‘Vier Koningen’ van Kukrit Pramoj is misschien wel de bekendste roman in Thailand.  Bijna iedereen heeft ervan gehoord, velen lazen het boek of keken naar de mooie filmserie over Mae Phloi’s leven.


Roman ‘Vier Koningen’ van Kukrit Pramoj

Dit boek van Kukrit Pramoj heeft mij op een aantal manieren zeer geboeid, zelfs na het een paar maal gelezen te hebben.  Het is een goed geschreven verhaal met veel humor en soms wat sarcasme, met personages uit het gewone leven en uit de adel en personen met goede en slechte karakters en daden.  Maar iedereen wordt met sympathie en begrip beschreven.

Het heeft mij ook meer geleerd over die eerste vijftig jaren van de twintigste eeuw die zo belangrijk waren voor de latere maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in Thailand. Kukrit beschrijft de veranderingen in de Thaise maatschappij in die tijd aan de hand van de lotgevallen van de hoofdpersoon, Mae Phloi, haar familieleden en vooral haar vier kinderen die allemaal een ander pad op gaan, een pad dat zo verschillend is van wat de oude Thaise cultuur voorschrijft.

Het is de spanning tussen die oude Thaise cultuur waar Mae Phloi zich hardnekkig aan vastklampt en de vele veranderingen die op haar weg komen die het belangrijkste thema van het boek vormen. Kukrit slaagt er in al de conflicten bij deze personen en situaties op een boeiende manier te beschrijven ook al is het duidelijk waar zijn eigen voorkeur ligt: een royalistische, hiërarchische maatschappijstructuur waar het niet slecht is om wat persoonlijke vrijheid op te geven voor meer harmonie.

Kukrit benadrukt de onontkoombare feiten van het leven: geboorte, ziekte, ouderdom en overlijden.  Maar daarnaast beschrijft hij evenzeer de vreugden van het leven: huwelijk en kinderen, leren en werken, uitgaan en genieten.

Kukrit verknoopt op een boeiende wijze historische feiten met persoonlijke lotgevalllen op een manier die aan Tolstoy’s War and Peace doen denken. Het leert ons veel over de veranderingen in die tijd.

MR Kukrit Pramoj (1911-1995) was een veelzijdig man. Hij was schrijver van vele romans en van boeken over de cultuur en geschiedenis van Thailand. Staatsman en premier van Thailand 1975-6. Jounalist en enthousiaste beoefenaar van de klassieke khon (โขน, khǒon) dans.

Hij stichtte in 1950 het dagblad Siam Rath waarin hij, vaak kritische, artikelen schreef.  Daarin verscheen ook dit verhaal in afleveringen voordat het als boek in 1953 werd uitgegeven.

Zijn titel MR, Momrachawong, wijst op zijn koninklijke afkomst: hij was een achterkleinkind van koning Rama II. Hij was een overtuigde royalist. Een bekende uitspraak van hem luidde: รู้ที่สูงรู้ที่ต่ำ  róe: thîe sǒe:ng róe: thîe tàm, ‘weet van hoog en weet van laag’.

De Engelse vertaling van zijn boek telt 600 bladzijden, het is gelukkig behoorlijk ingekort op de Thaise editie.

Het verhaal van Mae Phloi’s leven

De ‘Vier Koningen’ beschrijft het leven van Mae Phloi tijdens de regeerperiodes van vier koningen, Rama V (Chulalongkorn) tot Rama VIII (Ananda Mahidol), ongeveer 1898 tot 9 juni 1946.

Haar kinderjaren

Phloi’s moeder is een mia noi, een bijvrouw van een adellijke man, Chao Khun.  Zij ervaart haar rol steeds meer als vernederend en besluit haar man te verlaten als Phloi zeven jaar is.

De boot voer de Chao Phraya rivier op toen Phloi’s moeder tegen haar zei: ‘Luister goed, Phloi. Als de tijd komt dat je een echtgenoot neemt wees er dan zeker van dat hij iemand is met een enkel hart. Blijf ver van de grote minnaars die veel vrouwen bezitten want anders zul je lijden net als je moeder.’  Na een korte pauze voegde ze eraan toe ‘En je moet nooit de bijvrouw, een mia noi, worden van een man. Nooit! Hoor je me?’  Phloi luistert nauwelijks, ze heeft alleen aandacht voor het boeiende leven op de rivier en de tempels.

