Pridi Banomyong, een burger, was de belangrijkste leider van een groep die tijdens de revolutie van 1932 de absolute monarchie wist om te zetten in een constitutionele monarchie. Een andere belangrijke leider was een jonge, ambitieuze legerofficier, Phibun Songkraam of Pleak Phibunsongkraam. Zij studeerden beiden in Parijs, wilden beiden de absolute macht van de koning breken en een constitutionele monarchie vestigen.
Hun visie op hoe Thailand er daarna uit moest zien liep echter dramatisch uiteen. De visie van Pridi delfde het onderspit, die van Phibun zegevierde, een erfenis die Thailand tot op de dag van vandaag achtervolgt. Hoe dat in zijn werk ging probeer ik hieronder uit de doeken te doen, met de nadruk op Pridi’s leven en werk.
Natie, godsdienst en koning
Na de coup van 1932 (waarover later), toen de absolute monarchie werd omgezet in een constitutionele, zocht Thailand naar een nieuwe staats-en bestuursvorm. Pridi was een voorstander van een directe democratie, bemoeienissen van de staat ter verbetering van onderwijs en verdeling van de welvaart. Hij was niet bang voor het volk, integendeel, hij onderstreepte steeds het potentieel van de ‘massa’.
Zijn grote tegenstander was Phibun Songkraam (ook wel Pleak Phibunsongkraam), een legerofficier, later maarschalk , een bewonderaar van het fascistische Duitsland en Japan maar ook, als Pridi, een tegenstander van de royalisten. Hij pleitte voor een ‘vaderlijk geleide democratie’ van bovenaf onder het vaandel ‘Natie, Religie en Koning’.
De visie van Phibun won, en zijn opvolgers waren, tot 1992, zijn klonen, met als absoluut dieptepunt de uiterst corrupte generaal Sarit, premier van 1957 tot zijn dood in 1963. De positie van de generaals werd gesteund door de Verenigde Staten met zijn alles overheersende anti-communistische politiek.
Een nieuwe ideologie werd uitgevonden en gepropageerd: de drie pijlers van het Thaise volk: Natie, Godsdienst en Koning met het leger als altruistische behoeder van dit zogenaamde Thaise erfgoed. Iedereen die daar tegen was moest per definitie wel een communist zijn en velen verdwenen spoorloos, werden vermoord of gevangen gezet.
Pas in 1992 kwam er een kentering, de macht van het leger taande (na de gruwelen van het leger tegen vredelievende demonstranten, Black May 1992) zodat een parlementaire democratie, onder de Democraat Chuan Leekpai als premier, een nieuwe kans kreeg na ruim veertig jaar onafgebroken militaire dictatuur.
Pridi was een briljant student; op zijn 19de al meester in de rechten
ปรีดี พนมยงค์ (uitspraak ‘priedie phanomjong’, allemaal middentonen), Pridi Banomyong, (ook wel geschreven als ‘Phanomyong’of ‘Bhanomyong’) werd op 11 mei 1900 geboren op een schuit in de wateren rond Ayutthaya. Zijn ouders waren gegoede rijstboeren en kleine handelaren, een arme tak van een rijke familie. Hij was een briljant student, op zijn veertiende maakte hij de middelbare school af, werkte twee jaar in de rijstvelden, ging rechten studeren en was meester in de rechten op zijn negentiende.
Na een heel korte periode als advocaat kreeg hij een studiebeurs en vertrok naar de Universiteit van Paijs waar hij in 1924 afstudeerde met de volgende diploma’s : ‘Bachelier en Droit’,‘Doctorat d’Etat’ en ‘Diplome d’Etudes Superieur d’Economique Politique’.
In deze Parijse tijd stichtte hij met een vijftigtal gelijkgezinde vrienden (onder wie de latere premier Phibun) de ‘Volkspartij’ (Khana Raadsadorn) en ze zwoeren de absolute monarchie omver te werpen en een constitutionele monarchie te stichten. Pridi keerde in 1927 naar Thailand terug, werkte zich snel op in de bureaucratie en ontving de niet-erfelijke titel van ‘Luang Pradit-Manudharm’.
De coup van 1932: snel en zonder bloedvergieten
In de vroege ochtend van 24 juni 1932 pleegde een groep, bestaande uit leden van de ‘Volkspartij’ (Khana Raadsadorn), militaire officieren en gewone burgers, een snelle en bloedeloze coup. Zij gijzelden vele leden van de koninklijke familie. Koning Prajathipok (Rama VII) werd verzocht vanuit zijn paleis Klai Kangwon (letterlijk: ‘Ver van alle Zorgen’) in Hua Hin naar Bangkok te komen.
