Buddhadasa Bhikkhu, een groot boeddhistisch filosoof
Buddhadasa Bikkhu wordt gezien als de meest invloedrijke boeddhistische filosoof in Thailand, en ver daarbuiten. Zijn herinterpretatie van het boeddhisme voor de moderne tijd heeft veel mensen in Thailand aangesproken, hoewel zijn meeste aanhangers bij de middenstand te vinden zijn. Hieronder ga ik in op zijn frisse en vernieuwende denkbeelden.
Diepe teleurstelling
Buddhadasa Bhikkhu (Thais: พุทธทาส ภิกขุ phóetáthâat ‘Dienaar van de Boeddha’ en phíkkhòe ‘monnik’) werd op 27 mei 1906 geboren in het plaatsje Rumriang in de gemeente Chaiya, Surat Thani, waar zijn vader, een tweede-generatie Chinees en zijn moeder, een Thaise, een winkel runden.
Na een paar jaar een tempelschool te hebben bezocht, leerde hij verder op een staatsschool in Chaiya. In 1922 overleed zijn vader en nam hij tijdelijk de winkel over, ook om de opleiding van zijn jongere broer te betalen die aan de beroemde Suan Kulap school in Bangkok studeerde.
In 1926 werd Buddhadasa ingewijd als monnik en hij zou de monniksorde, de Sangha, niet meer verlaten. Van 1930 tot 1932 bracht hij door op een boeddhistische universiteit in Bangkok waar hij Narit Phasit (hij deelde Narit’s kritiek op de boeddhistische establishment, maar vond hem te radicaal) en Pridi Phanomyong ontmoette. De manier waarop het boeddhisme in Bangkok werd bestudeerd, onderwezen en gepraktiseerd was voor hem een diepe teleurstelling.
Bosmonnik
In mei 1932, een maand vóór de revolutie die de absolute monarchie omzette in een constitutionele monarchie, keerde hij terug naar Chaiya waar hij twee jaar alleen als bosmonnik studerend en mediterend in de jungle doorbracht. Later voegden andere monniken zich bij hem.
Buddhadasa gaf de tempel, in 1943 op een andere plaats zeven kilometer ten zuidoosten van Chaiya opgezet, de naam Suan Mokkhaphalaram, meestal Suan Mokh (spreek uit: sǒean môok) genoemd: ‘De Tuin der Bevrijding’. Daar zou hij tot zijn dood op 25 mei 1992 blijven.
Al die jaren in de tempel besteedde hij aan studeren, schrijven en prediken, daarbij geholpen door zijn jongere broer Dhammadasa (‘De dienaar van de Dhamma, de Leer’). Zijn ideeën werden door allerlei bladen, boeken en organisaties over heel Thailand verspreid. In elke boekhandel ligt wel een boek van hem op de toonbank. De meeste mensen kennen zijn naam en iets van zijn gedachtegoed.
De tempel Suan Mokh wordt door tienduizenden mensen per jaar, waaronder veel buitenlanders, bezocht, vooral voor medicatiecursussen. De vele dagjesmensen ontlokte Buddhadasa eens de uitspraak: ‘Ik denk dat al die mensen hier vooral naar toe komen voor een sanitaire stop…’.
Afkeer van de boeddhistische praktijk en autoriteit
Buddhadasa’s jaren van studie in Bangkok leverde hem een levenslange afkeer op van de boeddhistische praktijk en vooral autoriteit. Hij vond de tempels vies en druk, de monniken vooral bezig met status, rijkdom, prestige en een gemakkelijk leven. De leken deden aan rituelen, maar hadden weinig begrip van het boeddhisme. De autoriteiten hielden zich meer bezig met de praktijk van het boeddhisme, en met name de monniksstand, dan met de leer. Nadenken over de grondslagen van het boeddhisme en intellectuele activiteit werd verwaarloosd, ook bij de leken.
