Homan van der Heide droeg het water naar de zee
Eén van de meest belangrijke en invloedrijke Nederlanders in Siam is de veel te lang vergeten ingenieur J.H. Homan van der Heide geweest. Zijn verhaal begon in feite in 1897. In dat jaar bracht de Siamese vorst Chulalongkorn een staatsbezoek aan Nederland.
Dit bezoek maakte deel uit van een Europese reis van de Siamese koning waarbij onder meer ook Groot-Brittannië, Duitsland en Rusland werden aangedaan. Het was niet alleen de bedoeling om tijdens deze reis de diplomatieke banden met de westerse landen nauwer aan te halen maar ook kennis te maken en inzichten te verwerven met en in de meest recente wetenschappelijke ontdekkingen en industriële verwezenlijkingen.
Chulalongkorn was immers vastbesloten om Siam op te stuwen in de vaart der volkeren en zijn koninkrijk vlot de twintigste eeuw binnen te loodsen. Hij werd met alle egards ontvangen door de 17-jarige, nog onder regentschap staande koningin Wilhelmina. Chulalongkorn raakte tijdens dit staatsbezoek sterk onder de indruk van de Nederlandse waterstaatkundige werken, zoals de dijken, gemalen en irrigatiewerken die hij tijdens zijn bezoek kon bezichtigen.
Het regelen en beheersen van de waterhuishouding was een problematiek die de Siamezen, zeker in Bangkok niet vreemd was. Net als de bewoners van de Lage Landen waren de Siamezen al eeuwenlang in heroïsche strijd gewikkeld tegen de almacht van het water, dat net als in de Lage Landen van levensbelang was voor de economie en de voedselproductie. Op uitdrukkelijk verzoek van het Siamese hof kwam een groep Nederlandse waterbouwkundige ingenieurs, tussen 1902 en 1909, onder leiding van hoofdingenieur J.H. Homan van der Heide, de Siamezen helpen bij het aanleggen van kanalen en sluizen.
Homan van der Heide was een erg vakbekwame ingenieur van Rijkswaterstaat die in Delft was afgestudeerd en sinds 1894 in Nederlands-Indië had gewerkt. Men kon veel over de man zeggen maar zeker niet beweren dat hij op z’n luie krent zat. In het voorjaar van 1903, nog geen jaar nadat hij op 13 juni 1902 voor het eerst voet aan wal had gezet in Bangkok, had hij al, op vraag van de Siamese Kroonraad, lees Chulalongkorn, het Departement of Irrigation op poten gezet. Een administratief en organisatorisch huzarenstukje dat met argusogen werd gevolgd door de Britten, die graag zélf deze klus hadden uitgevoerd, kwestie van hun invloed aan het Siamese hof te vergroten. Het anti-Britse ressentiment dat de Nederlandse hoofdingenieur voor de rest van zijn leven koesterde, vond wellicht hier zijn oorsprong, want Britse ingenieurs in Bangkok probeerden hem geregeld een pad in de korf te zetten of hem te discrediteren bij zijn opdrachtgevers.
De Britten waren overigens lang niet de enigen die geïrriteerd werden door Homan van der Heide. Hij had, niet geheel ten onrechte overigens, de reputatie nogal vol van zichzelf te zijn en was bovendien behoorlijk rigide in zijn optreden. Het belerend opgestoken Hollands vingertje was blijkbaar van alle tijden (5555). Het hoeft dan ook niet echt te verwonderen dat hij tijdens zijn verblijf in Siam op een aantal gevoelige tenen heeft getrapt. En dan zwijg ik nog over de verdoken én openlijke afgunst van sommige hogere Siamese ambtenaren en gezagsdragers die hem als een streber of erger nog, als een bedreiging beschouwden.
