De Boezewoesj
Het echte Vlaams is een bloemrijke taal met voor Nederlanders erg vreemde woorden. Zoals “boezewoesj”. Daar wordt een vreemde, verre en onherbergzame streek of plaats mee bedoeld. Vraag De Inquisiteur niet waar het woord vandaan komt, waarschijnlijk ergens uit een ver koloniaal geheugen toen België nog de trotse eigenaar van de Congo was.
Zowat drie jaar geleden trok De Inquisiteur de Thaise boezewoesj in, zijnde Isaan. Wijs als hij is, ging hij poolshoogte nemen of hij wel geschikt was voor weer eens een herlocatie na negen jaar Pattaya, de ‘farang-enclave’ bij uitstek. Per slot van rekening komt iedereen wel eens de liefde van zijn leven tegen.
In de loop der jaren was De Inquisiteur er al geweest, had er zelfs geslapen. Buriram en Nakhom Panom. Mee op stap met de Pattayaanse buren die familie gingen bezoeken. Maar dusdanig in de watten gelegd dat hij eigenlijk geen idee had over het echte Isaanse leven. Hij kreeg er kip-met-friet te eten.
Kreeg een eigen slaapkamer met airco. Mocht niet op slippers lopen vanwege de beestjes. Deed er eigenlijk niets anders dan feesten. Nu zou het menens worden
Tot pakweg Udon Thani was het allemaal wel nog herkenbaar, nadien werd het anders. De regelmatige bebouwing maakte plaats voor veel meer open ruimte, nog steeds wel veel gecultiveerd land maar dat wordt ook stilaan minder, het landschap wordt wat woester. De vervoersmiddelen beginnen er een beetje versleten uit te zien, gammele dingen zonder merknaam. En ze rijden hier een stuk trager.
Hoe dichter in de buurt van het dorp, hoe slechter de wegen. Eerst nog asfalt maar stilaan komen daar veel kuilen in. Vervolgens een soort betonwegen waarbij men vergeten is om uitzettingsvoegen te plaatsen, de betonplaten lijken onafhankelijk van elkaar te zweven. En dan gewoonweg simpele aardewegen, die bij regen in avontuurlijke savannewegen veranderen.
Bovendien worden niet alle richtingsaanwijzers in het Engels meer vertaald, wat de boel nog verwarrender maakt. Trouwe lezers weten nu al dat De Inquisiteur een afkeer van moderne middelen zoals routeplanners heeft. En was hij, ondanks zijn gade’s aanwijzingen, al een paar maal verloren gereden.
Na zowat elf uur rijden met enkel de noodzakelijke korte tussenstops verschijnt er een zalig makende glimlach op De Inquisiteur zijn vriendin haar gelaat: nog een paar kilometer en we komen in mijn dorp. Op die laatste savanneweg, met kuilen die het wagentje van De Inquisiteur laten kreunen, bollen we die laatste kilometers doorheen een woud dat overgaat in eindeloze rijstvelden. En ondergaat De Inquisiteur een nieuwe cultuurschok.
Het dorp begint plots, voorheen was er geen gebouw te zien. Merendeels gammele, houten huizen met op het gelijkvloers aangestampte aarde, sommigen houden daar hun varkens of laten hun buffels hier overnachten. Of het staat vol rommel met hier en daar een hangmat.
Geen lintbebouwing, van zodra het dorp eindigt heb je terug velden en bossen zodat je nauwelijks herkenningspunten hebt. Kippen, honden en buffels lopen kris kras over de weg.
We stoppen bij haar moeders woning en weinig tijd om even te bekomen van de rit. Buren en familie zijn gewaarschuwd, vandaar al dat getelefoneer in de auto. En eerst nog een inkoopstop bij wat De Inquisiteur nauwelijks een winkeltje leek – een huiskamer waar koopwaar in staat maar het bier is goedkoop en de Lao Kao nog goedkoper. De mensen zijn nieuwsgierig en vrolijk beleefd. Maar het moeizaam aangeleerde Thais is hier van weinig nut voor De Inquisiteur: men verstaat hem wel maar hij begrijpt niemand. Tsjonge.
