Lampang is meer dan Wat Phra That Lampang Luang alleen
Lampang was eeuwenlang een belangrijke stad in het noordelijke vorstendom Lanna. Genesteld op de oevers van de Wangrivier, tussen de Khun Tanheuvels in het westen en de Phi Pan Namheuvels in het oosten lag Lampang op het strategisch belangrijke kruispunt van de wegen die Kamphaeng Phet en Phitsanulok verbonden met Chiang Mai en Chiang Rai.
Deze ligging bracht stad en regio voorspoed en dat vertaalde zich onder meer in een aantal bijzonder fraaie tempels met als uitschieter de Wat Phra That Lampang Luang die op een goede vijftien kilometer van de stad ligt en waaraan ik ooit al een bijdragen op Thailandblog heb gewijd.
Persoonlijk heb ik Lampang al verschillende keren bezocht, meestal als ik op weg was van of naar Chiang Mai en ik moet eerlijk toegeven dat deze stad wel wat charme heeft. Het centrum is soms een beetje hectisch, maar hey… wel Thais stadscentrum is dat niet? ’s Avonds kan je op de trappen aan de oevers van de Wang best relaxen en een bezoek aan de Kad Dong Ta Streetmarket is ook altijd aardig meegenomen. Veel bezoekers aan Lampang beperken een bezoek aan deze stad echter tot het verkennen van de Wat Phra That Lampang Luang en het obligate ritje met de toeristische paardenkoetsen. En dat is een beetje jammer want er zijn in de onmiddellijke nabijheid nog een paar andere tempels te vinden die weliswaar niet zo imposant als Wat Phra That Lampang Luang zijn maar wél een bezoekje waard zijn. Graag neem ik u vandaag even mee naar een paar van deze bijzondere tempels en kloosters.
Wat Phra Kaeo Don Tao aan Suchada Road is wellicht de meest vereerde tempel in Lampang. Dat heeft alles te maken met het feit dat deze tempel ooit Phra Kaew Morakot, de Smaragdgroene Boeddha, het meest vereerde Boeddhabeeld van het land, huisvestte. Hoe dit amper zestig centimeter hoge beeldje ooit in Siam is aanbeland is een raadsel. Het staat echter wel historisch vast dat het in 1434 in Wat Pha Yah in Chiang Rai werd gevonden nadat tijdens een zware storm de bliksem was ingeslagen op de grote chedi van deze tempel. Tot verbazing van de inderhaast toegesnelde monniken vond men tussen het puin een miraculeus want onbeschadigd diepgroen Boeddhabeeld. Het duurde niet lang voor dit het voorwerp werd van bijzondere verering en pelgrims van heinde en verre naar Chiang Rai kwamen afgezakt naar de inmiddels tot Wat Phra Kaew omgedoopte tempel.
Toen de Lannakoning Sam Fang Kaen in 1436 het beeld naar de hoofdstad Chiang Mai wou overbrengen gebeurde er iets vreemds. De witte olifant die was geselecteerd om het schrijn met het beeld naar de hoofdstad te brengen weigerde halsstarrig, tot driemaal toe naar Chiang Mai te trekken. Hij wendde iedere keer zijn slurf naar de richting van Lampang. De vorst trok hieruit de conclusie dat dit op een goddelijke interventie wees en verhuisde het beeld naar Lampang waar de Wat Phra Kaew Don Tao speciaal werd gebouwd om het er in onder te brengen. De smaragdgroene Boeddha bleef er 32 jaar en werd dan op bevel van koning Tilokaraj met het nodige ceremonieel overgebracht naar de hoofdstad Chiang Mai waar het in de Chedi Luang werd geplaatst.
Voor de de grote, vijftig meter hoge chedi met vergulde spits staat in in Wat Phra Kaeo Don Tao staat een bijzonder mooie hardhouten mondop met een uit niet minder dan tien bouwlagen bestaand dak, een Birmese pyatthat van het type dat we ook meer noordelijk in Mae Hong Son aantreffen . Hij werd in 1909 op verzoek van de toenmalige gouverneur gebouwd. De chedi zelf staat bekend als Ched Phra Boromathat en men beweert dat er een haar van de Boeddha werd in bijgezet. Naast de fraai geproportioneerde Wihan Phra Non waar – zoals de naam al laat uitschijnen – u een liggende Boeddha kan vinden en de al even elegante ubosot uit 1924 kan u op het terrein van de tempel ook een levensgrote en witgeschilderde stenen olifant terugvinden die de herinnering moet levendig houden aan de olifant waaraan deze tempel zijn bestaan dankt.
