Chiang Rai, een van de oudste steden van het voormalige vorstendom Lanna telt behoorlijk wat tempel- en kloostercomplexen. De vanuit historisch oogpunt belangrijkste tempel is ongetwijfeld Wat Phra Kaew aan de kruising van Sang Kaew Road en Trairat Road.
Niemand weet exact hoe oud deze tempel precies is maar de meeste historici gaan er van uit dat hij wellicht kort na de stichting van de stad in 1262 ontstond aan de rand van een oud bamboebos. De oudste bouwsporen wijzen in elk geval op de eerste helft van de veertiende eeuw. Initieel stond deze tempel bekend als Wat Pha Yah of Pha Phai maar dat zou niet lang duren. In het jaar 1434 sloeg tijdens een zware voorjaarsstorm de bliksem met vernietigende kracht in op de grote chedi van deze tempel. Tot verbazing van de inderhaast toegesnelde monniken vond men tussen het puin een miraculeus want onbeschadigd diepgroen Boeddhabeeld. Dit kleine, 66 cm hoge maar erg fraaie beeld kreeg omwille van de bijzondere kleur al snel de benaming van Phra Kaew Morakot of Smaragdgroene Boeddha maar in werkelijkheid was het uit groene jade of jaspis gesneden. Het duurde niet lang voor het voorwerp werd van bijzondere verering en pelgrims van heinde en verre naar Chiang Rai kwamen afgezakt naar de inmiddels tot Wat Phra Kaew omgedoopte tempel.
Het was deze populariteit die de Lannakoning Sam Fang Kaen wellicht deed besluiten om in 1436 het beeld naar de hoofdstad Chiang Mai over te brengen. Dot was echter sneller gezegd dan gedaan. De witte olifant die was geselecteerd om het schrijn met het beeld naar de hoofdstad te brengen zou dit, volgens de overlevering, tot driemaal toe vertikt hebben. Hij stapte ieder keer weer in de richting van Lampang. De vorst trok hieruit de conclusie dat dit op een goddelijke interventie wees en verhuisde het beeld naar Lampang waar de Wat Phra Kaew Don Tao speciaal werd gebouwd om het erin onder te brengen. De smaragdgroene Boeddha bleef er 32 jaar en werd dan op bevel van koning Tilokaraj met het nodige ceremonieel overgebracht naar de hoofdstad Chiang Mai waar het in een van de nissen van Chedi Luang werd geplaatst. De smaragdgroene Boeddha bleef er tot 1552. In dat jaar nam Setthathirat, de kroonprins van het Laotiaanse rijk Lan Xang, die op dat ogenblik ook op de troon van Lanna zat, het mee naar Luang Prabang. In de volgende jaren werd Lan Xang bedreigd door Birmese invasies en in 1564 bracht de inmiddels koning geworden Setthathirat de Boeddha voor alle zekerheid over naar zijn nieuwe hoofdstad Vientiane waar hij de volgende 214 jaar onderdak kreeg in Haw Phra Kaew.
In 1779 nam de Siamese krijgsheer Chao Phraya Chakri Vientiane in en nam hij het beeld mee naar de toenmalige Siamese hoofdstad Thinburi waar hij het in een schrijn plaatste bij Wat Arun. Nadat Chao Phraya Chakri in 1782 zijn gewezen wapenbroeder, de Siamese heerser Taksin een kopje kleiner had laten maken greep hij de macht en zetelde hij als Ramai op de Siamese troon. Hij verhuisde de hoofdstad naar Bangkok, aan de overzijde van de Chao Phraya en liet er op het paleisterrein de Wat Phra Kaew optrekken waar vanaf de plechtige overbrenging op 22 maart 1784 tot vandaag de Smaragdgroene Boeddha resideert.