Na beraad en met enige tegenzin voldeed hij aan dat verzoek en op 26 juni tekende de koning een voorlopige Grondwet en werden de gegijzelden vrijgelaten. Pridi had in zijn Parijse tijd de grondwetten van Europese constitutionele monarchieën bestudeerd, ook die van Nederland.
Een Voorlopige Vergadering van zeventig leden en een regeringsploeg werd opgezet. In 1934 ging Koning Prajathipok in vrijwillige ballingschap in Engeland en in 1935 deed hij, kinderloos zijnde, afstand van de troon ten gunste van zijn minderjarige neef, Ananda Mahidol, de oudere broer van de latere koning Bhumibol Adulyadej.
Tussen 1933 en 1947 bekleedde Pridi diverse belangrijke posten. Hij was minister van Binnenlandse Zaken, minister van Buitenlandse Zaken, minister van Financiën, Regent (voor de minderjarige koning Ananda, Rama VIII) en premier. Koning Rama VIII benoemde hem tot Oudere Staatsman voor het leven. Gedurende al deze jaren werkte Pridi om de volgende zes principes te verwezenlijken:
- handhaven van de nationale soevereiniteit, op politiek, rechterlijk en economisch gebied;
- handhaven van nationale eenheid en samenhang;
- bevorderen van de welvaart door meer werkgelegenheid en een nationaal economisch plan;
- het waarborgen van gelijkheid voor allen;
- verlenen van alle rechten en vrijheden aan een ieder;
- zorgen voor onderwijs aan het volk.
De zes pillaren van het gebouw van het Opperste Gerechtshof (1939 gebouwd), nu onder de slopershamer, verwijzen naar deze 6 principes.
Heersers exploiteren oorlogen om burgers te kunnen uitbuiten
Tijdens Pridi’s jaren aan de de macht slaagde hij er in een aantal veranderingen in de Thaise maatschappij aan te brengen (waarvan een aantal een blijvend effect hadden), zoals:
- het opstellen van het eerste economische plan (Hij propageerde daarin nationalisatie van alle natuurlijke hulpbronnen inclusief landbezit waardoor zijn tegenstanders hem brandmerkten als ‘communist’, later versoepelde hij dit idee tot vrijwillige verdeling van het landbezit);
- stichten van de (open) Universiteit voor Morele en Politieke Wetenschap (later Thammasat Universiteit), zelf werd hij de eerste rector-magnificus;
- de Gemeentewet waardoor plaatselijke overheden konden worden gekozen;
- de herroeping van ongelijkwaardige verdragen met koloniale machten ten tijde van Rama IV;
- hervorming van het onrechtvaardige belastingsysteem;
- nieuwe belastingwetten;
- de stichting van wat later de Bank van Thailand zou worden;
- bevorderen van vrede en neutraliteit.
Hij produceerde een Engelstalige film naar een verhaal van zijn hand: ‘The King of the White Elephant’ (1940), een historisch drama dat speelt in 16e eeuws Ayutthaya. Koning Chakra wil vrede en onderhandelingen maar wordt door het hof, dat aast op meer macht en rijkdom, meegesleept in een bloederige veldtocht tegen de Birmezen. De boodschap van de film: koningen en andere machthebbers gebruiken hun macht vaak om, over de ruggen van de bevolking, meer macht en rijkdom te verwerven. Geen groter geluk dan vrede, verzucht koning Chakra op het eind.
Toen koning Prajathidok (Rama VII) in 1933 het economisch plan van Pridi (zie nr. 1 hierboven) ‘communistisch’ noemde werd de koning wegen laster aangeklaagd door Thawat Ritthidek (een journalist en vakbondsleider) en vier anderen. Dit zou nu ondenkbaar zijn. De officiële ideologie dat alle Thais door de eeuwen heen hun monarch aanbaden en respecteerden is een mythe en niet meer dan dat.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen de Japanners Thailand hadden bezet, richtte Pridi, met zijn functie van Regent als dekmantel en onder de schuilnaam ‘Ruth’, de verzetsbeweging ‘Free Thai Movement’ (‘Seri Thai’) op. Dat is de belangrijkste reden dat na de oorlog de Amerikanen (en later de Britten) Thailand niet beschouwden als een vijandige staat die bezet moest worden (hoewel Premier Phibun in januari 1942 de oorlog had verklaard aan Engeland en de Verenigde Staten, een verklaring die Pridi weigerde te ondertekenen). Thailand herwon vrijwel direct zijn vrijheid.
Pridi steunde daarnaast ook de Vietnamese onafhankellijkheidsbeweging. Zo bezocht hij de leider, Ho Chi Minh.
