Column – In Thailand zijn geesten niet slechts folklore; ze zijn dagelijkse realiteit
Thailand, land van Boeddha, maar vooral ook land van geesten. Waar je ook gaat, je ontkomt niet aan de talloze geestenhuisjes, vol met wierookstokjes, offers van fruit, en rode limonadeflesjes die zorgvuldig worden neergezet voor de onzichtbare bewoners. Je zou denken dat een natie met meer dan 90 procent boeddhisten vooral zijn heil zoekt in meditatie en de leer van de Verlichte. Maar nee, hier speelt zich iets veel fascinerender af: een absurde dans tussen het geloof in Boeddha en een diepgewortelde verering van het bovennatuurlijke, waar de demonen soms meer aandacht krijgen dan de monniken.
Elke hoek van de straat lijkt te wemelen van de geesten. Geesten die huizen bewonen, geesten die de rijstvelden beschermen, en zelfs geesten die hun zinnen hebben gezet op een specifiek verkeerslicht. De oplossing? Een geestenhuisje natuurlijk, en niet zomaar een. Het moet mooier zijn dan je eigen woning, want anders loopt de geest het risico zich miskend te voelen. Het is alsof men hier een absurde competitie heeft opgestart om de meest extravagante woning te bieden aan een onzichtbare vriend.
En dat is nog maar het begin. Elke Thaise bestuurder heeft wel een amulet aan zijn achteruitkijkspiegel bungelen,niet omdat hij een verkeerscursus heeft gevolgd, maar omdat het amulet volgens de verkoper een “beschermende kracht” zou bezitten. Vlak daarnaast, in de taxi, hangt een foto van een overleden monnik die zo heilig wordt geacht dat men gelooft dat zelfs zijn nagelknipsels wonderen kunnen verrichten. Het absurde hier is niet alleen het geloof zelf, maar de overtuiging dat al deze krachten voortdurend met elkaar concurreren, elk met hun eigen domein en specialisme. Voor de veiligheid een amulet én een monnik én een geestenhuisje. Je weet maar nooit.
Boeddha wordt ondertussen een beetje naar de achtergrond gedrukt, alsof hij slechts een van de vele figuren in het bovennatuurlijke schouwspel is. Natuurlijk, er worden nog tempels bezocht en monniken geëerd, maar de ware aandacht gaat naar de geesten en amuletten. En het meest ironische? Zelfs de monniken doen eraan mee. Ze wijden amuletten, spreken magische spreuken en geven zegeningen alsof ze eerder sjamanen zijn dan volgers van het Theravada boeddhisme. Het voelt bijna als een spirituele uitverkoop: voor elke zorg of probleem is er wel een amulet dat precies daarvoor is gemaakt, rechtstreeks uit de handen van een monnik die het boeddhisme verruilde voor bijgeloof.
Het is niet vreemd om een hoogopgeleide Thai te ontmoeten die diep gelooft in het bestaan van Phi Tai Hong, geesten van mensen die een gewelddadige dood zijn gestorven en zelfs niet durft langs een bepaalde weg te rijden, omdat daar ooit een ongeluk gebeurde. “De geest is daar nog steeds,” zeggen ze met een uitgestreken gezicht, alsof dit een onweerlegbaar feit is. En zo komt het dat men in Thailand eerder bang is voor een spook dan voor karmische gevolgen. Geesten worden gevreesd en Boeddha wordt vereerd, maar altijd met een knipoog naar het idee dat de geesten je sneller in de problemen kunnen brengen dan je eigen daden.
Het is een paradoxale wereld, waar oude volksgeloof en boeddhistische leer op een bizarre manier samensmelten. Het resultaat is een absurde spirituele cocktail waarin Boeddha zich moet schikken naar een plek tussen de amuletten en de geestenhuisjes, terwijl de Thaise bevolking zich wapent tegen het bovennatuurlijke met alle middelen die voorhanden zijn. Het is een geloof dat het rationele ver overstijgt, maar in Thailand is dat precies wat het zo alledaags maakt. Hier is het bovennatuurlijke geen uitzonderlijke verschijning, maar een alledaagse realiteit, en misschien is dat nog wel het meest absurde van alles.