Naast de Wat Phra Kaeo Don Tao en binnen dezelfde omheining is ook nog de kleine Wat Suchadaram te vinden. Deze tempel werd in Lannastijl gebouwd maar heeft ook Laotaanse stijlkenmerken en dat is niet zo moeilijk te verklaren want deze tempel werd in 1804 opgetrokken door vluchtelingen uit Chiang Saen, een oeroude grensstad aan de Mekong op de grens met Laos, dat net door de Birmezen was geplunderd en grotendeels platgebrand. De wihan is echter in Birmese stijl en wordt bewaakt door levensgrote vervaarlijk kijkende Chinten, mythische leeuwen die de Birmese tegenhangers zijn van de Siamees-Thaise Singh, Dit was overigens niet de enige tempel die in Lampang door vluchtelingen uit Chiang Saen werd gebouwd want ook de kleinere Wat Pong Yang Khok, die iets ten westen van de stad ligt werd in 1804-1806 gebouwd door deze vluchtelingen.
Wat Phra Kaeo Don That is overigens niet de enige tempel in Lampang die zijn bestaan aan een nukkiger olifant dankt. Wat Lai Hin Luang, doe tussen weg nr. 4007 en de Wang ligt, zou zijn opgericht nadat een olifant, die vanuit India met een relikwie van de Boeddha was vertrokken, op deze plaats had halt gehouden en weigerde nog een poot verder te zetten…. De bouw van deze kleine maar erg bekoorlijke tempel zou zijn gestart in 1683 door een Birmese prins en zijn volgelingen. Zoals alle legendes heeft ook deze wellicht een grond van waarheid want de architectuur van deze tempel is duidelijk door Birmese stijlkenmerken beïnvloed. Let bij een bezoek aan deze fotogenieke tempel zeker op de exuberante ingangspoort voor de wihan en geniet van de stilistische eenvoud van de wihan. Bewonder zeker het vakkundige snijwerk van de façade. Alleen een beetje jammer dat de vermolmde zuilen die het dak van de wihan dragen werden vervangen door spuuglelijke betonnen kopieën in plaats van opnieuw voor hout te gaan… De kleine ubosot getuigt van dezelfde eenvoud als de wihan en let zeker ook even op de sao hongsa of paal met de Heilige Gans, een brahamanistisch object op een zuil waarvan de roots bij de Mon zou liggen. Voor de liefhebbers dit: Een paar kilometer verder in de Wat Phra That Lampang Luang is er een tweede sao hangsa te vinden.
En alsof dat nog niet volstond zou ook Wat Pong Yang Khok, ten westen van Lampang, dankzij een olifant zijn gebouwd. In de volksmond staat deze tempel bekend als Viharn Phra Mae Chamathewi, een verwijzing naar de Monkoningin met dezelfde naam die in de zevende eeuw leefde. Het is zelfs mogelijk dat hier ooit, pakweg acht of zeven eeuwen geleden een gebedshal ter ere van deze vorstin heeft gestaan, maar daar rest alvast niets meer van. Volgens de legende was Chamathewi op weg van haar hoofdstad Haripunchai – het huidige Lamphun – naar Lampang toen een olifant, die een gouden miniatuur paraplu droeg, op deze plek door zijn knieën zakte en trompetterde. Alsof dit niet volstond als omen zag de koningin tijdens de daarna losbarstende storm op dezelfde locatie plots bliksemschichten uit een mierenheuvel schieten. Redenen te over om hier een wihan te bouwen. De huidige tempel werd alvast héél wat later gebouwd. Tussen 1732 en 1759 om precies te zijn. Bouwkeer van dienst was Phraya Sulao Reuchai Songkhram, een plaatselijke potentaat die wellicht meende dat de bouw van een tempelcomplex nooit slecht was voor zijn zielenheil. De grootste bezienswaardigheid van dit kloostercomplex is de erg mooie en bijna drie ouwen oude houten wihan, die een attractief voorbeeld is van traditioneel gebouwde gebedshallen die – en dat is wel bijzonder – in deze regio geen buitenmuren hebben. De erg laag, bijna tot op de grond hangende en uit meerdere lagen geconstrueerde daken zijn dan ook vooral bedoeld om de regen buiten te houden.
