De stilte van de Isaan

Door Lieven Kattestaart
Geplaatst in Cultuur, Korte verhalen
Tags:
28 januari 2025

Sinds enkele dagen met vrouw Oy bivakkerend bij schoonmoeder in de Isaan.
Na afscheid te hebben genomen van een grijs en miezerig Schiphol, is het vele uren later landen in Bangkok voor mij, zoals zo vaak hiervoor, te vergelijken met het aankomen op een andere planeet.
Drukte, hitte, en georganiseerde Thaise heksenketel vechten om voorrang in een na al die jaren eigenlijk nog steeds vreemde omgeving.

Gelukkig is er dan de veilige vluchthaven van schoonma’s dorpje bij Korat, waar de meeste herrie en chaos meestal afkomstig is van de schorgekraaide hanen op het stoffige erf.

De dag na aankomst maak ik een lange ochtendwandeling met de huishond, ‘kiew ngun’ genaamd. Wat blijkbaar zoiets als ‘snijtand’ betekent, maar hang me er niet aan op, want mijn Thais is nog steeds bedroevend, na vele jaren vergeefs proberen dit gesproken spijkerschrift onder de knie te krijgen.

Een raszuivere vuilnisbakkenhond, maar na twee jaar afwezigheid herkent hij me meteen, en als ik in de vroege ochtendschemering op pad ga rent onze Rataplan van het Oosten alvast enthousiast vooruit om het pad te verkennen.
Met hier en daar een opwarmende slang op het pad geen slecht idee, zo heb ik gemerkt.

Een goede vriend, deze viervoeter, die af en toe wel wat onrustig wordt naarmate we verder van het vertrouwde erf afdwalen, maar desondanks bij me blijft.
Schoonma beschikt trouwens over een hele menagerie aan kleinvee, waaronder vele scharrelkippen, thukkeae’s en gekko’s aan de muren, deze ongewassen erfhond, én zo merkte ik, een dikke witte huiskat.

Die me ’s avonds laat, toen ik na het begroeten van vele Chang biertjes een afwateringsproject wilde opstarten in de morsige badkamer, de stuipen op het lijf joeg door plotseling in het pikkedonker vanachter de wc-pot op te duiken.

Daarbij perfect de zwevende geesten van menig Thais griezelverhaal nabootsend, en deze Nederlandse held op sokken zeker een halve minuut de mogelijkheid tot lozing van overtollig bier ontzeggend.
Welkom in de Isaan, O’ verre doch zwakke nazaat van Tromp en De Ruyter.

Dit soort ochtendverkenningen over de zanderige achterafpaadjes zijn voor mij de kers op de vakantietaart, gewoon vanwege de rust en de desolate omgeving waarin op dit vroege uur verder nog geen mens te bekennen valt. Heerlijk.
Nog lekker koel, af en toe een onbekend pad inslaand ( wat meestal doodloopt in iemands cassaveveld of droogstaande visvijver vol onkruid ) en geen enkele zorg aan het hoofd dan proberen mijn sokken distelvrij te houden.

Bij thuiskomst geef ik mijn harige metgezel als dank een fikse kluif, en mezelf een ijskoude doch verfrissende douche met schoonma’s tupperware-bakje. Dan even een scheut aftershave over het ongeschoren bakkes (dennengeur onder de palmen, het bestaat) en ik ben weer het heertje.

Buitengekomen vraagt naastwonende schoonzus of ik zin heb om morgen een plaats in de omgeving te bezoeken met een prachtig uitzicht, en dan wat later ergens neer te strijken voor uitgebreide Thaise rijst en zopie.

Vrouw Oy heeft geen bezwaar, en nadat ik enkele foto’s heb aanschouwd van glorieuze heuveltoppen gedrapeerd in ochtendnevel stem ik toe. Waarom ook niet.
Mystieke heuvels, mistige verten, heerlijk Thais eten, om over drank maar te zwijgen, wat wil een vakantie vierende farang nog meer?

De volgende morgen schuift er een flinke geblindeerde personenbus het erf op. Zijn komst ver vooruit aankondigend door de bonkende bassen, die de autodeuren zowat bol laten staan van de decibels.
Ik begin al enige argwaan te krijgen over deze trip, maar besluit niet meteen het ergste te denken.