Zo woedde er lange tijd een strijd over de juiste kleur van de monnikspij, helder-oranje of somber rood-bruin, en de vraag of de pij beide of alleen de linker schouder behoort te bedekken. Leken hielden zich meer bezig met rituelen, offerandes, verdienste verwerven en zo meer, en niet met de kern van het boeddhisme, een houding die door de monniken werd gestimuleerd.
Buddhadasa merkte dat de studie van het boeddhisme vooral ging over de commentaren die vele eeuwen na de Boeddha werden geschreven en nauwelijks over de uitspraken van de Boeddha zelf. Hij wilde terug naar de oorspronkelijke geschriften.
De verwevenheid van boeddhisme en staat was hem ook een doorn in het oog. Het was vooral koning Rama VI die de eenheid van boeddhisme, monarchie en de staat benadrukte, de Thaise Drieëenheid. De één kan niet zonder de ander.
Alle Thaise leiders daarna hebben dit standpunt onderschreven. Iemand die zijn geloof opgeeft of als ketter wordt beschouwd, is een vijand van de staat, en in de gedachtegang van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw een ‘communist’. Het zal dus geen verbazing wekken dat Buddhadasa toen door meer conservatieve elementen in de Thaise samenleving er van beschuldigd werd een ‘communist’ te zijn.
De eerste keer dat ik in Chiang Khong een huwelijksvisum aanvroeg, werd geïnformeerd naar mijn ‘sàatsànǎa, godsdienst’. Ik zei ‘phóet, boeddhist.’ De immigratieofficier hield op met typen, leunde achterover en zei: ‘Dat kan niet. U bent geen Thai.’
Phasǎa khon en phasǎa tham, de mensentaal en de spirituele taal
De meeste geschriften en uitspraken in alle religies zijn geschreven in gewone mensentaal (phasǎa khon) maar het gaat uiteindelijk om de spirituele betekenis (phasǎa tham). Buddhadasa maakt daar een scherp onderscheid tussen. Willen we begrijpen wat de echte betekenis is van de geschriften dan moeten we de mensentaal vertalen naar de spirituele taal. Mythen, wonderen en legenden in mensentaal verwijzen naar een diepere betekenis.
De doortocht van Mozes en het Joodse volk door de Rode Zee is mensentaal, in de spirituele taal betekent het de liefde van Jahweh voor zijn volk. Zo verklaarde Buddhadasa ook de boeddhistische mythen en legenden. En zo kan ‘dood en wedergeboorte’, naast de biologische gebeurtenis, ook verlies van moraal en ondeugden betekenen, naast bevrijding van het lijden in het hier en nu.
Buddhadasa wenste bij zijn onderzoek naar de kern van het boeddhisme terug te gaan tot de oorspronkelijke geschriften, vooral de Suttapitaka waar de uitspraken en daden van de Boeddha zijn opgetekend. Alle honderden daarna verschenen commentaren legde hij naast zich neer als niet belangrijk en vaak verwarrend.
Een taboe onderwerp: Nirvana
Nibbana (in het Sanskriet beter bekend als Nirvana) is bijna een taboe onderwerp in het hedendaagse boeddhisme. Als er al over gesproken wordt, dan is het een onbereikbaar ideaal, alleen mogelijk voor monniken, duizenden hergeboortes verder, ver verwijderd van deze wereld, een soort hemel waar je niet herboren kan worden in deze wereld van lijden.
Buddhadasa wijst er op dat de Boeddha volgens de geschriften ‘nibbana’ bereikte vóór zijn dood. De oorspronkelijke betekenis van nibbana is ‘uitdoving’, zoals van een stel gloeiende kolen, of ‘tam’ zoals een tam dier, koel en zonder verontreinigingen.
Buddhadasa is van mening dat nibbana de uitdoving betekent van storende en verontreinigende gedachten en emoties, als hebzucht, wellust, haat, wraakzucht, onwetendheid en egoïsme. Het betekent het ‘ik’ en het ‘mijn’ niet tot de leidraad maken in ons leven.
Nibbana kan tijdelijk of permanent in dit leven worden bereikt, door leken en monniken, ook zonder kennis van de geschriften, ook zonder tempels en monniken en ook zonder rituelen en gebeden.
