‘Wat “thuis” werkelijk betekent’
De zon hing loom boven het strand, alsof ze geen haast had om te zakken. Jan zat op het terras, zijn gezicht schaduwloos in het harde licht, een fles Singha in zijn hand. Het was december, maar niets in Thailand gaf hem dat gevoel. Geen kale bomen, geen kruidige geur van speculaas, geen dikke sokken bij een verwarming. Alleen het gekrijs van vogels en het eeuwige ruisen van de golven.
Ze mompelde iets tegen de kat die ze hadden geadopteerd, een magere zwerver met een ontbrekend oor.
“Ik blijf het zeggen,” begon Jan, zijn stem korrelig van de jaren, “het is gek. Kerst zonder kou. Het klopt gewoon niet.”
Trudy gaf geen antwoord. Ze wist hoe dit ging. Jan zou eerst klagen, daarna mokken, en uiteindelijk verdronk hij zijn heimwee in een fles Singha-bier. Ze deed hetzelfde, alleen koos zij voor een glas witte wijn en een fotoalbum.
“Zal ik maar vast reserveren voor vanavond?” vroeg Trudy vanuit de keuken. Ze hakte een papaja in tweeën met een mes dat net een beetje bot was. “Die barbecueplaats bij de pier?”
Jan keek op. “Alsof dat iets verandert.”
Trudy zuchtte en legde het mes neer. “Jan, doe niet zo. Je wilde hierheen, weet je nog? Dat was jouw idee.”
Hij zei niets. Ze had gelijk, natuurlijk. Het was zijn droom geweest: ontsnappen aan het Hollandse gedoe. De kou, de files, de buren die altijd net iets te vriendelijk glimlachten. Thailand had alles wat hij dacht te willen. Zon, vrijheid, rust. Maar rust kon een verrader zijn, had hij geleerd. Ze kroop in je hoofd, zocht naar gaten en vulde ze met dingen waarvan je dacht dat je ze kwijt was.
Het leven hier had altijd exotisch geleken. “Een avontuur,” had Jan het genoemd toen ze vier jaar geleden hun rijtjeshuis in Alsmeer verkochten. De zon, het eten, de rust – het trok hen als een magneet. De eerste maanden waren euforisch geweest. Mango’s voor een prikkie, massages aan huis en een ononderbroken blauwe lucht. Maar nu, met kerst in aantocht, voelde alles als een dun laagje vernis over een veel te grote leegte.
Trudy kwam naar buiten en ging tegenover hem zitten. Ze droeg een lichte katoenen jurk en rook naar kokosolie. “Eva belde,” zei ze, alsof het niets was.
Jan hief een wenkbrauw. “Oh? Wat zei Eva?” vroeg Jan, doelend op hun dochter.
“Ze hebben morgen een kerstmarkt op school. Met de meiden. Ze stuurde een foto.”
Ze schoof haar telefoon over de tafel. Jan pakte hem met tegenzin. Op het scherm stonden zijn kleinkinderen, gehuld in veel te grote kerstmutsen, met rode wangen en glimmende ogen. Op de achtergrond een kraampje met warme chocolademelk. Hij wist meteen dat het op de basisschool was waar Eva zelf ook ooit had gezeten. Dat plein, die oude stenen, het voelde bijna obsceen vertrouwd.
“Ze hebben het leuk,” zei hij schor. “Dat is goed.”
Trudy haalde haar schouders op. “Zeker.”
De stilte tussen hen was plakkerig, alsof de vochtige lucht hen nog verder uit elkaar dreef. Trudy pakte een stuk papaja en kauwde met lange tanden. Jan nam nog een slok bier. Ze keken beiden naar de horizon, waar de zee ongeïnteresseerd in zichzelf opging.
“Ik mis ze,” zei Trudy uiteindelijk.
Jan zette zijn fles neer. “Je denkt dat ik dat niet doe?”
“Je zegt nooit iets.” Haar stem trilde een beetje. “Je doet alsof je hier gelukkig bent, maar je ziet er niet gelukkig uit, Jan. Zeker niet in deze maand”
Hij wilde iets terugzeggen, maar de woorden voelden als een muur van lege dozen in zijn keel. Uiteindelijk pakte hij zijn telefoon en begon gedachteloos door oude foto’s te scrollen. Kerst drie jaar geleden: Eva en de jongens bij hen aan tafel, een stapel cadeautjes in het midden. Hij kon zich de geur van dennennaalden bijna herinneren. Bijna.
“Wat nu als we gaan?” vroeg hij plotseling.
Trudy keek op. “Gaan? Waarheen?”
“Naar Nederland. Voor kerst. Een weekje maar.”
Ze knipperde met haar ogen, alsof hij iets absurds had voorgesteld. “Dat meen je niet.”
“Waarom niet? Wat hebben we hier? Een kat met half oor, een stapel dvd’s die we al duizend keer hebben gezien en een barbecue die nooit kapotgaat.”
Trudy glimlachte wrang. “En het geld dan? Denk je dat die tickets gratis zijn? Of dat de kou ons goed zal doen?”
“De kou kan me verdomme niet schelen als ik die meiden maar een keer in mijn armen kan houden.”
Zijn stem brak dat gebeurde niet vaak. Trudy keek naar hem, naar de man die ooit zo vastberaden was geweest. Hij leek kleiner nu, alsof Thailand hem had uitgehold in plaats van gevuld.
Ze knikte langzaam. “Misschien heb je gelijk.”
Die avond boekten ze de tickets. Trudy deed het uiteindelijk, want Jan was te ongeduldig om de juiste stoelen te kiezen. De kat keek hen vanuit een hoekje aan, alsof hij wist dat ze hem een tijdje achter zouden laten.
De vlucht was lang en oncomfortabel. Jan keek urenlang uit het raam, terwijl Trudy haar ogen sloot maar niet sliep. Bij de landing op Schiphol beet de kou in hun gezicht. Maar toen de glazen deuren opengingen en ze Eva’s stem hoorden, de knuffels van hun kleinkinderen voelden en de geur van kaneel en dennen hen omhulde, wisten ze het.
Thailand zou voor altijd hun thuis zijn. Maar kerst? Kerst hoorde hier…
Over deze blogger
-
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand – probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.
De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.
Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral veel – dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!
Foto’s, daar doe ik niet aan. Ik sta er altijd lelijk op, terwijl ik toch weet dat Brad Pitt erbij verbleekt. Het zal wel aan de fotograaf liggen, denk ik dan maar.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur23 december 2024‘Wat “thuis” werkelijk betekent’
- Cultuur22 december 2024‘Een ingewikkeld spel van verwachtingen en onbegrip’
- Cultuur21 december 2024‘Een liefde sterker dan elke uitdaging’
- Cultuur19 december 2024‘Van droom naar realiteit’