Eenmaal op weg met vrouw Oy, schoonzus, de chauffeur en enkele andere genodigden, weet ik het muziekvolume, na enig aandringen, tot net onder mergsplijtend maar nog wel boven lichte hersenbeschadiging te krijgen.
De chauffeur kijkt wat verbaasd na mijn verzoek, want zo hard staat het toch niet?

De Thai zijn wat dit betreft in mijn optiek compleet van de pot gerukt, en denken echt dat ze terstond in coma zullen geraken als hun leven niet gevuld is met wezenloos lawaai.

Onderweg zal schoonzus de reispret nog wat verhogen door mee te gaan zingen met de plaatselijke smartlappen, iets wat te danken is aan een buurman die ooit (flink boven zijn theewater zijnde) haar vertelde dat ze over een mooie zangstem beschikt.
Niets is echter minder waar, en moge buurman in interessante tijden leven door op iedere eerste van de maand een half uur lang ongeneeslijke jeuk te krijgen aan zijn tweede appendix.

De eerste rit zal dik anderhalf uur duren, en sufgebeukt door mor-lam geluiden en de vele muzikale achterneven daarvan bemerk ik, eenmaal aangekomen op de plek des vrije vergezichten, dat deze veel meer wegheeft van een plaats des onheils.
Want wat horen mijn alreeds geperforeerde trommelvliezen bij het verlaten van de bus?

Monnikkengeprevel.
En dan niet van in eigen persoon aanwezige, uiterst devote in goudgele pijen geklede volgelingen van Boeddha, maar van een grijsgedraaide dvd. Die de monotone preken luidkeels in mijn oor toeteren via strategisch opgehangen luidsprekers.

Het land van belofte, welke mij gisteren als een wortel werd voorgehouden, blijkt namelijk tevens een boeddhistische mega-tempel te herbergen, met alle opsmuk en klatergoud van dien.

Enige nattigheid voelend kijk ik naar eega, maar die is ineens druk met het uittrekken van schoeisel en het naar alle vier windstreken waien teneinde de verzamelde beeldentuin niet teleur te stellen.
Na een dik uur, waarin ik in de zeldzame bloedhitte rijen boeddhabeelden mag bewonderen, op mijn sokken van het grandioze uitzicht mag genieten ( wat jammer genoeg door een fikse mist aan datzelfde uitzicht word onttrokken ) en er menig bankbiljet in offerblokken word gefrommeld, is het weer tijd voor de donderende decibel-bus.
Nu gelukkig wel met veel voedsel en drank in het vooruitzicht na de eerste geestelijke geluidshorde te hebben genomen.

Bij de parkeerplaats staat een witgeklede vrouwelijke non met een stalletje, die ons vraagt of we misschien op de valreep nog wat boeddha-parafernalia willen aanschaffen.
Dat willen we niet en bestijgen daarop de bus, maar niet nadat eerst de muziekinstallatie synchroon is gezet met ieders hartslag en huiverniveau.

Onderweg, dromend van perfect passende oordoppen en een lange rustgevende retraite op het eiland van een zekere R. Crusoe, deed de verkoop- vraag van de vrouwelijke monnik me terugdenken aan enkele dagen geleden, toen wij nog in jetlag-mode de straten van Pattaya onveilig maakten.
Dat we niet de enigen waren bleek toen Oy een tweetal monniken ontwaarde, een oudere man met een jonge novice in zijn kielzog.

Afkomstig uit Khon Kaen, volgens de oudste vertegenwoordiger van de Verlichte, nadat hij vrouw Oy de zegen had gegeven.
Oy, gul als ze is, gaf hem een biljet van 500 baht en wilde verder lopen.
Waarop de oude monnik vroeg om een tweede 500 baht, ditmaal voor de novice.
Vrouw Oy is heel goed in het trekken van wat ik haar ‘stenen masker’ noem, een gezichtsuitdrukking die menig pokerspeler graag in zijn repertoire zou willen hebben, en soms licht angstaanjagend kan zijn.
Ook deze keer lukte het haar moeiteloos.

