Over hoge toppen, cliffhanger, hikes & ander klauterwerk
Ik weet niet precies wat het is maar ik heb iets met bergen. Héél lang geleden, in een ander leven, toen ik nog jong en knap was, heb ik heel wat Europese bergmassieven doorkruist. Van de ruige Cuillins op het Schotse Skye over de grootse Baskische Pyreneeën en de adembenemende Mont Blanc tot de Dolomieten in Zuid-Tirol waar ik in het eeuwige ijs op zoek ging naar de sporen van de Grote Oorlog: Ze hebben nauwelijks nog geheimen voor mij. Vandaag ben ik alleen nog maar knap (5555) en resten mij enkel de mooie herinneringen die ik kan koesteren.
Of toch niet helemaal, want alhoewel Thailand nu niet bepaald aantrekkelijk is voor alpinisten en andere bergbeklimmers biedt het uiterst gevarieerde landschap tal van mogelijkheden voor hiking en andere interessante uitstappen voor wie niet te veel geplaagd wordt door hoogtevrees. Graag neem ik u mee naar een paar bestemmingen, die in deze optiek erg mooi of interessant zijn en dan heb ik het niet over traditionele trekpleisters als Doi Inthanon, Chiang Dao, Khao Kradong Park of Doi Ang Khang. Nee, dit is een subjectieve, want hoogstpersoonlijke Top 5 van de, in mijn ogen mooiste of boeiendste bestemmingen voor een bezoeker met niet écht veel klimervaring.
Laat me al meteen de deur in huis vallen met een sportieve uitdaging: Khao Lom Muak bij Prachuap Khiri Khan. Dit kustplaatsje, onder de rook van de veel populairdere badstad Hua Hin, houdt met zijn niet echt door toeristen platgewalste stranden, de belofte in voor een mooie strandvakantie. Maar er is meer dan het oog doet vermoeden. Voor de durvers is er de Khao Lom Muak die – schijnbaar – ongenaakbaar, hoog boven het Ao Manao Beach oprijst. Zeg niet dat ik u niet heb gewaarschuwd: deze trip is behoorlijk zwaar maar loont zo éééérg de moeite. Het begint al meteen aan de voet van de berg met een trap die niet minder dan 497 treden telt. Als dit al in je koude kleren kruipt kun je er beter niet aan beginnen want eens boven, begint het échte werk met een touwenparcours, een soort van lokale Thaise variant van het, vooral in de Alpen erg populaire klettersteigen of de Via Ferrata. Twee goede tips: begin de beklimming in de ochtend, kwestie van een extreem zweterige en moeizame lijdensweg in de brandende zon te vermijden en voor de gevoelige zielen deze raad: Eens in de touwen: kijk niet naar beneden! Weet dat de geleverde inspanningen niet tevergeefs zijn geweest want het zicht van de top over de azuurblauwe zee en de rotsige kustlijn doet alle leed en ontberingen meteen verdwijnen, geloof me vrij…
Eén van mijn favoriete meerdaagse hikes situeert zich in de provincie Kanchanburi op en rond de Khao Chang Phueak in het Phu Phum National Park. De eerste dag vertrek je net achter het plaatsje Etong voor een kleine acht kilometer lange tocht waarvoor je toch een vijftal uur moet uitrekenen, naar het campinggebied. Let op: Het aantal klimmers dat hier per dag wordt toegelaten is gelimiteerd tot 60. Het is met andere woorden absoluut aangeraden om eerst contact op te nemen met de stafdiensten in het Nationaal Park en een plaatsje te reserveren (tel. + 66 81 382 0359). De volgende dag vertrek je dan vanuit dit ‘basiskamp’ voor een onvergetelijke tocht over de vaak steile en smalle kam van deze bergrug naar de 1.246 meter hoge top, de op twee na hoogste in deze bergachtige provincie. Dit uitstapje heeft een zekere moeilijkheidsgraad en is niet bepaald een aanrader voor de fainthearted, maar staat wel garant voor één van de mooiste hike-ervaringen in het Land van de Glimlach. Geloof me vrij want ik heb deze trip intussen al tweemaal gemaakt… De toegangsprijs tot het Park bedraagt voor Farang 200 Bath.
