Een tongval in Wat Keak

Door Ingezonden Bericht
Geplaatst in Cultuur
Tags: , ,
14 november 2010

De Lonely Planet reisgids vermeldde het nog. De beste tijd om door Thailand te reizen is tussen november en februari. De zon brandde dan ook onbarmhartig fel toen ik in maart in Nong Khai de trein uitstapte. Een stadje aan de Mekongrivier die het arme noordoos­ten, de Isaan, van Laos scheidt.

Al voor mijn vertrek had ik me laten voorlichten over de bizarre beeldentuin op een tempelterrein een paar kilometer buiten de grensplaats. De naam: Sala Keoku oftewel Wat Khaek. De geestelij­ke vader van het tempelcomplex en de tuin is de mysticus Luang Poo Boun Leua Sourirat. In augustus 1996 overleed hij na een lang ziekbed. Zijn volgelin­gen, ruim honderd vrijwilli­gers, zetten zijn levenswerk voort.

Luang Poo

De meeste reizigers die Nong Kai aandoen kopen er een visum om de Thai-Laos vriendschapsbrug over te steken. In het Mutmee Guesthouse waar ik verblijf krijg ik een platte­grond uitgereikt met op de achter­kant het verhaal over Wat Khaek en Luang Poo. Voor velen een reden om eerst de spectaculaire tuin te bezoeken alvorens door te reizen naar Laos.

Aan de overkant van de Mekong verlichten de lichtjes van Vientia­ne als sterren de nacht. Ik laat op het terras onder het genot van een fles ijskoud Singha-bier mijn gedachten gaan over deze Brahmaanse heilige, sjamaan, yogi, kunstenaar en hoofdrol­speler in een sprookjesach­tige legende en een bijzonder leven. Eens, toen hij nog jong was, liep Luang Poo door de heuvels in Vietnam. Plotseling viel hij in een gat en belandde in de schoot van Keoku, een hindoe-kluizenaar die in een grot woonde. Dit was het begin van een jarenlang verblijf bij zijn leermeester die hem onderwees over de Boeddha en de onderwereld. Keoku liet zijn gezel kennis maken met goden en godinnen die in de Boeddhis­tische mythologie voorkomen. Eenmaal weer bovengronds gekomen vertrok hij naar Laos waar hij zijn eerste beeldentuin bouwde met ondermeer een reusachtige liggende Boeddha. De houding waarin hij overging in een andere bestaans­vorm.

Sala Keoku

De communisten zetten Luang Poo in de jaren zeventig het land uit wegens zijn geloofsovertuiging. Daarna bouwde de kunste­naar en mysticus een hele rij giganti­sche beelden in de jungle van Noordoost Thailand in de provincie Nong Khai. Hij noemde de plek Sala Keoku (Hal van Keoku) ter ere van zijn spirituele leermees­ter. Zijn figuren, gemaakt van gewoon beton, stellen de diverse religieuze en mystieke wezens voor uit de Boeddhistische en Hindoeïstische mythologie zoals Shiva, Vishnu en Boeddha waarover Keoku hem onderwees.

Als ik vroeg in de morgen met een Tuk-Tuk bij de ingang van de tuin arriveer is het al zeer warm. Geen briesje wind die even voor verkoeling zorgt. Tussen het gebladerte van de bomen zie ik de boeddha’s met hun strakke gezichtsuitdrukkingen die in slagorde rond het terrein staan opgesteld. Als bewakers van Luang Poo’s levenswerk. Rustig, sereen, de eeuwig­heid trotserend.

Boeddhabeeld van bijna 25 meter

Overheersend aanwezig is het Boeddhabeeld van bijna 25 meter hoog oftewel net zo groot als een flat van acht verdiepingen. De stilte wordt slechts onderbroken door de vele vogels en het geruis van de hoge bomen en de zachte muziek uit de luidsprekers die overal neer zijn gehangen. Het repertoire bestaat uit een mix van avant-gardistische muziek en pop. Luang’s populairste zangeres was Donna Summer

Roerloos staan de gigantische betonnen sculpturen de bezoeker te verbazen. Het beeld van de man die zijn haar knipt is prins Siddharta die zich als de eerste Boeddha zal manifeste­ren.

Yama, de wachter van de poort naar de hel, is uitgebeeld met twaalf armen. De god die de slechte daden van de overledene op de stinkende huid van dode honden schrijft en de goede daden op tabletten van goud.

Een metershoog beeld met een figuur in de lotuszit, een brede grijns op zijn gezicht en omstrengeld door een slang met vijf koppen, stelt een van de hindoegoden voor. De bezoeker blijft zich vergapen aan de grootsheid van de bouwwerken en de bizarre uitdrukking die Luang Poo, geholpen door zijn aanhangers, gegeven heeft aan de diverse religies.

