Op Thailandblog lees je voorpublicatie van de thriller ‘Stad der Engelen’ die zich, zoals de titel al laat vermoeden, integraal in Bangkok afspeelt en is geschreven door Lung Jan. Vandaag de laatste twee hoofdstukken.
Hoofdstuk 29
Tot zijn verbazing was Anong thuis in haar appartement. J. had gedacht en heimelijk misschien ook wel gehoopt dat ze er niet zou zijn, maar ze opende vrijwel meteen de deur. J. had geen omhelzing verwacht en kreeg ze ook niet. Dat had hij alvast goed ingeschat. Zwijgend liet ze hem binnen en nam plaats op de sofa.
‘Zo meisie, ik kom net van jouw tante en nu weet ik alles…’ J. probeerde een luchtige toon aan te houden, maar had het er moeilijk mee.
‘Denk je dat ? ‘ Antwoorde ze koeltjes.
‘Waarom heb je me niets verteld ?’
‘Waarom zou ik ? Jij denkt dat je alles weet, maar je weet niks…’
‘Wel, vertel me dan alles…’ J. probeerde oogcontact met haar te maken maar slaagde daar niet in.
‘Ik hoef me niet te verdedigen tegen iemand die mee verantwoordelijkheid draagt in de dood van mijn vader’ klonk het scherp.
‘Voor alle duidelijkheid: Ik heb je vader niet gedood.’
‘Maar geef toe dat je dat wel van plan was. Je ging niet naar Klong Toey voor een gezellige babbel, wel ? ‘
J. bleef het antwoord schuldig.
‘Dat dacht ik al… Als jij niks wil bekennen, zal ik het doen: Ik heb mijn vader van begin tot einde geholpen bij zijn wraakoefening…’
‘Wat ?!’ J. voelde de bekende misselijkheid weer opkomen.
‘Ja, je hoort me goed. De planning, de diefstal, de moorden. Ik heb er aan meegewerkt en zou het meteen opnieuw doen… De enige vergissing die we hebben gemaakt was jou te onderschatten…’
‘Maar waarom ?’
‘Ik haatte mijn oom én tante met elke vezel in mijn lichaam. Voor zover ik me kan herinneren was mijn oom in de eerste jaren dat ik bij hen woonde lief en aardig tegen mij. Ik kreeg cadeautjes en werd verwend. Pas later leerde ik hem goed, té goed kennen. Als hij met zijn vrienden op stap was transformeerde hij voor m’n ogen. Hij werd een heel ander mens, grofgebekt en ruw. Ook met mij. Ik was nog geen veertien toen hij mij voor de eerste keer verkrachtte. Nadien verontschuldigde hij zich en stak het op zijn dronkenschap maar nog geen maand later verkrachtte hij me opnieuw. Ik heb jarenlang een vermoeden gehad dat mijn tante dit wist maar gewoon te laf was om tegen die klootzak in te gaan. Het was niet voor niets dat ze me plotseling op internaat bij de nonnen plaatste, uit de klauwen van die perverse smeerlap. Pas toen ik naar de universiteit ging wist ik me grotendeels aan hun controle te ontworstelen en vooral aan hem te ontkomen.’
‘Maar…’
‘Nee, ‘ onderbrak ze J. fel ‘laat me uitspreken !’
‘Net voor ik naar de universiteit ging werd ik benaderd door een man, die zich voorstelde als mijn vader. Ik kon mijn oren niet geloven en geloofde aanvankelijk geen snars van wat hij zei. Ik wou zelfs de politie verwittigen, maar toch wist hij mij geduldig te overtuigen. Vooral omdat mijn tante jaren aan een stuk elke vraag over mijn ouders systematisch uit de weg was gegaan. Toen ik eenmaal er van overtuigd was dat hij was wie hij beweerde te zijn, begon hij me langzaam maar zeker te betrekken in zijn plannen. Plannen, waar ik voor 100 procent achter stond en sta. Per slot van rekening was oompje niet alleen een smerige verkrachter, een volbloed smeerlap en een laffe verrader maar ook de moordenaar van mijn moeder. Het meest grappige is wel dat ik het geld, waarmee de handlangers van m’n vader werden betaald, uit het fonds van mijn oom heb gestolen. Hij heeft z’n moordenaars uit z’n eigen zak betaald…’ Er klonk iets van triomf door in haar stem, terwijl ze J. strak met gloeiende ogen aankeek.