Pas wanneer de aangekochte drank volledig opgedronken is en De Inquisiteur nog snel de resterende 7/11 eetwaren van onderweg verorbert kunnen we gaan slapen in moeders huis. Op een bamboo matje. Geen ramen, wel kromgetrokken houten luiken waar muggen en ander ongedierte vrolijk komt binnengevlogen of gekropen. En warm, geen airco, enkel een ventilator die luidruchtig laat horen dat zijn einde nabij is. De Inquisiteur hoort ook voortdurend andere vreemde geluiden, de volgende dag meldt men dat er ratten tussen de houten dakspanten zitten. O ja, en de douche ? Een stenen vat met ijskoud water dat de vriendin met plezier over De Inquisiteur zijn lijf gooit. En ’s ochtends – veel te vroeg, nog voor zonsopgang, herhaling van dat ritueel. Mmm, leuk maar samen douchen in Pattaya is wel een stuk leuker.
De volgende dagen doolt De Inquisiteur vaak doorheen de omgeving. Hij kent niemand maar iedereen kent hem. Velen willen een praatje maken wat tot hilarische toestanden leidt. Wat eerst gammele huizen leken, blijken toch wel pittoreske en zelfs redelijk onderhouden woningen te zijn. Dat de beesten er dikwijls onder vertoeven is zowel handig als economisch – hoeven ze geen extra stal te bouwen en hebben ze de dieren direct bij de hand om ze naar graasweides te brengen. De bouwgrond wordt bekeken, een matras aangekocht – de rug van een farang houdt dat bamboo-matje niet, de moeder begint kennis te krijgen van De Inquisiteur zijn vreemde brein en nog vreemdere humor.
Zijn vriendin wil hem zo snel mogelijk omtoveren naar een Isaan-farang en is onverbiddelijk over de omgang met de mensen, aangaande taal en cultuur. Geen verwennerij, geen extra voorzichtigheid. Mee de rijstvelden in op slippers. In de bossen, na een regenbui, kikkers gaan vangen maar die trekken ook slangen aan, een close-encounter maakt dat de slippers toch maar weer vervangen worden door ‘bottinekes’ – Vlaams voor laarzen.
De Inquisiteur begint kennis te krijgen van de grove Isaanse keuken, heeft er zelfs lol in dat ontbijteieren verzamelen wel op een dagelijks Pasen lijkt : de kippen lopen vrij rond, dus leggen ze waar ze willen en moet je ze gaan zoeken. Dat de vis eerst even gevangen moet worden.
Dat er morgen biefstuk kan gegeten worden want een boer slacht die ochtend een koe, kan je lekker gaan kijken hoe ze dat doen ti-rak.
Dat er zo dadelijk kip gegeten wordt, maar eerst even eentje vangen. Dat er in de kleine aanwezige koelkast enkel drank zit maar dat ze binnen de tien minuten toch met groenten in hun handen rondlopen. Paddestoelen uit het bos. Farang-onbekende groenten van diverse planten en struiken.
En dan voor aanvullende smaken en vitaminen: rode mieren met hun eitjes. Kikkers. Kleine vogeltjes. Slang – niet lekker. Hond, maar dat komt De Inquisiteur pas later te weten. Had hij maar niet moeten verkondigen dat hij dat best eens wilde proberen.
Na een week zijn De Inquisiteur zijn vooroordelen verdwenen. Dit zijn natuurmensen, die leven vandaag. Die willen vrolijk zijn. Die hun cultuur koesteren.
Die alles zonder uitzondering delen met elkaar, en dat ook wel min of meer van jou verlangen. Maar wij hebben van alles dusdanig veel meer dat wij denken dat ze ons leegzuigen. En zelfs al deel je niet zullen ze je blijven respecteren, je bent per slot van rekening de buitenlander. Ze zullen begrip hebben voor mijn gevoel van privacy, zolang ik maar niet overdrijf. Ze zullen willen proeven van mijn kookkunsten maar het gelukkig niet graag lusten. En de dochter van de vriendin is toch o zo gelukkig dat haar moeder na tien jaar mogelijk terug in het dorp komt wonen. De Inquisiteur is er vriendjes mee vanaf de eerste dag, ze heeft hetzelfde soort humor als ondergetekende.
