De Inquisiteur in Bangkok

Door De Inquisiteur
Geplaatst in Column, Leven in Thailand
Tags:
2 augustus 2017

Het leven van de Inquisiteur in het Thaise Isaanland is rustig en op maat van de natuur. Opstaan en gaan slapen met de kippen – een spaarzame drinkavond daar gelaten. Zich verbazen over een zeldzame auto die nog zeldzamer aan meer dan vijftig kilometer per uur voorbij rijdt.

Opletten voor de slangen en ander ongedierte die deel van zijn leven zijn gaan uitmaken. Het wegjagen van de buffels die het gras aan zijn poel altijd verkiezen boven dat van de straatkant. Kijken naar de fruitbomen of de vruchten nog niet plukrijp zijn. Liefdevol de groenten in de gaten houden. De honden en poezen verzorgen. De enige meer moderne middelen zijn de telefoontje en een laptop. En een auto.

De fysieke verbinding met de moderne wereld, die ligt op minimaal veertig kilometer rijden vanwaar De Inquisiteur woont, je moet eerst doorheen een bufferzone van bossen en velden over een soort savanne-wegen.

Die auto brengt De Inquisiteur voor enkele dagen met zijn gade naar Bangkok. Na de bewuste veertig kilometer blijkt Thailand wel over degelijke wegen te beschikken, maar ook over verschrikkelijk slechte chauffeurs. En die zijn vanaf nu met velen, vanaf Udon Thani lijkt het een beetje op de Lage Landen aan Zee: files, verkeerslichten, op- en afritten op de onmogelijkste plaatsen. En dat gaat maar door, Khon Kean, Korat, Kao Yai.

En dan de verlossende richtingsaanwijzer: Bangkok. Echter – vervolgens nog eentje, met een ander wegnummer. En nog eentje…

Dus lekker verloren rijden, De Inquisiteur beschikt nog steeds niet over een routeplanner. Te gierig, te afkerig, maar nooit een probleem doch Bangkok is een ander paar mouwen. Na twee extra uurtjes toch ter bestemming, hartje Sukhumvit.

Een overdonderende hotellobby, groot, imposant, druk. Efficiënt, correct, geen taalproblemen, hier spreken ze Thai en Engels, niks Isaans. Alles is er erg netjes, proper zoals ze in Vlaanderen zeggen. Maar de mooie kamer lokt De Inquisiteur niet, hij wil door de straten dwalen.

Die typische geuren, tropisch vochtig, exotisch met een vleugje verrotting zonder storend te zijn. Maar ook welriekend door de talloze eetstalletjes, de restaurants die de ganse wereldkeuken bevatten. De hitte die blijft hangen tussen de wolkenkrabbers, het dampende asfalt. De dreigende lucht van de moessons, de losbarstende onweders die deze gigantische soepkom onder druk zetten.

Het chaotisch verkeer, het lijkt dat alles meestal stil staat maar toch raakt iedereen op zijn bestemming. Auto’s, bromfietsen, ontelbare bussen, de typische “tuk-tuk’s’, vele handkarretjes en andere motorische vehikels vechten voor iedere meter beton. Doorheen dat gedoe drummen eindeloze massa’s voetgangers, schijnbaar onderweg naar iets belangrijks.

Al dat gedoe, de drukte, de chaos, … is echter niet storend, meer fascinerend. De Inquisiteur zet zich op een terrasje en begint te filosoferen. Wat doen al die mensen hier, waarheen gaan ze? Zoveel verschillende persoonlijkheden, de ganse wereld lijkt hier aanwezig. De autochtonen ondergaan alles rustig, bijna lijdzaam. Die stappen niet, die wandelen. En nemen altijd de schaduwkant van de straat. Zitten in hun typische straatshops zonder deuren, glimlachend wachten op klanten. Immigranten uit het armere platteland van Thailand zijn druk in hun bezigheden: straatvuil ophalen, werken in de bouw, spelen portier in hotels en banken, zijn taxichauffeur of rijden met hun tuk-tuk rond. De meer louche types spreken toeristen aan, proberen die naar shopping centrum te lokken, naar juwelierszaken, naar reisbureaus. Naar een massagesalon.