Een open wihan kan men ook vinden in de erg goed gerestaureerde Wat Pong Sanuk Tai. Wellicht staat hier al meer dan vijfhonderd jaar een tempel maar de huidige gebouwen dateren uit de negentiende eeuw. Dit is overigens de derde tempel in de buurt van Lampang met een connectie met de vluchtelingen uit Chiang Saen die zich meer dan tweehonderd jaar geleden in deze streek vestigden want ook deze tempel werd door hen vaak gefrequenteerd. Het meest in het oog springende bouwwerk op het tempelterrein is zonder twijfel de mondop die op een merkwaardig kruisvormig grondplan werd opgetrokken. Bouwheren van dienst waren Worayanrangsiratchatham, de soevereine heerser van Lampang en abt Kruba Anochidhamma die in 1888 dit bijzondere gebouw lieten optrekken. Centraal in de open en door 28 teakpilaren gedragen ruimte zitten vier Boeddha’s, rug aan rug die in de vier windrichtingen kijken. Een voor Thailand erg ongewone manier van uitbeelden. Het is daarom best mogelijk dat de betrokken ambachtslui uit het Birmese Kengtung kwamen. Na WO II raakte deze tempel in verval en onoordeelkundige en vooral klunzige restauratiepoging in 1957 waarbij te pas en vooral onpas héél veel beton werd gesmeerd, hielp ook niet écht. In 2006-2007, werd de mondop door erfgoedwerkers van de universiteit van Chiang Mai samen met erg gemotiveerde locals en met een minimum aan middelen gerestaureerd. Deze gezamenlijke inspanning werd, meer dan terecht me dunkt, in 2008 beloond met een UNESCO Asia-Pacific Award for Cultural Heritage Conservation.
Behoorlijk apart en op en top Birmees vind ik Wat Sri Rong Muang. Deze tempel aan Wang Khwa Road in Tambon Sop Tui is amper een eeuw oud en werd tussen 1904 en 1906 gebouwd door Birmese houtvesters en -kappers die in de teakwouden in de buurt bomen velden voor de Bombay Burma Company, indertijd een van de grootste houtbedrijven in Azië. De tempel is op zich niet écht spectaculair maar de wihan is dàt wel door het opulente houtsnijwerk in combinatie met de mozaïeken van duizenden glasfragmenten die er een kleurig schouwspel van maken. Het is, naar mijn aanvoelen nét geen kitsch, maar toch er bijna over. De mooi geproportioneerde teakhouten en vergulde Boeddha achteraan in de wihan is eveneens 100 % Birmees en werd in de jaren twintig van de vorige eeuw met vaardige hand in Mandalay gesneden.
Tot daar waarde lezers, een persoonlijke selectie van tempels en kloosters in en rond Lampang die u, bij een eventueel bezoekje, hopelijk iets verder dan alleen maar Wat Phra That Lampang Luang laten kijken.
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond22 oktober 2024Si Satchanalai & Chaliang Historical park: de omweg meer dan waard
- Eten en drinken17 oktober 2024Culinaire herinneringen van een bourgondisch tafelaar – Chinatown & Yaowarat road (Bangkok)
- Bezienswaardigheden3 september 2024Het dak van Thailand – Doi Inthanon
- Achtergrond21 augustus 2024Thailand… om dichterlijk van te worden…
Hier kan ik het helemaal mee eens zijn. Wij hebben deze tempels meerdere keren in onze wandelingen en fietsronde door het oude gedeelte van Lampang opgenomen en genoten van de rust bij de kleine maar fraaie tempelcomplexen.
Aan het einde van de fietstour hebben wij vaak genoeg een heerlijke lunch genoten in de tuin bij Lampang Hideaway Guesthouse & Café. Dit is zeker een aanrader. Heerlijk eten in een rustige omgeving aan de Mae Tui.
Mooie review van Wies. Hebben we in ons natte landje allemaal niet. Klinkt heel aantrekkelijk. Een beetje ver maar dan heb je ook WAT.