‘De Bangkok vetkleintjes in de fastfood tempels’
Ik moest recentelijk een paar dagen in Bangkok doorbrengen. Krung Thep, de stad van tempels, tuk-tuks en… kinderen die eruitzien alsof ze van suikerwerk zijn gemaakt. Terwijl ik door de stad dwaalde, voelde ik me als een ontdekkingsreiziger in een nieuw land, tot mijn blik werd gevangen door een vreemd fenomeen: kleine Buddha’s op sneakers. Ze wiebelden door de straten, puffend onder de zwaarte van hun schooltassen. Niet zomaar mollig, nee, dit waren kinderversies van sumoworstelaars, compleet met wangen die wiegden als ze lachten.
Nu moet u weten, ik heb niets tegen kinderen. Ze zijn, zoals ik het zie, een fascinerende combinatie van proefkonijnen en natuurfenomenen. Maar dit? Dit voelde bijna mythisch. Ze zaten in fastfoodrestaurants alsof het tempels waren, met grote bekers frisdrank die als heilige relikwieën werden vastgehouden. Eén jongetje staarde me recht aan terwijl hij een kipnugget doopte in een plas saus. Langzaam. Grondig. Alsof hij deelnam aan een ceremonie waarvan alleen hij het ritueel begreep.
Natuurlijk deed ik wat iedere verantwoordelijke volwassene zou doen: ik Googelde. En jawel, Thailand blijkt tegenwoordig de hoogste kinderobesitascijfers van Zuidoost-Azië te hebben. Hoe dat zo gekomen is? Simpel: globalisering. Waar kinderen vroeger nog gelukkig waren met een mango en wat kleefrijst, biedt nu alleen een dubbele cheeseburger genoeg troost. McDonald’s en TikTok hebben de Thaise kindertijd overgenomen, hand in hand marcherend naar een wereld waarin calorieën regeren.
En toch, wie zijn wij Westerlingen om te oordelen? Terwijl ik daar stond te googelen als een antropoloog met wifi, herinnerde ik me hoe mijn dochter in Nederland haar kinderen overladen met quinoa-snacks en lactosevrije yoghurt. En vervolgens belonen met uren schermtijd, alsof dat geen cognitieve ravage aanricht. Misschien zijn de Thaise vetkleintjes gewoon eerlijker. Ze geven tenminste toe dat ze geen broccoli willen.
Ik probeerde mijn observaties te delen met een moeder, die ontspannen op een plastic stoeltje zat terwijl haar zoontje zich gulzig door een XXL-cola heen werkte. “Maakt u zich geen zorgen over zijn gezondheid?” vroeg ik voorzichtig. Ze glimlachte breed. “Dik zijn is gelukkig zijn,” antwoordde ze, alsof dat een onwrikbare wet van de natuur was. Haar zoontje keek op, nog steeds dippend en bevestigde haar uitspraak met een vreugdevolle slok.
Die woorden bleven hangen. Dik is gelukkig. Maar wanneer werd dikte eigenlijk een zonde? Is dit niet gewoon een ander voorbeeld van ons verlangen om alles te perfectioneren, van BMI’s tot zelfhulpboeken? En waarom voelde ik tegelijkertijd de onbedwingbare neiging om die cola uit het mollige handje te rukken?
De volgende ochtend zag ik iets wat me anders deed denken. Een jongen, duidelijk een van die vetkleintjes, hielp een toerist die haar telefoon had laten vallen. Zijn mollige handjes tilden het toestel op met de gracieuze toewijding van een monnik die een lotusbloem offert. En terwijl hij breed glimlachte, begreep ik iets: niet alles hoeft in een ideaalbeeld te passen. Misschien draait het leven niet om BMI’s of perfecte plannen, maar gewoon om momenten zoals deze.
Soms is geluk gewoon een kipnugget met te veel saus. En wie ben ik om daar over te oordelen…?
Over deze blogger
-
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand – probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.
De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.
Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral veel – dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!
Foto’s, daar doe ik niet aan. Ik sta er altijd lelijk op, terwijl ik toch weet dat Brad Pitt erbij verbleekt. Het zal wel aan de fotograaf liggen, denk ik dan maar.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur28 januari 2025‘De Bangkok vetkleintjes in de fastfood tempels’
- Cultuur26 januari 2025‘Heimwee in de tropen’
- Korte verhalen23 januari 2025‘Miljonair zonder miljoenen’
- Cultuur21 januari 2025‘Respect voor Thaise vrouwen’
Inderdaad soms een kipnugget, daar is niks mis mee.
Wij hebben twee achterkleinkinderen in huis, en ik ben blij dat die een normaal gewicht hebben, maar we moeten blijven opletten, dat ze niet te veel rotzooi eten.
We laten ze heel af en toe een pizza eten, of een lekker patatje, of een ijsje.
Ze hebben elke dag wat centjes mee naar school, en ik weet zeker dat ze daar ook wel eens kanom van kopen, dus krijgen ze genoeg suiker binnen.
Dik zijn is gelukkig zijn, maar dat geluk verdwijnt snel, als er gezondheidsproblemen ontstaan, vaak is het gemakzucht van de ouders, om van het gezeur van de kinderen af te zijn.
38 Jaar geleden kwam ik voor het eerst in Bangkok en leerde daar mijn vrouw kennen.
Als ik eten kreeg en het bord was leeg (doen wij vaak ook uit beleefdheid), kreeg ik de volgende meer. Dat ging zo maar door. Totdat, je het echt niet meer op kan. Echter zijn we dan wel meer dan 1 bord verder. Het uiteindelijk effect werd dan ook duidelijk zichtbaar. Geen bierbuik, maar een eetbuik (komt op het zelfde neer). Op mijn vraag of het niet eens tijd werd, mij wat minder eten te geven kwam het volgende antwoord:
Als je dik bent zegt iedereen dat we het goed hebben en ik heel goed voor je zorg.
Als je mager bent dan hebben we het slecht of zorg ik heel slecht voor je en krijg ik van iedereen opmerkingen en commentaar.
Tja, tenslotte wilde ik haar ook niet in de problemen brengen en geniet ik nog steeds van al dat lekkers.