Buddhadasa zei dat hij zijn leer kon samenvatten als volgt: ‘Doe het goede, vermijd het kwade en zuiver je geest’. Dat is de echte reïncarnatie, de echte wedergeboorte.
Een zuivere geest
‘Chít wâang’ of een zuivere geest is niet echt een vernieuwende gedachte maar één van de oudste en centrale waarheden in het boeddhisme waar Buddhadasa het ook plaatst. ‘Chít wâang’ betekent letterlijk ‘lege geest’. Het is Buddhadasa’s vertaling van een boeddhistisch begrip dat verwijst naar het onthechten, het loslaten van storende en vervuilende invloeden in de geest.
Allereerst het opzij zetten van ‘ik’ en mijn’ (ตัวกู-ของกู toea koe-khǒng koe, opvallend dat Buddhadasa hier de gewone, zelfs lagere, spreektaal hanteert), wat in overeenstemming is met het begrip an-atta ‘niet-zelf’. Daarnaast het loslaten van heftige, vernietigende emoties als wellust, hebzucht en wraakzucht. Chít wâang is een geest in evenwicht en rust. Streven naar deze geestesgesteldheid is essentieel.
Werk staat centraal in ons leven
Voor Buddhadasa staat werk centraal in ons leven, het is een noodzakelijk en tevens bevrijdend iets. Met werk bedoelt hij dan niet alleen datgene wat in ons levensonderhoud voorziet maar alle dagelijkse activiteiten, binnen het gezin en in de gemeenschap. Het is dus evenzeer nodig voor het behoud van een rechtvaardige samenleving. Hij ziet geen onderscheid tussen werk en de dhamma, de leer, ze zijn onafscheidelijk,
Buddhadasa zei: ‘Werk in de rijstvelden heeft meer met dhamma, de leer, te maken dan een religieuze ceremonie in een tempel, kerk of moskee’. Bovendien vond hij dat alle soorten werk, mits met een juiste geestesgesteldheid gedaan, evenveel waarde heeft.
Karma
Karma wordt in het Thais กรรม ‘kam’ genoemd. In het Sanskriet betekent het woord ‘daad, actie’ en wel een doelgerichte actie. In de gangbare visie van het Thaise boeddhisme is het verzamelde karma uit al je vorige levens bepalend voor je leven in het hier-en-nu.
Hoe je vervolgens herboren wordt, hangt af van de verdere, goede of slechte, verdienste die je in dit leven verwerft. Dat kan het beste gebeuren door rituelen, tempels bezoeken, geld geven aan tempels enz. Twintig baht geven aan een tempel verbetert je karma meer dan tweehonderd baht geven aan een straatarme buurman.
Mensen in hoog aanzien, mensen met geld, gezondheid en status, moeten in een vorig leven veel goed karma hebben verworven. Hun plaats in de samenleving is als het ware een geboorterecht en dus onaantastbaar. Het omgekeerde geldt ook. Dit is de gangbare Thaise visie.
Het nu 25 jaar oude stiefzusje van mijn zoon is gehandicapt. Door de erfelijke ziekte thalassemie is zij doofstom. We reisden eens, twaalf jaar geleden, naar een beroemde tempel ten noorden van Chiang Rai. Haar moeder vroeg een monnik: ‘Waarom is mijn dochter zo gehandicapt?’ Waarop de monnik antwoordde dat het te wijten moest zijn aan slecht karma uit vorige levens.’ Dat stiefzusje met slecht karma is één van de aardigste en slimste mensen die ik ken.
Buddhadasa’s visie op karma staat daarmee in scherp contrast. Hij wijst erop dat de Boeddha zélf het vrijwel nooit over karma had, en mensen daar beslist niet op beoordeelde. Het idee van karma is een hindoeïstisch gegeven en bestond al lange tijd vóór de Boeddha. Hij vermoedt dat het hindoeïstische idee van karma in de latere commentaren en boeken het boeddhisme is binnengeslopen.