Ze zei de monnik kortaf dat het gegeven geld voor beiden was, en liep door.
Even later beklaagde ze zich bij mij, (gediplomeerd heiden met neiging tot terugval in oude zonden), dat dit vroeger nooit voorkwam en het monnikendom hard achteruit boerde.
Ik gaf haar gelijk.
Want laten we eerlijk zijn, voor dat geld had ik ook flink wat Chang bier kunnen verzamelen in het Sodom en Gomorra
met zeezicht waar we vertoefden.

Ook dit bleek, vreemd genoeg, niet het goede antwoord te zijn op weg naar verlichting, of enige goedkeuring van vrouwlief.

Onze bus boenderde intussen voort, over wegen die op zijn zachtst gezegd meer en meer beroerd werden.
We hadden de steven namelijk richting omgeving Khao Yai gewend, en zouden de volgende drie uren niet alleen ons hamer en aambeeld dermate beschadigen dat ze van het donorcodicil geschrapt konden worden, maar werden door het te volgen karrepad- gravel ook zodanig door elkaar gehusseld dat ik met gemak zelfstandig wat nierstenen had kunnen vergruizen.

Eenmaal aangekomen bleek de zo opgehemelde voedselverstrekker niet een met Thaise Michelinsterren bekroonde uitdragerij te zijn, maar, uiteraard geheel toevallig, een ruimwonende vriendin van schoonzus die voor ons zou koken.

Aan tafel bleek dit inderdaad de moeite waard te zijn, met ongelooflijke bergen voedsel, het ene gerecht nog lekkerder dan het ander, en het geheel soepeltjes weggespoeld met hectoliters bier en ruim voorradige Hong Thong whiskey.
Een aangenaam verpozen dat me even de bloedstollende bassen en mijn hobbelhernia van onderweg deed vergeten.
Héél even.

Tot het moment dat de gastvrouw besloot het onvermijdelijke gruwelkabinet op te starten zonder welk geen enkel Thais feestje compleet is.
Oftewel karaoke.
Geluidsboxen werden aangesloten op microfoons, gelijkgestemde zielen vonden elkaar door het via telefoon uitwisselen van favoriete zangers, kelen werden geschraapt, en de kakofonie van wansmaak en slechte zangers kon losbarsten.
De ultieme hel voor menig introvert persoon, waaronder ik.

Die verdere avond, nog enigszins bewust door mij meegemaakt, bleek niet alleen schoonzus over een braam op haar stem te beschikken, maar ook onze chauffeur.
Die zo mogelijk nog beroerder zong, maar daar zelf geen notie van had door het steeds vooraan staan tijdens het ledigen van de whiskyflessen.

Toen ons gezelschap uren later wederom de bus besteeg, had hij het stuur overgedragen aan zijn gelukkig nog nuchtere vrouw, en ging zelf op één van de vele achterbanken onder zeil.
Zo te zien zonder enige waarneembare hersengolven, of andere levenstekenen van betekenis.
De rest van de rit zou hij compleet in coma doorbrengen, wat voor zowel de muziek-keuze alsook het volume daarvan een zegen zou blijken te zijn.

Niet echter dat er nu van stilte sprake was.
Dit omdat schoonzus, sowieso al een begenadigd spreker zijnde, samenhangende met haar vage Thaise makelaarswerkzaamheden, deze volgende uren aangreep om vele achterstallige telefoongesprekken af te handelen.

Haar verleden als scheepstoeter-dorpsomroeper in ere houdend ging ook dit niet op fluistertoon, en vroeg ik me andermaal oprecht af of ik deze dag ooit geestelijk ongeschonden ging overleven, of eenmaal op schoonma’s erf teruggekeerd rijp zou zijn voor opname.
En door drie potige kerels in een dwangbuis geholpen zou moeten worden.
Met enig geluk werd ik dan wel in een geluiddichte kamer met rubberwanden opgeborgen, iets wat me op dat moment als het paradijs voorkwam.

Thuisgekomen probeerde ik de hardnekkige fluittoon uit mijn oren te krijgen door met mijn hoofd meermaals tegen de slaapkamer-muur te beuken, wat zowaar enigszins hielp, en omarmde het eerste goede voornemen van 2025. Namelijk om dit soort aangeboden familie-tripjes in de toekomst te mijden als de bacil van Yersin.