Democratie is een manier van leven
Gedurende al deze turbulente jaren (1932-1947) verloor Pridi nimmer de gedachte van ‘een democratie als manier van leven’ uit het oog. Anders dan zijn adelijke en deftige tijdgenoten bezag hij de ‘massa’s niet met wantrouwen of angst, integendeel, hij had groot vertrouwen in hen.
In een essay, ‘Waar moet Thailand in de toekomst naar toe?’, verdedigde Pridi op levendige en hartstochtelijke wijze het idee van een ‘inclusieve democratie’ wat een leidraad bleef in zijn denken. Hij schreef:
‘Elk systeem dat slechts tot voordeel is van een klein deel van de gemeenschap kan niet blijvend zijn. In iedere gemeenschap moet de meerderheid de toekomst bepalen. En die meerderheid omvat ook de armsten, de arme boeren, de kleine middenstander en de vaderlandslievende kapitalisten die het publieke belang stellen boven hun eigen belang…allen dus die een nieuw sociaal systeem wensen voor een betere levensstandaard voor het volk…….sociale onrechtvaardigheid moet worden afgeschaft of tenminste verminderd.’
Standbeeld van Pridi Banomyong bij de Thammasaat Universiteit.Zoals Pridi opmerkte: ‘Een gemeenschap bestaat bij de gratie van de inzet van al zijn leden en een sociaal systeem dat alle leden de gelegenheid geeft wettelijk deel uit te maken van het besissingsproces om zo het democratische proces te bevorderen.’ Dat geldt evengoed voor ‘economische’ democratie ofwel gelijke kansen op een goed bestaan. Om dat te bevorderen pleitte Pridi voor plaatselijke coöperaties. Mensen moeten controle hebben over hun eigen welvaart in plaats van afhankelijk te zijn van de heersende machten die liefdadigheid propageren als dekmantel voor uitbuiting.
Iedere burger heeft recht op hoger onderwijs
Om deze waarden en ideeën te verspreiden stichtte Pridi, als minister van Binnenlandse Zaken, in 1934, de ‘Universiteit voor Morele en Politieke Wetenschap’ (later de Thammasaat Universiteit) en hij werd de eerste rector-magnificus. Bij de opening verklaarde hij dat ‘ een universiteit een oase is waar iedereen die naar kennis hunkert zijn dorst kan lessen. De gelegenheid voor hoger onderwijs is het recht van iedere burger … Onderwijs is essentieel om iedere burgen zijn rechten en plichten in een democratie te laten verwerkelijken.’
En zo gebeurde het ook. Bij iedere opstand tegen de generaals, in 1973, 1976 en 1992, namen de studenten van de Thammasaat Universiteit het voortouw bij de verdediging van een ware democratie, met honderden doden, velen op het terrein van de universiteit zelf, als triest gevolg.
De ommekeer in Pridi’s leven kwam toen, vroeg op de ochtend van 9 juni 1946, koning Ananda Mahidol (Rama VIII), de oudere broer van koning Bhumibol Adulyadej, onder mysterieuze omstandigheden dood werd aangetroffen in zijn slaapkamer met een schotwond in zijn voorhoofd en een pistool naast zijn lichaam. Aanvankelijk verklaarden alle betrokkenen dat het een ‘ongeluk’ betrof. Maar de tegenstanders van Pridi’s populariteit en macht zagen hun kans schoon en verspreidden het gerucht dat het een moord betrof en dat Pridi op een of andere manier betrokken was bij deze koningsmoord (in vele rechtszaken later nooit bewezen).
In de nacht van 8 november 1947 pleegde een groep militaire leiders een coup om de pro-Pridi regering omver te werpen. De leiders van de coup noemden als redenen: ‘handhaven van de eer van het leger, dat onrechtvaardig behandeld was; het oplossen van het ‘moordcomplot’ op koning Ananda (en Pridi’s rol daarin); het land te ontdoen van alle sporen van communisme; een efficiënt bestuur te herstellen en een regering te vormen die ‘Natie, Religie en Koning’ respecteert’.
Met tanks werd Pridi’s residentie bestormd, Pridi wist op het nippertje te ontkomen en zich een week schuil te houden op een marinebasis. Daarna ontsnapte hij met behulp van Britse en Amerikaanse agenten naar Singapore. In 1948 werd Phibun Songkraam premier en bleef dat tot een coup in 1957. In februari 1949 probeerde Pridi, bijgestaan door manschappen uit de marine, een tegencoup, deze mislukte echter jammerlijk. Daarna domineerden legerofficieren tot 1992 het politieke toneel. Zij hebben het gedachtengoed van Pridi systematisch verraden.
