Kronkel: Met Simon in de tempel
Het was al weer een poos geleden dat ik Simon had blootgesteld aan de vleselijke verleidingen in de Casnovy a Go-go bar, dus het werd tijd dat ik hem ter compensatie en penitentie meenam naar een tempel om hem kennis te laten maken met het geestelijke leven in Thailand.
We begaven ons derhalve onlangs naar de Wat Chaimongkron, op een steenworp afstand van voornoemde bar gelegen aan de Pattaya Tai. Deze Wat beslaat een ruim terrein met allerlei bouwwerken, waarvan de bot, de wat en de klokkentoren zeer fraai van architectuur zijn. Ook de bibliotheek, omringd door water om de insecten weg te houden bij de heilige boeken en geschriften, is een aantrekkelijk gebouwtje, van tamelijk recente datum zo te zien.
Maar eigenlijk waren we niet gekomen voor de uiterlijkheden maar voor de inhoud van het boeddhisme. Nu kom je in de tempel daarover niet veel te weten als je, zoals voor ons beide geldt, de taal niet machtig bent, dus we hadden ons terdege voorbereid door een mooi boek over Boeddha te lezen. In de inleiding van dat boek hadden we gelezen dat een boek schrijven over Boeddha eigenlijk een zeer onboeddhistische activiteit is, omdat het gaat om wat hij te melden heeft aan inzichten en niet om zijn levensloop. Daarbij legt Boeddha ook nog eens de nadruk op zelfstandig denken: “Neem niets zomaar aan van wat anderen beweren, ook niet van wat ik, Boeddha, zelf beweer!‟ Daar konden we van harte mee instemmen maar dat plaatste ons evengoed in een paradoxale situatie, want hoe kunnen wij ons houden aan dit gebod zonder het tegelijkertijd te overtreden?
Gelukkig zijn we allebei dol op paradoxen, zoals het exemplaar dat we onlangs tegenkwamen: “Als je probeert om te mislukken en je slaagt daarin, wat dan?”
We keken om ons heen en zagen overal beelden van Boeddha in allerlei maten en en houdingen en soorten, talloos veel beelden, en we deelden onze hevige twijfel over wat voor de doorsnee boeddhist belangrijker was: de inzichten van Boeddha of de verheerlijking van zijn persoon. Ik wierp de vraag op waarom boeddhisten geneigd zijn afbeeldingen van Boeddha tot reusachtige proporties op te blazen en Simon gaf daarover de theorie ten beste dat het te maken had met olifanten: de meest volmaakte mens, zoals Boeddha was, moest toch groter zijn dan het grootste dier, nietwaar? Ik gaf toe dat daar wat in zat maar ik moest ook constateren dat we niet in staat waren deze theorie te controleren en dat we bovendien weer in de val waren getrapt van de uiterlijkheden.
We stelde verheugd vast dat het boeddhisme strikt genomen geen godsdienst is, want Boeddha heeft het nooit over goden; eigenlijk is het in de kern gewoon een aantrekkelijke levensopvatting met een ons zeer aansprekende ethiek van onthechting, matiging, tolerantie en waarheidsliefde. Zo‟n beetje als ons antieke stoïcisme, zal ik maar zeggen.
“Alleen dat geloof in reïncarnatie, dat is toch absurd?” bracht ik in. Simon antwoordde niet maar keek me strak aan met borende blik. Ineens besefte ik dat ik een enorme flater had geslagen en het schaamrood vloog me op de kaken. Simon gaf me de genadeslag: “En dat zeg jij tegen een man met wie je dertig jaar na zijn overlijden door Pattaya kuiert!”
Ik weet wanneer ik verslagen ben. Ik was verslagen. Ter verdediging voerde ik nog aan dat Boeddha zelf er niet eens zo zeker van was dat reïncarnatie werkelijk bestond, blijkens zijn uitspraken in de Kalama Sutta, maar er was geen ontkomen aan.Ter penitentie staken we gezamenlijk de brand in een aanzienlijke hoeveelheid wierookstokjes en lieten ons zegenen door de dienstdoende monnik, die opmerkelijk veel weg had van Antoine Bodar, maar dan met een kale kop.
Dezelfde zoetsappige en op effect loerende uitstraling. Maar Antoine leeft nog dus daar kon geen sprake zijn van reïncarnatie.
Zo hadden we met die wierook toch maar even mooi een hoop merit gemaakt! Met smakelijke anekdotes over de lucratieve aflatenhandel en andere paapse stoutig- heden verlieten we de tempel en we trakteerden onszelf op een heerlijk koud biertje op een terras aan Beach Road. Toen dat op was, was het tijd om afscheid te nemen. “Ik hoor dat jij naar Bangkok verhuist. Nou, ik zal je hier missen!” zei Simon. Ik antwoordde dat ik hem ook zou missen, dat ik eerst voor een maand of wat naar Amsterdam ging en dat het toch helemaal niet uitgesloten was dat hij, Simon, in de toekomst in Bangkok zou opduiken, helemaal niet uitgesloten, toch ….?
Hij zuchtte lichtjes, keek me melancholiek aan en knikte. Zwijgend drukten we elkaar de hand en we gingen ieder een andere kant op.
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond14 augustus 2022Jezuïeten in Siam: 1687
- Column28 februari 2022Tropenkolder in Thailand
- Column25 december 2020Kronkel schraapt zijn keel en mijmert over kerstmis
- Autorace17 september 2020Een snelle prins in Pattaya en elf andere Siamezen
Geweldig… prachtig stukje…!
In dit geval is ook het citaat van toepassing van de Buddha: “Should a seeker not find a companion who is better or equal, let them resolutely pursue a solitary course.” – Als een zoeker naar de waarheid geen gezelschap vindt dat is beter of hetzelfde, dan is men beter af alleen – verse 61 of the Dhammapada.
Ik heb deze wijsheid overigens van http://www.realbuddhaquotes.com/should-a-seeker-not-find-a-companion-who-is-better-or-equal-let-them-resolutely-pursue-a-solitary-course/ .
Zowel u als Kronkel zijn in elkaars gezelschap gebleven, althans tijdelijk. Ik weet niet hoe in dit geval zowel Kronkel als u allebei tegelijk een gezel gevonden zouden kunnen hebben die beter geweest zou zijn dan de ander. Is dit weer een andere Buddha paradox? Of is de conclusie van deze paradox dat u beiden even goed bent? Ik zou de Buddha niet durven tegenspreken en moet het wel aannemen ..
Dit brengt me naar het citaat over niets aannemen en dus helaas naar de site over nep-citaten over Buddha: http://fakebuddhaquotes.com/do-not-believe-in-anything-simply-because-you-have-heard-it/ . In het stukje hier was het citaat trouwens nog mooier gemaakt. Maar integendeel schijnt het origineel er juist over te gaan hoe je moet luisteren naar wijze leraren die het beter weten dan jijzelf.
Dus gezien de wijsheid van eeuwen schijnt de conclusie over de kwaliteit van het stukje hier onvermijdelijk, het moet wel net zo goed zijn als Kronkel’s werk. Of zit er iets achter dat verhuizen naar Bangkok dat u niet zo expliciet durfde neer te schrijven? Toch maar liever “de weg alleen”?
Alweer een juweeltje Piet! Dank daarvoor.