Het werd pijnlijk stil. Een stilte die zowel absoluut als ingetogen was. Beiden leken in zichzelf gekeerd en meden elkaars blik. J. zei lange tijd niets. Hij dacht aan zijn woede, aan zijn frustratie, aan alle dingen die hij haar wilde zeggen. Hij dacht aan duizend dingen tegelijk, ook aan de niet-gestelde vragen die door z’n hoofd raasden. Hij gaf om haar maar wist eerlijk gezegd niet hoe hij deze zaak moest aanpakken. Hij wist wél dat het dom was om een vrouw te onderbreken als zij volop aan het zwijgen was…
‘Terwijl ik studeerde nam vader me een paar keer mee naar de bergen in het westen, bij de grens met Birma, waar hij me met wapens leerde omgaan en me leerde verdedigen. Het wachten was alleen op de juiste gelegenheid en die diende zich vier jaar geleden aan toen die Boeddha plots in Ayutthaya opdook. Ik zag hoe oom aan dat ding verslingerd raakte en samen met m’n vader werkte ik de plannen voor de diefstal uit. Dat de twee bewakers daarbij werden afgemaakt was een beslissing die m’n vader voor zich nam, maar ik heb de meid afgemaakt…’
‘Wat ? Waarom ? ‘
‘Ze heeft mijn oom tweemaal betrapt terwijl hij mij aan het bepotelen was maar heeft niks gedaan om daar een einde aan te maken. Zelfs toen ik haar op m’n knieën smeekte om samen met mij naar de politie te stappen hield ze de boot af. Dat heb ik haar nooit vergeven. NOOIT !’
J. schraapte z’n keel ‘Je gaat me toch niet vertellen dat jij ook iets te maken hebt met de moord op Tanawat ?’ vroeg hij, bijna tegen beter weten in.
‘Niet rechtstreeks, nee. Maar z’n dood was gewoon onvermijdelijk. Dat stond, bij wijze van spreken in de sterren geschreven. Hij zat ons veel te dicht op de hielen. Uit een telefoontje met jou wist ik dat hij je die dag moest rapport uitbrengen. Ik heb hem die middag voor een lunch uitgenodigd. Hij bezweek meteen voor mijn mooie ogen en vertelde mij over de afspraak die hij met jou in Wat Po had. Ik stelde voor om hem een lift te geven en dat werd zijn dood… Weet je, m’n vader wou ook jou om zeep helpen, maar ik heb ervoor gezorgd dat hij dit niet deed. Om een of andere reden gaf ik, nee geef ik om jou. Jij was de eerste man in lange tijd die mij deed lachen. Jij bent altijd aardig tegen mij en ik voelde mij, ondanks het leeftijdsverschil, geborgen, ja veilig bij jou…’ Toen hij opnieuw de kracht had gevonden om haar blik te beantwoorden merkte J. aan de opkomende tranen in haar ogen dat ze het écht meende. Het leek alsof ze op het punt stond in tranen weg te smelten. Hij kon haar droefheid bijna fysiek voelen. Er ging, ondanks alles, een pijnscheut door z’n hart. Hij haatte het om haar zo te zien: overgeleverd aan verbittering en spijt.
‘Goh…’ Voor een keer in zijn leven stond J. met z’n mond vol tanden en wist hij niet goed wat zeggen. Net toen hij iets bedacht, was zij hem voor. Uit haar gezicht was alle kleur geweken en ze keek hem recht in de ogen : ‘Pech gehad Dino…Ik wil niet jaren wegrotten in een smerige Thaise cel. So darling, the Show is over. See you in another life…’ zei ze met een wrang en onmetelijk droevig lachje, dat J. nooit van z’n leven nog zou vergeten. Voor hij kon reageren haalde ze als de gesmeerde bliksem een zware revolver van onder een kussen in de sofa, stak de loop in haar mond, sloot haar ogen en haalde de trekker over.
