Hoe kreeg het Thailand van vandaag zijn vorm en identiteit? Bepalen wie en wat er nu exact wel of niet aan een land toehoren is niet iets dat zomaar tot stand kwam. Ook Thailand, voorheen Siam, kwam niet zomaar tot stand. Nog geen tweehonderd jaar geleden was het een regio van koninkrijken zonder echte grenzen maar met (overlappende) invloedssferen. Laten we kijken hoe de moderne de geo-body van Thailand tot stand kwam.
Een hiërarchie van “zelfstandige” vazalstaten
Voorheen was Zuidoost-Azië een lappendeken van chiefdoms (een systeem waarin meerdere gemeenschappen onder leiding van een chief/opperhoofd staan) en koninkrijken. In deze premoderne maatschappij waren de politieke relaties hiërarchisch. Een heerser had macht over een aantal kleinere lokale heersers van nabijgelegen dorpen. Deze heerser was op zijn beurt echter weer horig aan een hogere opperheerser. Deze gelaagde piramide liep door tot aan de meest machtige heerser in het gebied. Kortom een systeem van vazalstaten.
Gevoelsmatig werden deze (stads)staatjes als aparte koninkrijken gezien, in het Thai ook wel muang (เมือง) genoemd. Ze opereerde dan wel binnen een hiërarchisch netwerk, de koning van de vazalstaat zag zichzelf als zelfstandig heerser over zijn eigen rijk. De hogere heerser bemoeide zich nauwelijks met de heersers onder hem. Elke staat had zijn eigen rechtspraak, belastingen, leger en juridisch systeem. Ze waren dus min of meer zelfstandig. Maar als het eropaan kwam moest de staat zich wel onderwerpen aan de hogere heerser. Die kon zich inmengen wanneer deze dat noodzakelijk achtte.
Deze machtsverhoudingen lagen niet vast: als omstandigheden veranderde kon ook de positie van de koninkrijken binnen dit systeem veranderen. Machtsverhoudingen konden altijd veranderen. Onduidelijkheden in hiërarchisch verhouding konden op zeer concrete manier beslecht worden: oorlog. In tijden van oorlog waren de steden aan het front de eerste slachtoffers. Ze werden gedwongen eten en mensen te leveren of werden anders geplunderd, vernietigd en ontvolkt. Soms werden hele volksmassa’s meegenomen als oorlogsbuit.
Schatplichtige staatjes
De vazal moest dus op verzoek -daar waar nodig- mankracht, troepen, goederen, geld of andere goederen beschikbaar stellen aan de opperheerser. Als tegenprestatie moest de opperheerser bescherming bieden. Zo moest Bangkok zijn vazalstaten beschermen tegen Birma en Vietnam.
Een vazalstaat had diverse verplichtingen, het meest belangrijke was het ritueel van onderwerping en de eed van trouw. Elke (paar) jaar zond een vazalstaat geschenken aan de hogere heerser om de banden te vernieuwen. Daar waren geld en waardevolle goederen altijd onderdeel van, maar het meest belangrijk was het sturen van boompjes met bladeren van zilver of goud. In het Thais bekend als “tônmáai-ngeun tônmáai-thong” (ต้นไม้เงินต้นไม้ทอง) en in het Maleis als “bunga mas”. Als tegenprestatie stuurde de opperheerser giften van grotere waarden aan zijn vazalstaat.
Diverse staatjes onder Siam waren schatplichtig aan de koning van Siam. Siam was op zijn beurt weer schatplichtig aan China. Paradoxaal genoeg wordt door dit door de meeste Thaise geleerden uitgelegd als een slimme strategie om winst te maken en niet als teken van onderwerping. Dit omdat de Chinese keizer altijd meer goederen aan Siam stuurde dan dat Siam aan de keizer schonk. Diezelfde praktijk tussen Siam en de onderworpen staten wordt echter wél uitgelegd als onderwerping, ook al konden de heersers van die staten even goed redeneren dat het slechts een symbolisch daad van vriendschap was jegens Siam en niets meer dan dat.
