‘De mystiek van Thaise vrouwen’
Ergens halverwege mijn verblijf in Thailand begon ik te vermoeden dat Thaise vrouwen niet zomaar vrouwen zijn. Nee, zij lijken eerder op een geheim genootschap, gehuld in zijden gewaden en een fluisterende taal die je nooit helemaal begrijpt. Je denkt: ach, vrouwen zijn overal hetzelfde. Fout. Het verschil? Subtiliteit. En subtiliteit is gevaarlijk, vooral als je het niet doorhebt.
Neem mijn eerste ontmoeting met Sue, mijn vrouw. Ze begroette me met een glimlach die zowel beleefd als ondeugend was, een combinatie die ik bij westerse vrouwen zelden tegenkom. Het begon al met thee. “Wil je thee?” vroeg ze. Voor ik kon antwoorden, stond de thee al op tafel. Niet dat ik het erg vond, maar het zette de toon. Thaise vrouwen lijken geboren met een zesde zintuig. Ze weten wat je nodig hebt voordat je zelf hebt, beseft dat je überhaupt iets nodig hebt. Het probleem? Ze verwachten dat jij dat ook over hen weet.
En daar begon mijn probleem. Want wat wil een Thaise vrouw? De vraag stellen is haar al verkeerd beantwoorden. Ze willen alles, en niets tegelijk. Laat me uitleggen: op een middag besloot ik bloemen mee te nemen. “Waarom bloemen?” vroeg Sue, met een frons die ergens tussen verrassing en lichte teleurstelling hing. “Omdat ze mooi zijn,” zei ik. Fout. “Ze sterven binnen een week. Zonde.” De bloemen verdwenen, en ik zat achter met het gevoel dat ik zowel een romantische held als een complete idioot was.
Sue vroeg me eens of ik kon raden wat ze wilde eten. Ik probeerde het diplomatiek: vis, rijst, curry? Uiteindelijk wees ze op een mango in de boom die op precies drie meter hoogte hing. Een mango, begreep ik, die ik zonder ladder moest plukken, anders was het ‘niet leuk meer’. Het begrijpen is een illusie, dat weet ik nu.
Dat mysterie is wat Thaise vrouwen zo fascinerend maakt. Ze leven in een wereld waarin woorden en gebaren zorgvuldig zijn afgemeten. Zij zien nuances die jij over het hoofd ziet. Een frons betekent niet alleen ‘nee’, maar ook ‘misschien’, ‘ik denk erover na’ of ‘ik wil iets anders, maar zeg het niet’. Je denkt dat je het begrijpt, tot je merkt dat zij jou al tien stappen voor zijn. Het is frustrerend, maar ook bewonderenswaardig.
En dan is er nog hun vermogen om tegenstrijdigheden moeiteloos te omarmen. Ze kunnen charmant glimlachen terwijl ze je stevig terechtwijzen. Of je vol overtuiging vertellen dat ze geen cadeaus willen, om vervolgens lichtelijk beledigd te zijn als je met lege handen thuiskomt. Ik heb geleerd dat je in deze situatie altijd het zekere voor het onzekere moet nemen. Als ik twijfel, neem ik nu bloemen én mango’s mee. Liever overdreven dan tekortgeschoten.
Het draait uiteindelijk niet om winnen of begrijpen. Het draait om meespelen in een spel dat je niet kunt winnen, maar dat je met plezier blijft spelen. Want eerlijk is eerlijk: elke keer als ik denk dat ik iets snap, verrast Sue me opnieuw. Zoals die keer dat ze me vroeg wat ik van haar nieuwe jurk vond. “Mooi,” zei ik oprecht. Haar antwoord? “Dus mijn andere jurk vond je niet mooi?” En daar stond ik, gevangen in een mysterie waar geen uitweg is. Maar wie wil eruit?
Het gaat niet om het begrijpen. Het gaat om het meespelen. Want uiteindelijk is het niet de thee die telt, maar hoe je hem schenkt – en vooral hoe je die glimlach terugkrijgt. Misschien is dat de essentie van de mystiek: niet het raadsel oplossen, maar er deel van uitmaken…
Over deze blogger
-
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand – probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.
De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.
Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral veel – dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!
Foto’s, daar doe ik niet aan. Ik sta er altijd lelijk op, terwijl ik toch weet dat Brad Pitt erbij verbleekt. Het zal wel aan de fotograaf liggen, denk ik dan maar.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur15 januari 2025‘De mystiek van Thaise vrouwen’
- Cultuur13 januari 2025‘Het verkeer in Bangkok is dansen met chaos’
- Cultuur11 januari 2025‘Het laatste rondje’
- Cultuur9 januari 2025‘Bangkok, een stad die langzaam stikt’