Wat Si Chum: groot, groter, grootst…
Bij wijze van afsluiter van een hele reeks van bijdragen over al het fraais dat in en buiten het Sukhothai Historical Park terug te vinden is, sta ik graag even stil bij Wat Si Chum. Een in oorsprong tot de dertiende eeuw teruggaand tempelcomplex in de zogenaamde noordelijke zone, dat in meer dan één opzicht een buitenbeentje is in dit immense historische park.
Wat Kamphaeng Laeng: een Khmer-schrijn in Zuid-Thailand
Ik heb Phetchaburi of Phetburi zoals het vaak wordt genoemd, maar één keer bezocht, maar ik moet toegeven dat ik gecharmeerd was door deze stad die één van de oudste van Thailand is.
Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
Voor je het beseft ben je het al doorgereden: Het enigszins slaperige stadje Nakhon Phanom lijkt nu onooglijk maar het was ooit het centrum van het mythische vorstendom Sri Kotrabun dat van de 5e tot de 10e eeuw van onze jaartelling langs beide oevers van de Mekong haar gezag deed gelden. Het belangrijkste relict dat in de omgeving uit deze roemrijke periode is terug te vinden is zonder twijfel de tempel Wat Phra That Phanom.
Prasat Hin Phanom Wan: een Khmer-juweeltje in Korat
Niemand zal mij ooit kunnen genezen van mijn voorliefde voor het mysterieuze Khmer-rijk. Er blijven nog zoveel raadsels over dat we wellicht nog veel generaties nodig zullen hebben voor we alle antwoorden hebben gevonden, indien dat überhaupt al mogelijk zou zijn…
Het ‘Phalad nature trail’ – het monnikenpad naar Doi Suthep
In een vorige bijdrage aan Thailandblog stond ik even stil bij Wat Phrathat Doi Suthep, het tempelcomplex op de Doi Suthep bij Chiang Mai, één van de meest vereerde en drukstbezochte tempels in het noorden van Thailand. Er zijn een aantal manieren om deze locatie te bezoeken maar voor de meer sportief aangelegde lezers wil ik graag even verwijlen bij het zogenaamde Phalad Nature Trail, of het Monk’s Trail (Monnikenpad), een wandelroute die u naar de top van de berg en het klooster brengt.
Hollandse muurbloempjes in Zuidoost-Azië
De meeste cultureel geïnteresseerde bezoekers van Thailand zullen vroeg of laat in Bangkok bij een bezoek aan Wat Pho oog in oog komen te staan met de indrukwekkende beelden van wat in de meeste reisgidsen wordt omschreven als ‘Farang’-wachters.
Phumphuang ‘Pheung’ Duangchan, de koningin van het levenslied
Ik ken maar weinig Farang die echt gecharmeerd worden door Luk Thung, een Thais muziekstroming die in de jaren, vijftig van de vorige eeuw ontstond en tot op de dag van vandaag en dan vooral in Isaan een uiterst populair genre is dat inhoudelijk het best kan vergeleken worden met de smartlappen en het tranentrekkende levenslied van de Hollandse Polderpop. Ook al gaat het dan over grazende buffels, zwetende boeren en modderige rijstvelden.
Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
Wat Phra Kaew oftewel de Tempel van de Smaragdgroene Boeddha in het koninklijk paleis is voor velen dé bezienswaardigheid van Bangkok. Naar mijn smaak nét iets te druk en chaotisch. Overrompeld worden door fanatiek fotograferende en elleboogstotende horden Chinezen is nooit mijn idee van een ideaal dagje uit geweest maar het is inderdaad een must see.
Pai Loei….
Ik kan het aantal keren dat mijn lieftallige eega ‘Pai Loei’ naar mijn hoofd geslingerd heeft écht niet op de vingers van twee handen bijhouden. Loei is echt één van die steeds zeldzamer wordende plaatsen in Thailand waar je beseft dat je diep in het grotendeels ongerepte hart van Zuidoost-Azië bent doorgedrongen.
Wat Si Sawai: volmaakte Khmer architectuur
Telkens wanneer ik in de buurt van Sukhothai Historical Park kom, kan ik het niet nalaten om Wat Si Sawai te bezoeken, naar mijn mening één van de meest volmaakte prestaties van de Khmer architecten, inmiddels bijna duizend jaar geleden.
Een van mijn favorieten: Wat Chedi Luang
Wat Chedi Luang op de hoek van Prapokkloa en Rachadamnoen Road is, wat mij betreft, het meest interessante tempelcomplex in Chiang Mai en dat wil wat zeggen want deze stad telt iets meer dan driehonderd Boeddhistische tempels en schrijnen.
Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
Thailand kent tal van Chinese tempels; groot of klein, smaakvol of kitscherig, iedereen kan er wel een naar zijn meug vinden. Het Taoïstische Leng Buai Ia-schrijn aan de Thanon Charoen Krung, wordt als de oudste nog bestaande Chinese tempel in Bangkok en in het land beschouwd.
Verliefd op de Roos van het Noorden
Verliefden, écht verliefden weten dat de liefde zich niet rationeel weet te verklaren en dat de consequenties van verliefdheid onvoorspelbaar kunnen zijn.
Prasat Nong Hong: Klein maar fijn….
Ik woon nu al bijna twee jaar met mijn eega en onze Catalaanse herdershond Sam in Isaan, in de provincie Buriram. In deze periode heb ik de regio uitgebreid verkend en me telkens weer verbaasd over hoe deze provincie omgaat met haar toeristisch potentieel. Het is misschien subjectie maar ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat het culturele erfgoed en met name de historische sites stiefmoederlijk worden behandeld.
Siamees in druk
We weten allemaal dat Thai af en toe behoorlijk chauvinistisch kunnen zijn en de invloed van Farang op hun cultuur vaak vanuit een particularistische reflex proberen te minimaliseren. Toch hebben ze het een en ander aan Farang te danken. Neem nu bijvoorbeeld de drukkunst.
De Gieren van Wat Saket
Wat Saket of de Tempel van de Gouden Berg is een bijzondere tempel in het hartje van Bangkok en staat op het to do-lijstje van de meeste toeristen. En dit is niet meer dan terecht. Want dit kleurrijke kloostercomplex dat in de laatste helft van de 18e eeuw ontstond, ademt niet alleen een erg aparte sfeer uit maar beloont de doorzetters onder de pelgrims en bezoekers op smogvrije dagen, na de klim naar de top, ook nog eens met een – voor sommigen adembenemend – panorama over de metropool.
Het geloof in geesten, fantomen, spoken en andere bovennatuurlijke verschijnselen is levendiger dan ooit in Thailand. De bekommernis om ‘zij die zich aan de overkant bevinden’ gelukkig of op zijn minst tevreden te houden laat sporen na in heel de maatschappij. Spoken zijn ‘serious business ’ in Thailand en daarom wil ik graag heel even stilstaan bij een paar van de meest opvallende bewoners van het erg rijk geschakeerde en bijzonder kleurrijke Thaise geestenrijk.
Prasat Sikhoraphum: een mini Angkor wat in Surin
Ik hou van de architectuur uit de Khmer-periode, zeg maar alles wat er tussen pakweg de 9e en de 14e eeuw in Thailand werd neergepoot. En gelukkig voor mij is er, zeker waar ik woon in Isaan, nog behoorlijk wat van bewaard gebleven.
Khao Kradong Forest Park
Khao Kradong Forest Park is één van de belangrijkste toeristische trekpleisters in de provincie Buriram en ligt aan de rand van de gelijknamige provinciehoofdstad. Het Park werd formeel voor het publiek opengesteld op 3 mei 1978 en is meer dan 200 km² groot. Centraal ligt de Khao Kradong-vulkaan. Het zuidelijke deel van deze berg wordt Khao Yai of Grote Berg genoemd terwijl de noordzijde Khao Noi of Kleine Berg heet. Oorspronkelijk droeg deze berg de benaming Phanom Kradong wat in het Khmer voor schildpadberg zou staan, een verwijzing naar de vorm van deze berg.
De Stadspilaar van Bangkok
In de meeste grote steden van Thailand kan men een Lak Muang of stadspilaar aantreffen. Van deze pilaren wordt aangenomen dat ze onderdak zouden bieden aan de Chao Pho Lak Muang of de beschermgeest van de stad, maar in feite duiden deze pilaren het spirituele centrum van een stad aan.
Vulkanen in Thailand
Voor diegenen die een beetje met de geologie van Thailand vertrouwd zijn vertel ik niets nieuws wanneer ik vertel dat een substantieel deel van het land vulkanisch van oorsprong is. Thailand ligt immers in de periferie van de zogenaamde ‘Ring of Fire’. Deze Ring van Vuur, bestaat uit ongeveer 850-1.000 vulkanen die de afgelopen 11.700 jaar actief zijn geweest. Dit aantal is naar schatting goed voor ongeveer 2/3 van het wereldtotaal aan vuurspuwende formaties.
De beruchte, met honderden haarspelbochten gezegende weg tussen Chiang Mai en Mae Hong Son is het enige dat nog herinnert aan een inmiddels al lang vergeten stukje Thaise oorlogsgeschiedenis. Amper een paar uur nadat het Japanse keizerlijke leger op 8 december 1941 Thailand was binnengevallen, besloot de Thaise regering – ondanks het feit dat er op sommige plaatsen fel werd teruggevochten – de wapens neer te leggen.