De melksector in Thailand (3 en slot)
Het zal iedereen duidelijk zijn, dat het in Deel 2 beschreven proefschrift van Herjan Bekamp niet op een vrije woensdagmiddag is geschreven. Een uitgebreide literatuurstudie ging daar aan vooraf, maar ook een gedegen voorbereiding van zijn onderzoek ter plaatse.
Hij heeft aan de hand van zorgvuldig opgestelde vragen 44 melkveehouders uit de verschillende groepen geïnterviewd, allen uit het Mualek District in Centraal Thailand. Uit die interviews heeft hij waardevolle gegevens verzameld over de bedrijfsvoering, gezinssamenstelling, historie, prijzen en inkomens, enz. van die melkveehouders. Dat interviewen ging Herjan niet altijd even gemakkelijk af, want weinigen spraken Engels. Hij is daarbij geholpen door stafleden van de Kasetsart Universiteit, maar – zo merkt Herjan ergens in zijn rapport op – zelfs de goedbedoelde vertaling was af en toe moeilijk te plaatsen.
Illustratief voor de gemaakte interviews zijn wellicht twee voorbeelden van Thaise melkveehouders:
Boer A heeft een nog jong melkveebedrijf met 78 koeien op 30 rai land (1 rai =0,16 ha–1 ha= 6,25 rai). De gemiddelde melkproductie is18,3 literper koe. Het gezin bestaat uit vader, moeder en twee schoolgaande kinderen. Vader en moeder werken fulltime in het bedrijf, bijgestaan door twee fulltime arbeidskrachten, die zich voornamelijk bezighouden met het melken en het voederen van het vee. De huisvesting bestaat uit 2 stallen voor het vee, een schuur voor opslag van de rijststro en nog een keet voor het melken. Bovendien had deze boer enkele jaren geleden een tractor aangeschaft, waar hij bijzonder trots op was. De tractor wordt vooral gebruikt voor de afvoer van koemest naar een plek op zijn land, waar het kan drogen en in zakken verpakt voor de verkoop.
De veestapel van deze boer kan worden onderverdeeld in 30 melkkoeien, 20 droge koeien (een droge koe wordt voorbereid voor het dragen van een kalf), 20 jonge en oudere vaarsen (een vaars is een koe, dat nog niet gekalfd heeft) en 8 kalveren. De totale melkproductie in februari 2011 was15.400 liter, hetgeen de boer 251.000 Baht opbracht. De belangrijkste kostenposten waren algemene kosten en voeding 200.000 Baht, voor veterinitaire hulp (veearts en medicamenten) 30.000 Baht en dan nog zijn maandtermijn van 10.000 Baht voor een lening van de bank. Hij probeert elke maand wat geld te sparen voor latere investeringen, maar dat lukt hem zeker niet elke maand. Hem werd gevraagd hoe hij dan vaststelde of hij in een maand geld had overgehouden, antwoordde hij, dat hij dat allemaal in zijn hoofd had. Dat was niet de beste methode en de man vertelde, dat hij graag een soortement boekhoudcursus zou volgen, zodat zijn financieel management zou kunnen worden verbeterd. Wel werd door zijn vrouw en hem een administratie bijgehouden over het vee, zoals datum van K.I (kunstmatige inseminatie), gegevens van de ouders en de geboortedatum van het kalf.
De meest voorkomende ziekte op deze melkveehouderij was tekenkoorts. Om dit enigszins te kunnen voorkomen, verwijdert hij al het gras rondom de boerderij in het regenseizoen. Hij maakte zich zorgen om mond- en klauwzeer, omdat die ziekte recent in het gebied was geconstateerd. Om die reden wil hij ook zo weinig mogelijk bezoekers en vreemde auto’s op zijn erf.
Het voer voor het vee bestaat uit rijststro, ingekuild snijmais (4 kg per dag per koe), vers gras (in het regenseizoen) en dan nog cassave en brouwerij-afval.
Deze melkveehouder was zeer openhartig gedurende het interview en ook zeer geïnteresseerd in nieuwe technieken en technologieën. Hij kan er slechts van dromen en als voorbeeld noemt hij dan een mengmachine voor het voer. Dat zou hem een behoorlijke dagelijkse kostenbesparing bij het voederen opleveren, maar de aanschaf van zo’n machine voor 400.000 Baht is gewoon een onmogelijkheid.
Het interview met Boer B vond ergens op een afgelegen plek in het Mualek district plaats. De boer zat voor zijn winkeltje, waar hij allerlei artikelen verkocht zoals etenswaren en natuurlijk sterke drank. Achter zijn huis bevond zich dan een kleine boerderij met precies 1 rai grond. Een typisch voorbeeld van een melkveehouder zonder land, hetgeen de man ook als de belangrijkste beperking van zijn bedrijfje ziet. De boerderij zag er haveloos en totaal ongeorganiseerd uit.