Enkele seconden zat hij perplex en brulde dan zo hard als hij kon in de nacht ‘Waarom ?!’ Maar hij kreeg geen antwoord uit het zwijgende duister… Het was geen nachtmerrie, maar hij wenste met alle vezels in z’n lichaam dat het dat wel was geweest. Het was afschuwelijk, maar géén nachtmerrie. Even, héél even hoopte J. dat hij krankzinnig was geworden. Krankzinnigheid was weliswaar geen lolletje, maar viel wat hem betrof, in het niet bij de gruwel die zich net voor z’n ogen had voltrokken… Als verdoofd zakte J. door zijn knieën. Zijn hoofd klapte voorover alsof het te zwaar om dragen was en hij klemde zijn armen krampachtig om zijn borst. Hij besefte niet dat hij hem gebeld had maar Kaew vond hem uren later zo. Bezorgd voelde hij J.’s schouders schokken, licht en regelmatig, bijna alsof hij huilde. Maar dat was uitgesloten. Dat zou J. nooit doen…
Hoofdstuk 30
Het was niet meer dan normaal te noemen dat J. weken nodig had om datgene wat was voorgevallen te verwerken. Hij was als een gebroken man, na de afscheidsplechtigheid en de crematie van Anong, naar Chiang Mai vertrokken en liet er zich verdrinken in het werk in de hoop zo en door de tijd de wonden te laten helen. J. zonderde zich veel af en zijn naaste medewerkers zoals Kaew en Wanpen vielen hem zo weinig mogelijk lastig. Hij vocht een eenzame strijd met z’n zelfmedelijden en de verwijten die hij zichzelf maakte uit maar besefte ook dat hij zich kost wat kost moest herpakken. Pas twee maanden later vertrok hij weer per trein en natuurlijk met Sam naar de Stad der Engelen waar men dringend zijn advies nodig had bij de aankoop van een grote partij antiek Sawankhalok en Celadon aardewerk.
Terug in de loft, duurde het, in tegenstelling tot Sam, geruime tijd tot hij tot rust kwam. Er was de laatste maanden teveel gebeurd en de pijnlijke herinneringen waren nog te vers. Tempest van Bob Dylan en een robuuste Romeo & Julia Corona hielpen hem terwijl hij zich op zijn terras nestelde om van oudsher te genieten van de zonsondergang, die Wat Arun en de rivier dieproze en goud kleurde. Een duidelijk tevreden Sam geeuwde en rekte zich uit. J. geeuwde zo mogelijk nog dieper en rekte zich ook uit. Even voelde hij precies waar die gek hem in zijn schouder had geraakt… Deze wonde was verbazend snel geheeld maar de wonde die deze zaak in z’n ziel had geslagen zou ongetwijfeld nog heel lang pijn doen… Hij greep zijn net uitgeschonken glas en bedacht dat hij zijn landgenoot George Bernard Shaw gelijk moest geven. De ouwe reus had zich bij tijd en wijle wel als een verdomde Brit gedragen maar over één ding was hij het met hem eens: Whiskey was als vloeibare zonneschijn. Hij hield de kristallen tumbler met een 25 jaar lang gerijpte Highland Park in het licht van de wegdeemsterende zon. Hij groette in gedachte zijn Keltische voorouders die op het schitterende idee waren gekomen om uisge beatha of levenswater uit graan te distilleren. Hij liet de whiskey traag walsen, keek naar de langzaam afdruipende tranen tegen de wand en bracht het glas bedachtzaam naar z’n neus. De rook van een turfvuur, de ziltheid van de zee. Hij nam een slokje en zuchtte. Balsem voor een verwonde ziel. Net wat hij nu nodig had. De fles was een hogelijk op prijs gesteld verjaardagscadeautje van Kaew geweest.
Tiens, als je over de duivels sprak… Kaew stond plots in al zijn rondheid naast hem op het terras. ‘Ik heb mezelf binnengelaten, want door het keiharde gebleir en geneuzel van jouw vriendje Dylan, hoorde je de bel niet….’
‘Wat kom je doen ? ‘
‘Ik dacht dat je wel wat afleiding kon gebruiken en daarom kom ik je oppikken… Kun je gaan doen wat je altijd het liefste hebt gedaan…’
J.deed of hij even ernstig nadacht over dit aanbod, sloeg z’n arm over Kaews’ schouder en zie toen met een grijns van oor tot oor: ‘Dat zal niet probleemloos lukken denk ik. Ze zijn intussen allemaal getrouwd of hebben een jaloers vriendje…’
‘Op naar de kroeg dan’, antwoordde een al breed grijnzende Kaew. Een paar minuten later verdwenen ze in de open armen van de Stad der Engelen in de – ijdele – hoop dat het voor eeuwig droog zou blijven…
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond22 oktober 2024Si Satchanalai & Chaliang Historical park: de omweg meer dan waard
- Eten en drinken17 oktober 2024Culinaire herinneringen van een bourgondisch tafelaar – Chinatown & Yaowarat road (Bangkok)
- Bezienswaardigheden3 september 2024Het dak van Thailand – Doi Inthanon
- Achtergrond21 augustus 2024Thailand… om dichterlijk van te worden…
Leuk en interessant verhaal Lung Jan! Ik heb genoten van je spannende verhaal! Hopelijk heb je nog meer van deze verhalen voor ons?