Verbannen tot zijn dood in 1983; geen staatscrematie
Pridi werd uit Thailand verbannen en keerde nooit meer terug. Al zijn hartstochtelijke verzoeken om terugkeer in latere jaren werden genegeerd. Van 1949 tot 1970 verbleef Pridi in China, daarna, tot zijn dood op 2 mei 1983, in Parijs, zijn geestelijke geboortestad. Schrijvend aan een nieuw artikel stierf hij aan een hartaanval in zijn studeerkamer. Een staatscrematie, zoals voor alle andere premiers, werd geweigerd. Zijn echtgenote Thanphuying Phoonsak keerde in 1985 naar Thailand terug. Zij stierf in 2007, en werd in een eenvoudige ceremonie gecremeerd.
In ballingschap bleef Pridi actief, hij schreef veel en hield toespraken, vaak voor Thaise studenten in het buitenland. De generaals, die hem opvolgden als machthebbers, probeerden de herinnering aan hem en zijn visie uit te wissen. Ze noemden hem ‘een communistische duivel’ en beweerden dat Pridi een republiek voorstond. Bovendien werd er een serieuze poging ondernomen, in 1976 en 1980, om het Monument voor de Democratie op Rachadamnoen te slopen omdat het zou staan voor een ‘on-Thais en geimporteerd Westers idee’ van democratie. Ze slaagden er echter niet in dit blijvend te doen en in de negentiger jaren van de vorige eeuw werden de ideeën van Pridi weer courant.
Sulak Sivaraksa, de sociaal criticus en activist, die driemaal werd aangeklaagd wegens majesteitsschennis (1984,1991 en 2009), heeft zich ingezet om Pridi te rehabiliteren. Drie straten in Bangkok zijn naar Pridi Banomyong vernoemd en een straat naar zijn koninklijke titel Praditmanutham. Er kwam een park in Oost-Bangkok met zijn naam en 11 mei (zijn geboortedag) werd uitgeroepen tot ‘Pridi Banomyong Dag’.
Tot op de dag van vandaag maken passerende studenten van de Thammasaat Universiteit een eerbiedige wai in de richting van zijn met verse bloemen versierde standbeeld. Ik vraag me vaak af hoe Thailand er nu uit gezien zou hebben als de ideeen van Pridi zouden hebben gezegevierd. Misschien dat de zaden, die hij tijdens zijn leven plantte, op een dag nog tot volle bloei zullen komen.
In 2000 werd Pridi, op een verzoek daartoe van de Thaise regering uit 1997, op de UNESCO-lijst geplaatst van ‘Grote Persoonlijkheden’.
voornaamste bronnen:
- Paul M. Handley, The King Never Smiles, 2006
- Pasuk Phongpaichit, Chris Baker, Thailand, Economy and Politics, 1995
- http://en.wikipedia.org/wiki/Pridi_Banomyong
– Herplaatst bericht –
Over deze blogger
-
Geboren in 1944 in Delfzijl als zoon van een eenvoudige winkelier. Gestudeerd in Groningen en Curaçao. Drie jaar als arts gewerkt in Tanzania, daarna als huisarts in Vlaardingen. Een paar jaar vóór mijn pensioen getrouwd met een Thaise dame, we kregen een zoon die drie talen goed spreekt.
Bijna 20 jaar in Thailand gewoond, eerst in Chiang Kham (provincie Phayao) daarna in Chiang Mai waar ik graag allerhande Thai lastigviel met allerlei vragen. Volgde het Thaise buitenschoolse onderwijs waarna een diploma lagere school en drie jaar middelbare school. Deed veel vrijwilligerswerk. Geïnteresseerd in de Thaise taal, geschiedenis en cultuur. Woon nu alweer 5 jaar in Nederland samen met mijn zoon en vaak met zijn Thaise vriendin.
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond25 december 2024Wat zegt ons DNA? Een paar gevalletjes uit Nederland en Thailand
- Pattaya23 december 2024De donkere kant van Pattaya
- Geschiedenis19 december 2024Op zijn verjaardag in 1995 gaf koning Bhumibol aan dat alle mannen een gratis sterilisatie konden ondergaan
- Geschiedenis14 december 2024Hoe een Nederlandse krant schreef over de studentenopstand van 14 oktober 1973
Tino, jouw verhaal met heel veel interesse gelezen, Je hebt er ongetwijfeld veel energie en werk ingestoken, maar het is toch fantastisch om de lezers ook iets meer met de historie van Thailand bekend te maken. Zag op Sukhumvit Soi 55 enkele dagen geleden een gebouw waar ook het een en ander over een stuk historie kon worden bekeken. Was op die dag helaas gesloten maar het zou me niet verbazen als het ook iets te maken heeft met de door jou beschreven Pridi. Ga er als ik weer eens in Bangkok ben, zeker na jouw verhaal gelezen te hebben, beslist eens poolshoogte nemen.
