Chiang Rai en fietsen…(2)
Een vroege zondagmorgen in Chiang Rai, half oktober 2019. De zon is nog slaperig en verbergt zich achter de wolken, maar die komt straks wel tevoorschijn. Vogels vieren fluitend de nieuwe dag, een eekhoorn rent razendsnel over de elektriciteitsdraden die tussen de bebouwing lopen.
Het is nog koel, naar Thaise begrippen: 22 graden, zegt de thermometer. Dat gaat nog oplopen later vandaag, tot een 30 – 32 graden. Het zal droog blijven, deze zondag. Regenen doet het (te) weinig, het regenseizoen verdient die benaming eigenlijk niet, dit jaar.
Ik vul mijn bidons, stop wat bananen in m’n rugzak en stap op de fiets. Waarheen? Ik weet het nog niet maar het is al een tijdje geleden dat ik in het gebied zuidoostelijk van de stad ben geweest. Eerst maar eens die kant uit, dus. Rustig peddel ik door de nog stille stad in die richting. Aan de stadsrand langs een paar megazaken als Global House en Homepro; de enorme parkeerplaatsen liggen er op dit tijdstip nog leeg en verlaten bij.
De 1020 op, de weg die richting Thoeng loopt. Zelfs deze ‘Asian Highway 3’ is nog stil. Langzaam begint het idee post te vatten om naar het stuwmeer/reservoir bij Huai Sak te rijden. Dat ligt in een prachtige omgeving, de moeite waard om weer eens een kijkje te gaan nemen. Het is ook niet ver: na een km of twintig verlaat ik de 1020 bij Ban Huai Sak om na een drietal licht oplopende kilometers- meer ‘vals plat’ zoals dat in wielertermen heet – bij het stuwmeer aan te komen. ‘Ang Kep Nam Huai Sak’ is de volledige benaming, waarbij ‘Ang Kep Nam’ voor stuwmeer of waterreservoir staat. Ik stop en stap af op de dam om van het uitzicht te genieten.
De zon is inmiddels doorgekomen, de omringende bergen en heuvels worden prachtig belicht en weerspiegelen, met de wolken, in het rimpelloze water van het meer. Niemand te zien, op wat vogels na ook niets te horen. Ik geniet, maak totaal geen haast om weer op te stappen.
De laatste keer dat ik hier was is alweer even geleden: in april, tijdens Songkran, het Thaise nieuwjaar. Toen was het bepaald niet stil: heel veel volk, etend en drinken in de provisorisch – want tijdelijk – aan èn in het water opgetrokken eettentjes, tussen de bedrijven door zwemmend in het koele water of gewoon maar ronddrijvend op een gehuurde groot formaat binnenband. Niets van dat alles nu, gelukkig.
Plotseling klinken over het water de gedempte maar onmiskenbare klanken van Boeddhistische gebeden. Op de één of andere manier past het geluid perfect bij het beeld – beeld en geluid vloeien als het ware ineen, de intensiteit van de beleving versterkend.
Die klanken kunnen op deze plek nergens anders vandaan komen dan van het Cherntawan Boeddhistisch Meditatiecentrum, hemelsbreed enkele kilometers van de plaats waar ik sta, maar aan de andere kant van het water. Er ligt een mooie bochtige, klimmende en dalende weg naartoe waarmee je met een grote boog om het meer heen gaat.
Ik besluit erheen te fietsen – inmiddels heb ik ook trek in koffie – en stap weer op. Het is niet meer dan 5 kilometer, niet al te ver dus, en ik geniet van elke meter. Prachtige uitzichten, hier en daar op het meer maar veel vaker op de groene hellingen met op veel plekken fruitbomen.
Cherntawan is een door veel Boeddhisten bezochte plek. Er zijn prachtige tuinen, een bijzonder mooi hoofdgebouw volledig van teakhout, en er hangt een rustgevende, serene sfeer die zelfs deze nuchtere Hollandse polderfietser aanvoelt en waardeert. Het is ècht de moeite van een bezoek waard, ook al heb je niets met Boeddhisme en meditatie. Gewoon rondwandelen, de rust ervaren, de sfeer inademen.
Het zou natuurlijk Thailand niet zijn als je er niet kon eten en drinken. Voor mij van belang op deze zondagmorgen: ze schenken er ook uitstekende koffie!
Ik blijf een halfuurtje en stap dan weer op. Cherntawan verlatend kun je, gezien vanuit de richting waaruit ik hier arriveerde, verder doorrijden en dan kom je met wat klimmen en dalen ook weer op de genoemde weg 1020 uit. Ik besluit echter dezelfde, iets langere, weg terug te nemen, om het meer heen en dan bij Ban Huai Sak weer de 1020 op. Ondanks dat het dezelfde weg is als op de heenweg, zijn de uitzichten toch verschillend. Vanuit een andere richting heb je nu eenmaal ook weer andere perspectieven.