Meer dan één opperheerser
De vazalstaten hadden vaak meer dan één opperheerser. Dit was zowel een vloek als een zegen, het gaf enige maten van bescherming tegen onderdrukking van de andere opperheerser(s), maar bond ook verplichtingen. Het was een strategie om te overleven en min of meer zelfstandig te blijven.
Koninkrijken zoals Lanna, Luang Phrabang en VienTiane vielen altijd onder meerdere opperheersers op hetzelfde moment. Hier was dus spraken van overlap in de machtscirkels van Birma, Siam en Vietnam. Bij twee opperheersers sprak men van sǒng fàai-fáa (สองฝ่ายฟ้า) en bij drie opperheersers over sǎam fàai-fáa (สามฝ่ายฟ้า).
Maar ook grotere koninkrijken konden meer dan één opperheerser hebben. Zo was Cambodja ooit een machtig rijk, maar vanaf de 14de eeuw had het veel invloed verloren en tot een vazalstaat van Ayutthaya (Siam) geworden. Vanaf de 17de eeuw groeide Vietnam in macht en ook zij eisten onderwerping van Cambodja. Gevangen tussen deze twee machte spelers had Cambodja geen andere keuze dan zich aan zowel de Siamezen als Vietnamezen te onderwerpen. Siam en Vietnam beschouwden allebei Cambodja als hun vazal, terwijl de koning van Cambodja zichzelf altijd als zelfstandig zag.
Het ontstaan van de grenzen in de 19de eeuw
Tot halverwege de 19de eeuw waren exacte grenzen en exclusieve heerschappij iets waar de regio niet bekend mee was. Toen de Britten begin 19de eeuw de regio in kaart wouden gaan brengen wou men ook de grens met Siam bepalen. Wegens het systeem van invloedssferen was de reactie van de Siamese autoriteiten dan ook dat er geen echte grens bestond tussen Siam en Birma. Er lag een aantal kilometer bossen en bergen die niet echt van iemand waren. Op het verzoek van de Britten om een exacte grens te stellen was de Siamese reactie dat de Britten dat zelf maar moesten doen en voor verdere informatie de lokale bevolking moesten raadplegen. De Britten waren immers vrienden en dus had Bangkok er alle vertrouwen de Britten rechtvaardig en eerlijk zouden handelen in het bepalen van de grens. De grenzen werden schriftelijk vastgesteld en in 1834 tekende de Britten en Siamezen hierover een akkoord. Van het fysiek aangeven van de grenzen was nog geen spraken, ondanks herhaalde verzoeken van de Engelsen. Vanaf 1847 begonnen de Britten het landschap gedetailleerd in kaart te brengen, op te meten en zo duidelijke grenzen aan te markeren.
Het vaststellen van wat precies tot wie toebehoorde irriteerde de Siamezen, het zo afbakenen werd meer gezien als een stap richting vijandigheid. Waarom immers zou een goede vriend zo hameren op bepalen van een harde grens? Daarnaast was de bevolking gewend zich vrij de bewegen om bijvoorbeeld naar familie aan de andere kant van de grens te gaan. In het traditionele Zuidoost-Azië was een onderdaan in de eerste plaats gebonden aan een meester in plaats van een staat. Mensen die in een bepaald gebied woonde hoefde niet zozeer tot dezelfde heerser te behoren. De Siamezen waren nogal verbaasd dat de Engelsen regelmatig een inspectie van de grens uitvoerden. Voor de Britse overname bleven de lokale heersers gewoonlijk in hun steden en alleen als de kans zich voordeed plunderde ze Birmese dorpen en ontvoerde de bevolking mee terug.