Toeristen dwalen door de stad, hoogrood want ze bewegen veel te snel in deze hitte, ze willen alles op een enkele dag afzien. En nemen ze dan toch even tijd voor een drankje is het leuk om hun schaamteloos af te luisteren.

Nederlanders en Belgen, steeds klaar voor een oordeel of een mening over toestanden die ze niet begrijpen of die ze verkeerd interpreteren. Veel Engelstalige uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Australië.  Zelfbewust en vol vertrouwen, betweterig zelfs. Want de wereld is de hunne.

Duitsers en Fransen die wanhopig hopeloos in eigen taal proberen te communiceren en weigeren te geloven dat het bedienend personeel daar niks van begrijpt. Dan diegene die De Inquisiteur niet kan afluisteren: een Spanjool, een Italiaan. Een Fin, enkele Noren en Zweden. Een zeldzame oostblokker, uit Letland of Litouwen. Norse Russen, maar die gaan zelden een terrasje doen, die stappen bijna zonder uitzondering rond met bier uit de 7/11 in handen.

En dan die mensen die Bangkok zo exotisch maken. Uit Maleisië, uit Birma ofte Myanmar, Cambodjanen, Laotianen. Die kan de Inquisiteur nauwelijks herkennen want fysiek zwaar verwant aan de Thai. Filipijnen, mensen uit Singapore, Vietnam. Japannezen en Koreanen – makkelijk herkenbaar want altijd in groep en iedereen in de pas lopend achter een vlaggenman (of -vrouw).

Grote groepen Chinezen, daar zal Thailand in de toekomst nog veel meer van krijgen beseft De Inquisiteur. Gelukkig doen ze niet wat altijd maar beschreven wordt : ze spuwen niet continu. Luidruchtig soep slurpen doen ze wel.

Het maakt Bangkok tot een ware metropool, fascinerend voor observerende mensen. En toch blijft deze mastodont, wegzinkend in zee, een gezellige stad met veel groen dat op het eerste zicht opgeslokt lijkt door het beton maar toch altijd aanwezig is, op de meest onmogelijkste plaatsen zelfs. Is er een tiental vierkante centimeter grond te vinden zetten ze bloem, een kleine potplant.

Een iets groter betonloos plekje en ze plaatsen er een struik met veel kleur. Is er een vierkante meter zonder asfalt staat er een boom. Geen gedoe over vallende bladeren, geen gezeur over schade die de wortels veroorzaken. Gezellig schaduwrijk en mooi ogend, bovendien komen bij valavond ontelbare vogels zich in die bomen met veel lawaai manifesteren.

De overheden laten de meeste parken ongemoeid, longen voor de stad – alhoewel er te weinig zijn, De Inquisiteur proeft continu het roet van de auto’s maar dat is snel weggespoeld met een fris Singha biertje. En gaat daarna opnieuw, te voet, dwalen door de stad.

De Inquisiteur prefereert Chinatown boven bijvoorbeeld de Chatuchak markt, laat staan zo’n westers georiënteerd gedrocht als Central en consorten. Beginnen via Yaowarat Road. En dan de onbekende zijsteegjes in. Urenlang kijk- en koopplezier want het is hier spotgoedkoop. Berenklauw. Tijgerpenis. Gemalen neushoorn. Wie kan er hier nog problemen hebben met zijn libido vraagt De Inquisiteur zich af. Slagtanden en ander ivoor. Aapjes, levend of dood – voor consumptie. Hondjes. Poezen. Exotische vogels in veel te kleine kooien. Slangen ook, wie koopt die nu hier in Thailand? Vreemde kruiden en andere Chinese geneesmiddelen. Boeddhistische relikwieën. Doodskisten. Stoffen. En voedsel. Veel voedsel, westers onbekend.

