Kip, blind maar met de stem van een engel

Door khun Rick
Geplaatst in Cultuur, Korte verhalen
Tags: ,
30 januari 2025

Wie kent ze niet, de blinde nachtegalen die in grote aantallen zowat elke markt en elk dorpsfeest komen opluisteren met hun vaak engelachtige stemmen, die betoverende klanken die zo typisch het ware karakter en de cultuur van Thailand verwoorden.

Velen brengen hun repertoire a-cappella terwijl anderen met een bandje meezingen dat ze gedwee om hun nekken mee torsen in een klein buikorgeltje. De blindengeleidestok en het obligate bekertje voor donaties prominent in zicht om een zo royaal mogelijke inkomstenbron te genereren. Sommige bekers verhullen hun inhoud met een afsluitbaar dekseltje, terwijl andere open en bloot de opbrengst laten zien aan voorbijgangers.

Helaas ook aan de wat minder bonafide lieden die een afgeleide professie uitoefenen, namelijk die van het bestelen der blinden, immers een misdaad met geringe pakkans. De bedachtzame gang in eeuwige duisternis laat geen enerverende achtervolgingen toe als de nood een keer aan de man is en men dus teruggeworpen wordt op de mai-pen-rai houding van nauwelijks meelevende omstanders. Iedere straatzanger heeft thuis dan ook een voorraadje reserve bekers staan die men met kwantumkorting kan aanschaffen in iedere vakzaak voor deze traditionele ondernemers uit de entertainmentwereld.

Men zou denken dat eens bestolen die ware volkszangers toch overstappen op het gesloten model of zelfs een versie die middels een onzichtbaar stuk krachtige visdraad onlosmakelijk verbonden is aan zijn werkgever, maar niets is minder waar. Niet alleen zijn deze body-art performers het symbool van vrijheid met beperkingen, maar ze vertegenwoordigen ook de visuele goedheid van de Thaise bevolking en het vertrouwen dat ze, aangestuurd door hun geloof en hun koning, verdienen. Een afsluitbare bedelnap met een veiligheidstouw zou twijfels aan dat vertrouwen uitstralen en dat staat haaks op de nobele boodschap die ze dagelijks uitdragen. Ik zing om jullie gelukkig te maken en jullie maken mij gelukkig door mij te voeden en een dak boven het hoofd te bieden. Punt. Geen extra toevoeging en dus ook geen deksel met een hangslot.

Ik vraag mij telkens weer af waar ze al die ontelbare zangers vandaan halen. Zoveel hebben wij er thuis zelfs niet met werkende ogen. En dan die stemmen. Zo mooi dat men er altijd tranen van in de ogen krijgt. Al is het repertoire niet altijd top actueel. Het zijn vaak zulke jonge mensen en ze hoeven echt geen Jules de Korte bril te dragen om te bewijzen dat er iets mis is met hun visuele capaciteiten. Zijn het ongelukkig geboren kinderen of duiden de vaak in het oog springende verminkingen op calamiteiten achteraf? Mijn eigen observaties laten het eerste vermoeden. Ik mis in hun optreden de kwaadheid van de man of vrouw die van ziende blind werd en zie wel de berusting in een lot dat men al heel zijn leven met zich meedraagt. De pijn van verlies ontbreekt gewoonweg. Nou ja, gewoonweg. Ik wil het lijden van deze begaafde mensen niet bagatelliseren, want je kunt net zo goed zeggen dat men bij causale blindheid tenminste nog ooit wat van de schoonheid van de wereld heeft kunnen aanschouwen, heeft kunnen opslaan in het geheugen om bij behoefte eens af en toe een scene af te spelen als het genieten van een heerlijke bonbon na een lange periode van vasten bijvoorbeeld.

Het is toch wat anders dan aan een welwillend gezicht te voelen om iemands gelaatstrekken te onderscheiden. Welk criterium voor schoonheid moet je hanteren als je nog nooit schoonheid aanschouwen kon? Net als in films moet je dan maar afgaan op zoetgevooisde praatjes, al dan niet bij elkaar gehuicheld. Het is een kwetsbaar volkje die blinden van Thailand, maar zingen kunnen ze allemaal als de beste. Niet dat ik daarover met steekhoudende argumenten kan meepraten. Het is ook maar gewoon mijn gevoel, mijn gedachten en die zijn niet onderbouwd met referenties, bronvermelding of links naar slimme onderzoeken. Dat is dan ook meteen het voordeel van verzonnen anekdotes; ook als niemand je gelooft, ben je toch integer bezig geweest en hebt de ethiek van het journalisme hier geen geweld aangedaan.