De volgende morgen, nog bijkomend van hersenverweking door inname van sloten plaatselijke verdoving, had ik zowaar toch de energie vroeg op te staan, de loopschoentjes aan te trekken, en de mistige Isaan-wereld verder te gaan verkennen.
Met voor me uit lopend een viervoetige tekenbaal, die het wederom prachtig vond samen op pad te gaan.
Een echte maat.

Die me niks op de mouw speldt over mystieke vergezichten, een boeddhistische hemel die je kunt kopen met bijdragen in bahts, me niet overspoelt met zielloze bonkmuziek, half doof maakt met vals en bezopen gekrijs in een karaoke microfoon, geen waardeoordeel over me velt in verband met mijn vermeende financiële achtergrond, maar bovenal weet te genieten van iets wat stilte heet.

Samen met die gekke farang uit Nederland.

Over deze blogger

Lieven Kattestaart
Lieven Kattestaart
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.

Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.

Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.

14 reacties op “De stilte van de Isaan”

  1. Poe Peter zegt op

    Super geschreven!!

  2. Cornelis zegt op

    Weer geweldig, Lieven. Kijk altijd uit naar jouw verhalen!

  3. Jos M zegt op

    Prachtig weer Lieven.
    Zelf ook een paar keer meegegaan met familie uitjes tot de laatste keer dat ze een chauffeur hadden gehuurd die de gewoonte had om het gaspedaal te bespelen
    gas bij, gas los en dat ongeveer 6 keer per minuut.
    Toen we weer thuis waren heb ik gezegd dat ik nooit meer met deze chauffeur mee zou gaan, daar was de familie pissig over want in hun ogen was hij goed, als we een verkeerslicht naderden gingen de alarm lichten aan!
    Ik vroeg via mijn vrouw of hij soms geen remlichten had maar dat deed de chauffeur voor extra zekerheid…

    • JosNT zegt op

      Ja Jos M, mijn zwager is ook zo een chauffeur.
      Ik heb nooit begrepen waarom hij dat doet. Als ik op de achterbank zit wordt ik er bijna wagenziek van. Mijn vrouw zegt dat het toch normaal is want moest hij geen gas bijgeven dan zou de wagen stilvallen. Kijk, daar was ik nooit zelf opgekomen.

      • Jack zegt op

        Is dit typisch Thai?
        De eerste keer dat ik in Thailand was in 1992 ging ik met een klein groepje westerse toeristen in een busje van Bangkok naar Kanchanaburi en toen vroegen we aan de gids of ze de chauffeur wilde vragen te stoppen met dat steeds gas geven en weer los laten, we werden er knettergek van.

        • Wim zegt op

          Ja, dat is typisch Thai. Men neemt het van elkaar over. In Thailand bestaat geen verplichte verkeerslessen/-cursussen die tot rijexamens leiden. Iedereen leert het van elkaar of door eigen praktijk. De “examens” die er zijn toetsen over behendigheid. Niet het hebben van verkeersinzicht, een juiste verkeersattitude, het kunnen besturen van en het rijden met een auto. Mijn Thaise vrouw deed dat idem. Ze was niet gewend haar rechtervoet rustig het gaspedaal te bedienen. Daarbij meende ze veilig te kunnen rijden op loszittende sloppers. Dat heb ik haar verboden. Slippers aan, dan sleutels inleveren, werd mijn gebod. Overigens rijdt haar broer ‘smorgens de kinderen in de buurt naar school: ook op slippers, zijn jongste op schoot, de mobiel in de hand.