Zijn veestapel bestond uit 15 melkkoeien, 4 droge koeien, 13 jongere en oudere vaarsen en twee kalfjes. De gemiddelde melkproductie was 10 liter per koe per dag.
Het boerengezin bestond uit 4 personen, maar de man was zelf de enige die fulltime op het bedrijf werkte. Zijn familie bezat de boerderij al heel veel jaren en hij vond ook, dat zijn zoon hem in het bedrijf zou opvolgen. Nu hielp zijn zoon hem slechts af en toe, maar de zoon was wel van plan om het bedrijf later over te nemen. De dochter was inmiddels naar Bangkok verhuisd om een gezin te stichten, maar komt regelmatig terug. Niet alleen om melk voor haar gezin mee te nemen, maar zij is ook het financiële brein van de familie. Zij verzorgt de boekhouding en voor elke kostenpost en eventuele investeringen heeft de vader toestemming van zijn dochter nodig.
De totale melkproductie op dit bedrijf vas 2305 liter in februari 2011. De opbrengst was 37.571 Baht en de kosten 12.000 Baht voor voer, 3500 Baht voor de “vet” en 25.000 Baht maandelijkse aflossing van de banklening. Dat betekende dus een verlies in die maand. Tel daar bij op, dat de boer nog wel wat andere leningen uit duistere bronnen heeft lopen en de winstgevendheid van dit bedrijf kan ernstig in twijfel worden getrokken.
Om onvruchtbaar en ziekteproblemen te voorkomen heeft deze boer nog 2 zeboe’s (bultrund) om met de Friesian Holstein koeien te kruisen. Administratie van allerlei gegevens over het vee ontbraken in het geheel.
De meest voorkomende ziekte was hier ook de tekenkoorts en mastitus (uierontsteking). Voorzorgsmaatregelen werden niet genomen anders dan het vee af en toe met een spuitbus te bewerken. Om zijn koeien te voeren gebruikte deze boer rijststro, loof, snijmais (4 kiloper dag per koe) en nog een onduidelijke groene plant, dat de boer ’s avonds langs de weg verzamelt. Bijkomend voer koopt hij van een coöperatie of van bedrijven in de buurt.
Over deze blogger
-
Bert Gringhuis (1945), geboren en getogen in Almelo in het mooie Twente. Later vele jaren in Amsterdam en Alkmaar gewoond, werkzaam in de export voor diverse bedrijven. Ik kwam in 1980 voor het eerst in Thailand en was meteen verliefd op het land. Vele malen sindsdien terug geweest en na mijn (vroeg)pensionering als weduwnaar naar Thailand verhuisd. Daar woon ik nu al 22 jaar samen met mijn ietwat jongere Thaise dame Poopae.
Mijn eerste ervaringen in Thailand als een soort nieuwsbrief aan familie, vrienden en kennissen gestuurd, die later onder de naam Gringo op Thailandblog hebben gestaan. Veel, heel veel artikeltjes hebben die eerste verhalen gevolgd en dat is uitgegroeid tot een vrijwel dagelijkse hobby.
In Nederland nog een verwoed voetballer en voetbalscheidsrechter, maar de jaren gaan tellen en in Thailand nog altijd verwoed, maar het poolbiljarten is echt van mindere kwaliteit, ha ha!
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond14 december 2024Cashewnoten in Thailand
- Isaan12 december 2024We gaan naar Ubon Ratchathani!
- Achtergrond6 december 2024De geschiedenis van de Thaise keuken
- Bezienswaardigheden2 december 202424 uur in Bangkok (video)
@Gringo, Uiterst interessant artikel (voor mij tenminste) waaruit blijkt dat het zeker voor de Thaise boer sappelen is om z’n hoofd boven water te houden. In vergelijking met Nederland heeft men hier meer betreft natuur en aanverwante zaken dan in Ned. maar ontbreekt het weer aan financien en de kennis om een florerend bedrijf te hebben, jammer. De melk, die ik iedere dag drink, vindt ik stukken beter dan in Ned. hier is nog niet maximaal afgeroomd en heeft daardoor een vollere smaak. Bedankt voor dit artikel.
Hallo allemaal,
Weet iemand misschien waar ik rond Chieng Mai centrum melk kan krijgen?
Wij willen eens wat kaas en yoghurt maken maar bij zo’n melk inzamel punt hier vroegen ze boven de 20 Baht de kg (aan een Thai zelfs).
Ik betaal liever aan een Thai die het verdiend dan de grote zakenmannen en misschien iets meer dan dat de fabriek opkoopt. Maar met minder dan 100 kg houw je niet veel over (qua kaas).
Ik zie alleen 5 koeien of groothandel 🙁
Graag hoor ik meer: [email protected]