De Inquisiteur beslist om te versassen. Hij tevreden, de vriendin in de wolken, haar moeder beetje ongerust. De terugrit gaat als een fluitje van een cent. Eens in Pattaya verlangt De Inquisiteur reeds naar de stilte van Isaan. Maar besluit om nog even te genieten van het warme water in de douche. De horren in de ramen. Ratloze dakspanten. En de talloze restaurants en bars – hij heeft er ginds geen enkele ontdekt. En begint de bouwplannen te tekenen.
– Herplaatst bericht –
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Leven in Thailand24 december 2019Winter in Isaan: Kerstmis
- Leven in Thailand22 november 2019Winter in Isaan (8)
- Leven in Thailand16 november 2019Winter in Isaan (7)
- Leven in Thailand12 november 2019Winter in Isaan (6)
De Inquisiteur weet niet waar het woord Boezewoesj vandaan komt, maar stelt wel dat het een Vlaams woord is, waarvan hij zelfs vrij nauwkeurig de betekenis omschrijft. Vlamingen zouden het geen vreemd woord vinden, suggereert hij verder.
Ik zet hier mijn vraagtekens bij. Googelen op het woord levert slecht een tiental treffers op, en op alle pagina’s waar ik dan na doorklikken terecht kom, kom ik ook de Inquisiteur zelf tegen.
Het woord wordt dus beslist niet met enige regelmaat door (een deel van) een bevolkingsgroep gebezigd.
Het lijkt er eerder op dat het woord aan het brein van de Inquisiteur zelf is ontsproten, of wellicht werd het woord in zijn naaste familiekring bedacht en gebruikt, maar tot enige verspreiding van betekenis is het nimmer gekomen.
Ik veronderstel dat het een verbastering is van bush-bush, met de betekenis ‘rimboe’. Niet zomaar bush, maar heel erg bush. Bush komt vanzelfsprekend uit het Engels en betekent bos. Het twee keer achter elkaar gebruiken van het woord zou, afgezien van de functie van het aangeven van de overweldigende mate van bush, ook nog kunnen zijn ingegeven door het feit dat in sommige minder ontwikkelde talen het meervoud eenvoudigweg wordt aangegeven door een woord te herhalen. Dit wordt nogal eens als ‘primitief’ beschouwd, waardoor bush-bush ook een pejoratief aspect heeft, dat wil zeggen dat het een woord is met een negatieve connotatie.
Het verbasteren van woorden die uit het Engels afkomstig zijn, is volgens mij in Vlaanderen algemener dan in Nederland. Ik neem aan dat Vlamingen – toch al in een taalstrijd verwikkeld – er belang aan hechten een ‘echt’ Vlaams woord te hebben in plaats van het Engels over te nemen, waaruit de vijand zou kunnen afleiden dat de taal te zwak zou zijn om het te ‘vertalen’. Anderzijds zou je dan verwachten dat Vlamingen liever ‘laarzen’ zeggen dan ‘bottinekes’, wat toch erg Frans is.
Hoe dit ook zij, we hebben er weer een woord bij, dankzij onze Eerwaarde Kettermeester!
Hij bedoelt hiermee eigenlijk de “Brousse”, maar in bepaalde streken heb je in de lokale dialecten daar nog afwijkingen op.
Ik begrijp direct wat de Inquisiteur met “Boezewoesj” bedoelt. Ik vind het inderdaad geen vreemd woord.
http://vlaamswoordenboek.be/definities/term/brousse
Laarzen zijn bij ons botten. Gummi laarzen zijn dus “katsjoewe botten”.
Botten heeft trouwens heel veel betekenissen….
Bottine zijn eerder hoog sluitende stevige schoenen. Bijvoorbeeld zoals militairen dragen of bergschoenen.
http://vlaamswoordenboek.be/definities/term/bottine
De bijnaam “de Bottinekes” is dan weer het Bijzondere Bijstand Team van de Antwerpse politie. Genoemd naar, inderdaad, de Bottines die ze dragen als onderdeel van hun werkuniform.
Een verbastering van ‘brousse’ spreekt mij wel aan.
Ik zou bijna zeggen: Dat kun je op je blokken aanvoelen.
Dit woord is bekend in de Rupelstreek, ten zuiden van Antwerpen. Streekgebonden blijkbaar.
