‘De rekening in het duister’
De lucht in Bangkok voelde die avond dikker dan anders. Het soort lucht dat zich aan je kleeft, zich in je poriën nestelt en je niet meer loslaat. Huub, een man van de wereld, stapte de kleine steeg in met een nieuwsgierigheid die hij als zestiger nog steeds niet kwijt was. Een levendige stad als Bangkok kon alles zijn: een droom, een avontuur, of een val. Het was dat laatste wat hij nog niet had ervaren, althans, niet bewust.
The Last Smile. De bar straalde een onmiskenbare duisternis uit. De knipperende neonletters boven de ingang deden meer denken aan een waarschuwing dan een welkom. Maar Huub met zijn gebruinde huid en scherpe, onderzoekende blik, liep naar binnen. Hij wist dat dit geen plek was waar toeristen doorgaans bleven hangen. En juist dat trok hem aan.
Binnen was de sfeer onheilspellend vreemd. Het interieur had iets van een schemerig decor, alsof elk detail een rol speelde in een onzichtbaar toneelstuk. De muren waren bedekt met foto’s van lachende gezichten, maar bij nadere inspectie waren de ogen van de mensen leeg. Huub voelde een lichte rilling over zijn rug, maar hij lachte in zichzelf. Hij was hier voor een verhaal. En verhalen vonden hem altijd.
Hij ging aan de bar zitten. De barman, een kleine man met een gezicht als de barst van een boom, keek hem aan zonder iets te zeggen. Een vrouw stond naast hem, haar ogen als slangen die hem nauwkeurig observeerden.
“Een Singha,” zei Huub kort. Zijn stem klonk kalm, maar hij voelde een lichte spanning in zijn borst. Dit was geen doorsnee bar en de mensen hier waren geen doorsnee stamgasten. Had hij een verkeerde keuze gemaakt?
Het eerste biertje werd zonder woorden voor hem neergezet. De kou van de fles voelde goed in de vochtige hitte. Huub liet zijn blik door de ruimte glijden. In de hoek zaten twee mannen te praten, hun stemmen net te laag om te verstaan. Aan een tafeltje verderop giechelden twee vrouwen, hun schaterlach buitensporig hard. Er was iets mis met hun lach, het klonk hol, alsof ze zichzelf niet geloofden.
Het tweede biertje verscheen sneller dan hij verwachtte. “On the house,” zei de barman met een knikje. Zijn glimlach was scheef en niet bepaald vriendelijk.
Huub knikte terug, maar iets in hem begon te knagen. Hij dronk langzaam, observeerde, luisterde. De geluiden in de bar leken onnatuurlijk, alsof ze waren georkestreerd. Gelach dat te perfect getimed was, gesprekken die abrupt stopten als hij keek.
Een man nam plaats naast hem aan de bar. Hij was misschien een jaar of veertig, met een verweerd gezicht en een glimlach die te breed was. “Avonturier?” vroeg de man met een stem die meer rook dan woorden leek te bevatten.
“Misschien,” antwoordde Huub kort. Hij hield niet van small talk, zeker niet in dit soort situaties.
De man lachte, een geluid dat meer leek op een haperende motor. “Je bent op de juiste plek. Dit is waar de stad haar geheimen laat zien.”
Huub fronste. “En wat zijn die geheimen precies?”
“Het hangt ervan af wat je zoekt,” zei de man. Hij leunde dichterbij. “Of wat je denkt dat je verdient.”
De woorden bleven hangen, alsof ze meer gewicht hadden dan normaal. Voor Huub de kans kreeg om te antwoorden, zette de barman een derde biertje neer. Dit keer zonder woorden, zonder glimlach.
“Ik heb niet om dit biertje gevraagd,” zei Huub, zijn stem kalmer dan hij zich voelde.
“Hier vragen wij niet,” antwoordde de vrouw achter de bar. Haar stem was laag, bijna fluisterend.
