Ik zat laatst in een restaurantje hier in Pattaya, zo’n plek waar je voor een habbekrats een redelijke biefstuk kunt krijgen en de ober je steevast “sir” noemt, ook al zie je er uit als een verlopen voetballer uit de jaren tachtig. En daar kwam-ie binnen, onze eigen Nederlandse Tarzan, maar dan de versie die al jaren uit de bomen is gevallen. Hij droeg een Singha-singlet dat ooit wit was, maar nu de kleur had aangenomen van een verstofte museumgids. Daaronder een paar vale shorts die waarschijnlijk al sinds de laatste Koude Oorlog in de kast hingen. En ja hoor, in z’n blote pens nam hij plaats aan een tafeltje, met een zelfverzekerde houding alsof hij zojuist de dresscode had uitgevonden.

Wat is dat toch met die pensionado’s hier? Alsof ze, zodra ze hun pensioenleeftijd bereiken, besluiten dat persoonlijke verzorging optioneel is. Dat Singha-singlet lijkt een uniform, een soort toegangsbewijs tot de oude mannen expatclub. Of het nu een terras is, een restaurant of zelfs een bescheiden tempelbezoek – altijd weer die biermerkhemdjes en die tanige blote basten. Alsof er een memo rondgaat waarin staat dat je na je 65ste niet meer naar de kapper of kledingwinkel hoeft. Het enige wat nog met enige regelmaat gepoetst wordt, zijn de bierglazen.

Het wordt pas echt een feestje als ze in de blote pens de airconditioned bar in stappen. Het contrast kan niet groter: binnen zitten de Thaise dames netjes achter de bar, verzorgd van top tot teen, en dan komt daar een roodgekleurde reus aansloffen met een bierbuik die dienstdoet als afzettafeltje voor zijn halve liter. Je vraagt je af of hij bij zichzelf denkt: “Kijk mij eens lekker ontspannen zijn!” Terwijl de rest van de aanwezigen zich juist afvraagt of ze hun maaltijd nog met dezelfde smaak kunnen opeten.

En dan heb je de accessoires: sandalen met klittenband en witte sokken, alsof dat de kers op de taart is van de hele outfit. Die ouwe sokken lijken nog het meest op een restant van een voetbalwedstrijd die in 1978 gespeeld is. Maar hé, hier in Thailand maakt dat allemaal niets uit, want je bent een farang – een buitenlandse held die zijn eigen regels bepaalt. En die regels zijn blijkbaar: comfort boven alles, en stijl… ach, wat is dat eigenlijk?

Het is alsof ze hier komen om hun innerlijke vrijheid te vieren, maar dan wel de soort vrijheid die je doorgaans alleen tegenkomt bij losgeslagen kleuters. “Kijk mij eens los zijn!” schreeuwen ze met elke sappige slok aan hun glas. Maar er is natuurlijk een verschil tussen vrijheid en verwaarlozing. En dat verschil begint vaak met de vraag of het écht nodig is om je buik als etalage te gebruiken voor de wereld.

En ondertussen zitten ze daar dan, aan de bar, in hun uniform van het eeuwige vakantieleven. Een Singha-singlet dat langzaam doorschijnt van het zweet en een short waar je de stof van kunt dateren tot ver voor de digitale revolutie. Ze praten over vroeger, toen alles beter was, terwijl ze zich ondertussen vastklampen aan een soort rustieke eenvoud die eigenlijk meer te maken heeft met luiheid dan met levenslust. Want ja, het is een soort van protest tegen de normen en waarden van thuis, maar dan zonder dat er iemand is die er echt om maalt.

En laten we eerlijk zijn, het heeft ook wel iets vertederends. Want wat ze eigenlijk zeggen, met hun blote bast en bierbuik in de volle glorie, is: “Kijk eens, ik hoef niet meer.” Ze hebben alle verplichtingen overboord gegooid, inclusief het idee dat je jezelf nog enigszins fatsoenlijk moet aankleden. Maar ja, misschien is dat nou juist het mooiste aan ouder worden: je geeft geen zier meer om wat anderen van je denken. Maar dan vraag ik me toch af of het écht zo’n kunst is om gewoon even een shirt aan te trekken voordat je de deur uitgaat.

Over deze blogger

De Expat
De Expat
De Expat (66) woont al 17 jaar in Pattaya en geniet van elke dag in het land van melk en honing! Vroeger werkzaam in de wegen en waterbouw, maar het grillige weer in Nederland ontvlucht. Woont hier met zijn Thaise vriendin en twee honden net buiten Pattaya, op 3 minuten loopafstand van het strand. Hobby's: genieten, uitgaan, sporten en met vrienden filosoferen over voetbal, Formule 1 en politiek.

2 reacties op “Column – Het uniform van de pensionado: ‘ik heb schijt aan de wereld!’”

  1. GeertP zegt op

    Mooi toch, er niet mee zitten wat andere van je vinden, ik zie ook wel eens Farang koffietafels waar pensionada’s zitten in 3delig kostuum met stropdas,persoonlijk heb ik daar meer moeite mee.
    Er zijn er ook die het shirt laten voor wat het is en alleen in een short gekleed gaan,dat gaat me dan net iets te ver,maar mannen met een jurk of een rok,van mij mag het als je je daar prettig door voelt.

  2. Raymond zegt op

    “Er niet mee zitten wat anderen van je vinden”, daar kan ik wel in meegaan, maar er is ook nog iets dat heet ‘fatsoen’. Het getuigt van weinig respect voor de algemene fatsoensregels die ook in Thailand gelden. Gaan ze zo ook jaarlijks naar immigratie? Op het strand.. okay, maar als je bv naar een bar of restaurant gaat , dan kun je toch op z’n minst toch wel een fatsoenlijk shirt/ broek aantrekken. Je bent niet alleen op de wereld en anderen hoef je toch niet te ‘verblijden’ met een ongeschoren , onverzorgd uiterlijk, en een blote pens die onder een te kort smoezelig single shirt uitpuilt. Is gewoon een kwestie van fatsoen en respect voor anderen die hier tegenaan moeten kijken.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website