Joseph,
Het ‘Pridi Banomyong Institute’ is gevestigd op Sukhumvit Soi 55 (Thong Lo), waar veel sociale studies worden gedaan maar ook veel cultuur, kunst en muziek, valt te genieten.. Een bezoek is zeer de moeite waard. BTS station Thong Lo, uitgang 3. Open ma-vrijdag van 09,00 tot 17.00 uur.
Ik zocht naar een website maar die waren allemaal in het Thais. Je moet zelf nog eens daarnaar gaan zoeken.
Een beknopte maar uitstekende schets van PB: zijn leven, werk en belang voor Thailands wordende democratie. Naast Handleys boek is ook nog het goed gedocumenteerde, gedetailleerde maar zeer leesbare boek SIam becomes Thailand van de Britse diplomaat Judith Stowe over de overgangsperiode 1932-1945 te noemen.
Hartelijk bedankt voor dit stukje geschiedenis, ik heb weer wat geleerd over de achtergrond van het onstaan van het moderne Thailand. Wordt dit inmiddels (ook weer) op de Thaise middelbare scholen geleerd? Dit lijkt mij toch belangrijk om te weten, ook wat je aanhaalt over dat de koningen niet als een onaantasbaar god werden aanbeden, de manier waarop generaal Phibun het volk bond met zijn 3 pilaren tegenover de 6 van Pridi ( ideaal stuk om leerlingen te laten debateren en kritiek te leveren op beide visies, al zal dit in het huidige onderwijs niet snel gebeuren?), de rol van het leger in diverse coups en moordpartijen etc.
Alles wat je noemt, Rob, heeft direct of zijdelings met het Koninklijk Huis te maken. Daar kon men toen wel maar nu niet meer in het publieke domein over discussieren. In dat opzicht is de vrijheid van meningsuiting in de afgelopen 60 jaar er op achteruit gegaan. Dat zal Thailand in de komende jaren nog opbreken.
De scholen spiegelen de leerlingen een ideaal Thailand voor. Maar ik verzeker je dat in huiselijke kring en anderszins prive er wel over wordt gepraat maar dat kan ik hier niet herhalen.
Dat ben ik met je eens Tino ondanks vrijwel alle Thai uit alle lagen van de bevolking devoot aanhanger zijn worden er in huiselijke kring of ‘achter de voordeur’ zoals in Nederland ook wel wordt gezegd er wel degelijk grapjes maar ook minder vleiende opmerkingen over gemaakt die niet zouden misstaan in een satirisch cabaretprogramma op de televisie.
Dat laatste is vooralsnog in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland of Engeland volstrekt ondenkbaar in Thailand.
Beste Tino,
Ook mijn waardering voor het geweldige werk, waarmee je Pridi en zijn ideeën nader hebt belicht. Toch waag ik het om dat voetstuk, waarop je hem geplaatst hebt, enigszins te beschadigen, want de vraag blijft en zal nooit beantwoord worden of zijn idee over democratie wel de goede weg was voor Thailand.
Eerst enkele historische feiten. Uit mijn verhaal op dit blog “Thailand in de Tweede Wereldoorlog” van 11 november 2011 citeer ik:
“Een tijd lang werkten de jongere fracties, met generaal-majoor Plaek Pibul Songkram (Phibun) als Minister van Defensie en Pridi Banomyong als Minister van Buitenlandse Zaken, eendrachtig samen, totdat Phibun in december 1938 premier werd. Phibun was een bewonderaar van Mussolini en zijn bewind begon al snel fascistische trekjes te vertonen”
“Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, vielen Japanse troepen Thailand binnen langs de zuidelijke kustlijn, met toestemming van de regering-Phibun, om zo Birma en Malakka te kunnen binnenvallen. De Thais capituleerden snel. In januari 1942 sloot de Thaise regering een alliantie met Japan en verklaarde de oorlog aan de geallieerden. De Thaise ambassadeur, Seni Pramoj in Washington weigerde echter de oorlogsverklaring af te geven. De Verenigde Staten heeft aldus nooit de oorlog aan Thailand verklaard.”