Fijn weekend alvast,
Daniel
Mooie twist aan het einde, knap werk!
Dank voor deze voortreffelijke serie verhalen
Hopelijk volgen er nog meer
We want more
Ik heb het laatste deel gelezen in de Airport Link onderweg naar mijn hotel. Het blijft niet echt mijn genre, maar ik zie dat je er veel liefde en energie in hebt gestopt beste Lung Jan. Dus hoe dan ook bedankt, al zou ik het verhaal niet zelf als boek in mijn collectie toevoegen.
Beste Rob V, Waarom leg je toch op iedere (type) foutje zout? Jammer dat er altijd een negatieve ondertoon in je commentaar klinkt. Niet je genre? Dan lees je het toch niet! Ik vind het geweldig dat Lung Jan de moeite heeft genomen en hoop op meer verhalen.
Beste Freek mag ik je glas even aanvullen tot het weer half vol is? In de omschrijving staat dat dit een voorpublicatie was, dus als Jan het straks wil publiceren als 1 geheel (en ook?) dacht ik dat Jan feedback mbt tikfouten wel zou waarderen. Juist omdat ik positief ben en Jan een handje wil helpen heb ik dit gedaan. En ik stap graag buiten mijn vaste kaders, dus lees of doe ik ook dingen waarvan ik van te voren denk dat het niet in mijn straatje past. Alleen een stommeling blijft in een veilig had vol bekende dingen en ja knikkers. Ik heb dit dus gelezen, vond het echt niet slecht maar gewoon niet mijn ding. Daarom ook dat ik Jan oprecht mijn waardering dacht te geven via mijn opmerking(en). Ik ben een positief mens. 🙂 Ik hoop even goed dat Jan door gaat. En ik blijf dan lekker lastig doch vriendelijk en met een glimlach met mijn vingertje zwaaien 555 tenzij de auteur mij duidelijk maakt dat als ik zo door ga zelf met een stuk beton in een kanaal verdwijn. :p
Ik heb genoten ! En ook mijn drankkennis is opgevijzeld..dank !
Mooi verhaal waar ik dagelijks naar uitkeek.
Leuke combinatie van krimi, historie, kunst, sigaren en whiskey.
Mooie twists aan het eind die logica brengt in bv. de vraag waarom J. niet vermoord werd.
Lung Jan hartelijk bedankt voor het leesplezier.
Bedankt Lung Jan voor het delen van je boek.
Ik heb er een pdf van gemaakt en kan het nu mooi in een ruk uitlezen. Ik heb de eerste hoofdstukken gelezen en het genre bevalt mij wel met de herkenbare en ook veel onherkenbare dingen. Geschiedenis is niet mijn hobby maar erover lezen in een boek als dit kan ik dan weer wel waarderen.
Prachtig verhaal.
Ik heb ervan genoten hier in Bang Krathum Thailand.
Ik hoop dat er nog meer in de pen zit.
Bedankt
Heb werste met aarzeling begonnen aan de aflevering. Ik hou niet zo van series en dacht dat we 30 weken aan het lijntje gehouden zouden. Maar gelukkig meer delen te gelijk en kon niet wachten oo de volgende aflevering. Bedankt en wad leuk te lezen met een “leuke” verhaaltrent
Beste lezers,
bedankt voor de positieve reacties én de kritiek…. Ik kan de ‘fans’ geruststellen: er komt een vervolg op Stad der Engelen… Het tweede avontuur van de kwistig met politiek-incorrecte citaten strooiende, whiskyslurpende en sigarenpaffende kunst- & antiekhandelaar J. en zijn trouwe viervoeter Sam zal zich afspelen in en rond Chiang Mai en zal bijgevolg de titel De Roos van Noorden dragen. Een groot deel van dit verhaal draait om het verborgen fortuin van in de jaren 60 naar Thailand gevluchte Cinees-nationalistische Kwomintang-troepen, Birmese drugsmokkelaars en Karen-milities…. Ik heb echter geen idee wanneer dit verhaal klaar zal zijn want ik moet dit jaar nog drie échte boeken opleveren bij diverse uitgevers….