Bij de entree staat een olifant omgeven door een roedel honden die hem niet al te goed gezind zijn. Het symboli­seert volgens de Thaise traditie integriteit. De olifant negeert zijn blaffende belagers namelijk volkomen.

De tuin staat vol met planten in terracotta potten. De paden zijn keurig onderhouden. De uitstraling van deze bijzondere plek is indrukwekkend, bijna magisch. Ik krijg het onaangename gevoel dat er ieder moment een zacht gefluister kan losbarsten hoog boven mijn hoofd. Dat de goden tot leven komen om hun oordeel over mij uit te spreken.

Samsara

Achter in de tuin helemaal rechts bevindt zich de Samsara cirkel. Samsara betekent in het Boeddhis­me dat de ziel wordt geboren en herboren in een eindeloze cyclus. Dat ervaringen in dit leven mee worden genomen naar een volgend bestaan. Om de cirkel binnen te gaan moet je een poortje door die de baarmoeder voorstelt. Bij de tunnelingang staan de zielen te wachten om weer herboren te mogen worden. De conceptie is het begin van alle lijden zegt de Boeddha.

Als je de richting van de pijlen volgt zie je het leven aan je voorbij­trekken. Beelden van een baby, een verliefd stel, een man en vrouw, de verschillende keuzes die men kan maken zoals een soldaat met een M16, een zakenvrouw, een kantoorklerk, een bedelaar, een farang (vreemdeling), een koning, geliefden enzovoorts. Twee skeletten die elkaar omhelzen geven aan dat passie niet eeuwigdurend is. Een man met twee vrouwen slaat de oudste omdat hij verstrikt is geraakt in de wensen van de jongere vrouw. En een oud stel dat de fout heeft gemaakt geen kinderen te nemen komt erachter dat ze in de winter van hun leven alleen elkaar nog hebben.

Aan het einde van de rondgang naast een doodskist stapt een lachende Boeddha over de muur. Waarmee Luang Poo wil zeggen: alleen door hem te volgen kun je ontsnappen aan het eeuwige rad van geboorte en dood en in het Nirvana terecht komen. Anders is een wederge­boorte weer de volgende stap.

Het hoofdgebouw is pas gerenoveerd. Er hangen afbeeldingen van diverse goden en heiligen. Op een altaar staan bronzen en houten beelden. Poo’s foto is ook te zien in het tempelge­bouw. De zon staat op zijn hoogst maar het is lekker koel in de hal waar de Boeddha’s de sfeer bepalen.

Boeren uit Isaan

Buiten zijn vrijwil­ligers met schilderswerkzaamheden bezig. Luang Poo heeft veel volgelingen onder de boerenbevolking van de Isaan waarvan velen een tijdje komen mediteren in Sala Keoku. Toen hij nog leefde werd er van hem gezegd dat als je van hem een slok water aannam je je hele hebben en houden aan de tempel zou schenken. Hij had een zeer innemende persoonlijkheid. Tijdens zijn leven legde Poo sterk de nadruk op moraliteit en bekriti­seerde hij de corruptie wat hem niet altijd in dank werd afgenomen. Na een valse aanklacht wegens majesteitsschennis belandde hij zelfs een tijdje in de gevangenis. Dat zijn populariteit er niet onder te leiden heeft gehad blijkt wel uit de bedrevenheid van zijn volgelingen om zijn denkbeelden in leven te houden.

Een buslading toeristen nadert het rad van dood en wedergeboorte. Een vrijwilliger van Wat Khaek, die een plaatsje in de schaduw in de ‘Circle of Life’ gevonden heeft, wuift hen vriende­lijk toe om binnen te komen. “Als je als vrouw het poortje binnen­gaat raak je in verwachting,” weet een van de bezoekers te melden. “Moet je betalen als je naar binnen gaat?”, vraagt een dame. Haar tongval maakt duidelijk dat ze uit het zuiden van Nederland komt. Wantrouwig kijken ze over de muur, kopen een flesje cola van het nabijgelegen drinktentje en wandelen verder. Aan hun is het verhaal van dood en wedergeboorte niet besteed. De Boeddha van acht verdiepingen hoog kijkt glimlachend toe. Hij weet wel beter.

– –

Dit artikel is geschreven door Bert Vos, hoofdredacteur van de website: De Aziatische Tijger. Het voornaamste doel van ‘De Aziatische Tijger’ is nieuws, reisverhalen en columns te brengen over verschillende Aziatische landen.

Over deze blogger

Ingezonden Bericht

1 reactie op “Een tongval in Wat Keak”

  1. Chang Noi zegt op

    Inderdaad een prachtig en indrukwekkend park. Zo vindt je de meest rare plekken soms prachtige verrassingen in het Thailand buiten de “beaten tracks”. Er zijn overigens meerdere van dit soort rare parken, bvb. ook in Sukhothai.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website