“De Thaise ambassadeur in de Verenigde Staten, Mr. Seni Pramoj, een conservatieve aristocraat wiens anti-Japanse gevoelens maar al te bekend waren, organiseerde inmiddels met hulp van de Amerikanen de Vrije Thaise Movement, een verzetsbeweging. Thaise studenten in de Verenigde Staten werden door de Office of Strategic Services (OSS) getraind in ondergrondse activiteiten en werden klaargestoomd om in Thailand te infiltreren. Tegen het einde van de oorlog bestond de beweging uit meer dan 50.000 Thais, die bewapend door de geallieerden weerstand boden aan de Japanse overmacht”
Pridi is dus niet de oprichter van die Free Thai Movement, maar wat zijn rol in deze en in de Tweede wereldoorlog als geheel is, is niet duidelijk. Zat hij als Minister in de regering van Phibun, die de deur openzette voor de Japanners?
Een ander punt is de oprichting van de Thammasat Universiteit in 1934. Mooie woorden, hoor: “een universiteit is een oase waar iedereen die naar kennis hunkert zijn dorst kan lessen. De gelegenheid voor hoger onderwijs is het recht van iedere burger … Onderwijs is essentieel om iedere burgen zijn rechten en plichten in een democratie te laten verwerkelijken”. In de praktijk komt daar echter niets van terecht, als je hoger onderwijs aanbiedt voor “iedereen” zul je toch in de eerste plaats moeten zorgen voor goed onderwijs op lager niveau. Het ware volgens mij dan ook beter geweest als Pridi zich had ingezet voor basisonderwijs voor iedereen.
Onder het kopje “Democratie is een manier van leven” haal je een aantal teksten van Pridi aan over “zijn” democratie. Ik vat het maar even samen als “Macht aan de massa”. Je moet die tekst wel in in de tijdgeest plaatsen, maar zelfs nu zou je gemakkelijk een het communisme kunnen denken.
In de laatste alinea vraag je je terecht af wat er met Thailand zou zijn gebeurd als de ideeën van Pridi wel in goede aarde zouden zijn gevallen. Het is niet ondenkbaar, dat Thailand dan ook – net als de buurlanden – in handen van de communisten zou zijn gevallen. De gevolgen daarvan kennen we maar al te goed en dat zou waarschijnlijk ook het einde van de Chakri-dynastie hebben betekend. Immers, zowel Phibun als Pridi hebben zich met medewerking aan de coup van 1932 geen voorstander betond van het monarchisme. Die coup was mogelijk de eerste stap, wat zou de tweede stap zijn geweest als W.O. II niet was uitgebroken? Wat zou er trouwens van Thailand geworden zijn, als de koning in 1932 geweigerd had mee te werken aan de omschakeling naar een constitutionele monarchie? In dat licht bezien zou het mij ook niet verbazen als ooit zal worden bewezen, dat Pridi – als regeringsleider – wel degelijk een kwalijke rol in het “moordcomplot” op koning Ananda zou hebben gespeeld.
Beste Gringo,
Het is jammer dat je alle propaganda van de generaalsklieken tegen Pridi weer uit de kast haalt. Laat ik je puntsgewijs beantwoorden:
1. We zullen inderdaad nooit weten hoe de Thaise democratie zich ontwikkeld zou hebben als Pridi had gewonnen. We weten echter wel heel goed hoe de democratie verraden werd door de opvolgers van Phibun. Ik denk dat de visie van Pridi een betere was, maar daar kan je over twisten.
2. Ik heb inderdaad de rol van MR Seni Pamoj onderbelicht. Hij was de leider van de Seri Thai in het buitenland, en deed goed werk. Pridi, de andere leider, deed het gevaarlijke werk in Thailand zelf en zijn rol daarin was even duidelijk en belangrijk, en wordt alom erkend.
3. Pridi was de oprichter van de latere Thammasaat Universiteit, een bolwerk van democratie. Mooie woorden inderdaad maar hij voegde ook de daad bij het woord. Ik vind het altijd wat kinderachtig en gemakkelijk om te zeggen dat hij zijn tijd beter aan wat anders had kunnen besteden. Maar misschien heb je wel gelijk. In ieder geval speelde in latere jaren de Thammasaat Universiteit een grote rol bij het verdedigen van de democratie.
4. Toen Phibun in 1942 de oorlog verklaarde aan de VS en Engeland was Pridi minister. Hij weigerde de oorlogsverklaring mede te ondertekenen en werd door premier Phibun weggestuurd. Pridi werd Regent van de minderjarige koning Ananda.
5. Ik citeer Handley wat Pridi’s houding tegenover het koningshuis betreft: ‘He (Pridi) has improved his standing ……by having shown full respect for Ananda as king and having provided stong care for the royals who remained in Bangkok during the was, including dowager Sawang………Pridi agreed to release Prince Rangsit and other royals from prison after Phibun fell from power in 1944….he restored Rangsit’s title and decorations…..At the end of the war, Pridi also reinstated the honors Phibun had stripped from Prajadhipok (Rama VII)’, pag. 71. Wie was er nu anti-monarchie, Phibun of Pridi?
