranderde hij haar in een gibbon.
Vanaf die dag zwerft zij door de bossen op zoek naar haar gevallen man: het melancholieke geluid van de gibbon “Pua, pua, pua” is haar eeuwige lied van rouw en verdriet.
Over deze blogger
-
Bert Gringhuis (1945), geboren en getogen in Almelo in het mooie Twente. Later vele jaren in Amsterdam en Alkmaar gewoond, werkzaam in de export voor diverse bedrijven. Ik kwam in 1980 voor het eerst in Thailand en was meteen verliefd op het land. Vele malen sindsdien terug geweest en na mijn (vroeg)pensionering als weduwnaar naar Thailand verhuisd. Daar woon ik nu al 22 jaar samen met mijn ietwat jongere Thaise dame Poopae.
Mijn eerste ervaringen in Thailand als een soort nieuwsbrief aan familie, vrienden en kennissen gestuurd, die later onder de naam Gringo op Thailandblog hebben gestaan. Veel, heel veel artikeltjes hebben die eerste verhalen gevolgd en dat is uitgegroeid tot een vrijwel dagelijkse hobby.
In Nederland nog een verwoed voetballer en voetbalscheidsrechter, maar de jaren gaan tellen en in Thailand nog altijd verwoed, maar het poolbiljarten is echt van mindere kwaliteit, ha ha!
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond14 december 2024Cashewnoten in Thailand
- Isaan12 december 2024We gaan naar Ubon Ratchathani!
- Achtergrond6 december 2024De geschiedenis van de Thaise keuken
- Bezienswaardigheden2 december 202424 uur in Bangkok (video)
Leuk verhaal.
ผัว phua of phoea (met een stijgende toon) is inderdaad een ietwat vulgair woord, net als เมีย miea, (midden toon), echtgenote. Vroeger niet en onder het plebs ook niet. Nu is het สามี samie (tonen stijgend, midden), echtgenoot en ภรรยา phanrayaa (tonen midden, hoog, midden) echtgenote. Mijn vader had het altijd op zijn Gronings over ‘Mien wief’ .
Toen ik eens in de tuin les kreeg van mijn zeer deftige lerares uit het belangrijkste geslacht in Chiang Kham kwam er een man uit het huis en ik vroeg: ‘Is dat uw phoea?’ Ze was echt heel erg boos……..