Ah, Thailand. Het land waar tolerantie zo diep geworteld is dat het lijkt alsof iedereen geboren wordt met een onzichtbare gebruiksaanwijzing: “Niet schudden, niet bekritiseren, altijd glimlachen.” Het is een paradijs waar je ego nooit een krasje oploopt, maar waar ook niemand zich ooit afvraagt of dat ego misschien een likje verf kan gebruiken.
Tolerantie is hier geen deugd, maar een overlevingsstrategie. Je bemoeit je niet met anderen, je kijkt weg bij problemen, en kritiek is een taboe dat zo heilig is dat zelfs een mislukte tempelrenovatie met applaus wordt ontvangen. Iedereen blijft keurig binnen de lijntjes, alsof de samenleving een gigantische kleurplaat is en elke afwijking direct een nationale ramp veroorzaakt. Maar ja, als de wereld net zo tolerant was als Thailand, hadden we nu waarschijnlijk een Nobelprijs voor beleefdheid, maar nog steeds geen idee hoe we een klimaatcrisis oplossen.
Ironie en sarcasme? Dat zijn exotische westerse delicatessen die hier niet op het menu staan. Stel je voor: een cultuur waar niemand ooit een sarcastische opmerking maakt. Je zou bijna medelijden krijgen met de Thaise taal, die nooit de kans krijgt om te schitteren in al zijn snijdende pracht. In plaats daarvan blijf je hangen in beleefdheden en oppervlakkige gesprekken, waarin de grootste spanning het kiezen van de juiste toonhoogte is. Tolerantie is hier een rookgordijn voor passiviteit. Waarom een probleem aanpakken als je ook gewoon vriendelijk kunt glimlachen en hopen dat het verdwijnt?
Het schoolsysteem is misschien wel de grootste manifestatie van deze cultuur. Hier faalt niemand. Niet omdat iedereen briljant is, maar omdat falen betekent dat de hele familie collectief door het stof moet. Het resultaat? Rapporten vol uitstekende cijfers, terwijl niemand weet wat ze eigenlijk geleerd hebben. Het is alsof je een taart bakt zonder oven: het ziet er prachtig uit, totdat je een hap neemt en alleen maar deeg proeft. En dat deeg smaakt naar gezichtsverlies.
Toch verandert er iets. De jongere generatie probeert, voorzichtig en met een beleefde glimlach, het masker een beetje los te wrikken. Competitie sluipt de samenleving binnen, alsof het een ongenode gast is op een perfect georganiseerde bruiloft. Maar oude tradities sterven langzaam, zoals een batterij die maar niet helemaal leeg wil raken. Zelfs de meest ambitieuze Thaise leider blijft beleefd luisteren naar een compleet zinloze vergadering, terwijl hij innerlijk smeekt om een blikje ironie.
En zo leer je in Thailand dat tolerantie geen brug is naar een betere wereld, maar eerder een hangmat waarin iedereen lekker ligt te dommelen. Comfortabel, ja. Effectief? Niet echt. Maar wie heeft dat nodig als je toch nooit kritiek krijgt op het feit dat je in die hangmat ligt?
Over deze blogger
- De Expat (66) woont al 17 jaar in Pattaya en geniet van elke dag in het land van melk en honing! Vroeger werkzaam in de wegen en waterbouw, maar het grillige weer in Nederland ontvlucht. Woont hier met zijn Thaise vriendin en twee honden net buiten Pattaya, op 3 minuten loopafstand van het strand. Hobby's: genieten, uitgaan, sporten en met vrienden filosoferen over voetbal, Formule 1 en politiek.
Lees hier de laatste artikelen
- Column25 december 2024Column – Het land waar niemand faalt, niemand bekritiseert en iedereen glimlacht
- Column23 december 2024Column – Kerst in Thailand: Boeddha op een slee
- Column22 december 2024Column – Sleur in het paradijs
- Column21 december 2024Column – Decibel Dystopie: De Bars van Pattaya
Weer een geweldige column, Expat! Je kent de Thaise samenleving, cultuur en taal als geen ander. Tolerantie is inderdaad de basis van het Thaise leven. Thailand kent geen protesten, demonstraties of opstanden, laat staan dat iemand daarvoor in de gevangenis beland. Ik heb ook nog nooit ironische of sarcastische opmerkingen gehoord in Taailand. Thailand kent ook geen stand-up comedians waar leuke grappen worden gemaakt en situaties en personen worden uitgelachen.
En hebt ook helemaal gelijk wat het schoolsysteem betreft. Mijn zoon had altijd uitstekende cijfers, hij kreeg ook nooit kritiek, maar af en toe wel een klap wat hij tolereerde.
Je hebt goort gelijk, Tino.