Maar ook leuke nevenwijkjes waar alles gecentraliseerd is. De ijzerwaren. Houthandels. Machinerie. Kantoorwaren. Elektronica. Auto onderdelen. Tweedehands – vooral Vespa’s, hoe zijn die hier zo massaal geraakt? Ze negeren elkaars concurrentie en het is uiterst makkelijk voor een zoekende.

Alles gaat hier vlot van de hand maar de indoctrinatie vanuit het westen heeft zijn sporen nagelaten, De Inquisiteur laat de exotica aan zich voorbij gaan en houdt het bij T-shirts, schoenen, portefeuilles en veel te veel hebbedingetjes. Mogelijk is het namaak maar dat is nu net het leuke ervan.

Tevreden maar compleet verdwaald houdt De Inquisiteur een taxi aan. En zie, de man weet een goed shopping center, een goed reisbureau. Nee, dank u wel. Geen massage dan? Alles inclusief ? Een goed meisje ? Nee ? Een mannetje dan ? Ondanks dat mijn gade lachend naast mij zit … .  Dit soort ongegeneerde commercie vind De Inquisiteur best leuk. Maar toch, nee. Dank u wel. En zet die meter op alstublieft.

De kanalen maken de stad ook speciaal. Te veel zijn er dichtgegooid om Bangkok nog het Venetië van Azië te kunnen noemen doch het schept een sfeer. De geur is dwingend en veel vis zal er niet meer in zitten. Want het is er net zo druk als in de straten. De kanaalboten brengen autochtonen en toeristen snel naar een bestemming maar je moet al goed op de hoogte zijn om er vlot gebruik te kunnen van maken.

En dan is er de Chao Praya. Een intens bevaren rivier, Bangkok’s economische uitweg naar zee. Langsheen de rivier liggen zowel exclusief dure woongelegenheden en winkelcentra als krotten dichtbij elkaar. Dus neemt De Inquisiteur graag een overzetboot om zodoende in onbekende wijken terecht te komen. En heeft men, onbekend of het toerisme-indachtig is of omdat de financiële middelen ontbreken, een deel van de oeverbebouwing intact gehouden zoals het honderd jaar geleden was. Pittoreske maar versleten houten huizen, enkel bereikbaar via bootjes. En ben je voyeur van het rivierleven. Zwemmende en spelende kinderen in het water. Vrouwen die de was doen, mannen die een rivierbad nemen.

Scholen vis die De Inquisiteur liever niet op zijn bord wil zien liggen want de rivier is ook de afvoer van Bangkok’s riolen. Schildpadden en hagedissen.

Veel open groen ook, tempels, ‘snakefarms’ en andere bezienswaardigheden. Er liggen markten op, er varen veel typische bootjes, de meeste voor de toeristen, enkele nog voor de inwoners met etenswaren of als taxi.

De talloze tempels maken dat de stad een speciale atmosfeer uitdraagt. Het rinkelen van de belletjes, het zoemen van de monniken hun mantra’s die ergens moeten zitten maar je ziet ze niet. Of de aangename stilte, middenin die drukke stad. Dan weer verschijnen er toch monniken die meer zweven dan stappen in die oranje-bruine gewaden, die in combinatie met het geschoren hoofd een waas van geheimzinnige rituelen oproepen. De ganse sfeer die er hangt, zeker als je de kleinere en onbekende tempelcomplexen binnen gaat. Doch wie ze al eens bezocht heeft laat ze nadien meestal verder links liggen.

