Column – Terug naar Nederland ver weg van de smog, chaotisch verkeer en bureaucratisch gedoe
Nou, daar gaat hij dan, onze Arnold. Een grijze krijger die ooit zijn dromen achterna vloog, op zoek naar zon, palmbomen en misschien een eeuwig zomerse glimlach. Maar nu, na jaren van zweten, lucht happen en ontsnappen aan roekeloze motorbikes, heeft Arnold besloten dat het welletjes is geweest. Thailand, het land van eeuwige zon en (soms iets minder eeuwige) Thaise glimlach, blijkt toch niet het paradijs waar hij ooit van droomde.
Arnold, 67 lentes jong, heeft zijn conclusies getrokken. De zon? Die fel brandende bol in de hemel is geen bron van geluk meer, maar een eindeloze straf die je elke dag opnieuw moet ondergaan. Vroeger, als jongeman in Nederland, dronk hij graag een koud biertje in het lentezonnetje, een zeldzame traktatie. Nu lijkt diezelfde zon meer op een kwaadaardige reus die Arnold iedere dag langzaam roostert. Airco aan? Tuurlijk, dat kan altijd, maar wat is het leven dan nog waard als jij je opsluit in een koelbox van 26 graden terwijl buiten de tropen je om de oren vliegen?
En dat verkeer… In Nederland, dat keurig geordende landschap waar iedereen netjes stopt voor voetgangers, was Arnold gewend aan een bepaalde rust. Hier in Thailand is het net Russische roulette op twee wielen. Elke keer dat hij naar buiten gaat, is het alsof hij een survivalavontuur aangaat met brommers en bussen die zonder blikken of blozen op je af komen denderen. Stap je op een zebrapad met groen licht? Mooi, dan mag je hopen dat je er niet af komt als rotondebord. “Vogelvrij” noemt Arnold het, alsof het oversteekgedrag hier een exotische spelshow is waarbij de laatste met z’n hoofd in de zon een bonus krijgt.
Ah, en die lucht, die heerlijke Thaise smog! Voorheen een subtiele laag die de skyline bedekte, nu een dikke, alledaagse mist die een luchtfilter tot een statussymbool verheft. Arnold ademt iedere dag een cocktail van vervuiling in en realiseert zich dat schone lucht in Nederland toch wel een zegen was. Elk jaar weer belooft de Thaise overheid om het smogprobleem op te lossen, en elk jaar weet Arnold inmiddels dat hij daar beter niet op kan wachten. De Thais kunnen immers veel, maar luchtvervuiling oplossen… ach, dat is dan toch meer een wens dan een belofte.
En daar komt de echte pijn: de zogenaamde glimlach. Toen hij hier aankwam, straalden die Thaise glimlachen als zonnestralen op een koude Hollandse ochtend. Maar nu, jaren later, lijkt het toch meer een schaduwspel. De keren dat Arnold als “levende ATM” werd behandeld, zijn niet meer op twee handen te tellen. “No money, no honey,” zegt hij cynisch. Nou, denkt Arnold, dan maar geen honing, hij heeft wel genoeg van die bijen om zich heen gehad.
Dan zijn er nog de bureaucratische fratsen, die Arnold keer op keer laten voelen dat hij een ongenode gast is die zich moet onderwerpen aan elke nieuwe regel, het liefst in viervoud geprint. Iedere keer dat hij naar het immigratiekantoor gaat, wacht er weer een nieuwe “eis”, extra kopie hier, stempel daar, en als het even tegenzit een sneer van de dienstdoende ambtenaar. Je zou denken dat na al die jaren zijn papieren toch wel in orde zijn, maar nee dat extra kopietje blijkt essentieel voor de Thaise staatsveiligheid. Want stel je voor dat Arnold zich op een goede dag ongecontroleerd gaat settelen.
En Nederland? Oh, het romantische beeld van de polder, het land van grasgroene weiden, waar mensen netjes op tijd naar werk gaan en de enige dreiging uit de lucht de regen is. Nederland, waar je het huis mag verven zonder bang te zijn dat de immigratiedienst ineens op de stoep staat om je te verdenken van illegale arbeid. Arnold, die altijd dacht de wijde wereld in te moeten, keert nu terug naar het vertrouwde polderland, waar de regels hem misschien ook tegenstaan, maar tenminste voorspelbaar zijn en dat is wat hij nu waardeert.
Dus Arnold, we wensen je het beste. Nederland wacht op je met open armen, een beetje regen en een grijze lucht die je inmiddels bijna als een oude vriend kunt omarmen. En je weet, mocht je weer eens een warm plekje zoeken, je vindt Thailand altijd daar waar je het hebt achtergelaten. De zon is tenslotte geduldig, maar of Arnold dat nog is, dat valt te betwijfelen.
Over deze blogger
- De Expat (66) woont al 17 jaar in Pattaya en geniet van elke dag in het land van melk en honing! Vroeger werkzaam in de wegen en waterbouw, maar het grillige weer in Nederland ontvlucht. Woont hier met zijn Thaise vriendin en twee honden net buiten Pattaya, op 3 minuten loopafstand van het strand. Hobby's: genieten, uitgaan, sporten en met vrienden filosoferen over voetbal, Formule 1 en politiek.
Lees hier de laatste artikelen
- Column8 november 2024Column – Terug naar Nederland ver weg van de smog, chaotisch verkeer en bureaucratisch gedoe
- Column7 november 2024Column – Antibiotica in Thailand: een medicijnfeest met een zwart randje
- Column6 november 2024Column – Farang op de Thaise bruiloftsnelweg, een reis zonder terugweg
- Column5 november 2024Column – De strijd om de blote borsten in Thailand: zonde bij daglicht maar heilig in het duister
Kom je terug in Nederland blijkt er een windmolen vlak voor je woning te staan. Je Nederlandse buren zijn verhuisd, er woont nu een familie uit een vreemd land met 16 kinderen. Je komt in de supermarkt, je slaat achterover van de dure prijzen, het lijkt wel of de eieren nu per stuk geprijsd zijn. De bus naar de stad is opgeheven uit kostenbesparing.
Het ziekenhuis heeft een wachtlijst van ruim drie maanden, alleen al om de dokter te spreken. Je mag je gezellige openhaard niet meer branden want hout schijnt schadelijk te zijn. Hoewel dat verderop voor de grote bio-massa centrale blijkbaar niet geldt. Moraal van het verhaal: “thuis” is niet altijd beter.
En dan heb je nog geluk als blijkt dat je uberhaubt je eigen woning bezit.
Anders mag je op zoek op de private huurmarkt, waar de prijzen onbetaalbaar blijken. Al de sociale en betaalbare huurwoningen zijn helaas voorbestemd voor al de mensen uit die vreemde landen. Enkel jij, ook afkomstig uit een vreemd land, nl. Thailand, kan niet profiteren van dat voorrecht.
Mijn condootje, met een huurprijs van 12000 THB/maand was toch een verademing. En had ik ’s avonds een onverwacht hongergevoel, dan ik steeds terecht bij de 7/11 om de hoek.