Siam definitief op de kaart vastgelegd
Tot halverwege de 19e eeuw leek Siam in niets op zijn huidige vorm. Op kaarten, ook van de Siamese zelf, liep Siam tot vlak boven Phichai , Phitsanulok , Sukothai of zelfs Kamphaengphet. In het oosten werd Thailand begrensd door een bergrug, waarachter Laos (Koraat plateau), en Cambodia lagen. De gebieden van Laos, Maleisië en Cambodia vielen onder gedeelde en wisselende heerschappij. Siam besloeg dus zeg maar het bassin van de Chao Phraya rivier. In de ogen van de Siamezen zelf waren de Lan Na, Lao en Cambodjaanse gebieden geen onderdeel van Siam. Pas vanaf 1866, toen de Fransen ten tonele waren verschenen en de gebieden langs de Mekhong in kaart brachten, realiseerde koning Mongkut (Rama IV) zich dat Siam dat ook moest doen.
Het was dus vanaf de tweede helft van de 19de eeuw dat de Siamese elite ongerust werd over de vraag aan wie stukken land toebehoorde, daar waar eerdere generaties daar geen zorgen over maakte en zelfs hadden weggaven. De kwestie van soevereiniteit verschoof van invloed (machtscentra) vanuit de steden naar wie een bepaald stuk land werkelijk onder beheer had. Het werd vanaf toen een belang om elk stukje land veilig te stellen. Siam’s attitude naar de Britten was een mix van angst, respect, ontzag, en wens om vriendschap via een soort van alliantie. Dit in tegenstelling tot de attitude jegens de Fransen, die was nogal vijandig. Dit begon met de eerste aanvaring tussen de Franse en Siamezen in 1888. De spanningen namen toe en dit leidde tot een climax in 1893, met de Franse ‘kanonneerbootdiplomatie’ en de eerste Franco-Siamese oorlog.
Overal moesten manschappen een gebied veiligstellen en behouden. De start van op grote schaal kaarten te maken en landmetingen te verrichten -om de grenzen vast te stellen- was begonnen onder koning Chulalongkorn (Rama V). Niet alleen wegens zijn interesse in de moderne geografie, maar ook als kwestie van exclusieve soevereiniteit. Het waren de verdragen en kaarten vastgelegd in de periode 1893 en 1907 tussen de Siamezen, Fransen en Engelse die de uiteindelijke vormgeving van Siam beslissend veranderde. Met moderne cartografie was er geen plaats meer voor de kleine chiefdoms.
Siam geen zielig lammetje maar een kleinere wolf
Siam was geen hulpeloos slachtoffer van kolonisatie, de Siamese heersers waren zeer bekend met het vazalschap en vanaf halverwege de 19de eeuw met de Europese blik op de politieke geografie. Siam wist dat de vazalstaten niet werkelijk tot Siam behoorde en deze dus geannexeerd moesten worden. Vooral in de periode 1880-1900 was er een strijd tussen de Siamezen, Britten en Fransen om gebieden exclusief voor zich te claimen. Met name in het stroomgebied van de Mekong (Laos). Zo kwamen er meer harde grenzen tot stand, zonder overlap of neutrale gebieden en vastgelegd op de kaart. Alhoewel… ook vandaag de dag zijn er hele stukken grens niet exact vastgesteld!
Het was een geleidelijk proces om met (militaire) expeditie troepen de plaatsen, en de lokale heersers onder het gezag van Bangkok te brengen, en op te nemen in een modern bureaucratisch systeem van centralisatie. Tempo, werkwijze etc. veranderde per regio maar het einddoel was hetzelfde: controle over de opbrengsten, belasting, budget, onderwijs, juridisch systeem en andere bestuurlijke zaken door Bangkok door middel van aanstellingen. De meeste aangestelde personen waren broers van de koning of naaste vertrouwelingen. Die moesten supervisie van de lokale heerser op zich nemen of de controle geheel overnemen. Dit nieuwe systeem was grotendeels gelijk aan de regimes in koloniale staten. De Thaise heersers vonden hun manier van bestuur zeer op de Europese lijken en zeer ontwikkeld (civilized). Daarom spreken we ook wel over het proces van ‘interne kolonisatie’.
