‘Het laatste rondje’
Het was weer zo’n middag waarop de tijd zich verstopte. Bertus en Joost zaten op hun vaste plek in de hoek van de bar. De ventilator boven hen draaide langzaam, piepte af en toe en leek meer zweet te verplaatsen dan weg te nemen. Buiten in de straat hoorde je scooters sputteren en kippen kakelen, alsof ze allemaal ruzie hadden over dezelfde zandkorrel.
“Twintigduizend baht per week, Joost,” zei Bertus terwijl hij met zijn tanden een pluisje van zijn hawaii-hemd plukte. Zijn stem had de zelfverzekerdheid van een man die denkt gelijk te hebben. “Dat is toch niks? Anders leef je hier als een bedelaar.”
Joost, zijn thee altijd met bedachtzame slokjes drinkend, keek op. “Twintigduizend? Ben jij achterlijk geworden of zo?” Hij tikte met zijn lepeltje op de rand van het glas. “Ik geef vijfduizend uit. Hooguit. En dan eet ik beter dan jij.”
Bertus lachte, een korte bulder die ergens halverwege strandde. “Joost, Joost. Jij snapt het niet. Het gaat niet alleen om eten. Het is alles. Scooter, elektriciteit, een beetje luxe. Je moet je leven aankleden. Anders zit je straks als zo’n oude zak zonder verhaal.”
Joost nam een slok en zette zijn glas langzaam neer. “Een verhaal,” herhaalde hij, alsof hij het woord wilde proeven. “Bertus, je hoeft niet elke avond kreeft te eten om een verhaal te hebben. Kijk om je heen. Alles hier is al een verhaal.”
Ze keken naar de serveerster, die achter de bar glazen spoelde. Haar blik bleef hangen bij de tv, waar een Thaise soap vol huilende personages over het scherm gleed. De ventilator boven haar wiebelde gevaarlijk, maar ze keek er niet naar.
“Daar gaat weer een van je twintigduizend baht,” mompelde Joost droog.
Bertus grijnsde. “Jij met je zuinige gedoe. Wat koop je daar straks voor? Je bent oud, Joost. Hoeveel tijd denk je nog te hebben? Als het op is, is het op. Dan maar in stijl.”
Joost keek naar buiten, naar de stoffige straat waar een scooter een vergeefse poging deed om op gang te komen. “Misschien heb je gelijk. Maar hoeveel stijl heb je nodig? Uiteindelijk eindig je toch in dezelfde doos.”
Bertus haalde zijn schouders op. “Dat zeg jij nou wel, maar mijn doos is alvast besteld. Extra breed, met rood fluweel aan de binnenkant. Dat is pas stijl.”
Joost grijnsde, ondanks zichzelf. “Laat me raden: je hebt er twintigduizend baht voor betaald. Zonde. Hier passen ze alleen Thaise maten. Je eindigt straks geplet als een sardientje.”
Ze lachten allebei, een geluid dat zelfs de serveerster deed opkijken. Ze keek even naar hen, glimlachte vaag en ging verder met haar glazen.
“Zeg,” begon Joost na een stilte. “Alles wordt duurder, hè? Zelfs thee kost tegenwoordig meer dan een hele lunch vroeger.”
Bertus knikte. “Ja, Joost. Maar de wereld draait door. En wij draaien mee. Totdat we stilvallen.”
Joost glimlachte, zijn blik naar het plafond gericht. “En jij wil dat in stijl doen, hè?”
Bertus zette zijn lege glas neer. “Betalen jij of ik?”
Joost rolde met zijn ogen en grinnikte. Het was geen goede deal, maar het was hún deal. En zolang de ventilator boven hen niet uitviel, was het goed zo…
Over deze blogger
-
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand – probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.
De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.
Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral veel – dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!
Foto’s, daar doe ik niet aan. Ik sta er altijd lelijk op, terwijl ik toch weet dat Brad Pitt erbij verbleekt. Het zal wel aan de fotograaf liggen, denk ik dan maar.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur11 januari 2025‘Het laatste rondje’
- Cultuur9 januari 2025‘Bangkok, een stad die langzaam stikt’
- Cultuur7 januari 2025‘Twee vrienden die botsen over de columns van De Expat’
- Cultuur5 januari 2025‘Tussen dromen en overleven in de harde wereld van bargirls’