En Bangkok is meer. Vooral in de westerse wereld snel vereenzelvigd met louche buurten. Ongebreidelde seks. Een “a Go Go city”. Terwijl dat alles eigenlijk gesitueerd ligt in slechts enkele wijken : Patpong, Soi NaNa, Soi Cowboy. En dat er sluitingsuren zijn die een gemiddelde Belg of Nederlander vreemd laat opkijken. Deze toeristische hotspots zijn in de ogen van De Inquisiteur zwaar overroepen. Goor, op het platte af. En duur, erg duur. Zelfs de weg naar en van -via taxi’s, tuk-tuk’s- is veel duurder dan gewoonlijk.

En heeft De Inquisiteur een voordeel, zijn deerne weet hier de weg naar de voor de gemiddelde toerist minder bekende spots.

Met de woorden van een beruchte liedje (tijdlang zelfs verboden geweest in Thailand) in het hoofd is de Inquisiteur gereed voor ongeremd nachtleven.

“One night in Bangkok and the world’s your oyster

the bars are temples but the pearls ain’t free, 

you’ll find a God in every golden cloister

and if you’re lucky then the God’s a she”

Doch dat is voor een volgend blog.

 

– Herplaatst bericht –

Over deze blogger

De Inquisiteur

9 reacties op “De Inquisiteur in Bangkok”

  1. Bert Brouwer zegt op

    Fantastische beschrijving van het vele BKK te bieden heeft en wat een woordkunstenaar 🙂

  2. Khun Yan zegt op

    Schitterend geschreven….

  3. JPBRMN zegt op

    met jou zou ik door Bangkok willen zwerven, het onbekende opzoeken, helaas zijn dit soort gidsen
    niet te vinden.

  4. l.lagemaat zegt op

    Mooi, die zinnen waar Duitsers en Fransen weigeren te geloven dat het bedienend personeel hen niet begrijpt en de Russen met hun blikjes bier uit 7/11

    Verder een staccata opsomming van Bangkok.

    Interessant de opsomming van de taxichauffeur van wat hij denkt dat de Farang zal willen! Nee dus!

    Inderdaad de louche buurten zo groot als een postzegel t.o.v. het grote Bangkok ( zo groot als de provincie Utrecht!)

  5. NicoB zegt op

    M’n complimenten met deze wel zeer uitgebreide beschrijving van de wereldstad Bangkok in bijna al z’n facetten, er is nog meer, daarover een andere keer lees ik.
    NicoB

  6. henry zegt op

    Schitterende beschrijving van de stad die mijn thuisstad. De stad met tienduizend gezichten die je steeds blijft verbazen en verrassen. Ook een stad van uitersten waar onnoemelijke armoede en de onvoorstelbare grote rijkdom in, door mekaar vloeien. Een stad die niemand onverschillig laat. Ofwel ben je er verliefd op, ofwel haat men ze.

  7. Ad zegt op

    Prachtig verhaal, ik ben een keer of 4 in Thailand geweest en altijd beginnen we voor een dag of 3 in Bangkok. Zoals je het omschrijft zo is het ook, ik voel de sfeer en ruik de stad.
    Als ik het lees dan ben ik voor mijn gevoel weer even terug in Bangkok!
    Bedankt,

    Met vriendelijke groeten,
    Ad

  8. PEER zegt op

    Ja Inquisiteur,
    Jij bent de mijne ( de mènne, zeggen we in Brabant) ik heb ook niks met ’n steriele hotelkamer maar dwaal liever rond om te aanschouwen, proeven én ruiken.
    Dit verslag van jou moeten ze verplicht aan elke nieuwkomen geven: dan kunnen ze nóg meer van Thailand genieten!!
    Peer

  9. lung addie zegt op

    Ook al is dit een herplaatst bericht, het voelt steeds prettig aan het opnieuw eens te lezen.
    Als gewezen hobypianist en muziekliefhebber doen sommige artikels mij aan bekende ( in Vlaanderen ) songs terugdenken, net zoals dit artikel mij doet denken aan:

    Wannes van de Velde : ” ik wil deze nacht in de straten verdwalen, de klank van de stad maakt mijn ziel amoureus …..”

    https://www.youtube.com/watch?v=dDKeikdpYqE


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website