Een lange bochtige rivier vond zijn weg door een mooi stuk bos met bomen. Overal eilandjes met weelderige vegetatie. Daar leefden twee krokodillen, een moeder en haar zoon. ‘Ik heb honger, echt veel honger’ zei moeder krokodil. ‘Heb trek in hart, in apenhart.’ ‘Ja, apenhart. Dat wil ik nu ook heel graag.’ ‘Een fijn diner met verse apenharten. Dat zou lekker zijn! Maar ik zie geen apen’ zei moeder krokodil weer.

Boink! Daar viel een kokosnoot uit een boom nabij. Er klom een aap in die boom! ‘Moeder’ fluisterde de zoon, ‘Ik zie een aap in die boom. ‘Een lekkere aap in die boom daar met een heerlijk hart.’ ‘Maar hoe zullen we die vangen?’ ‘Ik heb wel een ideetje.’

‘Meneer Aap! Meneer Aap!’ riep de krokodillenzoon vanuit de rivier. ‘Hallo, meneer Krokodil. Wat doe jij hier?’ vroeg de aap die hoger de boom in klom. ‘Ik zwem zo maar wat rond. Wij krokodillen zwemmen graag. Gisteren kwam ik bij dat eilandje daar midden in de stroom en weet je, daar staan de grootste, rijpste en zoetste bananen van het land. Mooie grote gele bananen. Wij krokodillen eten geen bananen. Houden jullie apen van bananen?’

‘O, ik hou van bananen. Ik heb die het liefst. Maar hoe kom ik op dat eiland? Ik kan niet zwemmen.’ ‘Dat is geen probleem. Kom maar op mijn rug zitten en dan breng ik je daar. Ik heb toch niks te doen vandaag, ik zwem maar wat rond. Laten we naar dat bananeneiland gaan.’

‘Dat is heel aardig van je. Ik ga er graag heen.’ De aap klom omlaag en sprong op de rug van de krokodil. ‘Hou je goed vast’ zei de krokodil. Hij zwom langzaam naar dat eiland toe. ‘Dit bevalt me wel’ zei de aap.

De krokodil krijgt lekkere trek…

Maar de krokodil dook ineens onder water. De aap hield zich goed vast maar kon niet meer ademhalen en hij kon ook niet zwemmen. Toen kwam de krokodil weer boven met op zijn rug een hoestende en naar adem zoekende aap.

‘Meneer Krokodil, waarom dook je nou onder? Ik kan toch niet zwemmen?’ ‘Omdat, meneer Aap, ik jouw heerlijke hart ga opeten. Apenharten zijn ons favoriete eten. Die zijn overheerlijk!’ ‘Wil je mijn hart opeten? Had het maar gezegd. Mijn hart ligt nog in de klapperboom.’

‘Heb jij je hart niet bij je dan?’ ‘Nee, want ik wil niet dat het nat wordt. Mijn hart ligt veilig daar. Als je mijn hart wil breng me dan terug naar de kant en dan pak ik het voor je.’ Dus de krokodil zwom terug naar de kant. De aap sprong van hem af en klom de boom in. ‘Aha, ja, mijn hart is hier. Precies waar ik het achter liet. Kom maar boven, meneer Krokodil, mijn heerlijke apenhart is hier voor je. Klim maar naar boven.’

‘Meneer Aap, je weet toch dat krokodillen niet kunnen klimmen?’ ‘Ach ja, vergeten! Maar dat probleem los ik wel op. Ik bind een touw om jouw voorpoten en wij samen hijsen jou op.’ ‘Fijn! Ja, dat is prima.’

De aap sprong omlaag en bond een touw om de voorpoten van de krokodil. ‘Ben je er klaar voor, meneer Krokodil?’ ‘Ja. Laten we gaan. Ik krijg trek in een apenhart.’ Samen met al zijn apenvrienden trokken ze en rukten ze aan het touw tot de krokodil halfweg de boom bungelde. ‘Verder, apen, nog verder. Zo kan ik niet bij het hart. Trek me omhoog!’

