‘Wachten op een klant die nooit komt’
De ventilator boven de bar zoemde als een vermoeide vlieg, moeizaam draaiend in een poging de Thaise hitte te verdrijven. Jinda stond op haar vaste plek achter de bar, leunend tegen het plakkerige hout, met haar ellebogen in een dun laagje gemorst bier. Haar vingers friemelden aan een gebroken glasrand. Niemand keek haar aan. Zoals altijd.
De bar was gevuld met dezelfde types als iedere avond: roodverbrande Farangs met bierbuiken en nep merkenpoloshirts, lachend met te jonge meisjes die hun ogen op hun telefoons hielden. De muziek, een remixed popnummer dat allang uit de mode was, dreunde over de ruimte, maar leek niemand echt te raken.
Jinda was 47, maar voelde zich 60. Haar spiegel loog niet: de lijntjes rond haar mond waren diepe geulen geworden, en haar ogen hadden die matte glans van iemand die allang gestopt was met dromen. Ze was geen schoonheid. Nooit geweest. Haar huid was getekend door de zon, haar tanden te groot voor haar mond. Elke avond dezelfde vernedering: ze stond daar, terwijl de andere meisjes werden uitgekozen. Haar glimlach werd steeds pijnlijker, haar hoop steeds kleiner.
“Jinda, weer geen klant?” vroeg Mook, een meisje van hooguit 19, terwijl ze zichzelf opnieuw opmaakte in een kapotte spiegel. Haar toon was achteloos, maar de steek was voelbaar. Jinda reageerde niet, maar haar kaken spanden zich.
Ze had geleerd te zwijgen. Woorden hielpen niet in deze wereld. Haar plek in de bar was vast, zoals een oude kruk die niemand meer wilde, maar die toch niet werd weggegooid. Ze had een rol: bier schenken, ijs bijvullen, de vloer vegen na sluitingstijd. Een achtergrondfiguur in het verhaal van de jongere meisjes.
Toch droomde Jinda, stilletjes en koppig. Elke avond stelde ze zich voor dat een klant — niet eens een knappe, gewoon een vriendelijke — haar zou zien. Echt zou zien. Geen jong meisje in de schaduw, maar een vrouw met een verhaal, met een hart. Ze droomde van een Farang die haar mee zou nemen, haar een nieuw leven zou geven. Een huisje buiten Bangkok, misschien zelfs een scooter. Ze zou eindelijk kunnen stoppen met werken, stoppen met deze eindeloze routine van afwijzing en wachten.
Maar de Farangs kozen nooit haar. Ze wilden gladde huiden, giechelende stemmen, meisjes die nog niet wisten wat het leven met je doet. Niet iemand zoals zij, met haar knoestige handen en versleten glimlach.
Die avond, net voor sluitingstijd, kwam er een nieuwe klant binnen. Hij was anders. Oud, misschien begin zeventig, met een gezicht dat een leven vol verhalen droeg. Zijn ogen waren blauw, een felle kleur die niet paste bij zijn vale grijze baard. Hij keek niet naar de meisjes die zich aan hem vastklampten als klimop. Hij ging aan de bar zitten, precies tegenover Jinda.
“Een Singha,” zei hij met een zware stem.
Jinda schonk het bier, voorzichtig, bijna ceremonieel. Toen ze het glas voor hem neerzette, keek hij haar aan. Echt. Aan. Het was een kort moment, maar het voelde als een explosie in haar borst. Ze probeerde haar gebruikelijke glimlach op te zetten, maar haar lippen trilden.
“Hoe heet je?” vroeg hij, terwijl hij een slok nam.
Ze hapte naar adem, alsof hij haar uit een diepe plas trok. “Jinda,” fluisterde ze. Haar stem klonk rauw, alsof ze het woord voor het eerst uitsprak.
“Ik ben Huub,” zei hij. Zijn geforceerde Thaise uitspraak was vreselijk, maar ze vond het charmant. Hij glimlachte, een scheve, warme glimlach die haar meer opwarmde dan de zwoele lucht in de bar.
Ze praatten. Niet veel, maar genoeg. Over het leven. Over familie. Over eenzaamheid. Hij vertelde dat hij uit Nederland kwam, dat hij weduwnaar was, dat hij hier was om rust te vinden, maar dat hij zich hier ook eenzaam voelde en alleen maar meer verloren raakte. Zij vertelde over haar zoon, die ze al tien jaar niet had gezien en over de hoop die haar langzaam in de steek liet.
Het werd sluitingstijd. De andere meisjes lachten en giechelden, druk bezig met hun klanten. Huub stond op en reikte in zijn zak. Jinda’s hart kromp. Natuurlijk zou hij nu weggaan. Hij was aardig geweest, maar aardig veranderde niets.
Maar in plaats van geld neer te leggen, zei hij: “Ik kom morgen terug. Voor jou.”
Ze geloofde hem niet. Ze wilde hem niet geloven. Hoop was een gevaarlijk iets, een dolk die je telkens opnieuw stak. Maar die nacht op haar versleten matje, in haar kleine kamer boven de bar, droomde ze toch weer. Niet van een huisje of een scooter, maar gewoon van iemand die haar zag. Echt zag…
Over deze blogger
-
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand – probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.
De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.
Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral veel – dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!
Foto’s, daar doe ik niet aan. Ik sta er altijd lelijk op, terwijl ik toch weet dat Brad Pitt erbij verbleekt. Het zal wel aan de fotograaf liggen, denk ik dan maar.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur2 december 2024‘Wachten op een klant die nooit komt’
- Cultuur30 november 2024‘De rekening in het duister’
- Cultuur29 november 2024‘De straat van beloften’
- Cultuur28 november 2024‘Het parfum van rode rozen’
Mooi verhaal.
Als twee eenzame zielen elkaar kunnen vinden met een vonkje, gespijsd met oprechtheid, dan kan dit voor beide de succesformule zijn voor een gelukkige “oude dag”.
Een mature levenspartner vinden in een bar is dan weer niet de meest gangbare manier. Maar bij uitzondering kan het wel succes opleveren.