Hij was er immers niet alleen in een mum van tijd in geslaagd een goed functionerend departement op poten te zetten maar bovendien was hij er in gelukt om nog voor hetende van december 1902, in iets meer dan een half jaar dus, een uitgebreide veldstudie voor het hele stroomgebied van de Chao Praya, de levensader van Siam, te maken. Deze studie monde uit in een erg ambitieus plan dat het Grote Model werd genoemd. Een grootschalig irrigatieplan dat niet alleen binnen een tijdspanne van 10 jaar 1.369.399 hectare land moest irrigeren en grotendeels transformeren in vruchtbare rijstvelden maar ook het snelgroeiende Bangkok van het nodige drinkwater moest voorzien. Dit plan voorzag onder meer in het bouwen van een, voor die tijd, kolossale stuwdam bij Chainat en de aanleg van een hele resem sluizen en bijkomende afwateringskanalen.
Uiteindelijk vielen de plannen voor het Grote Model in het water. Eén van de belangrijkste redenen hiervoor was het weinig krachtdadige optreden van de minister van Landbouw Chao Phraya Thewet die, onder meer omwille van het simpele feit dat hij helemaal geen kaas had gegeten van de materie, de grootschalige en vooral complexe irrigatieplannen van de Nederlander niet zag zitten. En dan was er natuurlijk ook nog de moordende concurrentie en rivaliteit van de Siam Land, Canals and Irrigation Company. Een privé-bedrijf dat kort voor de komst van de Nederlandse ingenieurs met de steun van prominente Siamese hogere ambtenaren en edellieden was opgezet door de Oostenrijkse investeerder Erwin Müller. Dit machtige consortium dat in de wandelgangen als de Borisat of ‘Het Bedrijf’ bekend stond, oefende veel invloed uit op de regerings- en hofkringen en wist grote delen van de Nederlandse plannen op de lange baan te schuiven of zelfs te verhinderen. Dit betekent echter niet dat het werk van J.H. Homan van der Heide onbelangrijk is geweest, integendeel. Hij telende niet alleen de plannen voor nieuwe kanalen en sluizen, maar liet ook, ondanks de obstructie van sommigen, een substantieel deel van de bestaande kanalen en klongs in en bij de hoofdstad renoveren en uitbouwen.
In de herfst van 1909 liep het contract voor de Nederlandse ingenieurs in Siam af. Voor hij definitief in 1914 naar Nederland terugkeerde was hij nog een paar jaar actief in Nederlands – Indië. Na zijn terugkeer werkte hij nog even bij Rijkswaterstaat waar hij bevriend raakte met een jonge en erg ambitieuze ingenieur die naar de naam Anton Mussert luisterde. Tegelijkertijd begon hij te investeren in een aantal privé-bedrijven die zich specialiseerden in waterhuishoudkundige spitstechnologie. Een keuze die hem bepaald geen windeieren legde.
Omstreeks 1920 vestigde Homan van der Heide zich in Maarssen aan de Vecht waar hij één van de directeuren werd van de Kininefabriek. In 1939 werd hij verkozen tot gemeenteraadslid voor de Liberale staatspartij ‘de Vrijheidsbond’. Hij publiceerde geregeld in het vakblad De Ingenieur, de spreekbuis van het koninklijk Instituut voor Ingenieurs (KIVI). Toen zijn vriend en oud-collega Anton Mussert vijftig werd publiceerde Homan van der Heide in 1944 bij de NSB-uitgeverij Nenasu het boek ‘Mussert als ingenieur’. Zijn vriendschapsbanden met de NSB-leider zouden hem duur te staan komen. Meteen na de bevrijding werd hij op beschuldiging van collaboratie opgepakt en geïnterneerd. Hij bezweek op 4 november 1945 in een interneringskamp in Kampen.
Voor al wie meer wil weten over deze merkwaardige ingenieur, deze leestip: In 2000 verscheen bij Silkworm Books King of the Waters – Homan van der Heide and the origin of modern irrigation in Siam, een uiterst lezenswaardige en erg gedetailleerde studie door de in Zuidoost-Azië gespecialiseerde antropoloog Han Ten Brummelhuis (Universiteit Amsterdam) over deze, in meer dan één opzicht intrigerende Nederlander.