Onderstaande vertelling speelde zich al een aantal jaren geleden af, maar ook weer Niet zo lang geleden dat de relevantie intussen ophield te bestaan. Ik denk een jaartje of vijf. De aarde was nog een stukje minder warm dan nu en vlad’s snode plannen nog hersenspinsels in zijn megalomane brein, al zal achter de schermen de oorlogsindustrie al overuren gedraaid hebben. Het beruchtste virus van de nog jonge eeuw zat nog in een reageerbuis in China te wachten om zich op de mensheid te gaan storten, de kamikaze vleermuizen waren echter al getraind om hun dodelijke werk binnenkort te gaan uitvoeren. Gas was nog een koopje en vanonder de inscheurende boerderijen in onze noordelijkste provincie werd het zelfs nog geheel gratis opgepompt. Het waren mooie tijden, al zat Trump nog wat te mokken over de oneerlijke diefstal van zijn tweede rondje potus. En boze plannen te smeden. We waren nog niet van hem verlost.

In navolging van andere beroemde Amerikaanse rolmodellen was helaas wel al de MeToo beweging rustig op gang gekomen in de polders en had de maatschappij ook hier behoorlijk overstuur gemaakt. Naarstig werd in het verleden gegraven naar allerhande misstanden en natuurlijk werden die ook her en der uit het slijk der aarde getrokken. Niet de katholieke priesters, getormenteerd door het celibaat waren deze keer de boosdoeners. Nee, het onmenselijke kwaad kwam uit een geheel andere en totaal onverwachte hoek. Maar daarover meer later.

Tijdens onze wekelijkse bezoekjes aan de weekendmarkt hier, in de volksmond liefkozend Watling Street genoemd, geniet ik niet alleen van de gezellige sfeer, het heerlijke gevarieerde aanbod van streetfood en allerhande kleding en prullaria. Wat het struinen over de koppen van de duizenden Thaise bezoekers eveneens tot een hoogtepunt maakt is de aanwezigheid van de vele zangers en zangeressen die gespeend van zicht tegen het loopverkeer in langs de talrijke kraampjes slenteren en daarbij engelachtige klanken aan hun beslist niet gehandicapte stembanden ontlokken. Het speelse gemak en de spontaniteit waarmee ze dat doen is niet alleen een genot voor het oor van de zienden, maar ook het levende bewijs van hun kracht en bezieling in hun levenslange strijd om weer een dag te kunnen overleven in een wereld die voor hun zo vreemd is als die van een nachtegaal in zijn metalen kooitje.

Al versta ik niet waarover ze zingen, de diepe emotie in hun stem alleen al beroert mijn hart dusdanig dat ik keer op keer huiswaarts keer, niet alleen beladen met eten en diverse overbodige oneetbare spullen, maar bovenal met een weemoedige naklank in mijn oorschelpen van de zoetgevooisde serenades die de zingende engelen mij brachten in de luttele seconden dat onze wegen elkaar kruisten.

Hoe vinden ze eigenlijk hun weg naar de markt en hoe als ze er eenmaal zijn? Ik verdwaal er zelf altijd bijna en word constant gebodycheckt door andere bezoekers, al kan dat laatste komen door mijn iets bredere schouders dan die van de doorsnee Thaise mannen.

Als pragmatische Nederlander heb ik me ook vaker afgevraagd, maar nooit iemand gevraagd waar al die ogen zijn gebleven. Deze week zag ik een film over een vermaard oogarts die een klein meisje uit India het ooglicht terugschonk middels een toen revolutionaire operatie. De aanleiding van haar misère was het zoutzuur dat een ‘zorgzame’ stiefmoeder in haar beide ogen had gesprenkeld met het oogmerk (excusez le mot) op een succesvolle bedelcarrière.

Speelde zoiets hier in ons geliefde Thailand ook of waren dit gewoon slachtoffers van de statistieken, van ongevallen, van oogziekten? En waarom zingen ze dan allemaal zo mooi?