Een selectief ‘wij’ en ‘zij’
Toen in 1887 Luang Prabang ten prooi viel aan plunderaars (de lokale Lai en Chinese Ho), waren het de Fransen die de koning van Luang Prabang in veiligheid brachten. Een jaar later stelde de Siamezen Luang Prabang weer veilig, maar koning Chulalongkorn maakte zich zorgen dat de Laotianen voor de Fransen zouden kiezen boven de Siamezen. Zo ontstond de strategie om de Fransen als de vreemdeling, de buitenstaander af te schilderen, en benadrukken dat de Siamezen en Lao van dezelfde komaf waren. Voor de Lao, Lai, Theang e.d. waren de Siamezen echter net zo goed “zij” als de Fransen en geen onderdeel van “wij”.
Dit selectieve beeld van “wij” en “zij” kwam goed naar voren in het begin van de Tweede Wereldoorlog, toen de Thaise regering een kaart uit bracht die de verliezen van het glorieuze Siamese rijk moest laten zien. Hierop was te zien hoe vooral de Fransen grote delen van Siam hadden opgesnoept. Dit had twee gevolgen: het liet iets zien wat nooit als zodanig had bestaan én bracht pijn in een concreet, meetbaar en duidelijk iets. Deze kaart is tot vandaag de dag nog terug te vinden in vele atlassen en schoolboeken.
Dit past in het selectieve historische zelfbeeld dat de Thai ooit in China leefden en door een buitenlandse bedreiging gedwongen werden naar het zuiden te trekken, waar ze hoopten het beloofde “Goudenland” (สุวรรณภูมิ, Sòewannáphoem) te vinden, reeds grotendeels bezet door de Khmer. En dat ondanks tegenslag en buitenlandse dominantie de Thai altijd een zelfstandigheid en vrijheid in hun hadden. Ze streden voor een eigen land en zo ontstond het Sukhothai koninkrijk. Sinds honderden jaren waren de Thai onder bedreiging van vreemde machten, vooral de Birmezen. Heldhaftige Thaise koningen hielpen de Thai altijd zegevieren om hun land in eren te herstellen. Elke keer nog beter dan voorheen. Ondanks buitenlandse bedreigingen bloeide Siam. De Birmezen, aldus de Thai, waren de ander, agressief, expansief, en oorlogszuchtig. De Khmer waren nogal laf maar wel opportunistisch, en vielen de Thai aan in tijden van problemen. De eigenschappen van de Thai waren het spiegelbeeld hiervan: Vredelievend, niet agressief, dapper en vrijheidslievende mensen. Precies zoals het volkslied ons nu nog verteld. Het creëren van een beeld van “de ander” is noodzakelijk om politieke en sociale controle jegens rivalen te legitimeren. De Thai, het “Thai zijn en “Thainess” (ความเป็นไทย, kwaam pen Thai) staat voor al het goede, hiertegenover de ander, de buitenstaanders.
Samengevat
In de laatste decennia van de 19de eeuw kwam er een einde aan de lappendeken van koninkrijken, er bleven enkel nog Siam en zijn grote buren over, netjes in kaart gebracht. En vanaf het begin van de 20ste eeuw kregen de inwoners te horen we er wel en niet tot het trotste Thaise volk behoorde.
Persoonlijke noot tot slot: waarom Siam/Thailand nooit een kolonie is geworden? Voor de betrokken partijen had een neutraal en onafhankelijk Siam simpelweg meer voordelen.
