De koning kon er niet meer tegen: Xieng Mieng bleef hem plagen met domme streken en nu was het welletjes. Hij riep de wacht. ‘Die man maakt me boos. Ik lijk steeds weer een halve gare voor mijn volk. Steeds verlies ik mijn gezicht. Hij moet dood.’ De wacht schrok maar in die tijd was je niet ongehoorzaam aan de koning. De kok kreeg bevel gif te mengen door een pot honing en het werd als cadeau verpakt in een fraaie pot. De koning bracht het zelf naar Xieng Miengs huis.
‘Jij hebt me vele malen beet genomen en echt, jij bent veel slimmer dan ik. Daarom breng ik je een pot van de lekkerste honing uit ons land. Geniet er van en weet dat je succes hebt gehad.’ ‘Dan neem ik nu direct wat van die honing. Doet u met me mee?’ ‘Nee, geen tijd. Ik heb geen tijd. Er is meer te doen. Geniet er van!’ En de koning reed terug naar het paleis.
Xieng Mieng wist dat de honing giftig was maar een opdracht van de koning kon hij niet weigeren. De volgende morgen nam hij de honing en zei de laatste woorden tegen zijn vrouw.
‘Mijn lieve vrouw. Deze morgen ga ik dood. Jij moet me helpen met mijn laatste streek. Als ik dood ben laat mijn lichaam dan hier in de schommelstoel zitten en doe of ik nog leef. Zet mijn leesbril op mijn neus en houd mijn ogen open met vishaakjes. Stop de Vientiane Times in mijn handen en zet een kop hete thee op het tafeltje.’ ‘Wat hoor ik toch?’ vroeg zijn vrouw. ‘Dat is een hommel in een bamboekoker. Lijkt het niet net of iemand zachtjes praat? Hou die onder de tafel.’
Toen dronk hij de honing op en stierf met een vette lach om zijn lippen. Zijn vrouw huilde, en lachte toen ze zich al zijn streken herinnerde. En ze deed precies wat hij had gevraagd. Ogen open, bril op, en de krant in zijn handen. Hete thee stond klaar en ze wachtte op de soldaat van de koning. Dat duurde niet lang….
‘De koning vraagt of de honing gesmaakt heeft.’ ‘Dat is aardig van de koning. Xieng Mieng houdt erg van honing. Hij heeft bijna alles opgegeten. Ga het hem maar vragen, hij zit de krant te lezen.’ ‘Wat hoor ik toch?’ ‘O, Xieng Mieng leest altijd luidop. Wil je een kop thee met wat honing?’ ‘Nee, ik moet terug naar het paleis en ik neem de honing mee terug.’ En weg was de soldaat.
‘Wat? Leeft ie nog? En hij heeft alle honing opgegeten? Er zit zat gif in om een olifant te doden. Of zit er toch geen gif in?’ zei de koning hoogst verbaasd. Toen deed hij iets doms. Hij nam een lepel honing… Zakte in elkaar en kon nog net uitbrengen ‘Ben ik alweer te pakken genomen….’. En toen was ook de koning dood……
Bron: Lao Folktales (1995). Vertaling en bewerking Erik Kuijpers.
Over deze blogger
- Bouwjaar 1946. Kreeg de bijnaam 'Lopende belastingalmanak' en heeft 36 jaar in dat vak gewerkt. Op zijn 55e naar Thailand verhuisd. Invaliditeit dwong hem van zijn gezin in Nongkhai naar huisje met thuiszorg en scootmobiel in Súdwest-Fryslân.
Lees hier de laatste artikelen
- Belasting Thailand15 november 2024Belasting: Navordering in Thailand
- Belasting Thailand7 november 2024Thailand belastingen: Verplichte registratie en aangifteplicht
- Belasting Nederland29 oktober 2024Belasting 2024: Belast Thailand de verkoop van mijn huis in Nederland?
- Belasting Thailand22 oktober 2024Een video van Siam Legal over belastingen
Het blijven leuke verhaaltjes.
Ik ben benieuwd nar de volgende.
Ronald, dit was de laatste over de paljas in de Laotiaanse volksverhalen. Een boek over zijn Thaise evenknie, Sri Thanonchai, wordt nu vertaald en ik hoop in november een flink pak verhalen aan te leveren aan de redactie. Een paar vertalingen door Tino Kuis kun je vinden als je de zoekfunctie gebruikt.