Krijgen ze zanglessen in het blindeninstituut om ze klaar te stomen voor een leven buiten de bescherming biedende muren van hun toevluchtsoord?

Via een bevriende marktkoopman die zelf ook wel eens de microfoon ter hand neemt als hij zijn producten aan de man heeft gebracht, kwam ik onverwacht en ook mentaal onvoorbereid in contact met zo’n slenterende, creatuur, zo’n zangwonder. Een jonge vrouw.

Mijn vriend kan overigens uitstekend zien en is dan ook niet bepaald een groot zangtalent. Hij stelde ons aan elkaar voor waarbij ik gewoontegetrouw handjes wilde schudden, maar daar doen we hier niet aan. Ook mijn wai werd begrijpelijkerwijs genegeerd.

Haar naam was Suphaporn of zoiets, ik heb altijd moeite om die lange Thaise vrouwennamen te onthouden. Dat zullen velen hier wel herkennen. Haar nickname was Kip, eenvoudig te onthouden, echter een beetje een vreemde eend in de bijt van de zangvogels, maar wat doe je eraan?

In de dagen en weken die volgden groeide onze vriendschap en soms nam ik ook de microfoon goedlachs ter hand en vormden wij een illuster trio en soms zelfs een kwartet als mijn vrouw, een toegewijde karaoke adept, samen met ons Thaise en Isaanse klassiekers zong voor het soms wat verbaasd kijkende marktpubliek. Mijn primaire fonetische Thais klonk kennelijk aangenaam in de oren van de talrijke luisteraars want de donaties waren talrijk. Natuurlijk bleef er niet zoveel aan de gebruikelijke strijkstok van onze nachtegaal hangen: meer varkens maken de spoeling nu eenmaal dunner, daar kon ook de verdubbeling van de inkomsten niet tegenop boksen.

Na dat zo een tijdje aangekeken te hebben ontstond in mijn altijd borrelende brein een geniaal plan. De trouwe lezer herinnert zich wellicht nog mijn succesvolle redding van de onfortuinlijke Senna, wiens ogen nog werkten,  maar de benen niet. Hij verdiende zijn kost dan ook niet zingend, maar zittend en na mijn interventie werd hij een beroemdheid op zijn hoekje in Udon Thani, dicht bij Central Plaza, zoals we allemaal konden meelezen.  Enkele goedhartige TB-fans bezochten hem zelfs op locatie en maakten een babbeltje onder overhandiging van honderden bahtjes waarover hij telkens zeer verheugd was. Kennelijk loopt er hier nu zelfs een funding project om het benodigde maandelijkse kapitaal te vergaren voor nette huisvesting en een drietal warme maaltijden per dag. Een lovenswaardig initiatief waarvan ik wilde dat het volledig uit mijn koker kwam.

Maar mijn rol als journalist is signaleren, rapporteren en mobiliseren, niet participeren. De drijvende krachten achter dit staaltje van echt farang altruïsme kunnen ons misschien eens een keer een update sturen over hoe het nu met Senna gaat, wellicht al in zijn nieuw condominium op ‘loopafstand’ van zijn werkplek.

In hetzelfde licht als het goeds dat ik voor Senna op touw zette moet ook mijn reddingsproject voor Kip gezien worden.

Alleen nog complexer en moeilijker tot uitvoering te brengen dan de rolstoelimport voor de statische Senna.

Nee, deze keer dacht ik juist aan export. Kip en haar hele zanginstallatie mee naar Nederland. De aandachtige lezer, die zichzelf en soms een geliefde heen en weer transporteert tussen Nederland en Thailand weet onmiddellijk met welk logistiek probleem ik mijzelf daarmee opzadelde. Maar, hé, al spreek ik niet dezelfde taal als de locals, ze hebben mijn hart al lang veroverd met hun glimlach en hun warme persoonlijkheden en geen moeite is mij teveel om hun een klein gedeelte van hun goedheid terug te betalen middels wat hulp en steun aan een ongelukkig lid van hun gemeenschap waar ze zelf niet zo heel erg veel om geven. Logisch ook, hun eigen levenspad gaat vaak ook niet over (pioen-) rozen. Goedgeefsheid en medeleven is een luxe die de meesten zich niet veroorloven kunnen.