De spanning kroop als onzichtbare rook door de ruimte. Huub voelde hoe de atmosfeer veranderde, donkerder werd. Hij wist niet hoe, maar hij voelde zich nu het middelpunt van iets. Alle ogen leken op hem gericht, al durfde niemand rechtstreeks te kijken.
“De rekening,” zei hij plots. Zijn stem doorbrak de stilte, scherper dan hij bedoelde.
De barman schoof een vel papier naar hem toe. Huub keek naar de cijfers en voelde hoe de grond onder hem leek te kantelen.
4.000 baht
Hij lachte kort, een lach die meer van verbijstering dan humor sprak. “Dit moet een grap zijn.”
“Dit is geen grap,” zei de barman zonder enige emotie. De vrouw naast hem boog zich naar voren. “Je hebt genoten, nu betaal je.”
“Ik heb drie biertjes gehad,” zei Huub. Zijn stem klonk harder dan hij wilde. De mannen in de hoek keken niet op, maar hij voelde hun aanwezigheid. De vrouwen waren stil geworden. Het hele toneel leek zich samen te trekken, de muren leken dichterbij te komen.
Een andere man, een buitenlander, kwam uit de schaduwen. Hij had een gebruinde huid en ogen die niets prijsgaven. Hij ging naast Huub staan, zijn lichaam gespannen, maar ontspannen tegelijkertijd.
“Betaal gewoon,” zei hij in perfect Engels. “Dit is Bangkok. Je wilt geen problemen.”
Huub voelde hoe zijn hart sneller klopte, maar hij dwong zichzelf kalm te blijven. Hij had genoeg gezien in zijn leven om te weten dat paniek de vijand was.
“Problemen? Ik zie hier maar één probleem,” zei hij met een geforceerde glimlach. “En dat is jullie rekenen. Denk je echt dat ik dit ga betalen?”
De buitenlander boog zich naar hem toe. Zijn glimlach was ijzig. “Je betaalt nu. Of je blijft hier langer dan je wilt.”
De dreiging hing zwaar in de lucht. Huub keek naar de rekening, naar de mannen, naar de vrouw achter de bar. Zijn gedachten schoten heen en weer. Hij moest een uitweg vinden, iets onverwachts doen.
Hij lachte. Een harde, ongecontroleerde lach die door de ruimte echode. Iedereen keek op, verbaasd. Zelfs de buitenlander leek uit balans gebracht.
“Wat een theater!” zei Huub luid. “Jullie spelen dit fantastisch. Een perfecte show voor een naïeve toerist, maar ik? Ik ben hier niet voor een goedkope truc. Kom op, jongens, ik weet hoe dit werkt.”
De stilte duurde lang. Toen knikte de buitenlander. “Oké, betaal de helft. En vertrek.”
Huub aarzelde niet. Hij legde het geld op de bar, stond op en liep richting de deur. Zijn hart bonsde nog steeds in zijn borst, maar hij hield zijn rug recht. Net voordat hij de bar uitliep, draaide hij zich om.
“De naam The Last Smile is misleidend,” zei hij. “Want die was van mij, niet van jullie.”
Hij stapte de nacht in, de stad voelde anders. De val had hem bijna te pakken, maar hij was ontsnapt. Achter hem viel de deur van de bar dicht, alsof het hoofdstuk werd afgesloten. Maar in zijn hoofd speelde het verhaal nog steeds, een herinnering die brandde als het neonlicht boven de deur.
Over deze blogger
-
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand – probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.
De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.
Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral veel – dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!
Foto’s, daar doe ik niet aan. Ik sta er altijd lelijk op, terwijl ik toch weet dat Brad Pitt erbij verbleekt. Het zal wel aan de fotograaf liggen, denk ik dan maar.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur30 november 2024‘De rekening in het duister’
- Cultuur29 november 2024‘De straat van beloften’
- Cultuur28 november 2024‘Het parfum van rode rozen’
- Cultuur27 november 2024‘Op de vlucht voor verdriet’