Het verhaal van Chuchok, John Crocker, ANU-promovendus:
Oude Chuchok (de bedrieger van het verhaal is een professionele bedelaar)
Er was een berooide brahmaan die geen familie had. Zijn naam was Chuchok, en hij werd geboren in de familie Phowathikachat. Hij woonde in het district Thunawit, verbonden aan de stad Kalingkharat. Hij ging bedelen om donaties en was in staat om 100 “kasap” te verzamelen en zich te redden. Daarna nam hij ze mee naar een vriend die ook een brahmaan was, en ging voor een zeer lange tijd bedelen in het hele land, zodat hij niet naar huis kon terugkeren.
De Brahmaan die voor het geld zorgde, werd armer, dus nam hij het geld van Chuchok, dat hij hem had toevertrouwd, en gaf het allemaal uit. Toen Chuchok zich herinnerde, kwam hij terug om zijn geld op te eisen. Het Brahmaanse echtpaar had geen geld om hem terug te betalen, dus boden ze hun dochter, Amittada, aan om Chuchoks vrouw te zijn, en dus nam Chuchok haar mee naar zijn huis. Het meisje Amittada zorgde voor Chuchok haar man op de juiste manier, totdat ze veel Brahmaanse mannen in het district ontevreden maakte over hun eigen vrouwen, omdat hun gedrag [als echtgenotes] niet zo goed was als dat van Amittada. Alle Brahmaanse vrouwen werden vervloekt vanwege Amittada, dus samen gingen ze haar vervloeken, toen ze naar het waterpodium was gegaan om water op te scheppen, om haar te verdrijven.
Toen de brahmaanse vrouwen Amittada tegenkwamen, liepen ze rond in Amittada, vloekend, spottend en schimpend, waardoor ze zich schaamde en gebroken voelde, dus ging ze naar huis en vertelde Chuchok dat ze vanaf nu niet meer ging werken; ze vertelde hem het verhaal, en Chuchok zei dat hij het werk zelf zou moeten doen, maar Amittada accepteerde dat niet. Ze zei dat haar familie nooit een man als slaaf had gebruikt, en ze smeekte Chuchok om te gaan en een slaaf te vinden om te komen helpen, anders zou ze niet bij hem wonen.
Op dit moment dacht de godheid die prins Wetsandon had geholpen om eerder het offer van de grote geschenken (Sattasadok) te brengen, dat hij Wetsandon zou helpen om een extra offer te brengen (Piyabut) om zijn waardigheid te vergroten (barami), dus hij inspireerde Amittada met de kennis van het verhaal van Wetsandon en van het offer, en hij zorgde ervoor dat het meisje Chuchok voorstelde om te gaan bedelen voor Chali en Kanha.
Chuchok wilde niet gaan, maar als hij niet zou gaan, vreesde hij dat ze zou weglopen, dus tegen zijn wil stemde hij in met haar verzoek. Ze kreeg voorraden droogvoer bij elkaar. Chuchok liet het huis op orde brengen en gaf haar advies; hij liep toen drie keer met de klok mee om zijn vrouw heen. Hij kleedde zich in het wit als kluizenaar en ging naar de stad Siwirat. Hij ging op zoek naar het verhaal van prins Wetsandon; de stadsbewoners werden boos op hem en jaagden Chuchok het bos in. De godheid inspireerde Chuchok om te verdwalen in het bos, en hij bereikte het door Chetabut bewaakte gebied. Chuchok vluchtte voor Chetabut’s honden en klom in een boom, maar dacht toen aan de vrijgevigheid van Prins Wetsandon die vergelijkbaar was met de aarde, het water, een Bodhi-boom of een banyanboom; grote dingen waar mensen op konden vertrouwen. Toen Chetabut Chuchok ontmoette, besloot hij dat hij hem zou neerschieten en doden, maar in plaats daarvan vroeg hij eerst zijn verhaal en Chuchok loog dus tegen Chetabut. “Ik ben een koninklijke koerier van de koning van de stad Sonchai, ik ga om prins Wetsandon uit te nodigen om terug te keren naar de koninklijke stad”. Chetabut geloofde hem, dus nodigde hij hem uit om wat te eten.
Het verhaal van Chuchok
Chuchok werd geboren op een zaterdag, in de vijfde maand, in het jaar van de Tijger, voor het jaar 1 van de Boeddhistische jaartelling, enkele duizenden jaren geleden, in een Brahmaans dorp genaamd Thunawit in het district Kalingkharat. Zijn moeder heette Chanthi, een vrouwelijke Brahmaan, zijn vader heette Tolaka, een Brahmaan. Zijn uiterlijk was van het lelijke type dat op 18 manieren “onheilspellend” werd genoemd. Ten tijde van zijn geboorte waren er kwade voortekenen. Deze waren
- zijn moeder had boze dromen voor de geboorte, bijvoorbeeld, ze werd gebeten door een slang en stierf, en zo verder;
- hij had de 18 onheilspellende mannelijke kenmerken op zijn lichaam
- hij had de gewoonte om graag leugens te vertellen, voedsel te verdienen door een grapje te maken, te bedriegen en sarcastisch te zijn.