Bronnen en meer:
- Siam Mapped: A History of the Geo-Body of the Nation, Thongchai Winichakul, Silkworm Books, ISBN 9789747100563
- De strijd tussen de Siamezen en de Fransen: https://www.thailandblog.nl/achtergrond/kanonneerbootdiplomatie-de-eerste-franco-siamese-oorlog-1893-deel-1/
- Over wie wel en niet als ‘Thai’ gezien wordt: https://www.thailandblog.nl/achtergrond/isaaners-zijn-geen-thai-wie-mag-zich-thai-noemen-het-uitwissen-van-de-plaatselijke-identiteit/
- Nationalisme en het creeëren van de Thaise identiteit: https://www.thailandblog.nl/achtergrond/echos-uit-het-verleden-luang-wichit-wathakan-en-het-creeren-van-de-thaise-identiteit/
Over deze blogger
-
Sinds 2008 een regelmatig bezoeker aan Thailand. Werkt op de boekhoudafdeling van een Nederlandse groothandel.
Gaat in zijn vrije tijd graag fietsen, wandelen of een boek lezen. Voornamelijk non-fictie met in het bijzonder de geschiedenis, politiek, economie en maatschappij van Nederland, Thailand en landen in de regio. Luistert graag naar heavy metal en andere herrie
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond9 oktober 2024De littekens van een gevangenschap
- Cultuur28 september 2024Khun Chang Khun Phaen, Thailand’s meest bekende legende – deel 5 (slot)
- Cultuur25 september 2024Khun Chang Khun Phaen, Thailand’s meest bekende legende – deel 4
- Cultuur23 september 2024Khun Chang Khun Phaen, Thailand’s meest bekende legende – deel 3
Tot vandaag de dag kunnen we lezen hoe veel gebied Siam moest “inleveren” en de incorrecte suggestue dat het land ooit veel groter was door de moderne natiestaat te projecteren op tot waar de Siamezen invloed hadden. De ‘verloren’ Siamese gebieden op kaart, zie:
https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Siamese_territorial_concessions_(1867-1909)_with_flags.gif
Rob V, dank voor weer een interessante bijdrage.
Rob V, dank je voor dit artikel. Maar een ding begrijp ik niet goed. Dat is deze zin in je verhaal.
Zo moest Bangkok zijn vazalstaten beschermen tegen Birma en Vietnam. Moet dat niet zijn Ayuttaya, de toenmalige hoofdstad?
Beste Ruud, graag gedaan, toch leuk als meer dan 3-4 lezers de stukjes waarderen (en hopelijk er iets van opsteken). Ayyuthaya had net zo goed rekening te houden met naastgelegen koninkrijken, maar hier in dit stuk focus ik op de periode 1800-1900, met de laatste decennia in het bijzonder. Ayutthaya viel in 1767, de elite verhuisde/vluchtte naar Bangkok (Baan Kok, vernoemd naar een soort van olijfachtig plant), en wat jaren later verplaatste de koning zich maar de overkant van de rivier en bouwde daar het paleis dat we vandaag de dag nog kennen. In de 19de eeuw spreken we dus over Siam/Bangkok.
Dank je Rob. Natuurlijk Bangkok ik had mij teveel gefocust op de bijgaande plattegrond.
Het is maar wat ja noemt: Bangkok beschermde zijn vazalstaten tegen Burma en Vietnam. Bankok verdedigde zichelf door middel van zijn vazalstaten. Mogelijk had de lokale elite een voorkeur voor Bangkok, maar de lokale bevolking zag daar niet altijd haar belang.
Je kunt ook goed van bufferstaatjes spreken.
Bedankt Rob V voor dit mooie artikel. Het bestaan van de vroege Thai koninkrijken was mij bekend net als de latere strijd met de Engelsen en Fransen in de regio. Maar over deze achtergronden had ik nog niet eerder gelezen. Erg interessant!
Informatief stuk, dank je wel.
En oude landkaarten zijn altijd welkom!
Mooie bijdrage, Rob, en met veel interesse gelezen. In het verleden ligt het heden’ blijkt eens temeer van toepassing!