Column – Gezichtsverlies in Thailand is een cultureel mijnenveld
Gezichtsverlies in Thailand is geen kwestie van een ongemakkelijke stilte na een slechte grap of een blos van schaamte. Nee, hier is het een sociale catastrofe. Verlies je gezicht in Thailand, en je bent niet alleen jezelf, maar ook de hele sfeer kwijt. Het concept van “face” is hier een onzichtbare wetmatigheid, een ongeschreven regel die alles bepaalt, van het sluiten van deals tot een simpel gesprek over het weer.
Stel je een toerist voor die, met zonnebrand op zijn neus en te veel zelfvertrouwen, luidkeels een discussie aangaat met een lokale marktkraamhouder. De oorzaak? Een paar baht korting op een sarong die hij toch nooit zal dragen. Hij staat erop zijn gelijk te halen. Hij voelt zich ongetwijfeld slim en assertief, terwijl hij de prijs probeert te drukken. Maar omstanders kijken geamuseerd of gegeneerd toe. Voor hen is hij niet assertief; hij is onbeschaamd. Wat hij niet begrijpt, is dat hij niet alleen zichzelf voor schut zet, maar ook de kraamhouder. In Thailand werkt het anders. Harmonie is hier de heilige graal, en elke vorm van confrontatie – hoe klein ook – is een deuk in dat ideaal.
In de Thaise cultuur draait alles om balans. Harmonie bewaren is de sleutel. Een conflict aangaan voelt hier alsof je midden in een Boeddhistisch tempelritueel met een megafoon je ongenoegen uit. Er zijn subtielere manieren om zaken te bespreken. Kritiek wordt ingepakt in zijdezachte woorden, alsof je een porseleinen vaas voorzichtig in bubbeltjesplastic wikkelt. Een rechtstreekse aanval, hoe terecht ook, voelt voor een Thai als een dolksteek. Het gezichtsverlies is op dat moment collectief. Jij verliest je gezicht door je lompe gedrag, en zij verliezen het omdat ze niet in staat zijn harmonie te behouden.
Gezichtsverlies is een glibberig begrip. Voor toeristen is het een onzichtbare valkuil. Wanneer een westerling denkt dat hij een discussie “wint,” door te domineren met woorden, is het resultaat meestal het tegenovergestelde. Hij verliest in de ogen van de Thais, en niet een beetje. Respect is hier geen recht, maar een cadeau dat je moet verdienen met verfijnde omgangsvormen en een glimlach die zo oprecht lijkt dat hij rechtstreeks uit een tandpasta-reclame komt.
Wat maakt dit fenomeen zo fascinerend? Het is de dubbele laag die erin verscholen zit. De Thaise glimlach – beroemd en berucht – kan evenveel betekenen als niets. Het is een masker, een wapen en een buffer tegen ongemak. Een Thai kan glimlachen terwijl hij zich beledigd voelt. En terwijl jij denkt dat alles koek en ei is, staat hij mentaal al zijn opties te overwegen: negeren, beleefdheid bewaren of jou stilletjes afschrijven.
Ironisch genoeg zijn de grootste gezichtsverliezers vaak de meest zelfverzekerden. Zij die denken dat hun directheid als een kracht wordt gezien. Het is bijna bizar hoe de westerse assertiviteit hier omslaat in lompe onwetendheid. Als je echt wilt overleven in Thailand zonder op sociaal ijs uit te glijden, onthoud dan één ding: “Mai pen rai.” Het betekent “het geeft niet.” Een ogenschijnlijk simpele uitdrukking, maar een die alles omvat. Want in Thailand draait het leven om flexibiliteit, niet om je gelijk halen. Gezichtsverlies voorkomen is een kunst, een subtiel spel dat je beter kunt leren spelen voordat je het gezicht van iedereen om je heen verliest.
