Kort verhaal: Reisbestemming Phuket

Door Bert Vos
Geplaatst in Cultuur, Korte verhalen
Tags:
3 juli 2024

Het was lang voordat de nieuwe eeuw zijn intrede deed toen Reinout met zijn reismaat Will vanaf Bangkok naar het schiereiland Phuket vloog. Hij had Will 10 maanden eerder in het vliegtuig naar Bombay ontmoet, die net als hij Goa als eindbestemming had. Daar waar hij verdronk in de ogen van de Britse Helen die whisky zoop als een man.

Het samen backpacken met Will beviel goed, India een stuk minder. “I don’t love it, I don’t hate it”, was een opmerking van een mede-backpacker onderweg langs de backpackerstrail waar ze steeds dezelfde gezichten tegenkwamen. Schuld van de Lonely Planet wisten ze, aangezien de vuistdikke pil zo’n beetje de reisbijbel was van menig reiziger die de uitdaging van solo-reizen in dit verwarrende land aanging. De voormalige hippie-enclave Goa was wat hem betreft net zo relaxed als Portugal die ooit eens deze deelstaat inpikte. Maar daarbuiten wachtte hen een schok toen ze buiten de grenzen van Goa het echte India betraden. Hij maakte de klus af, want hij had twee maanden vrij genomen. En Will nam met een zucht van verlichting na drie weken het vliegtuig naar Nederland. Zijn vakantie zat erop.

Reinout reisde in zijn eentje door naar het uiterste puntje in het zuiden van het immense land. Per bus, per trein. Hij keek zijn ogen uit. Vaak raakte hij overprikkeld. Het was hem te druk, te vies, te lawaaiig, te arm, te ellendig, te warm, te vermoeiend, te hard, ja alles was te in dit wat hem betreft, verfoeide land waar hij constant op zijn hoede moest zijn. Nee, dat was niets voor hem. Maar, als je eenmaal door India had gereisd, aldus het Backpackper-adagium, dan kon je overal reizen.

Will had voor zijn opleiding op de landbouwhogeschool een stage gedaan in Chiang Mai vertelde hij op een avond op het Goaanse strand Ajuna Beach bij het avondeten. Naast hen zaten twee zussen uit België die met hun zachtaardige aandacht het India-avontuur wat dragelijker maakten. De poten van de lage stoelen zakten een beetje weg in het zand, het houten tafeltje schommelde als je het aanraakte. De zonsondergang toverde een schilderij tevoorschijn met alle kleuren van een verfpalet dat langzaam de aarde achter zich liet. Het was december. En aangenaam warm. Terwijl ze zich te goed deden aan een filet van boterzachte haai, die ochtend uit de zee gevist door een lokale visser, zong een kinderkoor tot vervelends toe, en vals, kerstliedjes. Hopend op een paar munten. Reinout gebaarde naar de eigenaar en wees op de haveloos aangeklede kinderschare. “Ze hebben honger. Ik betaal wel.” Even later zaten de zangertjes tegen een paar palmbomen met hun vingers een rijstmaaltijd met vis te verorberen. De rust keerde even terug.

Will zijn verhaal intrigeerde hem. Het is een fantastisch land vol fantastische mensen waar je niet steeds op je eigen en op je spullen hoeft te passen, legde Will uit waarbij hij uitweidde over zijn tijd daar. Hoe hij met de motor de bergen in was gereden die grensden aan de Gouden Driehoek waar de drugsmaffia-lords de baas waren. De twee meisjes, die op wereldreis waren, knikten enthousiast mee. Als vrouw voelden ze zich niet bepaald veilig in India en zochten daarom altijd medereizigers om mee op te trekken. Thailand is heel anders beaamden ze. Alhoewel ze de ervaring in India niet hadden willen missen. Over een paar dagen zouden ze het vliegtuig naar Rangoon in Birma pakken om daar een paar weken te verblijven en dan zat hun lange reis erop. Via Bangkok keerden ze weer huiswaarts. Reinout voelde een steek van jaloezie door het gemak waarop ze over hun reisavonturen vertelden. “Ik zie je volgend jaar in Thailand”, riep hij over de tafel heen en met zijn vieren hieven ze het glas onder een regen van sterren terwijl in de verte het geluid van een bamboefluit de avond doorkliefde.

