Column – Sleur in het paradijs
“Man, jij leeft echt de droom!” roept mijn broer steevast als hij me belt vanuit zijn doorweekte vinexwoning in Nederland. Terwijl hij dat zegt, hoor ik op de achtergrond zijn vrouw vloeken omdat de zoveelste regenbui het voetbalveldje van de kinderen heeft veranderd in een modderpoel. Ik hoor het gespetter van schoenen die door plassen soppen en denk: ja, het is hier misschien zonniger, maar ook in Thailand regent het. Soms letterlijk, vaak figuurlijk.
Begrijp me niet verkeerd, Thailand is fantastisch. Maar mensen in Nederland lijken te denken dat ik hier in een permanente ansichtkaart woon. Ze zien me in gedachten cocktails drinken op een strand, terwijl een palmboom zachtjes wuift en het enige geluid het gekabbel van de golven is.
De realiteit? Het geluid dat ik hoor, is een brommer met een kapotte uitlaat, blaffende straathonden en een onduidelijk dier die aan mijn tuinhek staat te knagen. En cocktails? Laat me eerst mijn ochtendritueel afmaken: een half uur zwetend naar mijn kapotte airco staren en mezelf eraan herinneren dat er in elk paradijs een slang onder het gras zit. Letterlijk. Ik vond er vorige week eentje op mijn terras.
Mijn vrienden en familie in Nederland begrijpen dat niet. “Je hebt daar toch altijd zon?” zegt mijn moeder terwijl ze haar zoveelste paraplu droog schudt en naar de verwarming loopt om haar doorweekte sokken op te hangen. Ja, mam, de zon schijnt hier vaker, maar als ze eenmaal weg is, krijg je de moesson als bonus. Die romantische regenbui waar toeristen bij wegzwijmelen? Dat is in werkelijkheid een watermuur die mijn scooter veranderde in een varende badkuip. Ook kan het hier soms zo verstikkend heet zijn dat ik na een douchebeurt zo zweet dat ik het idee heb dat ik vergeten ben me af te drogen. En laten we het niet hebben over het elektriciteitsnetwerk dat al na één bliksemflits besluit een paar uur vrij te nemen.
En toch. Toch leef ik hier liever in deze sleur dan in Nederland, waar je na drie dagen regen en kou het voelt tot in je botten en je humeur zich aanpast aan het grauwe wolkendek. Hier wordt diezelfde sleur opgelicht door dingen die je in Nederland niet vindt. Een verse mango die smaakt alsof hij door een engel is geplukt. Een ritje op mijn scooter waarbij ik, ondanks het chaotische verkeer, tóch het gevoel krijg dat ik vrijer ademhaal.
Bovendien kan ik ’s ochtends mijn slippers aantrekken, zonder drie minuten te hoeven vechten met een sok. Dat is wat Thailand doet: het geeft je het gevoel dat de sleur minder zwaar weegt. Want laten we eerlijk zijn, sleur is overal. Ook in een paradijs. Alleen wordt de was hier droger aan de lijn en smaakt het biertje beter na een dag vol bureaucratische ellende.
Dus ja, ik leef mijn ‘droom’, zoals mijn broer zegt. Maar het is geen Netflix-droom vol tropische clichés. Het is eerder een soort realitysoap: soms hilarisch, vaak rommelig, maar altijd de moeite waard. En als ik weer eens moet wachten in een onmogelijk lange wachtrij voor mijn visumverlenging, herinner ik mezelf eraan: liever deze sleur, dan rillen in de regen en wind in Nederland.
Over deze blogger
- De Expat (66) woont al 17 jaar in Pattaya en geniet van elke dag in het land van melk en honing! Vroeger werkzaam in de wegen en waterbouw, maar het grillige weer in Nederland ontvlucht. Woont hier met zijn Thaise vriendin en twee honden net buiten Pattaya, op 3 minuten loopafstand van het strand. Hobby's: genieten, uitgaan, sporten en met vrienden filosoferen over voetbal, Formule 1 en politiek.
Lees hier de laatste artikelen
- Column22 december 2024Column – Sleur in het paradijs
- Column21 december 2024Column – Decibel Dystopie: De Bars van Pattaya
- De Expat19 december 2024Column – TikTok als valstrik om kwetsbare meisjes de prostitutie in te lokken
- Column17 december 2024Column – Farang, een wandelende zak geld op slippers