Daarna varen ze verder naar het Grote Paleis waar koning Chulalongkorn als enige man woont met zijn honderd concubines en vele kinderen.  Phloi speelt daar een rol als aankomende hofdame en hulpje. Ook veel slavinnen bevolken het paleis.

Bij het binnengaan van het paleis stapt Phloi per ongeluk op de drempel van de paleispoort wat de geesten die het paleis moeten beschermen boos kan maken.  Iedereen kijkt haar eerst verwijtend aan maar vergeven haar dan en lachen er zelfs om.

De moeder van Phloi begint elders een noedelshop, trouwt en sterft kort daarna tijdens een bevalling.

Rama V (Chulalongkorn) – DMstudio House / Shutterstock.com

Phloi heeft een prettig leven in het paleis.  Ze raakt bevriend met Choi, een uitgesproken en grappig karakter die vaak de spot drijft met de adelijke figuren in het paleis en hun bijzondere gewoonten en woorden wat haar op veel standjes maar ook op een glimlach komt te staan. Af en toe bezoekt Phloi de ouderlijke woning met een zekere afkeer door het gedrag van haar oudste halfbroer Chit en de vernederingen die ze moet ondergaan van haar oudere halfzuster Un die haar er steeds aan herinnert dat zij slechts een dochter is van een mia noi.

Chit is verslaafd aan opium, vrijelijk te verkrijgen in die tijd. Hij loopt een geslachtsziekte op bij een prostituee, ‘de vrouwenziekte’ genaamd in die tijd

Verliefdheid en huwelijk

Choi heeft een broer, Nueng. Phloi, zestien jaar oud, en Nueng raken verliefd op elkaar, bekennen hun liefde, niet met woorden maar met gebaren en blikken, en zij beloven op elkaar te wachten.  Nueng vertrekt als soldaat naar Nakhon Sawan.  Na enige tijd ontvangt zus Choi een brief van Nueng waarin hij schrijft dat hij in zijn eenzaamheid een andere vrouw heeft ontmoet en daarmee gaat trouwen.  Ze is twee maanden zwanger. Choi deelt de brief met Phloi. Choi is erg kwaad maar Phloi zegt na de eerste schok:

‘Wees niet boos, Choi. Het is juist heel edel van hem. En het is niet schaamtevol om te trouwen met een rijst en curry verkoopster. Er is genoeg lijden in deze wereld en wij moeten daar niet aan bijdragen’.

Niet zo lang daarna krijgt Phloi via haar vader een huwelijksaanzoek van de adelijke en rijke (zijn vader was belastinginner) man, Preem genaamd, zonder hem ooit te hebben ontmoet. Zij aanvaardt die en zij trouwen. Als Phloi en Prem in de eerste huwelijksnacht voor het eerst samen alleen zijn, zegt Prem tegen de erg nerveuze Phloi:

‘Ga zitten, Phloi. Vertel eens, heb je ooit de ‘Voetafdruk van de Boeddha’ tempel in Saraburi bezocht?’

Lotgevallen van haar kinderen

Na enige tijd ontdekt Phloi dat haar man, Prem, al een zoon heeft uit een vorige verhouding die zij dan zonder enig probleem adopteert en liefheeft als haar eigen zoon.  Dat is On. Daarna krijgt zij nog twee zonen, An en Ot en, haar vurige wens, uiteindelijk een dochter, Praphai.

On wilde al vanaf zijn jeugd soldaat worden, en gaat naar de Miliitaire Academie. Op aandringen van vader Prem reizen An en Ot af naar Europa waar An gaat studeren in Parijs en Ot in Londen.  Dochter Praphai stort zich tot in het Bangkokse uitgaansleven tot afgrijzen van haar moeder die haar echter haar gang laat gaan.