Met behulp van de overdadige expertise van enkele deskundige TB vaklieden aangaande immigratieproblematiek kon ik mij een behoorlijk beeld vormen van de beste methode om mijn plannen te gaan verwezenlijken.

Ik zal de lezer niet met verdere details belasten, maar slechts enkele steekwoorden noemen:

Paspoort, visum, ticket, vaccinaties, een goed gesprek met het management van het blinden instituut en een behoorlijke koffer voor Kip, want al bezat zij nauwelijks materiële rijkdom, haar buikorgeltje en stok alsmede reservedeksels en nog wat persoonlijke spulletjes moesten toch veilig mee op de langste (en ook enige) reis van haar nog jonge leven.

Ik heb nog nooit iemand zo verrast zien kijken als onze jonge nachtegaal toen haar moeder overste haar het paspoort en ticket in de hand drukte, voor die unieke passagier welwillend door de autoriteiten in een braille uitvoering als extra bijgevoegd. Er was niet veel tijd voor afscheid en andere formaliteiten; haar koffer was al klaar voor de reis en de taxi naar Udon Thani international airport stond al ongeduldig te stationairen voor de deur van haar instituut dat ze voorlopig niet meer zou zien.

Het werd een bewogen reis. Veel turbulentie maar vooral veel emoties. Haar angst voor de vlucht en het onbekende was zo duidelijk voelbaar dat ik mij afvroeg of ik er wel goed aan had gedaan om haar zo onvoorbereid weg te trekken uit haar vertrouwde donkere wereldje. Een duisternis die nu met haar mee reisde naar het onbekende en beangstigende Nederland.

Wij kwamen in Brussel aan in hartje winter en de kou sloeg ons om de oren en nog meer om die van Kip. Gelukkig had ik mijn chauffeur (een goede vriend van de familie) per WhatsApp gevraagd om een lekkere warme muts mee te brengen die we tot haar opluchting snel over haar verkleumde oren trokken, wat meteen verlichting bracht, al stopte ze niet onmiddellijk met rillen. Maar dat zal niet alleen de kou geweest zijn. Ook de zenuwen speelden daarin een grote rol, al had mijn vrouw haar tijdens de vlucht telkens bemoedigend toegesproken als ze aangaf dat ze toch liever naar huis ging. Het is de onzekerheid en afwijzing van het onbekende die we allemaal wel eens ervaren hebben: de angst voor het nieuwe. Of dat nu iets op zich onschuldigs als de eerste keer vliegen is of de allereerste confrontatie met AI of een autonome stofzuiger. Onbekend maakt nu eenmaal onbemind en niks is zo beangstigend als blind moeten vertrouwen op veranderingen die je niet kunt controleren, niet naar je hand kunt zetten en soms zelfs niet eens zien. Dan is een stukje mai pen rai misschien het enige houvast die je hebt. Maar zo steekt niet iedereen in elkaar en onze lieve Kip dus ook niet.

De ‘inburgering’ in het altijd mooie Zuid-Limburg beperkte zich tot de trap op naar haar nieuwe kamer, die ze overnam van onze onlangs uitgetrokken zoon. Diens achtergebleven decoratieve stijl deerde haar verder niks, de weeïge geur van aftershave hing nog als een hartelijk welkom in de lucht en de weldadige warmte van de genereuze radiatoren deed de rest. Het was een lange reis geweest en Kip legde zich berustend in het vers verschoonde twijfelaartje van haar nog slechts in de geest aanwezige halfbroer die inmiddels elders onderdak had gezocht en gevonden. De leegte die de één achterlaat schept weer de ruimte voor een ander. Goed geregeld in de kosmos.

Het waren de weken voor de kerst en de timing van mijn plan was dan ook geen toeval.

Om te beginnen wilde ik haar inzetten op de kerstmarkt van Aken. Ik had mijn vrouw verzocht om snel met haar een paar Duitse kerstliederen erin te stampen. Gewoon fonetisch. Het moest juist niet te perfect klinken dat voegde juist wat extra’s toe aan de charme. Ook hadden we een klein Elf pakje op de kop getikt dat we haar wilden aantrekken. Het was groot genoeg om er nog wat lekker warme winterkleding onder te proppen, zodat het arme kind het niet te koud zou krijgen daar in Duitsland waar men de Thaise vrouw gelukkig over het algemeen een warm hart toedraagt.