Kan je niet genoeg krijgen van een scherpe bergkam? Dan moet je zeker ook nog even langs de Kao Noi in Tambon Ban Daen bij Nakhom Sawan. Dit is niet echt een meerdaagse trektocht genre Khao Chang Phueak maar de klim van de rijkelijk van springerige aapjes krioelende vertrekplaats naar de top is behoorlijk steil en, gelukkig maar voor de minder sportief ingestelden onder ons, van trappen en ladders voorzien. Net voor de top is er nog een grot met de onvermijdelijke Boeddha te bezichtigen, maar het is vooral het laatste stukje, je vastklampend aan een in de kalksteen verankerde aluminium ladder, die de moeite loont. En dan zwijg ik nog over het spectaculaire uitzicht. Let wel op: de toegang tot deze site sluit om 17.00 u. dus blijf niet te lang boven verwijlen…
Als voorlaatste in mijn Top 5 kies ik zonder twijfelen voor een dagvullende trektocht op en rond de Doi Chang Cliffs in Tambon Suan Khuean in de om haar natuurschoon befaamde provincie Phrae. De slecht onderhouden en erg hobbelige rit naar de parkeerplaats is niet echt geschikt voor auto’s dus je kan beter de auto beneden achterlaten en je per motor naar het vertrekpunt laten brengen. Vergeet ook niet voldoende voedsel en drank in te pakken, want boven is er niks te koop. Het is, indien je de regio niet kent, ook aangewezen om ter plekke een lokale gids in te huren. Dit is geen overbodige luxe, gelet op de moeilijkheidsgraad van het parcours, waar ook échte bergbeklimmers gebruik van maken om te oefenen. Eens voorbij de kleine tempel mét fotogenieke grot, begint het echte klim- en klauterwerk. Vooral bij nat weer is deze trip niet zonder gevaar en draag zeker gepast en slipvrij schoeisel. De klim naar de kale kliffen mag dan wel zwaar zijn maar door de fantastische vergezichten (als er geen mist hangt tenminste) meer dan de moeite waard.
Kom je in de buurt van Chiang Rai dan is een uitstapje naar de bij de Thai erg populaire en exact 1.442 meter hoge Pu Chi Fa niet te versmaden. Deze berg is een noordoostelijke uitloper van de Phi Pan Nam-keten en is bijna op de grens met Laos te situeren Deze berg biedt een relatief korte klim – iets minder dan 45 minuten, vanaf de parkeerplaats bij de Park Entrance is het een behoorlijk steile klim van 760 meter – maar is vooral beroemd omwille van het fantastische panorama bij het krieken van de dag. De meeste bezoekers vertrekken dan ook in het holst van de nacht om tegen zonsopgang de top te bereiken. Vertrek vanuit Chiang Rai naar Chiang Khon. Vanaf hier neem je de Road 1155 en 4029. Geen gevaar om te verdwalen of mis te rijden want vanaf Chiang Khon staat de Pu Chi Fa duidelijk aangewezen. Eens de top bereikt is het genieten van het kleurenspektakel van de zonsopgang op een site die in sommige reisgidsen als ‘de mooiste plek waar je nog nooit van had gehoord’ wordt omschreven. In optimale weersomstandigheden met een laag wolkendek of dikke grondnevel kun je jezelf héél even, met dit onbelemmerde 360° panorama ‘on top of the world’ wanen… Voor wie niet genoeg kan krijgen van zeeën van mist raad ik overigens ook een trip naar de iets verder gelegen Doi Pha Tang aan. Dit is helemaal geen uitdagende beklimming en nog toeristischer dan de Pu Chi Fa maar dat mag de pret niet drukken. Met viewpoints als de Pha Bong Door, een metershoge rotsspleet die een erg fraai doorkijkje op de Mekong en de bergen aan de overzijde in Laos biedt, de sea mist 102 en sea mist 103 of een feeërieke wandeling tussen de bloeiende Japanse kerselaars op de bergflank, kan je daguitstap niet stuk. Hou er wel rekening mee dat je, indien je alle viewpoints wil bezoeken, je minstens 5 uur dient uit te trekken…
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond28 december 2024Thailand is een noedelparadijs
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
Weet je hoeveel heimwee je bij mij opwekt, Lung Jan? Goed, laat ik mijn herinneringen koesteren en me niet bezighouden wat ik heb gemist.
Ik heb de Pu Chi Fa berg vele malen bezocht. Ze ligt dicht bij mijn vorige woonplaats Chiang Kham in Phayao. Pu Chi Fa ภูชี้ฟ้า (phoe: chie faa, tonen midden, hoog, hoog) betekent ‘de berg die naar de hemel wijst’, het is een rotspunt die uitsteekt naar boven en voren. Er is al eens Japanse toerist naar beneden gevallen en overleden, nu is er een hek. Soms is het er ontiegelijk druk maar er is een voetpad over de bergkam om rustiger gebieden op te zoek.
Ik droom van een klein houten hutje aan een kabbelend stroompje in de noordelijke bergen om de laatste jaren van mijn leven door te brengen.