Bejaard, bebaard, maar toch nog de moeite waard?
Het was een zwoele avond in Bangkok, de stad die volgens de brochures en het internet nooit sliep. Of was dat nu New York geweest? Maar daar gaan ook gewoon om middernacht de lichten aan in de kroeg en worden wat te lang hangen gebleven gasten vriendelijk verzocht om op te zouten of anders het risico te lopen om de deur uitgedweild te worden, samen met bruin water en opgeweekte bierviltjes. Peuken niet meer, die tijden waren lang geleden in rook opgegaan.
Peter is mijn oom van moeders kant, haar allerjongste broer uit een gezin van twaalf. Hij is inmiddels een man van 74 jaar en al vijf jaar weduwnaar, nadat tante overleed aan een hartkwaal die als magere Hein rond waarde in haar familie en nog maar weinigen of misschien wel helemaal niemand heeft gespaard.
Oom Peter zat met zijn grijze baard en bril op een ooit zacht, maar nu wat doorgezeten bankje in de lobby van zijn nette 3-sterrenhotel, ergens in de buurt van de één of andere bekende shoppingmall. Je moest hem niet vragen hoe, wat, of waar precies of zelfs maar waarom. Dat wist hij ook niet. Alles was voor hem geregeld. Hij was namelijk zelf helemaal geen fan van grote steden, ook niet van verre landen, maar zijn dochter, mijn altijd zorgzame nicht Truus had hem overgehaald om de vakantie in Thailand samen met haar en haar man door te brengen.
Ze hadden gezegd dat het goed voor zijn geestelijke gezondheid zou zijn, dat hij best wat Aziatische cultuur kon gaan opsnuiven, weer eens de deur uit, onder de mensen komen. Die zijn in Thailand ook nog eens bijzonder vriendelijk en altijd vrolijk, dus ideaal voor een oude zuurpruim had ze nog lachend toegevoegd aan haar vakantie pleidooi. Voor hem had dat ook wat dichter bij huis gekund, maar ja, zij waren nu eenmaal fan van verre reizen en Thailand was hun favoriete bestemming. Peter had wel niet echt behoefte aan het opsnuiven van cultuur, maar eens even de eeuwige sleur van het alleen thuis zitten doorbreken, waarom niet? En als hij daarvoor dan naar de andere kant van de wereld moest reizen? Het was de enige optie, dus hij had ja, en amen gezegd op alle voorstellen.
Vorige week waren ze aangekomen. Best een hoop gedoe, zo’n lange reis, maar dan was je ook wel ergens, natuurlijk. Na een paar dagen drijvende markten, traditionele shows met olifanten, klassieke dansjes en nog wat meer toeristenvoer begon langzaam de vermoeidheid in te treden. In zijn benen en in zijn hoofd. Ook in zijn hart, want er was nog steeds het gemis van tante, waar hij immers bijna in best goede harmonie de 50 jaar samen mee had aangetikt.
Rustig mijmerend en wat in het luchtledige voor zich uit loerend, kon hij niet bevroeden dat vandaag het hoogtepunt van zijn vakantie zou gaan plaatsvinden. Misschien zelfs van de afgelopen wat saaie en inactieve jaren. De echte avonturen moesten namelijk nog beginnen. Nou ja, avonturen. Alles is uiteraard betrekkelijk.
De eerste aanzet kwam toen Peter besloot om een klein rondje te voet te gaan maken door de stad. Geheel in zijn eentje, want de kinderen hadden een avonddiner op één of andere rivierboot geboekt en hij gunde hun dat moment van romantiek zonder het derde wiel aan de wagen te willen uithangen, bij wijze van spreken dan. Ondanks een negatief advies van zijn bezorgde Truusje wilde hij de stad op zijn eigen manier gaan verkennen: op zijn gemak wandelend, bezweet, maar wel met een glimlach en zonder haast, net als de mensen van Bangkok zelf.
Hij trok zijn sandalen strak aan, zonder dat het kunstleer in zijn sokkenloze voeten drukte en verliet vriendelijk links en rechts knikkend de koele lobby om zich in de hitte en drukte van de straten te storten. Hij onthield heel slim elke bocht, afslag en kruising, zodat hij straks gewoon rechtsomkeert kon maken, terug naar zijn tijdelijke huisvesting. De ademende versie van GPS, maar dan een beetje buiten adem.
Na een half uur onderweg, raakte hij uiteraard wat verdwaald. In zijn hoofd was de afgelegde route eerst verward geraakt en daarna maar gewist. Zo had hij er toch niks meer aan.