Eenmaal geland bij Phuket Town zette de taxichauffeur hen af bij een guesthouse in Patong evenals met de ritprijs. Reinout had er al een reis van drie weken door het Noorden opzitten. Zijn eerste ervaring met Thailand, met de Lonely Planet als zijn trouwe metgezel die hem vertelde waar te gaan, waar te slapen en waar te eten. In etappes was hij per trein naar de hoofdstad teruggereisd.

De indrukken waren groots. Het welkom van het backpackersgilde in de goedkope hostels was een warm bad. Iedereen was voor even iedereens vriend. De Lonely Planet Gids uit je rugzak vissen was al aanleiding voor een vragenuurtje en korte ontmoeting tussen gelijkgestemden. Hij sprak mensen van over de hele wereld, voelde een vrijheid in alle vezels van zijn lijf die hij niet kon duiden en wist in zijn euforie: hier moest hij zijn. Het verschil met India waar hij tien maanden eerder afscheid van nam was navenant groot. Drie dagen wachtte hij op zijn vriend in een backpackershostel bij Khao San Road.

Toen Reinout en Will na een verkwikkende douche en een stevige curry massaman naar de strandweg liepen leek het, daar aangekomen, wel Zandvoort. Een massa mensen schuifelde stroperig over het brede trottoir langs een bonte verzameling van marktkramen, souvenirwinkels, wisselkantoortjes, reisbureautjes, kledingzaakjes, 7-Elevens, eettentjes, juweliersshops, belwinkels en kleine propvolle toko’s. Langs de rood-wit geschilderde hoge trottoirrand stonden rijen tuktuks op klanten te wachten. De chauffeurs verveeld tegen de wagen hangend of slapend op de achterbank. Aan de overkant lachte de zee hen tegemoet.

Will stootte zijn vriend aan. “Moet je dat zien.” Tussen de menigte zagen ze een man op zich afkomen. Hij droeg een te groot T-shirt over zijn bierbuik met erop blikjes van het merk Singha, zijn short ging tot zijn roodverbrande knieën, zijn sandalen waren breed, bruin en lomp, om zijn middel hing een zwart tasje met rits. In zijn brede hand met stompe vingers huisde het knuistje van een meisje dat zijn kleinkind kon zijn. Met een zwart rokje, zwart topje en onder twee beentjes zwarte schoentjes met hoge hakken. Om haar dunne ontblote schoudertje bungelde een eveneens zwart tasje met te lange hengsels die ze met haar andere hand krampachtig vasthield. Ze had een mooi ongenaakbaar gezichtje, lichtjes opgemaakt. Ondanks de drukte op het drie meter brede trottoir probeerde de man tempo te maken. Zij kon hem nauwelijks bijhouden en liep een beetje schuin achter hem. Haar mond stond verbeten en haar ogen keken naar niets. “Zeker haast om dat kind uit elkaar te scheuren”, zei Will sarcastisch met een onverwacht harde stem. Het stel passeerde hen, ze keken ze na. “Mooie billen. Zonde”, constateerde zijn vriend.

“We moeten in ieder geval hier ergens bij Bangla Road zijn”, zei Reinout, die op dat zelfde moment op tien meter afstand rode neonletters de zijstraat zag overspannen. Het gedruis kwam ze al tegemoet. Ze sloegen linksaf en stonden even stil om dit schouwspel op zich in te laten werken. “Ja, dat hebben we niet in Nederland”, grijnsde Will. “Kermis voor volwassenen”, antwoordde Reinout.

De toeristische attractie waar zelfs een bus vol nieuwsgierige Chinezen zich doorheen probeerde te wurmen voorzag in elkaar concurrerende en schreeuwende barretjes waar de muziek op standje 8 stond. Passerende potentiële klanten werden bijna aan hun armen de holen vol erotisch vertier ingetrokken door bardames die met een glimlach de weg versperden. Instinctief pakten Reinout en Will het eerste steegje links dat er op het eerste gezicht rustig uitzag, maar na twintig meter ontvouwde zich een plein met een zee van kleine openluchtbarretjes van een kleine twintig vierkante meter elk. Met daartussen een deinende menigte van voornamelijk in het zwart geklede vrouwen met lange zwarte haren en wellustige monden die vochten om elke bezoeker die hun territorium durfde te betreden.

Ondertussen deden de biertjes die ze bij de curry hadden gedronken zich gelden. Reinout wees naar ver achter waar een bordje toilet 5 baht hing. Waarna ze zich in het gewoel stortten.

