Heupflesje van ca 18 cc.

Opa Kaew dronk de hele dag door. Van opstaan tot slapen gaan. Hij dronk drie heupflesjes sterke drank per dag. Drie! Samen meer dan een halve liter. En hij ging nooit naar de tempel. Sterker nog, hij wist niet eens waar de tempel was! Geschenken voor de tempel en thamboen, nooit van gehoord. Zodra hij opstond in de morgen dronk hij een flesje leeg; na de lunch weer eentje en een in de avond. En dat iedere dag.

Hij maakte eens een rondje door het bos en ontmoette de eerbiedwaardige monnik Phra Malai, een arhat (*). Kaew ging niet alleen nooit naar de tempel, hij wist ook niet hoe zijn respect te tonen aan de monnik. Dus toen hij de monnik tegenkwam stak hij drie vingers op. Toen nam de monnik aan dat Kaew vroom mediteerde en de drie waarden van het boeddhisme respecteerde: Boeddha, zijn leer en het monnik zijn.

De trap naar de hemel

Phra Malai besloot Kaew zijn diep mededogen te tonen door hem de wedergeboorte te gunnen in de hemel. Hij pakte hem bij een been en zwiepte hem de hemel in. Kaew werd daar herboren en hij zei tegen de goden dat hij zijn verjaardag wilde vieren. Met een borrel! Nee, hij was zijn borreltje nog niet vergeten….

Hij riep alle goden bijeen voor een vergadering. Daarna sprak hij hen toe. ‘Hemelse schepselen! Sinds ik in deze hemel herboren ben heb ik nog niet één keer mijn verjaardag gevierd. We moeten echt een dag afspreken om gezellig en in goede sfeer mijn verjaardag te vieren.’

‘Maar hoe doen we dat?’ vroegen de goden. ‘We moeten sterke drank maken!’ ‘En hoe doen we dat dan?’ ‘Neem rijst en stoom dat. Doe er gist bij en roer het om. Stop het in een vat en laat het zeven dagen gisten’ was het advies van Kaew. En daar ging men mee akkoord. Alle goden gingen in hun eigen paleis alcohol stoken en na zeven dagen kwamen ze bij elkaar om Kaews verjaardag te vieren.

Op dit hemels feestje dronk iedereen en maakte veel lol. De drank moedigde allen zo aan dat ze gingen zingen en dansen. Er was volop plezier! Drank in overvloed, er werd meer en meer gedronken en tenslotte gingen ze ruzie met elkaar maken en sloegen ze elkaar zelfs voor de kop! De goden begonnen een stevige partij te matten.

De god Indra kreeg dat door en kwam eens kijken. ‘Waar gaat dit allemaal over? Tot nu toe was er altijd vrede hier in de hemel. Niemand had een hekel aan een ander hier, Maar sinds opa Kaew hier herboren is als god is er herrie!’ Indra onderzocht de zaak en wist het al snel. ‘Als ik opa Kaew hier laat blijven dan wordt het een bende. Ik stuur hem terug naar de aarde waar hij vandaan komt.’

Hij greep Kaew bij een been en slingerde hem omlaag maar met zulke kracht dat hij de aarde miste en in de hel terecht kwam. En daar word je gekookt, toch? Maar ook daar vergat Kaew zijn slechte gewoontes niet; hij riep iedereen bijeen en .. de geschiedenis herhaalde zich. Iedereen in de hel begon sterke drank te nuttigen.

Yama, god van de dood

Men begon de invloed van al die drank al te voelen en toen vroeg Yama, de god van de dood, aan Kaew ‘Vriend Kaew, wat is nu lekker om bij de borrel te eten?’ Kaew wist dat wel. ‘Nou, een stukkie vlees is lekker hoor. Varken, biefstuk, eend, kip; eigenlijk kan iedere soort vlees wel bij drank.’  ‘Maar die hebben we niet in de hel. We hebben hier alleen maar kraaien met een ijzeren bek’ (**)  ‘Prima! Breng maar dan gaan we die koken!’

Ze pakten de kraaien, kookten ze en aten ze bij de borrel. Ze aten en zopen en het werd een rumoerige tijd in de hel met zang en dans zoals dronken mensen wel doen. En daarna begonnen ze te vechten en sloegen mekaar voor de kop. Ze pakten stokken en sloegen potten en pannen kapot. De hel lag in puin!

Tenslotte kwam de arhat Phra Malai een kijkje nemen in de hel; midden onder het vechten. ‘Stop! Stop!’ brulde hij. ‘Jullie breken alle potten en pannen van de hel. Hoe moeten we nu nieuwe zondaren straffen?’ En ze stopten. Helaas was er nog maar één klein pannetje heel, net groot genoeg om een ei in te koken. 

Dus vandaag zie je dat zondaren die naar de hel gaan niet meer met hun hele lijf in het hete water gaan. De pan is te klein. Dus, ja sorry hoor, ze dopen alleen de piemel van een man in dat pannetje. Die worden dus allemaal herboren met een kale eikel!

Bron:

Titillating tales from Northern Thailand. White Lotus Books, Thailand. Engelse titel ‘Drink yourself to heaven’. Vertaald en bewerkt door Erik Kuijpers. 

De auteur is Viggo Brun (1943) die in de jaren 1970 met zijn gezin in de regio Lamphun woonde. Hij was ‘associate professor’ Thaise taal aan de universiteit van Kopenhagen.

Ook dit verhaal komt uit de mondelinge overlevering in Noord-Thailand. Zie voor meer toelichting: https://www.thailandblog.nl/cultuur/twee-verliefde-schedels-uit-prikkelende-verhalen-uit-noord-thailand-nr-1/

(*) Toelichting op arhat. Wikipedia zegt ‘iemand die de bevrijding van wedergeboorte heeft bereikt.’ Het boek zegt: arhat, Sanskrit: ‘one who is worthy’, Pali: arahant, in Buddhism: a perfected person, one who has gained insight into the true nature of existence and has achieved nirvana (spiritual enlightenment). The arhat, having freed himself from the bonds of desire, will not be reborn. 

(**) Toelichting op kraaien met ijzeren bek; zie Gagana uit de Russische folklore: https://en.wikipedia.org/wiki/Gagana

Over deze blogger

Erik Kuijpers
Erik Kuijpers
Bouwjaar 1946. Kreeg de bijnaam 'Lopende belastingalmanak' en heeft 36 jaar in dat vak gewerkt. Op zijn 55e naar Thailand verhuisd. Invaliditeit dwong hem van zijn gezin in Nongkhai naar huisje met thuiszorg en scootmobiel in Súdwest-Fryslân.

Er zijn geen reacties mogelijk.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website