6. Pridi was geen communist. Je moet toch weten dat iedereen, die zich in die tijd ook maar enigszins tegen de heersende machten verzette, als ‘communist’ werd gebrandmerkt. Zijn economische ideeen, zoals onteigening van het grootgrondbezit, heeft hij later bijgesteld. Pridi was een democraat, hij vertoonde nooit een spoor van dictatoriale neigingen.
7. Je laatste zin ‘het zou me niet verbazen als Pridi..wel degelijk een kwalijke rol in het ‘moordcomplot’ op koning Ananda zou hebben gespeeld’. Ik vind het verbazingwekkend dat je deze geruchten, praatjes, laster en smaad, na alles wat er over onderzocht, gezegd en geschreven is, nog steeds als een mogelijkheid ziet. Pridi was op geen enkele manier betrokken bij de dood van koning Ananda. Het staat eveneens vrijwel vast dat het geen moord betrof. Alleen Pridi’s aartsvijanden hebben die mogelijkheid ooit geopperd. Ik moet zeggen dat ik het je wat kwalijk neem dat je deze leugens weer oprakelt.
Prima werk mijnheer Kuis. Eindelijk eens een stuk op Thailandblog dat hout snijdt. Wat mij opvalt in de reakties is de terughoudendheid en no-go zones, die m.i. verband houden met de belemmeringen die er in Thailand zijn wat betreft de vrijheid van meningsuiting. Eigenlijk een beetje eng……..
Het is wel een feit dat , na WO II, de Fransen en Britten het plan hadden om Thailand onder hen te verdelen. Dat werd verhinderd door de VS, daar die Thailand beschouwden als een bastion tegen het oprukkende communisme.
Ja, de Britten en de Fransen beschouwen na WOII Thailand als een vijandige natie maar Amerika niet, die keek inderdaad meer naar de verzetsbeweging Seri Thai. China werd pas in 1949 communistisch en toen ging Amerika nog mee samenwerken met Thailand.
Niet alleen maar mijn compliment voor het vele werk dat erachter zit voor men zo’n artikel kan schrijven, maar ook voor de inhoud, die objectief beschreven is. Chapeau!
Ga zo door. Het is een verrijking van dit blog om meer over geschiedenis en kultuur van dit
land te ervaren.
Beste groeten
Maud
Tino,
Bedankt voor dit artikel. Goed om het juist nu te herplaatsen. Het heeft me geholpen dit merkwaardige land beter te begrijpen.
Beste Andre,
Op het gevaar af te chatten ben ik toch erg benieuwd wat je bedoeld met ‘beter begrijpen’. Wat begrijp je beter en waarom? Ik stel je mening op prijs.
Je vindt tegenwoordig de meest aparte dingen op yotube. Ik heb dus eens gekeken of die film The King of the White Elephant te vinden was en ja hoor die staat er in plukjes van tien minuten helemaal op. Dit is het eerste plukje http://www.youtube.com/watch?v=J_b9_IiL_RA
De film begint met fraaie beelden uit het Bangkok van 1940. Daarna begint het historische verhaal..
Tino,…zoals zo vaak weer een mooie inzending van jou hand, en dat doet mij in gedachten verzinken.
Allereerst wil ik van mijn hart, dat ik niet daadwerkelijk in politiek ben geinteresseerd, maar dat heeft waarschijnlijk ook te maken met het ouder worden.
Democratie,..is een Westers begrip, afgeleid (500 v.C) van het Grieks,.Demos (volk) en Katrein (regeren)
De Illusie,…
Democratie- waarbij een door het volk (Demos) gekozen parlament een wetgevende en toezichthoudende functie heeft, hetgeen is vastgelegd in een Grondwet incl. de vrijheid van meningsuiting.
De realiteit,..
Democratie,… is een vorm van regeren waarin de meerderheid regeert, en de minderheid (kapitaal) de meerderheid verteld hoe dat te doen
Democratie,… is een proces waarin het volk vrij is te kiezen, diegene die zij willen, maar indien het niet goed gaat (zij) het volk, de gekozen leider(s) de schuld kunnen geven,en daarbij de kiezer ( het volk ) de Illusie heeft dat het in een volgende periode beter gaat.
Democratie,… is als een vlot, het zinkt niet,…maar je houd altijd natte voeten
En als nawoord op de ” geschiedenis ” ,…..de geschiedenis wordt geschreven en herschreven door de overwinnaars
En Thailand,…ik vind het een mooi land,..en ik hoop dat het is en blijft Thailand ( het land van de Thai )
Hulde Tino Kuis, Thailandblog voor deze beschouwing.
