Iets over Boeddhistische symboliek
Vrienden vragen me af en toe wel eens “Lung Jan, vertel eens wat over de Boeddhistische symbolen en rituelen” en gewoonlijk laat ik me dan niet te lang pramen om hierover een boompje op te zetten… Ik ben weliswaar geen expert maar heb in de loop der jaren wel één en ander opgestoken dat ik graag deel.
De rituelen en symbolen van het Boeddhisme in Zuidoost-Azië zijn al even rijk en divers als de regio zelf. Toch zijn er een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Zo weten we bijvoorbeeld dat het meer dan vijf eeuwen na de dood van de Boeddha heeft geduurd vooraleer zijn volgelingen hem lijfelijk begonnen uit te beelden. Tot die tijd vormden de stupa waarin, volgens de overlevering, zijn as of beenderen werden bewaard, het middelpunt van de verering en de hiermee gepaard gaande rituelen. Tot dan toe had men het uitbeelden van de boom waaronder hij zijn hoogste inzichten verwierf, de troon waarop hij onder die boom plaatsnam, de voetsporen die hij naliet en het Wiel van de Wet dat hij bij zijn eerste prediking in het Hertenpark van Benares in gang had gezet, volstaan om zijn symbolische aanwezigheid op plaatsen van aanbidding en bezinning te evoceren.
Sommige van voornoemde symbolen dateren overigens aantoonbaar uit pre-Boeddhistische tijden. Het oeroude vedische symbool van het wiel bijvoorbeeld is in oorsprong een zonnerad, een symbool dat over het hele euraziatische continent is terug te vinden en dat door de Boeddhisten werd geadapteerd als dharmachakra, het Wiel van de Wet. In de vroegste fase van de Boeddhistische iconografie verzinnebeelde dit rad, hoog bovenop een pilaar, niet alleen de eerste publieke prediking van de Boeddha in Benares maar het is ook één van de regalia van Chakravartin, de Wereldheerser, de enige aan de Boeddha in status gelijkgestelde sterveling. Het wiel zoals dat vandaag wordt afgebeeld telt acht spaken die staan voor het edele achtvoudige pad, te weten: juist begrip, juiste gedachten, juiste spraak, juist handelen, juiste wijze van levensonderhoud, juiste inspanning, juiste indachtigheid en juiste concentratie.
De Indiase gewoonte om dit zinnebeeld op pilaren bij het tempelplein te plaatsen werd overgenomen door de Mon die in de vroege middeleeuwen een flink stuk van het huidige Thailand en Birma bewoonden. De laatste decennia werden er dan ook heel wat van deze Wielen van de Wet opgegraven in Thailand. De eerste vondst van dergelijk wiel gebeurde meer dan 150 jaar geleden tijdens het bewind van Rama IV, die tussen 1851 en 1868 over Siam heerste. Het werd opgegraven bij de Phra Pathom Chedi in Nakhon Pathom maar men taste volledig in het duister over de betekenis die eraan moest worden gegeven. Zo werd bijvoorbeeld heel lang aangenomen dat deze wielen in feite de wielen van de wagens van de goden waren…
Een ander symbool dat heel vaak kan worden aangetroffen is de bodhiboom of banyan (Ficus religiosa), de boom waaronder de Boeddha volgens de overlevering tot het Hoogste Inzicht kwam. Deze ‘boom der ontwaking’ wordt binnen het Boeddhisme als heilig beschouwd en staat voor het bereiken van de verlichting. De volgelingen van Boeddha geloofden trouwens al snel dat iedere Boeddha die zich gemanifesteerd had en ook de Maitreya of de Boeddha van de Toekomst, elk hun eigen bodhiruma hadden, een specifieke boom wat uiteindelijk leidde tot een heel eigen cultus rond de bodhiboom. Tot in de negentiende eeuw werd in Bodh Gaya (Bihar) de, volgens de legende, oorspronkelijke bodhiboom waaronder de Boeddha de staat van verlichting had bereikt door pelgrims uit heel Azië bezocht en vereerd. Toen deze boom uiteindelijk – tot afschuw van de gelovigen – afstierf schoot tot verbijstering van diezelfde gelovigen een paar maanden later uit de stomp een nieuwe loot op.
Deze wonderbaarlijke heropstanding bevestigde in de ogen van velen de onvergankelijkheid van de bodhiboom. Stekjes en zaden van de boom werden meegenomen en overal geplant. In de meeste kloosters en bij tempels vinden we dan ook bodhibomen op een centrale plaats binnen het gebouwencomplex. De meeste stekken van de bodhibomen die in Thailand bij de kloosters en tempels werden geplant zijn afkomstig van de boom die in Anuradhapura, de hoofdstad van de noordelijke centrale provincie in Sri Lanka te vinden was, een boom die rechtstreeks afstamde van die in Bodh Gaya. Dit had alles te maken met hert simpele feit dat het theravada-Boeddhisme in het gebied dat we vandaag als Thailand kennen, in hoofdzaak vanuit Sri Lanka was geïntroduceerd. Bekende enten die in Thailand terechtkwamen waren onder meer diegene die in 1455 werd geplant door de vorst Tiloka van Lanna bij de bouw van Wat Ched Yot in Chiang Mai en de ent die werd geplant in 1507 bij de inwijding van het Brah Sri Mahabodhi-klooster in Sukhothai.