An keert terug naar Thailand met nieuwe ideeën en tevens een Franse vrouw, maem Lucille, die moeder Phloi tot haar grote verlegenheid bij de eerste kennismaking omhelst en kust op beide wangen. Toch leert Phloi haar schoondochter waarderen.  Hoewel Lucille goed haar best doet op te gaan in de Thaise gemeenschap, zo leert ze de taal, keert ze toch na een aantal jaren terug naar haar geboorteland. Later ontdekt Mae Phloi dat zoon An al een verhouding heeft met een vrouw van ‘lagere afkomst’ en samen hebben ze twee kinderen.

An schaamt zich daarvoor maar Phloi staat erop dat zij allen gaan leven in haar familie woongemeenschap.

Kukrit Pramoj – walterericsy / Shutterstock.com

Politiek

An gaat werken als belangrijke ambtenaar en raakt betrokken bij de groep die de Siamese revolutie van 9 juni 1932, waar de absolute monarchie wordt omgezet in een constitutionele, voorbereidt. Phloi is geschokt als ze verneemt dat haar zoon daarbij in betrokken. Voor Phloi is en blijft het koningschap een centrale plaats innemen in haar hart.

An heeft het niet zo begrepen op zijn oudere broer, de soldaat On.  Hij noemt hem ‘plus royaliste que le roi’.

Phloi maakt kennis met een nieuw begrip: kaanmeuang, politiek, en ze is er niet blij mee.  Haar royalistische zoon On vecht mee tijdens de Borowadej opstand (1933) tegen de nieuwe regering. De regering wint en On wordt ter dood veroordeeld maar na een aantal kwijtscheldingen van straf komt hij uiteindelijk vrij en treedt toe tot het monnikendom. On en An, aan beide uitersten van het politieke spectrum, verzoenen zich. An, intensief betrokken bij de politiek merkt op:

‘Er zijn veel bekwame en goede mensen in Siam. Het systeem, de patronage, is het probleem’.

Ot houdt al die tijd op zijn beminnelijke manier zijn moeder gezelschap. Veel gesprekken gaan over de verschillen tussen Europa en Thailand.

Ot zegt: ‘Het wezen van beleefd gedrag is overal op de wereld hetzelfde, moeder. Dat heb jij mij geleerd’.

Pas na lang aandringen vooral van zijn oudere en actieve broer An, die Ot een klaploper noemt, vindt hij werk in het Zuiden. Hij loopt daar eeen chronische malaria op waaraan hij overlijdt.

Haar man Prem

Als Prem wat ouder wordt ontspint zich het volgende gesprek tussen hem en Phloi.

Phloi: ‘Als er iets is wat je graag wilt hebben, Khun Prem, of iets wat je graag zou willen doen, alles wat je plezier bezorgd en je gelukkig maakt, doe het gewoon, ik maak geen bezwaar. Ik meen het echt. Alles wat je wilt doen…’’

Prem: ‘Wat bedoel je, Mae Phloi?’

‘Wel, als je iemand wilt wilt hebben om voor je te zorgen…’

‘Oh, dat dacht ik al. Je bedoelt een bijvrouw, een mia noi?’

Prem wijst het aanbod lachend van de hand, het zou zijn leven verkorten…zegt hij.

Culturele veranderingen

In deze tijd, net voor de oorlog, verkondigt premier Phibun de nieuwe culturele mandaten. Betelkauwen wordt verboden, mannen en vrouwen moeten zich met hoofddeksels tooien, vrouwen gaan westerse rokken dragen en mannen zoenen verplicht hun vrouw als ze naar hun werk gaan.

Het is Choi die op haar vermakeliijke manier de culturele mandaten omzeilt en belachelijk maakt. Ze koopt onderhands betel op de markt, draagt een broek onder haar rok en laat haar hondje uit met een mooi hoedje op zijn kop. De fiets doet zijn intrede in Thailand en de rijkere mensen omarmen dat als hobby.

Moeder Phloi heeft een echtgenoot in gedachten voor haar dochter Praphai, een jonge aardige man van adel. Maar tot afschuw van de hele familie kiest zij voor de rijke Chinese zakenman Sewi die in de oorlog heult met de Japanners.  Na de huwelijksvoltrekking draagt Sewi zijn bruid Praphai op Europese wijze hun huis binnen.