Goed onderzoekswerk en objectieve weergave daarvan. Krachtig weerwoord bovendien op Gringo’s opmerkingen. Dat het Thailandblog naast alle toeristische paraphernalia maar vaker het inhoudelijk vergrootglas op de complexe Thaise samenleving moge leggen.
De meesten van ons Thailandblijvers zullen in vrede met dit land willen leven.
Dat dit niet altijd gemakkelijk is, valt niet alleen door “schoonheid” goed te maken.
Ga zo door Thailandblog.
Hartelijk dank voor het leerzame artikel én de inhoudelijke commentaren.
Juist de feitelijke discussie, het ping-pongen van opvattingen, verschaft mij een beter totaalbeeld.
Mooi, dat dit kan op Thailandblog.
Beste Tino,
Bedankt voor dit leerzame stukje Thaise geschiedenis. Heeft ongetwijfeld veel werk en energie gekost om alle beschikbare informatie te verzamelen en in een verhaal te reconstrueren. Gringo bedankt voor een aantal relevante kanttekeningen.
En zoals opgemerkt door Chris Bleeker wordt de geschiedenis geschreven en herschreven door de overwinnaars.
Met de opmerkingen van Gringo en Chris Bleeker in het achterhoofd, is jouw stuk geschiedschrijving verhelderend over de periode 1932 – 1992.
Kanttekeningen zijn prima maar die van Gringo kan ik me niet in vinden. Zo werd er al begin 20ste eeuw wel gewerkt aan toegang tot basis onderwijs voor het gewone volk inclusief meisjes (waarvoor onderwijs tot dan toe als iets onnodigs werd gezien, een huisvrouw heeft niets aan kennis is het kan alleen maar een gevaar voor haar man zijn, zie ‘Woman, Man, Bangkok’ door Scot Barmé). Maar de toegang tot het hoger onderwijs voor het klootjesvolk was zo goed als afwezig, in de praktijk waren het zo goed als alleen maar jongens uit de betere milieus die bij de enige universiteit (Chula universiteit) terecht konden. Logisch dat Pridi daar zijn pijlen richtte op hoger onderwijs voor iedereen.
En om Pridi als communist te bestempellen is ook een klassiek regeltje uit het boek van de elite. Pridi was iemand met democratische humanistische liberaal-socialistische ideeën, maar dat onder hem het land ten val zou (kunnen) zijn geraakt aan het communisme?! Betrokken bij de dood van koning Ananda? Eveneens kwetsende kolder uit het zelfde boekje. Al met al een hoop propaganda nonsens uit de elite kliek die het land liefst terug zien in een feodaall systeem met Phrai en Nai.
Dat is althans het beeld wat ik van Pridi heb na het lezen van o.a. werk van Pasuk Phongpaichit, Chris Baker en Paul Handly. Om mijn verlanglijstje staat o.a. nog het Sulak Sivaraksa zijn boek “Powers that Be: Pridi Banomyong through the Rise and Fall of Thai Democracy” om mijn kennis en inzichten verder te verbeteren.
Bedankt voor de informatie Tino, de stukjes rondom de politiek van Thailand komen voor mij nu bij elkaar.
Wat als? Wat had er van het mooie Thailand geworden als Phiboen niet de macht had kunnen grijpen maar Pridi het voor het zeggen had gekregen? Wat als koning Ananda niet vroegtijdig had gestorven? Ananda whad een goede opleiding genoten en was ook progressief, wat hadden een president Pridi en koning Ananda samen voor moois kunnen bereiken?
Maar na de Tweede wereldoorlog was er geen plats voor ‘gevaarlijke’ linkse regeringen, het communisme was het grote gevaar en de VS zocht sterke, rechts kapitalistische (militaristische) regeringen en leiders:
“Ananda was a highly educated and progressive king whose views mirrored Pridi’s. (..) The US as the main power to arise from World War II needed a right-wing strongman, not a liberal-minded politician, to run Thailand, in order to establish itself in the region; the resulting marginalisation of the young Thai left was a by-product of that. With increasing US influence came the use of “communist” as a propaganda term; Pridi’s enemies sought to brand him as one and attempted to portray him as one of the murderers of his political ally, King Ananda Mahidol. Although this has been disproved, and King Bhumibol himself has stated that Pridi had played no role in his brother’s death, the promulgation of both myths sadly had some effect.”
Citaat uit een goed stuk in het Engels over Pridi:
https://evonews.com/business/leadership/2017/may/28/pridi-banomyong-agent-of-change/