Minstens even oud als de verering van de bodhiboom is die van de zogenaamde voetafdrukken van de Boeddha. Ze moeten de volgelingen eraan herinneren dat de Boeddha ooit fysiek deze aarde bewandelde en een spirituele weg heeft gebaand die kan worden gevolgd door iedereen die in zijn leerstellingen is geïnteresseerd. Voeten van goden en goeroe’s werden al in pré-Boeddhistische tijden in het toenmalige India vereerd. Men legde het hoofd op of onder de voeten als een teken van hiërarchische erkenning.
Eén van de beroemdste voetafdrukken van de Boeddha is de vreemde geologische formatie die op de top van de berg Adam’s Peak in Sri Lanka is terug te vinden. Maar naast deze, als voetafdruk geïnterpreteerde steenklomp, ontstonden er al snel door steenhouwers en bronsgieters gemaakte afdrukken die als paribhogacetiya, door hun associatie met de Boeddha, geheiligde gedenktekens werden. Het gebruik om deze voetafdrukken af te beelden schijnt vooral uit Sri Lanka te stammen en het is dan ook niet verwonderlijk dat vooral in landen als Birma, Cambodja en Thailand, die vanuit Sri Lanka waren bekeerd, er veel van deze afdrukken zijn te vinden. Alhoewel de voetafdrukken van de Boeddha die we in onder meer Korea, Tibet, China en Japan terugvinden, en met name de erop afgebeelde symbolen, nogal eens plegen te verschillen met die we in landen met een Theravada-traditie aantreffen, hebben ze wel hun uitzonderlijke grootte gemeen, die de voetmaat van een gewone sterveling vele malen overtreft… Bovendien hebben ze, met uitzondering van de ronde hielvorm een min of meer rechthoekige verschijningsvorm met vijf tenen van gelijke lengte. Eén van de meest vereerde van deze voetafdrukken in Thailand is te vinden in Saraburi in Wat Phra Phutthabat. Het betreft hier een ‘natuurlijke’ afdruk die volgens de overlevering in 1606 bij toeval door een jager zou zijn ontdekt…
Voor de geïnteresseerden verwijs ik bij wijze van afsluiting, graag naar een bijzonder beeldje dat zich in het Nationale Museum aan Sanam Luang in Bangkok bevindt. Dit bronzen kleinood van nog geen halve meter hoog is afkomstig uit Lanna en zou in 1481 zijn gegoten. Het stelt de Boeddha voor die bezig is zijn eigen voetafdruk te plaatsen in drie andere en aanzienlijk grotere afdrukken. Deze afdrukken zouden behoren tot drie van de 27 Boeddha’s die volgens de Theravada-traditie aan Sakyamuni, de historische Boeddha, in de mist der tijden waren voorafgegaan. Ze geloofden rotsvast dat iedere Boeddha, na zijn afdaling uit het hemelgewelf bij de stadspoort van Sankasya zijn voetafdruk plaatste. Het denkbeeld dat elke Boeddha niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk in de voetsporen van zijn voorganger kon treden werd gefaciliteerd door het wijdverbreide geloof dat elke Boeddha in deze lange historische successielijn telkens iets kleiner qua lichaamsbouw was….
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
- Achtergrond22 oktober 2024Si Satchanalai & Chaliang Historical park: de omweg meer dan waard
Bedankt om dit te delen met ons.
Echt interessant!
Hallo Lung Jan,
Een prima en zeer lezenswaardig artikel ,
waarvoor mijn dank.
Er zijn heilige ruimtes, heilige bomen, heilige plaatsen en heilige mensen.
De Bodhi boom heeft vruchten en vogels eten die. Zij poepen vervolgens de zaden uit. Zo groeide er in mijn boomgaard een Bodhi boompje. Ik liet het trots zien aan mijn echtgenote die dit heiligschennis vond en het boompje verwijderde en weggooide. Wat is heiligschennis? Misschien had ik het boompje eerst moeten inwijden met een oranje doek eromheen.
Ik vroeg laten eens aan een paar monniken hoe zij hierover dachten. Zij vonden een Bodhi boom in een gewone tuin geen heiligschennis maar wel ongepast. Beter om het niet te doen.
Laat ik vandaag ook eens een reactie plaatsen. Ik heb mijn kippenhok al schoongemaakt. Citaat:
‘Een ander symbool dat heel vaak kan worden aangetroffen is de bodhiboom of banyan (Ficus religiosa), de boom waaronder de Boeddha volgens de overlevering tot het Hoogste Inzicht kwam’.
De bodhiboom en de banyanboom zijn twee verschillende boomsoorten maar lijken erg op elkaar. De eerste is de Ficus religiosa en de tweede de Ficus benghalensis oftewel de ‘wurgvijg’. Het meest opvallende verschil is dat de bladeren van de bodhiboom uitlopen in een lange scherpe punt, die van de banyanboom niet. Hier het beste uitgelegd:
http://sdhammika.blogspot.com/2009/08/blog-post.html
Citaat:
Nowhere is the ignorance of and confusion about Buddhism better illustrated than in the widespread inability to distinguish between Bodhi trees and Banyan trees