Deze expat heeft dezelfde ervaringen als mij. Ik woon al bijna 20 jaar hier in Pattaya. Naar volle tevredenheid, moet ik zeggen. De Thaise cultuur is zo lekker sabaai sabaai en mai pen rai. De mensen zijn zo heerlijk tevreden met hun wereldberoemde Thaise glimlach.
Elke ochtend staat het bier goed koud hier in de vele bars, en de leuke meisjes zijn warm en geven deze jonge Piet van 86 nog prima aandacht.
Dat is volgens mij ook wel wat deze expat bedoelt met de column. Het is gewoon goed toeven hier en de Thai zijn het gelukkigste volkje op deze planeet. Ze hebben het goed he? Bordje vol rijst en een leuk huisje in Isaan.
Nee, voor mij geen Holland meer. Nooit meer.
Piet de Vries
Prachtig beschreven !.
Precies Expat, maar dat is ook gelijk waar ik me aan erger, bij mijn schoonfamilie hebben een ruim huis maar het is er altijd een bende dingen worden niet opgeruimd, we hebben wel ergens een hamer of tang maar niemand weet waar.
Daarom kunnen ze nooit wat vinden, als ik dan tegen mijn vrouw mopper wordt dat gelijk als heel negatief bestempeld, terwijl ze thuis in Nederland het zo fijn vind dat ik alles een plekje geef ( terwijl zij nog wel eens in de oude gewoonte wil vervallen) en daardoor alles wat meer georganiseerd is.
Maar hier in Thailand het gesprek daarover aan gaan met de familie absoluut niet, zo jammer want je kan toch leren van andere ideeën maar nee vooral niks kritisch bekijken
Groet Rob
Een columnist heeft de vrijheid allerlei stijlfiguren te gebruiken zoals daar is: de hyperbool. Wikipedia: “Een reden om een hyperbool te gebruiken kan zijn om bijvoorbeeld een emotie of een mening extra nadruk te geven. Maar ook variatie in schrijfstijl en humor kunnen redenen zijn om de hyperbool te gebruiken. Doorgaans wordt een hyperbool niet letterlijk genomen.” En dat laatste zullen we dan de de schrijver des artikels ook maar niet doen, want hij overdrijft hier schromelijk. Dat heeft ie dan gelijkend op de twee andere columnisten, waarbij de een overdrijft in aantallen woorden en de ander in verzuchtingen.
Met de eerste alinea ben ik het al niet eens: Thaise mensen zitten voortdurend aan elkaar te schudden. Zijn voortdurend elkaar aan het bekritiseren, en het klopt: hebben eerder een glimlach op hun gezicht dan een norse uitdrukking, zo karakteriserend voor de Nederlander. Of neem de Vlaming. Die zegt zelf lachend dat zijn woorden niet serieus genomen hoeven te worden. En zo heeft elk individu wel een tic.
Lees de Thai kranten, zie de Thai TV, laat Thailandblog op je inwerken: de Thai zorgt wel degelijk voor deining.
Tolerantie is in NL in ieder geval en absoluut al geen deugd. Hoezo in Thailand een overlevingsstrategie? Is in NL polarisatie een absolute trend, daarentegen is in Thailand meer neiging tot toegevendheid. Hier gaat de de schrijver zijn onvermogen tot goed interpreteren van zijn observaties zien. Het is niet nodig om over iedereen en alles heen te vallen. Was de wereld maar wat meer zoals de Thai, dan was een Nobelprijs voor beleefdheid sowieso al onnodig. En heeft die werkelijke wereld dan wel een oplossing voor de klimaatcrisis, of is die eigenlijk al niet de veroorzaker ervan?
Wat weet De Expat over de Thaise taal? Waar is hij bekend met een tekort aan ironie en sarcasme? En wat weet hij over het kiezen van de juiste toonhoogte als die bij voorbaat al vaststaat? Niet de toonsoort maar het woord wordt gekozen vanwege de betekenis waarbij de toon slechts het soort woord aangeeft. Is De Expat wel bekend wat de strekking van zijn woorden is en kiest hij wel de juiste?
Oeso-Pisa 2022 resultaten hebben laten zien dat het zeer slecht gesteld is met het Thai onderwijs, zelfs als je deze vergelijkt met landen die in dezelfde sociaal-economische omstandigheden verkeren. Daarbij komt dat de VN Thailand attendeerde op haar immense dropout-fenomeen. Maar waren de cijfers voor Nederland dan zo best? En had België niet te kampen met een forse ‘terug-uitgang’? Thailands gebrekkige show off schoolsysteem gebruiken om wat hilarisch over te komen is wel heel goedkoop.
Tot slot: de een na laatste alinea slaat nergens op, zelfs niet als poging om gegeven kritiek wat te temperen, en de laatste alinea toont dat de schrijver zelf vanuit een hangmat lui en lijzig voor zich uit heeft liggen typen. De eigen belofte tot een dagelijks schrijfsel moest worden ingevuld.