Geplaagd door grote droogte. Of…
Op zekere dag hadden de mensen van het dorp een vergadering in het huis van de phujaibaan om te bespreken waarom de streek zo getroffen was door droogte. ‘Wat zullen we doen? Moeten wij niet een plechtige bijeenkomst houden om de regengeesten gunstig te stemmen?’ En een ander vroeg ‘Welke zonde, welk misdrijf heeft deze verschrikkelijke situatie veroorzaakt? Het is nog nooit zo lang droog geweest!’ En zo praatten ze maar door.
Die morgen bracht zijn vrouw de maaltijd veel later dan normaal, en hij was over de rooie. ‘Waarom ben je zo allejezus laat?’ En zijn vrouw: ‘Nou, om je de waarheid te zeggen, ik was bijna helemaal niet gekomen. Wij moesten allemaal naar een vergadering. Ik ging naar het huis van de phujai maar het was alleen voor mannen. Waar de vergadering over ging, geen idee. Iets over seks met een karbouw… Ga jij er maar heen!’
De man at gehaast zijn rijst op en ging op weg. Maar … de andere mannen uit het dorp wisten niets van zijn gedoe met de karbouw. Ze hadden gewoon een vergadering over de aanhoudende droogte. Hij kwam later dan de anderen binnen, hurkte op de grond en gooide een grote karaf met water om.
Enkele mensen wilden voorkomen dat water werd verspild en riepen ‘Grijp hem bij zijn nek! Grijp hem bij zijn nek!’ Ze bedoelden de nek van de karaf met water. Maar de man hoorde die kreten en sprong woest op. Hij schreeuwde! ‘Probeer mijn nek maar eens te pakken! Ik naaide mijn eigen karbouw! Het was mijn karbouw, niet die van jullie! Zie me maar te pakken!’
‘Zo, nou hebben we hem’ riep de phujaibaan. ‘We hebben hem. Deze vent heeft de zonde gepleegd waardoor er nu droogte is. Een karbouw naaien, belachelijk! Hij krijgt een boete. Breng hem maar hier.’ ‘Een boete is okay’ zei de man en pakte geld uit zijn zak. ‘Goed dan. Hier is geld voor de witte en voor de donkere.’
‘Heb je ze allebei…?’ De phujai nam een beslissing: een boete van dertien baht voor de witte en van vijftien baht voor de donkere karbouw. ‘Dus jij hebt zo zwaar gezondigd. Nou, we hebben je te pakken hoor!’
Bron:
Titillating tales from Northern Thailand. White Lotus Books, Thailand. Vertaald uit het Engels en bewerkt door Erik Kuijpers.
De auteur is Viggo Brun (1943) die in de jaren 1970 met zijn gezin in de regio Lamphun woonde. Hij was ‘associate professor’ Thaise taal aan de universiteit van Kopenhagen.Ook dit verhaal komt uit de mondelinge overlevering in Noord-Thailand. Zie voor meer toelichting: https://www.thailandblog.nl/cultuur/twee-verliefde-schedels-uit-prikkelende-verhalen-uit-noord-thailand-nr-1/
Over deze blogger
- Bouwjaar 1946. Kreeg de bijnaam 'Lopende belastingalmanak' en heeft 36 jaar in dat vak gewerkt. Op zijn 55e naar Thailand verhuisd. Invaliditeit dwong hem van zijn gezin in Nongkhai naar huisje met thuiszorg en scootmobiel in Súdwest-Fryslân.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur21 januari 2025De prinses die weigert met een man te praten. Uit: Fabels en legendes uit Thailand. Nr 10 deel 3 van 5.
- Cultuur13 januari 2025De prinses die weigert met een man te praten. Uit: Fabels en legendes uit Thailand. Nr 10 deel 2 van 5.
- Cultuur5 januari 2025De prinses die weigert met een man te praten. Uit: Fabels en legendes uit Thailand. Nr 10 deel 1 van 5.
- Belasting Nederland23 december 2024Belastingen: De weg naar de reductie uit art 23 lid 6
Ik heb de tijd nog meegemaakt dat de jongens die met de dieren naar de rijstvelden gingen hun pleziertje hadden met de karabouwen.
Dat is niet eens zo lang geleden.
In de dorpen waren de meisjes waren in die tijd nog onbereikbaar voor ze.
Tegenwoordig beginnen veel huwelijken met een zwangerschap.