Een zus van Phloi, Cheui, fluistert in het oor van haar man:’Waarom heb jij me niet het huis binnen gedragen toen we samen gingen wonen?’  Haar man antwoordt grinnikend: ‘Omdat ik die gewoonte nog niet kende! Als je het wilt zal ik je vanavond de trap opdragen ter vermaak van onze vrienden en buren!’

De onontkoombare onvolmaaktheid en vergankelijk van al het leven

Phloi’s echtgenoot Prem sterft na een val van een paard. Phloi is ontroostbaar en wordt ziek.

De Tweede Wereldoorlog breekt uit. De geallieerden bombarderen een aantal malen de woongemeenschap van Phloi, haar familie en bedienden. Phloi gaat wonen in het huis van haar vader.

In september 1945 keert koning Ananda voor korte tijd naar Thailand terug, en een dolenthousiaste Phloi en Choi zien hem voorbijkomen op de Rachadamnoen.  Phloi voelt zich beter.

Op zondag 9 juni 1946 slaat het noodlot toe: koning Ananda is dood in het paleis na een schotwond in zijn voorhoofd (dat laatste feit staat niet in het boek).  Phloi is uiterst bedroefd: ‘Waarom moest Ananda sterven? Waarom stierf mijn zoon Ot?’  Ze denkt: ‘Ik begrijp het een beetje…ik ben moe…ik leefde onder vier koningen. Een lange tijd…lang genoeg.’

In de late namiddag van die zondag, 9 juni, toen het water in de Khlong Bang Luang traag stroomde, stopte het hart van Phloi en kwam er een einde aan haar vergankelijke vreugden en verdriet in dit leven. 

Kukrit Pramoj, Four Reigns, Silkworm Books, 1981

สี่แผ่นดิน โดย หม่อมราชวงค์ คึกฤทธิ์ ปราโมช

Making of the soap ‘ Four Reigns’ (twee minuten): https://www.youtube.com/watch?v=pr7P-N5Nic0

Met Engelse ondertiteling, eerste 8 afleveringen over Mae Phloi als kind en puber

1/ 1-2-3-4 (telkens ongeveer 9 minuten)

2/1-2-3-4

Alle 41 afleveringen, in het Thais

Over deze blogger

Tino Kuis
Tino Kuis
Geboren in 1944 in Delfzijl als zoon van een eenvoudige winkelier. Gestudeerd in Groningen en Curaçao. Drie jaar als arts gewerkt in Tanzania, daarna als huisarts in Vlaardingen. Een paar jaar vóór mijn pensioen getrouwd met een Thaise dame, we kregen een zoon die drie talen goed spreekt.
Bijna 20 jaar in Thailand gewoond, eerst in Chiang Kham (provincie Phayao) daarna in Chiang Mai waar ik graag allerhande Thai lastigviel met allerlei vragen. Volgde het Thaise buitenschoolse onderwijs waarna een diploma lagere school en drie jaar middelbare school. Deed veel vrijwilligerswerk. Geïnteresseerd in de Thaise taal, geschiedenis en cultuur. Woon nu alweer 5 jaar in Nederland samen met mijn zoon en vaak met zijn Thaise vriendin.

3 reacties op “De roman ‘Vier Koningen’ van MR Kukrit Pramoj, een korte bespreking”

  1. Rob V. zegt op

    1/ 1-2-3-4 (telkens ongeveer 9 minuten)
    https://m.youtube.com/watch?v=FB46_5jK2Oo

    https://www.youtube.com/watch?v=F4Ygz7N6Ljs

    https://m.youtube.com/watch?v=fRAgrf2XAoU

    https://m.youtube.com/watch?v=UbHB70MKxd0

    Tino heeft per ongeluk 3x dezelfde video ingesloten. Dit zijn de correcte links.

  2. Tino Kuis zegt op

    Ik heb nog eens gekeken naar die eerste 8 afleveringen van het leven van Mae Phloi, met Engelse ondertiteling. Wat mij steeds weer opvalt is dat, ondanks alle verschillen zoals de status, de slavinnen, het betel kauwen, de mia noi’s, de menselijke emoties van blijdschap, verdriet, angst, (moeder)liefde en jaloezie hetzelfde zijn als overal elders ter wereld.

  3. frank h. vlasman zegt op

    is er ook een Nederlandse vertaling ?


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website