Wat hij niet had voorzien, was dat hij al wandelend en onthoudend in een nogal bijzondere wijk terecht was gekomen. Daar waar plots de neonlichten bijzonder fel en kleurrijk oplichten aan de gevels hoorde hij in de directe omgeving Thais pratende mensen, luide muziek en uitgelaten gelach. Toen hij de volgende hoek omging, zag hij een discotheek met een kleine rij bezoekers voor de deur. Eén voor een werden ze binnengelaten. De muziek die hij had gehoord kwam uit de deur die uitnodigend op een kier stond en hem welkom leek te heten. “Waarom niet?”, dacht Peter. Hij was toch in Thailand, waarom zou hij niet een keer uitgaan? Hij had wel eens een nachtclub bezocht in zijn jongere jaren, hoewel de herinneringen eraan niet erg helder meer waren. Maar dit was Bangkok, en hij was hier nu toch, dus hij liep richting de deur en sloot aan in de korte rij van blije luitjes. De security man van één meter vijftig hoog en ook net zo breed keek hem wat bevreemd aan, maar wuifde hem toch met een professionele glimlach door.
Binnen was het als een feestelijke detonatie van geluid, felle lichten en bewegende lichamen. Peter sloot zijn ogen kort om zijn netvliezen te sparen, hield zijn handen tegen zijn oren gedrukt wegens zijn trommelvliezen, schakelde zijn verstand naar “doe zoals de verdwaalde toerist” en stapte weifelend verder naar binnen. Hij had geen idee waar hij terecht was gekomen, maar de plek had voor hem een soort van magische kracht, ergens tussen afstoting en aantrekking in en hij wiebelde een beetje in het midden op en neer. Hij voelde zich wat opgelaten, een beetje misplaatst tussen al die jonge mensen en dat was hij natuurlijk ook wel, maar hij besloot er niet te veel over na te denken. “Go with the flow, Peter”.
De meeste mensen in de tent waren overigens toevallig vrouwen. Jonge en aantrekkelijke vrouwen. We waren immers in Thailand, het vrijgezellen paradijs. Ze leken stuk voor stuk in hun twintiger jaren te zijn, hun kleurrijke outfits flonkerden in het neonlicht terwijl ze dansend over de vloer bewogen, sommigen wild en ongecontroleerd en anderen bedachtzaam en mystiek. Peter voelde zich plotseling toch wat ongemakkelijk. Wat deed hij hier? Hij had geen danspartner, stond maar wat te gluren bij de uitgang en de bar was te ver weg voor een drankje. En de vrouwen… verkeerde categorie. Ze keken niet bepaald naar hem om en dat vond hij ook meer dan begrijpelijk. Of misschien negeerden ze hem zelfs gewoon. Dat was ook nog een plausibele optie. Hoe dan ook, Peter voelde zich meer een antiek object in een feestwinkel dan een deelnemer aan het feest.
Maar toen gebeurde er toch nog iets voor hem bijzonder onverwachts. Een jonge vrouw kwam naar hem toe. Alsof ze zweefde op ijle luchten. Ze had een prachtig gezicht met een schitterende glimlach en een uitnodigende blik. “You want to dance?” vroeg ze in zijn oor, het gejoel van de luidsprekers trotserend. Peter bekeek haar snel van boven naar beneden. Daar onder aangekomen zag hij haar opvallende schoenen – die waren namelijk enorm hoog. De plateauzolen uit de jaren zeventiger in Nederland waren er de reinste badslippers bij geweest. Haar ogen waren gevuld met een energie die hij al jaren niet meer had ervaren of zelfs maar gezien. “Uh, nee, ik ben geen danser,” antwoordde hij, hoewel hij dat misschien ooit was geweest. “Ik ben gewoon… eh, een beetje verloren.”
Ze lachte. “I help you!” riep ze en pakte zijn hand stevig vast. Hij voelde haar zachte huid op de zijne. Peter wist niet precies wat hem overkwam, maar voor hij het wist stond hij met haar op de dansvloer. Ze sleurde hem naar links en naar rechts, bewoog sensueel en trok hem mee in haar ritme. Hij struikelde bijna over zijn eigen voeten, maar dat leek haar absoluut niet te deren. De jonge vrouw had een missie en draaide met hem rond of danste om hem heen, met een enthousiasme dat hem zowel verwarde als verwonderde.
Het duurde niet lang voordat Peter zich op de dansvloer een beetje meer op zijn gemak begon te voelen. Net als vroeger met zijn vrouw. De muziek was daarnaast ook behoorlijk aanstekelijk en misschien was het ook de magische sfeer van de plek, de hele surrealistische ervaring. Hij begon zelfs voorzichtig te genieten in kleine maar ritmische stapjes. Zijn heupen gaven tenslotte wat mee, zijn voeten vonden langzaam de maat, en voor het eerst in jaren voelde hij zich weer even jong, voor zover zijn bejaarde body dat toeliet.
Na een tijdje verliet zijn jonge danspartner hem voor even op haar hoge hakken, maar met een oprechte glimlach en ging terug naar haar groepje meiden. Peter keek haar na tot ze even later weer terugkwam en hij opeens midden in een groep van wel 20 jonge vrouwen stond die allemaal dansten, met hem of onderling, lachten en enorm veel plezier leken te hebben. Het voelde alsof hij plotseling de oude leider van een jeugdbende was en dat besef maakte het geheel des te grappiger. Was hij nu een soort clubmascotte geworden?