Tot zover werkte mijn plan perfect. Ik had ook de Duitse autoriteiten benaderd en groen licht gekregen voor deze zeer welkome aanvulling op de glühwein, de dikke kerstmannen en de met kaneel besprenkelde bratwurst. Voor het enige praktische probleem had ik een pragmatische oplossing verzonnen, ik ben in mijn altruïsme nu eenmaal niet voor één gat te vangen. Kip kende natuurlijk niet de weg op de kerstmarkt van Aken, die weliswaar niet echt groot is, maar zowat door de hele stad heen meandert. Mijn vrouw zou haar, verkleed als Santa’s wife begeleiden en ik zou, in burger, vanaf veilige afstand een oogje in het zeil houden.

Om een lang verhaal kort te maken: een doorslaggevend succes! De Euro’s vlogen de dames om de oren en ik moest regelmatig de collectebus ledigen omdat het ding de arme Kip aan de nek naar de kinderkoppen dreigde te sleuren. Na afloop trakteerde ik van de opbrengst op lekkere currywursten en glühwein en mezelf op een frisse cola light; ik ben immers altijd de BOB die iedereen weer veilig naar huis moet brengen.

Voor Kip was het één groot feest, de kerstmarkt van Aken staat natuurlijk al jaren bekend om zijn gezellige gastvrijheid en de grote variatie van kerstartikelen en ongeëvenaarde sfeer.

’s Avonds zat de jonge vrouw thuis dan ook steeds als een bezetene op haar aangepaste telefoon te appen naar haar thuisgebleven vriendinnen in het instituut en ook moeder overste mocht zich verheugen in de toegestuurde selfies die ik natuurlijk spontaan en belangeloos voor de getalenteerde zangeres gemaakt had.

Inmiddels volledig op haar gemak in haar nieuwe existentie viel zij dan ook elke avond uitgeput, maar voldaan in slaap op dat comfortabele bedje daar ergens in het voor haar verre Nederland en telde keer op keer tevreden haar aandeel van de ‘buit’.

Misschien hebben zuiderlingen of meer noordelijke kerstmarkt aficionados haar wel eens gezien en vooral gehoord daar in Aken zo’n 5 jaar geleden? Het waren twee kleinere Thaise vrouwen, eentje was elf en de ander de vrouw van de Kerstman. In werkelijkheid natuurlijk de mijne, hoewel Kip wel een echt sprookjesfiguur leek. De jonge elf zong met prachtige stem en de andere, iets oudere, maar ziende leidde haar veilig door de menigte.

Sommigen hoor ik nu in gedachten al denken dat het voor zo’n kind toch bijzonder zwaar moet zijn geweest om alles en iedereen zomaar achter te laten in het schitterende Thailand om te verkassen naar het kille Nederland. Maar de lezer moet zich behoeden voor het projecteren van zijn eigen angsten op de Thaise vrouwen. Die staan er net bekend om dat ze huis en haard kunnen verlaten, ogenschijnlijk zonder om te zien en hun kroost met een gerust hart voor jaren bij oma en opa parkeren. In de hoop dat de farang waarvoor zij deze vermetele stappen nemen gauw met een vliegticket over de brug komt voor een liefdevolle reünie met hun geliefden thuis. Het valt dan steeds te hopen dat ze gekozen hebben voor een kapitaalkrachtige variant en niet een armlastige armoedzaaier die zich alleen maar in Thailand kan voordoen als welvarend en genereus met bahtjes om zich heen strooiend. Er wordt hier in TB regelmatig door meer gefortuneerde bericht over dit soort matig te appreciëren misleiding van onschuldige Thaise vrouwen.

Maar goed, Kerstmis was voor dat jaar verleden tijd en hoewel lucratief geweest moest er gauw nagedacht worden over een nieuw verdienmodel voor de getalenteerde Kip. De kosten liepen immers onverminderd door.

Ik moest groter voor haar gaan denken. De Limburgse bekrompenheid van mij afschudden. Geen schnabbelcircuit meer, maar het echte werk.

Natuurlijk had ik al lang op voorhand mijn grijze cellen aan het werk gezet en een in mijn optiek geniaal plan daarvoor ontwikkeld.