Over deze blogger
- De Expat (66) woont al 17 jaar in Pattaya en geniet van elke dag in het land van melk en honing! Vroeger werkzaam in de wegen en waterbouw, maar het grillige weer in Nederland ontvlucht. Woont hier met zijn Thaise vriendin en twee honden net buiten Pattaya, op 3 minuten loopafstand van het strand. Hobby's: genieten, uitgaan, sporten en met vrienden filosoferen over voetbal, Formule 1 en politiek.
Lees hier de laatste artikelen
- Column19 november 2024Column – Thailand: Het land waar de glimlach een uniform draagt
- Column18 november 2024Columm – Gouden Illusies in Thailand: Over gebakken lucht en glimmend geluk
- Column17 november 2024Column – Welkom in Statusland: een glimlach met een bijsluiter
- Column16 november 2024Column – Het verborgen probleem van het Thaise onderwijs
Het is zeker waar Expat dat geesten helaas vaak een grotere rol spelen in het Thaise leven dan het boeddhisme. Maar ik geloof niet dat dat absurd of paradoxaal is. Het boeddhisme is heel goed te verenigen met andere opvattingen over de bovennatuurlijke wereld.
Het is trouwens ‘DE Boeddha”. Het is een titel, net als de Expat, de koning en de monnik. In het verleden waren er vele Boeddha’s en er zullen er nog meer volgen. .
Mijn reactie van 14:33 was voor een ander artikel, sorry.
Wat betreft geloof, ik kijk er niet van op dat allerhande gebruiken en geloven samen komen. Soms tot een smeltkroes, soms meer een mozaïek van elkaar complimenterende of juist schurende, vloekende combinaties. In ons koude landje steken we ook nog steeds vuurwerk af, om kwade geesten te verjagen (al gelooft zo goed als niemand daar in). Of zoeken we naar eieren in het veld en is dat verbonden aan het sterf en wedergeboorte verhaal van iemand uit de oude wereld. Als je een nieuw geloof een beetje wilt verkopen dan meng je dat met wat de mensen al kennen. Dus geen wonder dat oude ideeën over geesten (het animisme) zich hebben vermengd met boeddhistische principes.
Is het alleen wel heel jammer als een enkeling stomdronken achter het stuur kruipt en dan denkt “mij overkomt niks”, maar daar heb je niet eens een amulet in je auto voor nodig om dat te denken…
Ik blijf het als nuchtere Hollander toch iedere keer weer grappig vinden dat ze met droge ogen beweren, dat ze niet in geesten geloven, maar wel altijd overal het licht aan moet, zodra het donker is, schoondochter de was niet alleen durft te doen in het donker, altijd met een deken over haar hoofd getrokken slaapt, net als kleindochter, enz. Iedereen zal wel genoeg van dat soort voorbeelden kennen.
De geest huisjes worden inderdaad vaker ‘geëerd’ dan de tempel of de monniken.
We kunnen verbaasd zijn over al deze “bijgeloven” zoals amuletten, monniken die bezweringen of magische spreuken over je heen laten gaanen zo nog heel wat meer. Maar kijk eens bij ons, relikwieën van heiligen, gewijd water, scapulieren en medailles. Het is allemaal nog niet zolang geleden dat we dit ook hadden. Een paternoster met daarin enkele korreltjes zand van … Bethlehem of van een of andere heilige plaats. Lourdeswater, gewijde palmtakken tegen onweer en gewijd brood op de dag van Sint Hubertus tegen hondsdolheid. Zo kan je tientallen bladzijden vullen met dergelijke rariteiten. Het is allemaal al heel wat geminderd, maar het bestaat nog altijd. Heeft de IT (r)evolutie dit een beetje getemperd of zijn we wat meer realistisch geworden. Het is maar waar je je goed meevoelt. Er zijn zelfs overbetaalde voetbalsterren die een kruis slaan als ze het veld opkomen of even de grasmat moeten aanraken. Bijgeloof is er en zal altijd blijven denk ik.
Nu eerst even die zwarte kat van voor mijn deur wegjagen want die brengt ongeluk… zeggen ze.