Hij besloot om de dames voor even alleen te laten en naar de bar te wandelen voor een verfrissing, maar voordat hij een stap kon zetten werd hij alweer aangesproken. Een andere jonge vrouw, deze keer met felroze lippenstift, vroeg: “Are you VIP?” Peter fronste. Was dit een geheime club voor ouderen? Was hij een VIP zonder het te weten?
“VIP? Nee, ik ben gewoon een verdwaalde toerist,” zei hij lachend, zijn stem moeizaam opboksend tegen het voortdurende gestamp van de gigantische luidsprekers.
“Tourist?” herhaalde ze verbaasd, alsof ze zojuist een alien had ontmoet. “You famous, very famous!” Ze klapte in haar slanke handen en draaide zich om naar haar vriendinnen.
Peter kon niet anders dan wat schaapachtig lachen. “Famous, huh? Wat ik wel ben is de oudste hier.”
“Yes!” riep een van hen. “You the grandpa of the party!”
Binnen enkele seconden stonden er alweer vijf andere jonge vrouwen om hem heen, allemaal glimlachend heupwiegend en allerhande vragen toeterend in zijn oren, waarbij hun lippen soms zijn huid aanraakten. Hun vingers op zijn schouders en armen. Hij verstond er helemaal niks van.
Peter lachte harder. Het leek erop dat hij ongepland midden in surrealistisch theaterstuk verzeild was geraakt, maar zelfs al was het allemaal een beetje vreemd, hij had het eigenlijk best goed naar zijn zin. De muziek, de energie, de jongere vrouwen die hem respectvol als een soort mascotte behandelden, alles maakte het een gebeurtenis om nooit te vergeten.
Toen hij later op de avond de discotheek niettemin verliet, kon hij het niet laten om in zichzelf na te grinniken. De dames zwaaiden hem uit alsof ze al jaren bevriend waren.
Peter had in zijn dooie uppie per ongeluk een Thaise discotheek bezocht, zich er niet helemaal op zijn plaats gevoeld, maar er toch met de hulp van een stel sympathieke meiden het beste van gemaakt. Meer nog dan dat. En wie had dat ooit gedacht? Hijzelf zeker niet. Een man, toch al behoorlijk op leeftijd en helemaal ingevlogen vanuit Nederland, was in Bangkok volledig onverwacht tot ‘grandpa of the party’ uitgeroepen. Voorwaar een eervolle titel, al hoorde er geen certificaat of diploma bij.
Het was inmiddels het tijdstip geworden dat de ratten de straten van Bangkok hadden teruggeclaimd, maar bij de plotselinge aanblik van de vrolijke baardige buitenlander schoten ze weer voor even ritselend en piepend terug in de vuilnisbakken of rioolbuizen die ze net verlaten hadden. Pijlsnelle grijze schaduwen in de nacht, meer waren ze niet. Peter stak zijn hand op en opende kort later de deur van de geel-groene taxi die vrijwel onmiddellijk met piepende remmen aan zijn voeten was gestopt. Zijn roestige gewrichten kraakten wat in protest toen hij zich op de achterbank liet zakken. Dat was de Peter die hij kende, die hij eigenlijk inmiddels was geworden. De spierpijn en zijn artrose zouden morgen niet te harden zijn, maar hij zou van ieder moment nagenieten de komende dagen en misschien nog lang daarna. Misschien was Thailand voor herhaling vatbaar. En misschien was het leven voor hem wel weer meer waard geworden door die paar simpele dansjes met jonge meiden waarvan hij niet eens de naam had geweten. Maar is het weten van een naam wel zo belangrijk? Zijn daden dat niet veel meer?
Peter gleed wat dieper weg op de doorleefde achterbank van de wat afgepeigerde Toyota. Morgen bij het ontbijt had hij een heel verhaal te vertellen aan Truus en haar man. De chauffeur keek nieuwsgierig maar onopvallend even over zijn schouder naar de oude heer achterin. Hij zag een grijze baard maar ook een schittering in zijn ogen.
Met die altijd zo typische Thaise glimlach rond zijn mond begreep hij wat er zojuist had plaatsgevonden. De wedergeboorte van een farang in ruste. Tevreden stuurde hij zijn taxi door het nog altijd drukke verkeer.
Over deze blogger
- Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 65 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur15 december 2024Bejaard, bebaard, maar toch nog de moeite waard?
- Korte verhalen12 december 2024De vervulling van een allerlaatste wens
- Cultuur8 december 2024De lange weg naar een nieuwe identiteit
- Cultuur2 december 2024Een postume ode aan de man die ik zelf nooit heb gekend
Mooi verhaal. Dank je wel.
Leuk verhaal Rick, Ik zie het helemaal voor me gebeuren, een oude grijsaard genieten op de dansvloer vol aandacht, van jonge vrouwen.