Maar de apen deden niks meer en zaten op een tak de krokodil uit te lachen. ‘Nee, meneer krokodil, we trekken je niet verder omhoog. Blijf daar maar lekker hangen hoor.’ De krokodil keek naar boven en zag de top van de boom. En keek hij naar beneden dan zag hij de grond en apen die hem uitlachten.

‘Ik wil omlaag! Laat me omlaag, nu!’ ‘Wij laten je alleen maar omlaag als je belooft geen hart van ons meer te eten.’ ‘Maar ik eet zo graag apenharten!’ ‘OK. Geen probleem. Blijf jij hier maar aan dat touw zweven. Weken, maanden, ons maakt het niet uit.’

‘Nee, nee, wacht even, alsjeblieft. Goed, dan beloof ik dat ik nooit meer apenharten zal eten.’ ‘Omlaag ermee!’ En de apen lieten ineens het touw los. De krokodil viel met een dreun op de bodem. Hij dook het water in en zwom zo hard hij kon naar zijn moeder. ‘Waar zijn de harten?’ vroeg ze. ‘Moeder, ik hou niet van apenharten. Doe maar muizenstaarten of kikkerbilletjes….’

Bron: Lao Folktales (1995). Vertaling en bewerking Erik Kuijpers.

Over deze blogger

Erik Kuijpers
Erik Kuijpers
Bouwjaar 1946. Kreeg de bijnaam 'Lopende belastingalmanak' en heeft 36 jaar in dat vak gewerkt. Op zijn 55e naar Thailand verhuisd. Invaliditeit dwong hem van zijn gezin in Nongkhai naar huisje met thuiszorg en scootmobiel in Súdwest-Fryslân.

2 reacties op “‘Een apenhart voor lunch’ een volksverhaal van Lao Folktales”

  1. Tino Kuis zegt op

    Ik ben blij met dit soort verhalen, Erik. Ze lijken heel veel op Europese fabels met ook een morele boodschap.

  2. Rob V. zegt op

    Wat Tino zegt. Ik moest ook denken aan de Thaise verhaaltjes die ik heb gelezen. Bijvoorbeeld “de leeuw en de muis” of “de houthakker en de bosfee”. Een vertaling :

    —-
    De bosfee en de houthakker
    (letterlijk: ​​​เท​พา​รักษ์​, Thee-phaa-rák, een beschermgeest)

    Er was eens een houthakker die het bos in ging om hout te hakken voor de verkoop. Terwijl hij zich boog om een boom aan de rand van een diepe stroming om te hakken, glipte de bijl uit zijn hand en viel in het water. Dus hij dook in het water en zocht lange tijd naar de bijl. Maar hoe hij ook zocht, hij kon zijn bijl niet vinden. Daar zat hij toen, droevig onder een boom, “Ik weet niet wat ik nu verder moet beginnen”

    De bosfee, de heerser van het woud, verscheen en vroeg de oude man, “Wat is de reden dat je zo bedroeft langs het water zit?”. De oude man zei, “Ik heb mijn enige bijl in het water laten vallen. Hoe ik ook zoek, ik kan het niet vinden. En zonder bijl kan ik geen hout hakken om te verkopen en zo in mijn eigen onderhoud te voorzien”. De bosfee zei hem, “maak je geen zorgen, ik zal die bijl voor je vinden”. Ze dook vervolgens in het water en kwam tevoorschijn met een gouden bijl, “is dit jouw bijl?” vroeg ze.

    De houthakker zag dat het niet zijn bijl was en zei “nee”. Daarop dook de bosfee opnieuw in het water en raapte een zilveren bijl op, “Deze is het dan, niet?”. De houthakker zei, “nee”. De bosfee kwam vervolgens met de ijzeren bijl te voorschijn. De houthakker herkende zijn bijl en zei, “Dat is mijn bijl!”. De bosfee zag dat de man de waarheid sprak en zei daarom, “Je bent een eerlijk en integer, daarom geef ik je ook de gouden en de zilveren bijl”. En met die woorden verdween de bosfee terug in het woud.

    Bron: Thais en Engelse tekst op http://www.sealang.net/lab/justread –> The fairy and the woodcutter


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website