Een talentenjacht! En niet zomaar eentje, nee dan ook maar meteen de bekendste van het hele land: de Voice. Op het moment van inschrijving was er immers nog geen vuiltje aan de lucht te bekennen. Iedereen had zijn gretige vingertjes of andere lichaamseigen uitsteeksels nog netjes binnen gehouden of er was nog niet over geklaagd door de slachtoffers van deze vreselijke praktijken die machtige lieden nu eenmaal met plezier aanwenden op van hun afhankelijke medemensen in één woord: dat moet je gewoon niet doen. Nooit! En te nimmer!

We lieten Kip een Engels liedje instuderen, ik weet niet meer wat of van wie, maar het klonk best plausibel al zou de kritische TB-kenner het wellicht tot op de theaterplanken affakkelen wegens niet origineel, vreemd accent of welk ander niet steekhoudend schijnargument dan ook. Laten we niet vergeten, beste mensen: het ging hier wel om een stekeblinde jonge vrouw die 2 maanden geleden nog nooit één woordje over de grens had gesproken en nu opeens door het leven voor de leeuwen werd gesmeten in een strijd om te overleven. Dus graag eens wat invoelingsvermogen.

Maar met haar naam hadden we wel een probleem. Sanaporn. Ja, daar kun je natuurlijk niet mee aan komen zetten in Nederland. Dan wordt het nooit wat in Hilversum en haar ‘nickname’ Kip hielp ook niet bepaald. Nee, we kozen in gezamenlijk overleg voor een andere variant van een wezen met vleugels: We kozen voor Angel. Kip had er zich maar bij neer te leggen. Wij wisten beter wat hier in Nederland goed voor haar was, dan zijzelf. Zonder mij zou ze nu nog doelloos en onzichtbaar de markten van Udon Thani voorzien van nietszeggende muzak.

Het opgestuurde geluidsbandje viel kennelijk in goede aarde bij de selectiecommissie en korte tijd later ontvingen wij een officiële uitnodiging voor het bijwonen van een van de voorronden, waar zowel Ali, Anouk, Jan (Jantjuhhh!) en de onvolprezen Marco in de jury zouden zitten op hun roemruchte draaistoelen.

Nou, de zenuwen sloegen nu toch wel behoorlijk toe bij ons thuis. Buikloop wat de klok sloeg en ongeduldig gekibbel, gewoonweg van de spanningen. Angel bleef er opmerkelijk rustig onder, als verrassing hadden we haar niks verteld over het grote avontuur dat haar wachtte en de op handen zijnde ontmoetingen met hierboven opgesomde nationale culturele schatten.

Vroeg op de dag togen wij met zijn allen in mijn trouwe Q5 noordwestwaarts terwijl we onderweg met zijn allen luidkeels het gekozen nieuwe lijflied van Angel zongen, ja schreeuwden, zo uitgelaten waren we en blij voor haar.

Voor de gelegenheid hadden we haar opgetuigd in haar eigen Isaan kloffie, gewoon om zo eerlijk mogelijk de authentieke Angel aan het Nederlandse publiek te kunnen voorstellen.

Haar live gezongen auditie kwam binnen als een handgranaat en in minder dan een halve minuut hadden alle vier de juryleden hun stoelen al met een rotvaart richting Angel gezwiept. Prachtig! Wij juichten voor haar achter het raam samen met de inmiddels onfortuinlijke Martijn; we wensen hem (tegen beter weten in) een spoedig herstel toe. Een echt hartverwarmend mens.

Van de verraste blikken van de vier aanvankelijk enthousiaste draaiers konden we geen mosterd maken. Waar ze doorgaans bijna met elkaar op de vuist gaan om een kandidate hun kamp in te lokken met fraaie onrealistische beloften, was er nu eigenlijk meer sprake van het tegenovergestelde. Ze probeerden elkaar de wat verward ‘kijkende’ Angel in de maag te splitsen. Wat een rol gespeeld kan hebben was dat ze totaal niet reageerde op hun complimenten of vraagjes. Het arme kind sprak immers nog steeds geen woordje over de grens, ook de Engelse niet en een goedbedoeld Sawadeekap van Ali kon het ijs evenmin breken.

De mannen trokken in elk geval de handen van Angel af en Anouk kreeg haar opgedrongen als teamgenootje ‘omdat zij immers ook een vrouw was’. Een pijnlijk moment voor de Nederlandse TV. Maar het zou nog erger worden.

