Hoe sterk is de eenzame fietser…

Door Cornelis
Geplaatst in Activiteiten, Fietsen
Tags: ,
1 februari 2025

Niet het beeld dat Boudewijn voor ogen had bij zijn tekst, vermoed ik……

Op de brug over Nong Luang, een ondiep meer zuidoost van Chiang Rai

…luidde de titel van een jarenlang immens populair en meermalen bekroond lied uit 1973 van de inmiddels 80-jarige Boudewijn de Groot.

Toevallig kwam ik het onlangs weer eens tegen op YouTube *) en als fervent fietser intrigeerden de eerste regels me:

‘Hoe sterk is de eenzame fietser

Die kromgebogen over z’n stuur tegen de wind

Zichzelf een weg baant’

Die tekst blijkt overigens niet vragend te zijn bedoeld, zoals ik altijd gedacht had, maar is, schrijft Boudewijn op zijn website **) ‘een constatering, een uitroep bijna’. Het lijkt me ook een mooie metafoor voor hoe je in het leven kunt staan, je je inspanningen getroost om, zo nodig ook tegen de heersende winden in, dáár te komen of dàt te worden waar of wat je wilt zijn. Niet voor niets is de wielersportwereld een rijke bron van mooie, soms zelfs epische verhalen en prachtige anekdotes die vaak de paralellen met het ‘gewone’ leven onderstrepen.

Hoe dan ook, e.e.a. inspireerde mij tot het schrijven van dit stukje waarin ‘fietsen’ de rode draad vormt en de foto’s in en om Chiang Rai ‘vanuit het zadel’ gemaakt zijn.

Er wordt wel eens gezegd dat in Nederland – het land met aanzienlijk meer fietsen dan inwoners – kinderen met een fietsje tussen hun benen worden geboren. Dat is gelukkig voor alle betrokkenen zwaar overdreven, maar de kleintjes zitten wel heel snel op eerst een loopfietsje en niet lang daarna een driewielertje met trappertjes als opstapje naar het eerste èchte fietsje met of zonder zijwieltjes. Een totaal andere situatie dan in Thailand, waar fietsende kinderen een grote uitzondering vormen. De kans dat kinderen daar eerder een motor of scooter besturen dan dat ze op een fiets stappen lijkt me niet gering.

Zelf heb ik, bij mijn beste weten, die eerste fase overgeslagen; de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog was er in ons grote gezin – ik was nummer 9 – absoluut geen ruimte om geld uit te geven aan zaken die niet tot de allereerste levensbehoeften behoorden. Ik was 7 toen mijn vader een stokoud kinderfietsje op de kop tikte, dat een kwastje verf gaf, mij erop zette en met me meerende om me voor valpartijen te behoeden; gelukkig voor hem had ik het kunstje snel door en ik herinner me nog steeds het fantastische gevoel dat dat opleverde.

Wie kon toen bevroeden dat ik dat zo’n 72 jaar later nog steeds met datzelfde gevoel en minstens hetzelfde plezier zou doen – en dat grotendeels dan ook nog in Thailand, een land waarvan ik – en waarschijnlijk ook mijn vader – toen niet eens wist dat het bestond…… Indonesië, ja, van dat land kende ik al het bestaan omdat een oudere broer daar een paar jaar ervoor uit teruggekomen was na zijn militaire dienst. Australië ook, omdat er in die jaren enkele familieleden naar emigreerden. Mijn wereldje als 7-jarige was dus nog beperkt, maar ik was – en ben dat gelukkig tot op de dag van vandaag gebleven – wèl nieuwsgierig naar hoe het er ‘achter de horizon’ uitzag.

Buiten het regenseizoen is het ook op dit soort paden vaak prima fietsen

Die nieuwsgierigheid naar nieuwe horizonten heeft voor een belangrijk deel mijn levensloop bepaald, en gaf me ook de motivatie om zonodig ‘kromgebogen over het stuur tegen de wind’ mezelf de gewenste weg te banen. In 2009, 64 jaar jong en al 6 jaar gepensioneerd, leidde die weg (die me eerder al in tientallen andere landen had gebracht) me voor het eerst naar Thailand. Ik was toen ingehuurd voor een ASEAN-EU project op m’n vroegere vakgebied en moest in dat kader een eerste verkenningsrondje maken langs de hoofdsteden van de 10 ASEAN-lidstaten. In 2010 kwam ik er nog twee maal voor datzelfde en een daarop volgend project. Veel heb ik toen niet gezien: invliegen, paar dagen vergaderen, soms één dag voor mezelf in een weekend, en dóór naar het volgende land. Maar m’n nieuwsgierigheid was door het weinige dat ik zag, maar nog meer door de mensen die ik er ontmoette, ‘getriggerd’’, en daarom ben ik een paar jaar later teruggegaan als toerist.

Tsja, van het een komt het ander, en nu, 16 jaar na die eerste landing op Thaise bodem, schrijf ik deze overigens geheel fictie- en AI-vrije tekst voor Thailandblog in een dorpje niet ver van de stad Chiang Rai, op het terras van het huis van de vrouw die al 9 jaar m’n lief is.

Nong Bua Suang Klo, bij Mae Chan

Maถr terug naar de rode draad: het fietsen dus. Niet (meer) met de drang mezelf een weg te banen, maar puur voor mijn plezier; dat ik er fit door blijf is mooi meegenomen, een heerlijke bijwerking, maar niet mijn drijfveer. Laat ik het maar bekennen: ik ben eraan verslaafd! Dik 14.000 km vorig jaar, ik kan het maar niet laten. Een verslaving overigens die geen kwaad kan en waarmee je jezelf of anderen geen schade berokkent. Was dat wèl zo, dan zouden er naast AA-praatgroepen vast ook soortgelijke bijeenkomsten van Anonieme Fietsers zijn…..