Over deze blogger
- De Expat (66) woont al 17 jaar in Pattaya en geniet van elke dag in het land van melk en honing! Vroeger werkzaam in de wegen en waterbouw, maar het grillige weer in Nederland ontvlucht. Woont hier met zijn Thaise vriendin en twee honden net buiten Pattaya, op 3 minuten loopafstand van het strand. Hobby's: genieten, uitgaan, sporten en met vrienden filosoferen over voetbal, Formule 1 en politiek.
Lees hier de laatste artikelen
- Column19 januari 2025Column – Gezichtsverlies in Thailand is een cultureel mijnenveld
- Column17 januari 2025Column – Hiso en Loso meer dan alleen je sociale status
- Column15 januari 2025Column – De zelfverklaarde Thailand-experts op hun digitale troon
- Column13 januari 2025Column – Glimlachend stelen in Thailand met callcenterfraude
Thailand is toch wel een heel bijzonder land. Eigenlijk bijna onbegrijpelijk. Goed dat de Expat dat helder en duidelijk uitlegt. In Nederland heeft niemand iets met gezichtsverlies, niemand streeft naar harmonie, niemand zegt “Geeft niet, joh” en de Nederlandse glimlach is gewoon een echte glimlach waar nooit iets achter zit.
Tino Kruis, voor buitenlanders is Nederland ook een bijzonder, soms onbegrijpelijk, soms komisch land.
Wel eens het boek ….The undutchables, leven in Holland…. gelezen? 🙂
Een vrolijke lachspiegel over ‘ons’.
Het zogenaamde thaise gezichtsverlies wordt anno 2025 wel erg tegen de stroom in gecultiveerd gebracht.
Jongere generaties Thai zitten daar helemaal niet meer zo in.
Gewoon geciviliseerd en prettig communiseren, niet in verbale vechthouding gaan.
Geen houding-gedoe dat je ook niet in eigen land doet.
Als je uit een land komt waar afdingen gans onmogelijk is, dus er geen ervaring mee hebt, moet je dat in Thailand niet gaan uitproberen op een onbeschaafde confronterende manier. Dat is dom gedrag.
Ik sta af en toe verbaasd hoe Thai ‘cool’ blijven onder de luidruchtige en ronduit onbeschaafd bot gedrag van sommige buitenlandse nationaliteiten toeristen.
Dan nog even over “gezichtsverlies”. Je kunt zelf gezichtsverlies lijden of een ander gezichtsverlies doen lijden. En dan is er ook gezicht winst, voor jezelf of voor een ander. Ik denk dat deze zaken in alle culturen een belangrijke rol spelen, tussen culturen met een klein verschil en tussen individuen met een groter verschil: persoonlijkheid in deze is belangrijker dan cultuur.
Het is ook universeel om problemen rond gezichtsverlies te voorkomen: beleefdheid, respect, begrip, waardigheid en vertrouwen, een ik-boodschap en geen jij-bak, in wat je zegt en in wat je doet. Benadrukken van verschillen hoort daar niet bij.
Een nadeel is dat je op een gesloten vraag meestal ‘ja’ krijgt ook al is het neen. Je vraagt beter ook niet de weg aan iemand die het niet weet. Dat weet jezelf niet op voorhand maar een Thai denkt dat jij niet mag weten dat zij het niet weten. Dat vermeende gezichtsverlies… Jammer en in tegenstelling tot het Boeddhisme die in haar leer het recht op niet-weten een belangrijke plaats geeft. En wat zei Socrates ook alweer? Daar hebben farangs ook wat aan want velen onder ons denken dat ze alles weten maar eigenlijk zouden we moeten weten dat we niets weten.. Dat wetende dronk Socrates met opgeheven hoofd de gifbeker…
Ach, er geldt eigenlijk een oud Nederlands gezegde, dat aan de Noordzee geheel in onbruik is geraakt. Het voorkomt alle vormen van gezichtsverlies, en houdt de omgangsvormen prettig.
“Met de hoed in de hand, komt men door het ganse land”.