Voor Buddhadasa is karma alleen datgene wat in het hier-en-nu resultaten, goed of slecht, afwerpt. De vruchten van je activiteiten zijn als het ware al in je daden aanwezig. Die vruchten openbaren zich zowel in je eigen geest als in de invloed op je omgeving.
Geen voorkeur voor een politiek systeem
Buddhadasa heeft nimmer een voorkeur uitgesproken voor een bepaald politiek systeem, behalve dan dat ook leiders de dhamma, de leer, moeten volgen. Conservatieve leiders hebben zijn ideeën verworpen. Laat ik me beperken tot een paar uitspraken:
Buddhadasa: ‘Niet het communisme is een bedreiging voor Thailand, maar het uitbuitende en onderdrukkende kapitalisme’.
Sulak Sivaraska: ‘Een zwak punt bij Buddhadasa is het onderwerp ‘dictator’, want dictators bezitten nooit dhamma en wij geven ons te veel over aan dictators. Zelfs de abten van kloosters zijn dictators, inclusief Buddhadasa zelf…..’
Tino Kuis
Bronnen:
Peter A. Jackson, Buddhadasa, Theravada Buddhisme and Modernist Reform in Thailand, Silkworm, Books, 2003
Buddhadasa Bhikkhu, ‘I’ and ‘Mine’, Thammasapa & Bunluentham Institution, zonder jaar
www.buddhanet.net/budasa.htm
/en.wikipedia.org/wiki/Buddhadasa
Drie video’s om leven en leer van Buddhadasa te ondergaan:
www.youtube.com/watch?v=bgw97YTOriw
www.youtube.com/watch?v=z3PmajYl0Q4
www.youtube.com/watch?v=FJvB9xKfX1U
De Vier Edele Waarheden uitgelegd:
www.youtube.com/watch?v=FJvB9xKfX1U
Over deze blogger
-
Geboren in 1944 in Delfzijl als zoon van een eenvoudige winkelier. Gestudeerd in Groningen en Curaçao. Drie jaar als arts gewerkt in Tanzania, daarna als huisarts in Vlaardingen. Een paar jaar vóór mijn pensioen getrouwd met een Thaise dame, we kregen een zoon die drie talen goed spreekt.
Bijna 20 jaar in Thailand gewoond, eerst in Chiang Kham (provincie Phayao) daarna in Chiang Mai waar ik graag allerhande Thai lastigviel met allerlei vragen. Volgde het Thaise buitenschoolse onderwijs waarna een diploma lagere school en drie jaar middelbare school. Deed veel vrijwilligerswerk. Geïnteresseerd in de Thaise taal, geschiedenis en cultuur. Woon nu alweer 5 jaar in Nederland samen met mijn zoon en vaak met zijn Thaise vriendin.
Lees hier de laatste artikelen
- Pattaya23 december 2024De donkere kant van Pattaya
- Geschiedenis19 december 2024Op zijn verjaardag in 1995 gaf koning Bhumibol aan dat alle mannen een gratis sterilisatie konden ondergaan
- Geschiedenis14 december 2024Hoe een Nederlandse krant schreef over de studentenopstand van 14 oktober 1973
- Geschiedenis12 december 2024Hoe schreef de Nederlandse pers in 1960 over de geschiedenis en de huidige situatie in Thailand
Dank Tino!
Goed leezaam stuk. Ik begrijp nu veel meer van het (Thaise) boeddhisme. De filosofie van Budhadhasa laat weinig ruimte voor machtsmisbruik. Daarom zal het in ieder geval bij de bevoorrechten en machtigen niet echt populair zijn.
Zondag 14 Januari 2024/2567
Dank voor leerzame informatie.
Vraag mijzelf meer en meer af, waarom ik niet iedere dag de broodnodige, juist gelezen, woorden in praktijk breng.
Er zijn van die momenten, dat ik het voel en begrijp.
Maar sukkel dan weer door.
Ga mij meer inzetten.
Dank,