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
- Achtergrond22 oktober 2024Si Satchanalai & Chaliang Historical park: de omweg meer dan waard
dank wist hier niets van . Uitvoering van dit plan had Bangkok wellicht enorm geholpen in de nog steeds voortdurende strijd tegen de overstromingen…
Bedankt Jan,
Mooi verhaal.
Jammer dat het nooit tot uitvoering is gekomen.
Nu hebben ze nog steeds natte voeten 😉
Lijkt me erg interessant. Als Nederlander sta je vaak te fantaseren over “hoe het anders kan”vooral als je ziet wat dat water aanricht in BKK en omstreken.
Homan van der Heide was in de oorlog een naar figuur die onderdak verleende na dolle dinsdag aan al dat smerige gespuis zoals de Rost van Tonningens. Foute elite.
In die jaren was rijst het belangrijkste exportproduct en de belasting er op de belangrijkste inkomsten voor de staat.
Homan van der Heide wilde door middel van betere irrigatie de rijstopbrengsten verhogen.
Zijn werk had weinig te maken met het voorkómen van overstromingen, in het genoemde boek van Han ten Brummelhuis wordt dat aspect nauwelijks genoemd.
Integendeel, boeren waren meestal blij met overstromingen die de vruchtbaarheid van hun land verhoogden. Alles beter dan te weinig water.
In het boek van Han ten Brummelhuis staat op bladzij. 137 het volgende:
‘Where flooding lasted the longest land sale and lease prices were highest.’
In die tijd vond men overstromingen heel gewoon, een enkele keer misschien te veel en te lang. Ze hadden huizen op palen en bootjes. Jaren met te weinig water was het probleem.
Dag Tino,
ik beweer nergens dat Homan van der Heide de intentie had om overstromingen te voorkomen. Zijn irrigatieplannen waren er louter op gericht tot een zo rendabel mogelijke en verantwoorde waterhuishouding te komen en inderdaad de rijstoogst te optimaliseren….
Dat is waar Lung Jan. Ik reageerde eigenlijk alleen op een paar mensen hierboven die overstromingen noemden. Maar wat bedoelde je met ‘Homan van der Heide droeg het water naar de zee’?
Dag Tino,
In letterlijke en figuurlijke zin droeg hij het water naar de zee. Niet alleen met de door hem geredigeerde afvloeiings- en andere waterbeheersingswerken maar na een tijd moet hij ook – en wellicht tot zijn groeiende frustratie – hebben gemerkt dat een flink deel van de door hem geleverde inspanningen in feite zinloos waren omdat ze tekens werden gecounterd door Siamese gezagsdragers en/of andere belanghebbenden zoals de quasi almachtige Borisat…
Er wordt tot op heden nog wel gesproken over Homan v/d Heide, vooral bij RID en ONWR waar ze veel aan te danken hebben en waar het Nederlands watermanagement nog steeds op de lijst staat.
Vele jonge mensen volgen een studie in Delft.
Citaat:
‘Er wordt tot op heden nog wel gesproken over Homan v/d Heide, vooral bij RID en ONWR waar ze veel aan te danken hebben en waar het Nederlands watermanagement nog steeds op de lijst staat.’
Inderdaad. Ik meen ooit gelezen te hebben dat een standbeeld van Homan van der Heide in het Irrigatie Departement in Bangkok nog steeds eer wordt bewezen.
Het boek “King of the Waters” is als proefschrift door Han ten Brummelhuis in eigen beheer in 1995 uitgegeven met als titel “De Waterkoning. J. Homan van der Heide, staatsvorming en de oorsprong van moderne irrigatie in Siam 1902-1909”. De Engelse vertaling verscheen in 2005 bij KITLV Press in Leiden en in 2007 bij Silkworm in Chiang Mai.