De aan de Hindoe-god Ganesha gewijde gouden tempel aan de achterzijde van het Witte Tempel-complex

Deze zondagmorgen nog: om half acht, bij 16 graden, de fietsschoentjes in de pedalen geklikt en op pad. Richting het nog stille Chiang Rai, om die stad vervolgens van west naar oost te doorkruisen. Via Wiang Chai en weg 1173, onderweg tweemaal het traject van de in aanleg zijnde spoorlijn kruisend, geraakte ik uiteindelijk in het 45 km verderop gelegen Wiang Chiang Rung. Daar een koffiestop voor het onderhoud van de cafeïnespiegel en via een andere route terug, deels langs de rivier (de Mae Kok). Bij het naderen van de stad reed ik Marc, m’n Belgische fietsmaat die jaarlijks in Chiang Rai overwintert en die ochtend een ander rondje had gereden, achterop; genoeg aanleiding om samen in de stad nog even gezellig aan de koffie te gaan alvorens het laatste stukje naar huis te rijden.

Al met al 90 km en een mooie rit rijker. Weinig verkeer, aangename temperaturen, véél groen, benen die een prima dag hadden, een goed gesprek: genieten! Nee, van die verslaving wil ik absoluut niet af!

Voor mij onlosmakelijk met fietsen verbonden: de koffiestop!

Hier in en om Chiang Rai heb ik in de voorbije jaren het aantal sportieve Thaise fietsers zien groeien. Ik heb het dan niet over de, nèt boven ‘omvalsnelheid’, van A naar het doorgaans maar enkele honderden meters verderop gelegen B zwalkenden op zo’n – meestal – Chinees fietsje, mèt mandje doch zonder versnellingen, met een luidkeels om een drupje olie schreeuwende roestige ketting, maar over in strak Lycra geklede Thaise liefhebbers (m/v) op mooie en technisch goede mountainbikes en racefietsen, die solo of in een groep ‘fietsen om het fietsen’.

Blik op het door de Mae Suai gevoede stuwmeer bij Mae Suai Dam

‘Mijn’ fietsenmaker in Chiang Rai, Khun Add, is zo’n liefhebber. Zit dagelijks ‘s morgens vroeg of tegen het eind van de middag op de racefiets, heeft ook in wedstrijdverband gereden, draait z’n hand niet om voor een dagretourtje Phayao (190 km) en runt daarnaast met z’n vrouw een in sportieve fietsen en toebehoren gespecialiseerde winkel en werkplaats. Met beiden kan ik in het Engels communiceren, een zegen gezien mijn gebrekkige Thais.

Een prima techneut ook, en dat was een verademing na eerdere ervaringen met een ‘technicus’ bij de zaak waar ik m’n vorige fiets kocht: die stuurde je rustig op weg met aanlopende schijfremmen en een niet vastzittend achterwiel, en had ook geen idee hoe je bepaalde slijtagedelen moest vervangen. Ik zie ‘m nog zwaaiend met een roestige waterpomptang, idem schroevendraaier en een indrukwekkende hamer de te vervangen tandwielcassette op m’n achterwiel te lijf gaan, ondanks mijn pogingen hem duidelijk te maken dat er een speciaal daarvoor ontworpen stukje gereedschap nodig was. Uiteindelijk zag hij in dat het zo niet ging lukken en werd z’n hulpje eropuit gestuurd om dat gereedschap bij een andere fietsenmaker te gaan lenen. Toen ik terugkwam van de koffie die ik inmiddels maar was gaan drinken, bleek hij ook de bijbehorende nieuwe ketting verkeerd te hebben gemonteerd, waardoor ik een aantal versnellingen miste. Dat dat, na enkele eerdere soortgelijke ervaringen, voor mij de deur dicht deed zal bij u geen verbazing wekken……

Theeplantage Choui Fong

Wat hopelijk ook geen verbazing zal wekken is mijn voornemen om nog een poosje op deze weg door te gaan. Ik schreef het al: ik kan het gewoon niet laten. Ik voel me er goed bij, een geluksvogel – ook in mijn relatie. Ik ben realist genoeg om te beseffen dat het een keer ophoudt, dat er een moment komt dat ik, hier in Thailand of in Nederland, voor de laatste keer letterlijk of figuurlijk in de remmen knijp, maar ik lig daar niet wakker van en ga daar ook nog niet op anticiperen. Carpe Diem, pluk de dag, raadden de oude Romeinen elkaar al aan en dat lijkt me nog steeds een prima advies. Mij gaat dat steeds beter af, gelukkig. En ‘Today only happens once’, volgens een bord in een Boeddhistisch meditatiecentrum hier in de regio: ook het onthouden waard!

Onthouden!

*) https://youtu.be/-IDRdwUagWY?feature=shared

**) https://www.boudewijndegroot.nl/component/discografie/?id=5

Over deze blogger

Cornelis
Cornelis
Cornelis, bouwjaar 1945, in totaal 42 jaar in overheidsdienst, op z’n 58e aanvankelijk aarzelend een aanbod aanvaard om vervroegd met pensioen te gaan, daar nooit spijt van gehad en dus nu al ruim 20 jaar van zijn vrijheid genietend. Groot fietsliefhebber, zowel in NL als TH; zet jaarlijks minimaal 10.000 km op de klok en heeft al eerder daarover een reeks artikelen geschreven voor dit blog. Woont een deel van het jaar nabij de stad Chiang Rai bij zijn lief, die hij daar ook ontmoette en waarmee hij nu bijna 9 jaar jaar een relatie heeft.

Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website