De eerste gedachte die ik heb als verklaring voor de oorsprong van het woord boezewoesj is dat het een samenvoeging/verbastering van de woorden bush en woestenij is.
Vervolgens denk ik dat het net zo goed de verbastering van een woord uit een afrikaanse taal kan zijn.
Verder wil ik nog zeggen dat ik de herplaatsing van dit verslag van de eerste stappen naar een nieuwe fase in het leven van de Inquisiteur volkomen terecht vind.
Sorry, Frans, maar ik ben van mening dat de Inquisiteur hier niets te verwijten valt. En, misschien veel minder dan Nederland heeft België ook een koloniaal verleden, zijnde het toenmalige “Belgisch Congo”. Wanneer je met ex-kolonialen praat zal je het “boezewoesj” inderdaad ook tegenkomen.
Verder verzet ik me hierbij tegen Uw stelling dat het verbasteren van woorden in Vlaanderen meer verbreid zou zijn dan in Nederland. In Nederland komt het “ver-Engelsen” veel meer voor; enkele voorbeelden?…
Wij rijden met de “tram”, U rijdt met de “trem”, wij eten “jam”, U eet “jem”…wij gebruiken ook niet (uit het Duits dan) het woord “überhaupt”…Er zijn voorbeelden legio waaruit blijkt dat het Vlaams dan toch wel heel authentiek blijft. En verder, beste Frans, “sans rancune”!
Ben Vlaming maar heb dat woord nog nergens gehoord. Nochtans ken ik meerdere dialecten . Waar haal je ?
Gezien de reacties zal niemand dit geloven maar het is echt waar.
Toen ik de titel van de posting zag herkende ik als Nederlander direct het woord Boezewoesj en wist ook direct wat daar mee bedoeld wordt.
Waar ik het ooit geleerd heb? geen idee.
Dus of dit nu een Vlaams woord is of niet maakt mij niet uit, zo zie je maar Nederlanders en Vlamingen zijn ook zelfs door de taal met elkaar verbonden!
Leuk beschreven hoe de Isaanse Boezewoesj in eerste aanleg er uit ziet, inderdaad een Boezewoesj.
NicoB
In het Antwerpse zegt men Sjakkamakka ipv boezewoesj. Ik kende het woord niet.
Mooi stukje dat toont dat de liefde voor de Isaan een microbe is, die de Inquisiteur niet meer heeft los gelaten. Als je de streek kent en de plaats waar hij woont is er in al die tijd niet veel veranderd. Over het woordgebruik van de Inquisiteur is het blijkbaar zo dat de klanken aanvullend zijn om ze als Belg direct te kunnen plaatsen en begrijpen…… vanwaar ze ook mogen komen en door wie ze ook zijn uitgevonden.
Mooi stukje dat toont dat de liefde voor de Isaan een microbe is, die de Inquisiteur niet meer heeft los gelaten. Als je de streek kent en de plaats waar hij woont is er in al die tijd niet veel veranderd. Over het woordgebruik van de Inquisiteur is het blijkbaar zo dat de klanken aanvullend zijn om ze als Belg direct te kunnen plaatsen en begrijpen…… vanwaar ze ook mogen komen en door wie ze ook zijn uitgevonden.
Boezewoesj is een veelomvattend woord zonder specifieke betekenis en betekend in feite geen bepaalde regio. Gewoon : ergens in een negorij of iets dergelijks, kan een klein dorp zijn of gewoonweg, ergens op de boerenbuiten.
Als geboren Brusselaar, begrijp ik zowat alle dialecten, zowel de Belgische ( zelfs het, volgens ons achterlijke, Limburgs) als de Nederlandse ( Ook het Fries dat op BVN van onndertitels voorzien is )
Bij ons zeggen ze ( in voor ieder begrijpelijke taal )
En als je het niet verSTAAT, moet je het maar verZITTEN !
Gebarentaal is ook een aan te raden taal voor allen.
Bona.
Ik meen het woord eerder tegen te zijn gekomen in de boeken van Jeff Geeraerts. Zijn boeken zijn overigens alleszins de moeite waard als je geinteresseerd bent in het toenmalig Belgisch Congo. Ik heb ze gevroten als jonge man.