Na een euforische thuisreis viel al gauw een brief van van de Ende op de deurmat.

De shows waren gecanceld, Ali zat in Dubai en Marco zonder vrouw in Italië, inmiddels 20 kg zwaarder door de lekkere spaghetti van moeders. Alleen Jan en Anouk gingen onverstoorbaar verder met hun muziek, al was de smaak er een beetje vanaf. Wie met pek omgaat, wordt ermee besmeurd. Jammer overigens van Marco. Ik heb hem eens live gezien en het leek me best een aardige vent. Kan me gewoon niet voorstellen dat hij wel eens een jong katje in het donker knijpt. Ali, is een ander verhaal. Zijn muziek ken ik niet en anders zou ik er niks aan vinden.

Spijtig was natuurlijk dat de (inter-) nationale loopbaan van Angel zo in de kiem gesmoord werd. Niet alleen de onzedelijk betaste vrouwen waren zo de slachtoffers van de slechteriken geworden, maar in hun kielzog ook de ambitieuze jonge talenten die nu weer onder de douche of in het lokale bruine café verder aan hun carrière moesten gaan timmeren. Bijzonder jammer.

Voor Angel zat de reis er dan ook helaas wat vroeger dan gepland op. Ze deelde ons mee dat ze heimwee had naar het instituut, de markten en haar naam Kip.

Daar hadden wij natuurlijk alle begrip voor. Mijn vrouw nam contact op met moeder overste die haar zou komen oppikken op Udon Thani International Airport. In Bangkok zou Thai Airways haar wel in goede banen leiden.

We brachten haar naar Brussel wat best een paar emotionele momenten opleverde. Wat in het hartje van Kip speelde konden we niet goed inschatten. Verdriet? Dankbaarheid? Opluchting? Ze was een gesloten boek en er kwam ook geen traan uit haar ogen, maar ik geloof dat dit een fysiek ongemak is wegens het ontbreken van traanklieren. Echter, ook geen gesnik, dus dan tast je volledig in het duister.

We zwaaiden haar nog na, maar ook dat gebaar bleef onbeantwoord. Wel zwaaide ze naar iets of iemand links. Maar wij werden overgeslagen. Mai pen rai. Ik had mijn best gedaan en ze was toch tamelijk dicht bij roem gekomen, wat sowieso een vluchtig goedje is.

Enkele dagen later kregen we een verlossend berichtje van moeder overste. Kip was goed thuis gekomen en had uitvoerig bericht over de mooie tijd met ons in Nederland. Op de vraag of het voor herhaling vatbaar was had ze slechts met een mysterieuze glimlach geantwoord.

Moeder overste bedankte zich ook namens haar voor de genereuze zak geld die ze van ons had meegekregen. Hoewel het gemakkelijk zou zijn geweest om haar te bestelen hadden we haar gewoon haar aandeel netjes gegeven en ook qua onkosten waren we heel fair geweest. Kortom, er zaten heel wat briefjes van 1000 baht

in haar bedelnapje toen ze haar moeder overste weer met een diepe zucht in de armen viel.

In al die jaren die sindsdien zijn verstreken hebben we haar nog regelmatig zien rondstruinen op diezelfde Watling Street waar we haar destijds voor het eerst tegenkwamen. We hebben haar echter niet meer aangesproken, hoogstens eens in stilte een briefje van 20 baht toegestoken. Haar bedelnap nog steeds zonder deksel. Oude gewoontes zijn nu eenmaal hardnekkig, de mijne en de hare. 555

Het was een mooie ontmoeting geweest, destijds, als door boeddha of karma zo gearrangeerd. Maar het verhaal was uitverteld. Het boek gesloten. Er hoefde geen nieuw hoofdstuk meer bij. Als mens had ik er veel van geleerd. Wie goed doet, goed ontmoet, bijvoorbeeld. En goed had ik gedaan. Ik dank Kip dan ook ervoor dat zij mij de kans gaf om een beter mens te worden.

Over deze blogger

khun Rick
khun Rick
Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 65 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.

2 reacties op “Kip, blind maar met de stem van een engel”

  1. jozef zegt op

    prachtig verhaal .Wat ben je toch een geweldige schrijver.

    • Rick zegt op

      Bedankt Jozef, jij bent ook een lezer naar mijn hart!


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website