- hij is geboren in “namha” of “nam-ngua” [het vijfde kind].
Geboren worden in “namha” betekent dat zijn ouders kinderen van hetzelfde geslacht op een rijtje hadden, het waren jongens of meisjes naast elkaar. Het vijfde kind in een set werd “born nam-ngua” genoemd. Chuchok had 100 kasapjes verzameld door te bedelen. Eén kassap is gelijk aan 4 baht, dus het zou in totaal 400 baht zijn. Hij had het aan zijn vrienden toevertrouwd. De man en vrouw, ouders van Amittada, die voor het geld van Chuchok zorgden, werden “Kunlaphinthu en Nang Manirat” genoemd.
Door John Crocker vertaald in het Engels en door Ton in het Nederlands
Bekijk hier de foto’s van Ton: www.antoniuniphotography.com/p529064231
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Thailand tips9 juni 2021Phra Nakhon Kiri in Phetchaburi
- Leven in Thailand17 juni 2020Een Yaksi Giant
- Achtergrond3 juni 2020Sathorn Unique Tower in Bangkok
- Achtergrond1 juni 2020KLM-hotel “Plaswijck” in Bangkok
Het verhaal van Chuchok, hier helaas nogal onduidelijk en buiten de context weergegeven, is een onderdeel van de Jataka over prins Wetsandorn die vrijgevigheid moet voorstellen. De prins geeft alles weg, zelfs zijn twee kinderen aan deze Chuchok. Jataka (betekent ‘geboorte’) zijn verhalen over de levens van de voorouders van de Boeddha. Hier gaat het over de Mahachat, de Grote Geboorte voordat hij herboren werd als de Boeddha. In bijna alle muurschilderingen in tempels komt dit verhaal naar voren. Het wordt ook veel met muziek, dans en theater gevierd in vooral Isaanse tempels. Voor het volledige verhaal zie hier:
https://www.thailandblog.nl/boeddhisme/mahachat-de-grote-geboorte-viering/
Laten we Chuchok ten tonele voeren. Chuchok was een Brahmaan, een Hindoe-priester, en rijk geworden met bedelen. Hij was een oude man, gebocheld, kaal en lopend met een wandelstok. Op een dag vroeg hij een vriend zijn fortuin te bewaren terwijl hij verder ging met bedelen. Bij terugkomst bleek dat zijn vriend zijn hele fortuin had verkwist. Geen nood, zijn vriend had een jonge en mooie dochter, Amittada genaamd, die Chuchok graag in ontvangst nam in plaats van zijn geld. De dorpelingen waren jaloers en begonnen Amittada te pesten waardoor zij niet meer het huis durfde te verlaten. Zij zeurde bij haar man om bediendes en Chuchok gaf uiteindelijk toe en ging op zoek. Chuchok had gehoord over een prins Wet die alles weggaf en twee kinderen had. Na vele avonturen in het het bos bereikte hij de kluizenaarshut van prins Wet en vroeg om zijn twee kinderen. In een dramatische scene weet de prins zijn weigerachtige vrouw er van te overtuigen dat deze opoffering grote verdienste met zich mee zal brengen.
De god Indra wist dat prins Wet ook zijn vrouw, het laatste wat hij nog had, zou weggeven. Hij nam de vorm aan van een oude Brahmaan en vroeg prins Wet om zijn vrouw. Prins Wet stemde toe waarop de god Indra zijn ware aard onthulde, zijn vrouw teruggaf aan prins Wet om goed voor te zorgen.
Ondertussen dreef Chuchok de twee kinderen met veel schelden en slaan door het woud op weg naar huis. Maar hij verdwaalde en kwam terecht in de stad van prins Wet’s vader. De oude koning herkende zijn kleinkinderen en bood Chuchok geld om de kinderen terug te krijgen. Chuchok nam het geld, ging zich te buiten aan een zodanig copieuze maaltijd dat hij barstte en stierf. De oude koning vergaf zijn zoon de gift van de olifant en ging vervolgens met een stoet hovelingen op zoek naar hem en vroeg hem terug te keren als koning waar prins Wet in toestemde. Het volk ontving hen met grote vreugde en uitgebreide festiviteiten
Dit is het deel van het verhaal ‘Mahachat’ wat de luisteraars doet huilen, lachen en schelden
Het verhaal doet mij ook sterk denken aan een ander epos van Boeddha.
Dit vertelt het verhaal van Vessantara, de laatste menselijke reïncarnatie van de Lord Boeddha. Vessantara had een intense passie voor liefdadigheid. Het geselecteerde deel van het epos dat te zien is, is de “hebzuchtige” Jukaka die smeekt om Vessantara’s twee geliefde kinderen.
Inderdaad, Lodewijk. Het is zelfs hetzelfde verhaal. Vessantara is Wetsandorn. Het betekent ‘geboren op de markt’.