Het viel ze niet mee om het toiletgebouwtje, dat werd bestierd door een klein verschrompeld vrouwtje in een bloemetjesschort op een wit plastic stoeltje, te bereiken. Naast haar op een driepoottafeltje stond een glazen schaaltje met muntjes. De gang naar de wc verliep moeizaam. Als wolven wierpen de glimlachende wezentjes die een paar koppen kleiner waren zich op hen. Zachte blote armen sloegen zich om hun nek heen, hete zoentjes op de wang of vlak net niet op de mond, hun lijfjes drukten zich even tegen ze aan, gefluisterde woorden in hun oor. Terwijl ze zich ont-wurmden van de ene bar moesten ze alweer bij het volgende barretje hetzelfde ritueel ondergaan. Maar ze hadden al snel het spel van vriendelijk ontwijken door en zo bereikten ze de oude dame die het schaaltje al hoofdschuddend omhoog hield.

7 reacties op “Kort verhaal: Reisbestemming Phuket”

  1. GeertP zegt op

    Mooi verhaal en ook heel herkenbaar, de strijd van de backpackers tegen het massa tourisme die eerstgenoemde dwingt om weer nieuwe plekken te ontdekken met behulp van internet en gelukkig niet meer met Lonely Planet die altijd al een beetje achter de feiten aanliep.

    • RonnyLatYa zegt op

      “….gelukkig niet meer met Lonely Planet die altijd al een beetje achter de feiten aanliep.”

      Lonely Planet is ook op het internet te vinden hoor.
      https://www.lonelyplanet.com/

      En tijden veranderen
      Toen er geen internet was of nog in zijn kinderschoenen stond, moest iedereen zich wel behelpen met zulke reisgidsen…. denk dat je tegenwoordig in de auto toch ook niet meer op gedrukte wegenkaarten gaat kijken waar je naartoe moet?

      • Tom zegt op

        Ik kom net terug van Berlijn en heb me daar ‘moeten’ behelpen met een gedrukte citymap omdat mijn GPS langs geen kanten werkte.

        • RonnyLatYa zegt op

          Ja dan heb je als je iets bezit dat niet werkt…
          Als je met pech langs de weg staat heb je op dat moment aan je auto ook niks meer… etc,

    • alfons zegt op

      en toch vind ik persoonlijk patong als uitgangs buurt geweldig,qua stranden verplaatsen we ons naar andere stranden(minder drukte!),dus reeds 25 jaar bezoeken wij(belgisch koppel!)phuket,en okk al 25 jaar hebben we een thaise familie als vrienden voor het leven gemaakt,het bovenstaand verhaal is zeer mooi geschreven,groetjes vanwege marina&alfons!

  2. Marcus zegt op

    Schitterend geschreven.
    Ik ben geregeld naar Patong geweest. Voor enle jaren knus, aangenaam.
    Recent werd de verkoop van cannabis gelegaliseerd. Samen met die coffeeshops kwamen veel Noordafrikanen.
    Er is gelukkig sprake om de verkoop opnieuw aan banden te leggen. Hopelijk komt de gezelligheid dan ook terug.

  3. Sjaak S zegt op

    Wat een fantastisch verhaal… dit is lang nadat ik voor het eerst in Phuket kwam gebeurd, geloof ik. Mijn eerste bezoek was in 1980. Toen stond er net één hotel in Phuket. Die hele rommel die je beschreef bestond toen nog niet.
    Koh Samui was helemaal onbewoond of tenminste, zonder overnachtingsmogelijkheden. Je voer er met een bootje heen met spullen die je nodig had voor de nacht en je zat in de natuur. (Niks voor mij toen).
    Toen kwam ik ook in aanraking met de Yellow Bible, de eerste uitgave van Southeast Asia on a Shoestring, een geweldige hulp toen. Door die gids kon ik mijn reis van twee maanden naar zes maanden verlengen.
    Mensen die ik onderweg tegen kwam vertelden altijd: wil je afvallen: ga je naar India. Wil je aankomen, ga je naar Penang. In India, het maakte niks uit wat je daar at, je had bijna altijd diarree, maar het eten in Penang was van uitstekende kwaliteit en heerlijk.
    Als ik vandaag de dag video’s over Phuket zie, wil ik daar al helemaal niet meer naar toe. En Koh Samui… ik was er de laatste keer 25 jaar geleden… ook nog maar weinig behoefte aan om daarheen te reizen…


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website