Prasat Hin Phanom Wan: een Khmer-juweeltje in Korat
Niemand zal mij ooit kunnen genezen van mijn voorliefde voor het mysterieuze Khmer-rijk. Er blijven nog zoveel raadsels over dat we wellicht nog veel generaties nodig zullen hebben voor we alle antwoorden hebben gevonden, indien dat überhaupt al mogelijk zou zijn…
Gelukkig woon in een omgeving die barst van de Khmer relicten en blijft mijn fantasie bijgevolg méér dan geprikkeld en gestimuleerd. Vandaag sta ik graag even stil bij een pareltje dat al héél lang op mijn ‘to do’-lijstje staat, maar dat ik pas een paar weken geleden voor het eerst heb bezocht.
Ik ben de laatste jaren misschien wel twintig keer door Nakhon Ratchasima ofwel Korat gereden en telkens was er wel een reden waarom we niet die extra vijftien kilometer naar Prasat Hin Phanom Wan hebben afgelegd: Té warm, té nat, té moe, kortom nooit was daar het geschikte ogenblik tot we ergens begin juli bijna als bij toeval in de buurt in de buurt van deze Khmer-ruïne zijn beland.
Ik heb in elk geval geen ogenblik spijt gehad van deze kleine omweg. Want dat is deze tempel in Ban Makha Pho, Muang Nakhon Ratchasima, wel waard. Ik geef toe dat deze site niet de dramatische architecturale uitstraling van Phanom Rung heeft, noch de stille betovering van Muang Tam maar dankzij de ingrijpende en vooral doordachte restauratie die de laatste jaren door het Thaise Fine Arts Departement werd uitgevoerd is dit een fraai voorbeeld van hoe een zogenaamde gemeenschapstempel of lokale tempel er in de elfde eeuw van onze jaartelling heeft uitgezien.
Tijdens deze restauratie werd overigens al snel duidelijk dat het zandstenen Khmerschrijn dat we vandaag zien in feite op de site werd gebouwd van een veel oudere tempel die ooit drie op één rij gebouwde bakstenen schrijnen bevatte. Deze drie schrijnen kunnen tot een tempel hebben behoord die werd gebouwd tijdens de regeerperiode van koning Yashovarman I (889-910), want er werd een naar hem verwijzende inscriptie gevonden. In dezelfde archeologische laag werden overigens sporen van nog vijf andere tempels of schrijnen teruggevonden waarvan de oudste mogelijk uit de zevende eeuw dateren. Enkele historici gaan er dan ook van uit dat dit tempelcomplex mogelijk banden had met Sri Canasa of Canasapura, een Mon-stadsstaat die zich in de zesde-zevende eeuw op het grondgebied van Nakhon Ratchasima bevond en die Boeddhistisch was, maar zich daarna, wellicht onder invloed van Angkor en de Khmer tot het Hindoeïsme bekeerde.
Naar goede Khmergewoonte is deze tempel op het oosten georiënteerd. Ooit was hij met een brede gracht omgeven maar daar is, buiten een nauwelijks merkbare depressie aan de zijkanten, niets meer van te merken. Hij ligt nu in een zorgvuldig onderhouden grasperk dat met een paar schaduwrijke bomen is omzoomd. Alhoewel het dak totaal ontbreekt en een deel van de gang is ingestort is een groot deel van de omringende muur met tempelgang bewaard gebleven. Ook de gopuras, de met vier portieken gesierde toegangspoorten zijn bewaard gebleven. Eens binnen valt meteen de grote prang of toren met een lotusvormige top op. De gerestaureerde delen werden bewust in een lichtere zandsteen aangebracht zodat het verschil kan worden opgemerkt. De prang is niet zo imposant als de kolfvormige prang van Phimai, maar met een hoogte van 25 meter behoort hij tot de hoogste Khmer-prangs in Thailand. Een ander verschil met Phimai is dat er nauwelijks sculpturen of bas-reliëfs te vinden zijn op deze site.
De archeologen die deze site hebben onderzocht gaan er van uit dat de tempel – om god weet welke reden – nooit volledig werd afgewerkt. Er zijn wel wat decoratieve versieringen op pilasters en een paar dekstenen terug te vinden maar daar houdt het dan ook op. Er is wel een interessante inscriptie terug te vinden van ene Viravarman, een Chinese Han-krijger die in dienst was van de Khmervorst Suryavarman I (1002-1049). Deze Viravarman had blijkbaar niet slecht geboerd want dit opschrift dat uit 1055 dateert vermeldt hoe hij een beeld heeft geschonken voor een schrijn. Een gul gebaar dat gepaard ging met een nog gullere schenking van 200 mannelijke en vrouwelijke slaven, land en vee aan de tempel…
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
- Achtergrond22 oktober 2024Si Satchanalai & Chaliang Historical park: de omweg meer dan waard
De geschiedenis en vooral de technische bekwaamheden bij de fantastisch mooie bouwwerken roepen bij velen vraagtekens op. Als ik op reis ga noem ik het altijd een ‘studiereis’ in plaats van vakantie. Soms vragen mensen in mijn omgeving welke studie ik volg. Mijn antwoord is dan steeds, De geschiedenis van de Khmer Dynasty en daar ben ik nog steeds niet op afgestudeerd en kan nog jaren duren. Uiteraard als grap maar er schuilt toch een zekere waarheid in. Ongelooflijk wat die mensen zoveel eeuwen geleden presteerden.
Lung Jan weer bedank voor je bijdrage, altijd interessant om te lezen. Ik sluit me zeker aan bij Joseph Jongen
het is ongelooflijk waartoe men in het verleden al in staat was. Hoeveel Khmer tempels zouden er wel niet gebouwd zijn en hoe coördineerde men dat.
Zijn er maquettes die de oorspronkelijke bouw en functies van deze gebouwen weergeven?