  4. JosNT zegt op

    Prachtig Lieven. Ik heb het eerder al geschreven: je bent mijn favoriete schrijver. Al je verhaaltjes zijn uit het leven gegrepen en zo herkenbaar! Al we ergens naar toe gaan ben ik steeds weer verbaasd dat er weerom een paar vriendinnen van mijn echtgenote meeliften. Maar dat weet ik nooit op voorhand. Thais kunnen gewoon niet alleen zijn.
    Gisteren vroeg ze mij om naar een nabijgelegen dorpje te rijden naar de plaatselijke markt. Opnieuw twee vriendinnen op wacht en tijdens de rit gaf ze een draai aan de volumeknop. Ik houd niet zo van luide muziek in de auto en verlaagde het geluidsniveau. Iedereen keek mij verwonderd aan en ik gaf als uitleg dat er toch niemand naar de muziek luisterde en ze zo elkaar beter konden verstaan terwijl ze onophoudelijk tegen en door elkaar kwebbelden. Aangekomen in het dorpje werd mij verteld dat het reisplan gewijzigd was en ik moest doorrijden naar een andere markt net voor Korat. En telkens er tijdens de rit een telefoongesprek gevoerd werd, gebeurde dat met de luidspreker aan zodat iedereen kon meegenieten. En opmerkingen kon maken of ongevraagd tussenkomen in het gesprek. Ik maak het al jaren mee maar toch kan ik er niet aan wennen.

    • Lieven Kattestaart zegt op

      Beste JosNT,
      Dank voor het compliment en ik voel met je mee.
      Ik heb wel gemerkt dat om een enigszins leesbaar stukje te schrijven, ik jammer genoeg eerst een halve lijdensweg af moet leggen om enige inspiratie op te doen..
      Maar je hebt gelijk, want dit soort situaties maken we allemaal mee, en zelden is het plezierig.

      Op deze specifieke rit zag mijn schoonzus zelfs kans op de terugweg, en tussen het telefoneren door, haar eigen you-tube muziekvideo’s op de mobiel te gaan bekijken. Met ook de autoradio nog aan ( op flink volume ) gaf dat werkelijk een niet beschrijven kakofonie van geluid, valse tonen, en in elkaar overlopende herrie.

      Het vreemde was dat ik de enige was die er licht stapelgek van werd, de rest had zo te zien nergens last van.
      Nimmer zo blij geweest de eindbestemming uiteindelijk te bereiken.
      Vriendelijke groet Lieven,

  5. william-Korat zegt op

    Fantastisch verhaal uit de losse pols ingetypt, geheel in eigen stijl.
    Ja, je op het verkeerde been zetten en dan met een blik van een tiener van twaalf reageren is de Thai goed in. Waarschijnlijk zijn er nog een aantal zaken van ‘spontane’ activiteiten je volledig ontgaan. Er gaan maar weinig zaken ‘voor niets’ in deze regio. Ongeleide projectielen zijn het. Herken een hoop zaken waar ik ook wel eens ‘ingetrapt’ ben. Top.

  6. Roelof zegt op

    Schitterend verhaal, gelukkig is mijn vrouw niet van het lawaai, ik wordt zelf regelmatig gemaand de tv zachter te zetten.

  7. Johnny zegt op

    Prachtig verhaal, subliem verwoord.

  8. PEER zegt op

    Bedankt Lieven,
    Heb weer heerlijke gemijmerd over fietstochten door Isan en dan de highways vermijden. Deels om de herrie van langscheurende auto’s, vrachtwagens en motosai met hun gevaarlijke “mobile phone”-gedrag.
    Bovendien voel ik me als Hector Malot alleen op de wereld, fietsend over de smalle gravel weggetjes.
    En die rust en iedereen die die gekke fietsende Farang groet.
    Kan me helemaal indenken hoe jij ‘s-morgens door de, nu kale, Isaanse rijstvelden wandelt.

  9. Paul zegt op

    Leuke titel: “De stilte van de Isaan” die mijn aandacht direct trok, want na 11 jaar ben ik Isaan ontvlucht vanwege de alom aanwezige geluidsoverlast.
    Maar ook op andere plaatsen is het niet te harden.
    In Rayong (verschillende locaties), Chonburi en in mijn huidige woonplaats Cha-am, overal is er lawaai tot vaak diep in de nacht.
    Cha-am geldt als rustig en kalm provinciestadje, maar midden in het centrum staat een bar zonder muren met zeer luide muziek (vaak ook live-bands), pak weg 300 meter van mijn huis.
    Dat betekent dus nooit slapen voor 1 uur ’s nachts en constant herrie met zeer lage, zeer harde lage tonen.
    Om gek van te worden.
    Politie lacht je uit.

  10. Rob V. zegt op

    Weer leuk geschreven, dankjewel Lieven!


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website