De smaragdgroene Boeddha is, als meest aanbeden Boeddhabeeld van het land, omgeven door tal van mythen en legendes. Er bestaan dan ook tal van versies over het ontstaan van het beeld. De belangrijkste zijn terug te vinden in de Jinakalamali, een vroeg-vijftiende-eeuwse Pali-tekst die de politieke en religieuze geschiedenis van Chiang Mai verhaalt en in de ongeveer even oude Amarakatabuddharupanidana of Kroniek van de Smaragdgroene Boeddha. Deze kleurrijke verhalen geven nauwelijks aan hoe dit kostbare kleinood in Chiang Rai is terechtgekomen. Volgens de overlevering zou het beeld in het jaar 43 voor onze jaartelling en met de actieve hulp van de god Vishnoe en de halfgod Indra zijn gemaakt door de Boeddhistische verlichte wijze Nagasena in de stad Pataliputra, het huidige Patna in India. Het beeld zou er driehonderd jaar het voorwerp van verering zijn geweest voor het naar Sri Lanka verhuisde omdat de regio rond Pataliputra werd verscheurd door een bloederige burgeroorlog. Volgens de overlevering zou het beeld van daaruit, samen met Boeddhistische geschriften in het jaar 457 naar de Birmese koning Anuruth zijn gestuurd omdat die zo de verspreiding van het Boeddhisme in zijn rijk wou ondersteunen. Het schip met het beeld en de tekstrollen geraakte door een zware storm echter uit koers en strandde in het huidige Cambodja waarna de kostbare lading uiteindelijk in Angkor Wat belandde.
Over wat er daarna precies gebeurde bestaat de grootste onduidelijkheid. Volgens een versie zouden de Siamezen in 1432 het door de pest verzwakte Khmer-rijk zijn binnengedrongen en het beeld hebben meegenomen naar Ayutthaya. Daarna zou het naar Kamphaeng Phet zijn gebracht om uiteindelijk – om onduidelijke redenen – verborgen te worden in de chedi in Chiang Rai. Dit verhaal is op historische gronden weinig geloofwaardig omdat er amper twee jaar zouden zijn verlopen tussen het wegnemen in Angkor en het miraculeuze opduiken in Chiang Rai. Het is eerder aannemelijk dat de Siamezen of, meer correct, de heersers over Lanna het al veel eerder in hun bezit hadden want de Khmer-beschaving was al sinds het einde van de dertiende eeuw, begin veertiende eeuw danig in verval. Wat er ook van zij: Over één ding kunnen we eens zijn, de precieze herkomst van de Smaragdgroene Boeddha zal voor altijd in de mist der tijden verborgen blijven.
We zouden het bij alle verhalen over de smaragdgroene Boeddha bijna vergeten maar er valt in Wat Phra Kaew nog véél meer te ontdekken. Zo herbergt dit klooster één van de mooiste en grootste oude bronzen Boeddhabeelden van het land. In de in 1890 in Chiangsan-stijl gebouwde ubosot prijkt in alle glorie Phra Jao Lan Thong, een meer dan zevenhonderd jaar oud beeld dat oorspronkelijk in de Wat Phra Chao Lan Thong stond maar later werd overgebracht naar Wat Ngam Muang om uiteindelijk, in 1961 in Wat Phra Kaew te belanden. De Phra Yok-toren in Lanna-stijl geeft dan weer onderdak aan de beeltenis van Phra Yok Chiang Rai. Op het terrein van de tempel werd in 1995 Hong Luang Saeng Kaew ingehuldigd dat zeker ook een bezoekje waard is. Dit twee verdiepingen tellend gebouw is een soort van mini-museum waar men naast ter plaatse opgegraven archeologische artefacten, vooral cultuurhistorische, aan het Boeddhisme gerelateerde objecten kan vinden.
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond28 december 2024Thailand is een noedelparadijs
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
Dank voor je verhaal, Lung Jan. Ik passeer deze tempel dagelijks, maar ik besef nu dat het tijd wordt er ook eens binnen te gaan kijken!