In Ban Huai Sak draai ik de 1020 weer op. Even overweeg ik nog niet richting stad te gaan, maar nog wat kilometers te maken in de andere richting. Even maar, want het is intussen al flink warm geworden en m’n benen hebben me op de klimmetjes al gemeld dat het vandaag geen goede dag is voor een hele lange rit. Richting Chiang Rai dus.
Op de terugweg hier en daar nog wat zijpaden verkend en, de stad naderend, nog voor een kleine omweg gekozen. Terug op mijn basis staat er een afstand van 64 km op mijn tellertje. Genoeg voor vandaag, en een goed begin van alwéér een mooie dag in Chiang Rai!
Over deze blogger
- Cornelis, bouwjaar 1945, in totaal 42 jaar in overheidsdienst, op z’n 58e aanvankelijk aarzelend een aanbod aanvaard om vervroegd met pensioen te gaan, daar nooit spijt van gehad en dus nu al ruim 20 jaar van zijn vrijheid genietend. Groot fietsliefhebber, zowel in NL als TH; zet jaarlijks minimaal 10.000 km op de klok en heeft al eerder daarover een reeks artikelen geschreven voor dit blog. Woont een deel van het jaar nabij de stad Chiang Rai bij zijn lief, die hij daar ook ontmoette en waarmee hij nu bijna 9 jaar jaar een relatie heeft.
Lees hier de laatste artikelen
- Leven in Thailand4 december 2024In en om Chiang Rai
- Leven in Thailand24 oktober 2024Weer thuis…
- Activiteiten8 december 2023Chiang Rai en fietsen…..(10)
- Lezersinzending12 januari 2023Zomaar Chiang Rai
Prachtig verhaal, ik zie het helemaal voor me, ik
woon ook Chiang Rai.
Ik zit ook elke dag op de fiets maar ik rij een uur
anderhalf uur zoiets, ik rij van mijn huis naar een
zaak wat fruit shacks verkoop en dan rij ik via een
omweg naar huis.
Mooi geschreven , mooie tocht aanraden waard . Nog tips om in Chiang Rai een goede fiets te huren voor iemand van 1.88 m?
had een ” vind ik leuk” willen uitdelen maar geen Facebook dus helaas
De meeste huurfietsen zijn aan de kleine kant., maar dat is natuurlijk ook de reden van je vraag.. Als de zadelpen lang genoeg is kun je een eind komen maar de verhoudingen en de zitpositie kloppen dan niet meer.
Toony, van Homestay Chiang Rai – mailto:[email protected] – heeft een Fuji MTB staan, 29” wielen, in een grote maat, één maatje groter dan mijn eigen huidige fiets. Ik weet dat hij ook een tweede, extra lange zadelpen heeft liggen, mocht dat nodig zijn.
Altijd leuk fietsverhalen. Ik fiets in en om Surin, dan wel op smalle bandjes en flinke snelheid. Op basis van die ervaring mis ik iets in je verhalen. Ik heb op mijn dagelijkse ritten veel last van honden. 4 weken geleden zelfs een stevig ongeluk door frontale botsing op een hond. Ik lees in joiw verhalen niets over honden. Zijn die daar niet, (dan overweeg ik een verhuizing) of heb je een manier gevonden om daar mee om te gaan?
Groetjes van een andere fietser
Natuurlijk zijn er hier ook honden, en net als – neem ik aan – bij jou liggen ze hier in de dorpen ook midden op straat te slapen of lopen ze op de weg. Dat betekent dat ik wel eens vaart moet minderen, om het mogelijk te maken tijdig te stoppen als het nodig zou zijn, of dat ik een omtrekkende beweging moet maken, voorzover het verkeer dat toelaat. Even afkloppen, maar tot nu toe is dat goedgegaan en heb ik alles kunnen ontwijken. Ook geen ‘near-misses’. Nu weet ik ook wel dat je op een racefiets met dunne bandjes gemiddeld een stuk sneller rijdt dan met een MTB van 16 kg (zoals de mijne), dus dan zij die honden ook een grotere bedreiging van je veiligheid. Veel fysieke schade trouwens, bij je botsing op die hond?
Zelf vind ik het meer beangstigend wanneer honden agressief worden en je (meestal in groepsverband) naar je kuiten happend achtervolgen. Die gevallen zijn in die ruim 20.000 km op de vingers van één hand te tellen, maar ik ken ook fietsers die dat bij vrijwel iedere rit overkomt. Waaraan dat ligt zou ik niet weten.