‘Op de vlucht voor verdriet’
Patrick keek naar het lege glas voor hem. Het tintelende gevoel van whisky doofde en daarmee ook de controle over zijn gedachten. Hij zat aan een houten bar op het strand aan de rand van een slaperig Thais dorpje aan de kustlijn. Het ruizen van de golven leek een lange kreet van medelijden. Hier, ver van het grijze België en de schaduwen van zijn verloren leven, dacht hij zichzelf te kunnen verliezen. Vergeten, misschien zelfs. Maar herinneringen laten zich niet zomaar verdrinken.
Elke slok herinnerde hem aan haar, de vrouw die hij ooit een toekomst had beloofd. De vrouw die hij had moeten zien sterven, stukje bij beetje, terwijl de ziekte haar lichaam onder zijn handen vandaan kaapte. De dagen in dat steriele ziekenhuis, het monotone gepiep van machines, de geur van ontsmettingsmiddelen die hun huiselijke geur van verse koffie en versgebakken brood verving. Sindsdien voelde hij zich een overblijfsel, een half mens, vastgelopen in een wereld die hem niets meer te bieden leek te hebben.
Toen kwam Malee, zomaar uit het niets. Ze werkte in dat kleine, roestige barretje en schonk hem elke avond hetzelfde: whisky met ijs, geen vragen. Ze was niet meer dan een schim die geruisloos langs de tafels bewoog, totdat ze op een avond tegenover hem stond. Ze keek hem aan met een blik die recht door zijn eenzaamheid heen scheen, een stilte zo ongemakkelijk dat hij ongewild moest lachen.
“Waarom lach je?” vroeg ze met een scheve glimlach, bijna uitdagend.
“Misschien omdat ik dat al te lang niet gedaan heb”, mompelde hij.
Malee knikte, alsof ze alles begreep alsof ze geen uitleg nodig had. Ze wist het gewoon. “Pijn maakt een mens stil”, zei ze. Het was alsof ze met die woorden een steen had verlegd in zijn borst. Sindsdien schoof ze telkens bij hem aan, kort, terwijl ze wachtte tot zijn glas leeg was. Ze was een luisteraar en hij, de man die niet wist hoe hij moest praten, liet eindelijk de woorden komen. Over de nachten zonder slaap, over de laatste adem van zijn vrouw, over hoe de muren in zijn huis leken samen te komen na haar dood. Het ene verhaal na het andere, tot zijn ziel een beetje lichter leek te worden.
Malee luisterde, nooit afkeurend, nooit met medelijden, maar met een begrip dat hem tot rust bracht. En in haar stille aanwezigheid voelde Patrick iets verschuiven. Er was iets in haar ogen, een warmte een begrip dat hij niet kon duiden. Haar handen, dun en tenger raakten de zijne aan op momenten dat woorden overbodig waren. Ze was geen engel, niet de oplossing voor zijn pijn, maar ze was er. Eenvoudig, zonder omhaal, zonder vragen.
Op een avond, toen hij weer eens iets te diep in het glas had gekeken, greep ze zijn hand vast en trok hem uit het barretje. Patrick protesteerde halfslachtig, maar ze bleef vastberaden zijn pols omklemmen. Ze leidde hem naar het strand, waar de lucht dik was van warmte en de stilte alles om hen heen omhulde. Ze liet hem zitten, ogen gericht op de golven die de kust beroerden en zich weer terugtrokken, alsof de zee alles wist van komen en gaan.
“Patrick”, zei ze, ze wees naar de horizon. “Kijk daar. Elke golf komt terug, maar toch lijkt het nooit hetzelfde water. Jij bent zoals de golven. Niet hetzelfde, maar altijd weer terugkerend. Het is oké om door te gaan, ook als je denkt dat je het niet kunt.”
Die nacht, terwijl hij naast haar in slaap viel, voelde hij iets van rust in zich neerdalen, een rust die hij in jaren niet had gevoeld. Het was geen wonder, geen magisch genezen, maar Malee had hem een manier gegeven om opnieuw naar zijn leven te kijken. Misschien, dacht hij is liefde soms niet een alles verterende passie, maar een zachte hand die je leidt door de duisternis, een stem die je geruststelt als je het niet meer ziet zitten.
Vanaf dat moment kwamen de avonden niet meer met alleen whisky, maar met Malee die zijn hand vasthield, hem terugtrok naar het licht, stukje bij beetje. In haar ogen vond hij een nieuwe waarheid, een zachtheid die hem herinnerde dat het leven nog iets te bieden had, ook al had hij zich lang geleden afgesloten van dat idee.
Zo werd Patrick niet minder gebroken, maar vond hij een manier om die breuken te dragen, om ze in het licht te houden zonder dat het gewicht hem verpletterde. Malee was geen redder, maar ze was een metgezel, een vrouw die zijn verdriet niet probeerde te wissen, maar hem hielp het te dragen. En misschien, bedacht hij, misschien is dat precies wat liefde moet zijn…
Over deze blogger
-
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand – probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.
De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.
Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral veel – dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!
Foto’s, daar doe ik niet aan. Ik sta er altijd lelijk op, terwijl ik toch weet dat Brad Pitt erbij verbleekt. Het zal wel aan de fotograaf liggen, denk ik dan maar.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur27 november 2024‘Op de vlucht voor verdriet’
- Cultuur26 november 2024‘Een gevecht tegen leegte’
- Cultuur25 november 2024‘De verloren straat’
- Cultuur24 november 2024‘Een liefde die de tijd vergeet in het verre Thailand’