De boom van Ploy
Alphonse Wijnants heeft weer een prachtig nieuw meesterwerk voor de lezers van Thailandblog. Ga er voor zitten en geniet van de meeslepende en beeldende vertelling van Alphonse over de ‘De boom van Ploy’. Een absolute aanrader!
Waarom de uil altijd zo somber kijkt (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 52)
Dit is een verhaal over de ‘Vlam van het bos’ boom (*). Deze boom was van de heerser en droeg veel peulvruchten. Op zekere dag kwam daar een aap en schudde aan de boom. Alle peulen vielen er uit. Plof!
Drie wel héél simpele zielen… (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 51)
Hij was een slimme man, en had een geit. Stak de brand in een stapel afval en de volgende morgen spreidde hij de warme as en de sintels uit over de grond en gooide ze daarna in de rivier. Hij woonde namelijk dicht bij de Ping rivier. Daarna veegde hij de grond schoon.
De Karen die op de matras kakte (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 50)
Dit verhaal gaat over een jonge vrouw. Op een dag kwam een Karen man voorbij die karbouwen verkocht. Karen hebben vaak een karbouw, weet je. Hij vroeg of hij in haar huis mocht slapen maar ze liet hem niet binnen.
Dát doe je tegen een kale knetter! (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 49)
Heel lang geleden was er een man die kaalheid kon genezen. Nu praat ik niet negatief over kale mensen, hoor, want ik ben zelf ook kaal. Hoe dan ook, hij kon kale mensen genezen van kaalheid maar je moest er wel voor betalen. Goederen en vijftien roepies. Roepies waren toen in gebruik. Dus kwamen kale mensen naar hem toe om hun haar terug te krijgen.
Omdat je op mijn moeder lijkt… (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 48)
De man had de hele dag gelopen en had honger. Hij klopte aan bij een huis en vroeg wat gestoomd kleefrijst te eten. De oude vrouw in huis ging de tuin in om een bananenblad te plukken om de rijst in te pakken. De rijstkoker had ze al van het vuur gehaald.
De Kathin ceremonie aan het eind van de Pansa, Buddhist Lent, vastentijd. Het publiek verstrekt nieuwe gewaden en offergaven aan de monniken. Een heel belangrijke gebeurtenis.
Een monnik had zijn ogen laten vallen op de moeder van een van de novicen. Hij was verliefd. Iedere keer als de novice offergaven van zijn moeder naar de tempel bracht vertelde hij ‘Al deze gaven zijn van mijn moeder’ en de monnik herhaalde dat iedere keer luid. ‘Offergaven van de moeder van deze novice.’
Was dat een muis waar de kat in beet of….. Titillating tales from Northern Thailand. White Lotus Books, Thailand. Engelse titel ‘The cat has caught a mouse.’
De Khamu die luistert naar de Vessantara Jataka (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 44)
Een Khamu luisterde voor de eerste keer naar het voorlezen van de Vessantara Jataka. (*) De monnik kwam bij het Maddi hoofdstuk, waarin Prins Vessantara zijn twee kinderen afstaat aan een Brahmaanse priester die hun handen bindt en ze voor zich uit duwt. De monnik las voor: ‘Droefheid was troef, en de kinderen hadden tranen in hun ogen.’
Dit gaat weer over een monnik. Nee, alweer niet een monnik in onze tempel, denk er om hoor! Een andere tempel – heel ver weg. Deze monnik bewaakte nauwlettend een broodboom op het tempelterrein. En zou de boom rijpe vruchten dragen dan liet hij niemand bij die boom toe.
De monnik met de sarong van een vrouw om zijn hoofd (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 42)
Dit gaat over een monnik. Nee, niet de monnik in onze tempel, hemeltje nee! Een andere tempel – heel ver weg. En die monnik had seks met een vrouw. Hij was haar vrijer.
Het dorp heet nu Nong Kheng maar vroeger heette het Nong Khuaj Deng ofwel ‘Rooie piemel vijver’. Het was toen een stad, ook, met een koning en zo. Je ziet nog steeds een soort terp waar vroeger de stad lag.
Weer een verhaal over iemand die wilde slapen met de vrouw van zijn oudere broer. Ze was zwanger, en haar man was op zakenreis. Maar hoe kon hij dat netjes brengen?
Toen de wereld nog vredig was… (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 39)
Dit gebeurde heel lang geleden. Toen konden alle dieren, bomen en grassen nog spreken. Zij leefden samen volgens Indra’s (*) wet: mocht een dier dromen dat het wat lekkers aan het eten was dan mocht de volgende dag die droom uitkomen. En de dieren handelden daarnaar.
Waarom heeft jouw grote teen geen nagel? (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 38)
Dit gaat over een monnik die heel lang in de tempel woonde. Hij was streng tegen zijn novice Chan. In die tijd werden de heilige geschriften op gedroogd palmblad geschreven. Als de monnik opstond in de morgen dan nam hij een metalen graveernaald en ging aan een lessenaar zitten waar palmblad op lag.
Je geeft toch geen worm aan een gevangen vis? (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 37)
Dit is een verhaal over een lid van de Khamu stam. Zij zijn Laotianen en leven in Vientiane (*). Laos was vroeger minder ontwikkeld en het was lastig daar rond te komen. Hun inkomen was slechts drie roepies per jaar. Ja, in die tijd gebruikte men roepies. (**)
Poepen terwijl je op je rug ligt (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 36)
Dit verhaal gaat over I Muaj; haar vader was een Chinees. Ze was inmiddels 16 of 17 jaar en was zo geil als een keukenzeil. (*) En ze wilde ‘het’ wel eens met een man doen. Ze wilde weten hoe het is als man en vrouw wellustig zijn. Over de vogeltjes en de bijtjes, weet je wel!
Oom Kaew die de Karen voor de gek hield (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 35)
Het verhaal over Oom-Kaew-die-Karen-voor-de-gek-hield. Oom-Kaew-etc was een sluwe vent, Hij ging vaak op reis in Karengebied om te handelen, en wilde daarom hun zeden en gewoontes leren kennen. Hun manier van huishouden, eten en drinken en slapen.
Dit verhaal gaat over een vrouw uit Centraal-Thailand en een monnik van Yong komaf. (*) Ze verstonden elkaars taal niet. De monnik leefde in de tempel in het dorp waar een gemeenschap van twintig gezinnen woonde. De vrouw vestigde zich daar. Zij was een vrome vrouw die graag goede daden deed; iedere morgen maakte ze eten voor de monniken.
De Karen in een stekelige bamboeboom… (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 33)
Nog een verhaal over een Karen-stel. Dat stel ging de jungle in om bamboe te kappen. Bamboebomen zijn groot, en hoog, en stekelig zoals je weet. Dus hadden ze een ladder meegenomen die ze tegen een groepje bamboebomen zetten. De man klom er hoog in om bamboe te kappen.
Dit verhaal speelde in de Li gemeenschap. Als je reist van Lamphun naar Li dan moet je de Li rivier oversteken. En daar was vroeger geen brug. Maar de daar wonende Noord-Thai met de naam Panja, en dat betekent ‘gezond verstand’, had een bootje en bracht ook wel mensen naar de overkant.